Seminarie en instituut
Les 63: Leer en Verbonden 58:1–33


Les 63

Leer en Verbonden 58:1–33

Inleiding

Op 1 augustus 1831, amper twee weken nadat de Heer Independence (Missouri, VS) aan had geduid als het centrum van Zion, ontvangt Joseph Smith de openbaring die nu in Leer en Verbonden 58 staat. In deze openbaring wordt een antwoord gegeven aan degenen die wilden weten wat voor hen de wil van God was in dit nieuwe land. In deze openbaring raadt de Heer de heiligen aan getrouw te zijn in hun beproevingen en legt Hij uit waarom Hij de heiligen naar Zion heeft gestuurd. De Heer moedigt de heiligen eveneens aan hun keuzevrijheid te gebruiken om het goede te doen.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 58:1–5

De Heer geeft de heiligen de raad om trouw te zijn in hun beproevingen

Zet vóór de les begint de woorden Heden en Toekomst op het bord.

Begin de les met de vraag wat momenteel de grootste beproeving is voor de cursisten.

  • Kun je je huidige moeilijkheden beter het hoofd bieden als je denkt aan de toekomst, zowel in dit leven als in het hiernamaals?

Laat een cursist de volgende alinea voorlezen. Laat de klas nagaan welke beproevingen de heiligen in Missouri in 1831 meemaakten en of ze daardoor ontmoedigd raakten.

In januari 1831 kwamen zendelingen bij een groep indianen van de Delawarestam, die in het Indiaans Territorium ten westen van Missouri woonden. De Delaware-indianen waren geïnteresseerd in het evangelie dat in het Boek van Mormon stond. De zendelingen van de kerk werden echter gedwongen het gebied te verlaten, omdat ze geen vergunning hadden om het Indiaans Territorium te betreden en het evangelie te prediken, en omwille van tegenstand van plaatselijke indiaanse vertegenwoordigers en predikanten. De zendelingen probeerden vervolgens blanke kolonisten in Independence (Missouri) en omstreken te onderwijzen, maar in juli 1831 waren amper tien bekeerlingen tot de kerk toegetreden. Toen de ouderlingen van de kerk in juli 1831 vanuit Ohio naar Missouri reisden, waren sommigen teleurgesteld over het resultaat. Sommigen hadden verwacht dat de geloofsgemeenschap snel zou groeien en dat een kant-en-klare nederzetting de arriverende kerkleden zou opwachten. Enkele ouderlingen drukten hun bezorgdheid uit omdat de grond in Independence nog niet was bewerkt. Bovendien werden sommige broeders aangemoedigd in Missouri te blijven en grond aan te kopen om Zion voor te bereiden voor de heiligen die later zouden toekomen.

  • Waarom zouden de omstandigheden voor sommige kerkleden ontmoedigend zijn geweest?

Laat een cursist Leer en Verbonden 58:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de Heer de ouderlingen vertelde zodat ze hun beproevingen beter konden doorstaan.

  • Wat zei de Heer tegen de ouderlingen?

  • Hoe zou je vers 2 samenvatten? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende beginselen te omvatten: Wij worden gezegend als we de geboden van de Heer onderhouden. Onze eeuwige beloning zal groter zijn als wij trouw blijven in beproeving. Laat de cursisten in vers 2 de zinsneden markeren die in deze beginselen onderwijzen.)

Vestig de aandacht van de cursisten op de woorden Heden en Toekomst op het bord. Laat een cursist Leer en Verbonden 58:3–5 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de Heer tegen de ouderlingen zei over het heden en de toekomst van zijn volk. Laat de cursisten verslag uitbrengen.

  • Wat kunnen wij volgens vers 3 vaak niet zien of begrijpen als we met beproevingen te maken hebben?

Wijs erop dat de Heer volgens deze verzen kennelijk verwachtte dat de ouderlingen verder zouden kijken dan hun beproevingen en zich zouden concentreren op de heerlijke toekomst die hen bij getrouwheid wachtte. De boodschap van de Heer aan de heiligen in Missouri kan ons helpen beproevingen te doorstaan als wij ons concentreren op de zegeningen die ons worden beloofd als wij moeilijkheden trouw doorstaan.

  • Hoe helpt het besef dat de Heer je zal zegenen jou om moeilijkheden trouw te doorstaan?

  • Heb je weleens gevoeld dat je werd gezegend omdat je trouw was gebleven in moeilijke tijden?

Laat de cursisten nog een keer bedenken wat momenteel de grootste beproeving voor hen is. Moedig hen aan om ondanks hun beproevingen trouw te blijven aan het evangelie zodat ze de beloningen kunnen ontvangen die de Heer nu en in de eeuwigheid voor hen in petto heeft.

Leer en Verbonden 58:6–13

De Heiland legt uit waarom Hij de heiligen naar Zion stuurde

Stel de cursisten de volgende vragen:

  • Heb je weleens een opdracht gekregen terwijl je niet begreep waarom je dat moest doen? Wat vond je daarvan?

  • Heb je daarentegen weleens een opdracht gekregen waarbij iemand uitlegde waarom je dat moest doen? Wat voor verschil maakt het als je de redenen kent?

Leg uit dat de Heer enkele redenen heeft geopenbaard waarom Hij mensen stuurde om het fundament van Zion te leggen. Laat een cursist Leer en Verbonden 58:6–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan om welke redenen de Heer mensen stuurde om het fundament van Zion te leggen. Laat de cursisten verslag uitbrengen.

Vat Leer en Verbonden 58:9–13 samen: één reden waarom de Heer mensen stuurde om het fundament van Zion te leggen, was om de aarde op de wederkomst van Jezus Christus voor te bereiden. In deze verzen verwees de Heer naar een gelijkenis uit het Nieuwe Testament die aangeeft dat mensen uit alle natiën uitgenodigd worden om de zegeningen van het evangelie te ontvangen.

  • Denk je dat de ouderlingen beter in staat waren om hun moeilijkheden trouw te doorstaan omdat ze wisten dat ze de aarde op de wederkomst van Jezus Christus voorbereidden?

Leer en Verbonden 58:14–23

De Heer omschrijft de taken van een bisschop en gebiedt de heiligen om zich aan de wetten van het land te houden

Edward Partridge

Herinner de cursisten eraan dat de Heer bisschop Edward Partridge had geroepen om de bouw van de stad Zion te coördineren. De Heer gebood bisschop Partridge en Sidney Gilbert om in Missouri te blijven en de bezittingen van de kerk te beheren, en om grond te kopen in en rond Independence (Missouri) (zie LV 57:7–8). Terwijl de heiligen zich voorbereidden om land te kopen, had bisschop Partridge een meningsverschil met Joseph Smith over de kwaliteit van de gekozen stukken grond. Hij vond dat ze beter andere percelen grond konden aankopen. Omwille van deze onenigheid werd hij door de Heer berispt.

Laat een cursist Leer en Verbonden 58:14–15 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de Heer tegen bisschop Partridge zei. Laat de cursisten vertellen wat ze hebben gevonden.

  • Vestig de aandacht van de cursisten weer op Leer en Verbonden 58:3. Hoe denk je dat de waarheden die in dit vers worden geopenbaard, bisschop Partridge ertoe brachten om zich te bekeren van zijn conflict met de profeet over de percelen grond die ze wilden aankopen?

Leg uit dat bisschop Partridge nederig de berisping van de Heer aanvaardde en dat zijn zonden hem werden vergeven.

  • Hoe kunnen wij door de openbaring in Leer en Verbonden 58:3 in geloof reageren op de geboden van de Heer, en niet met ongeloof en een verblind hart?

Laat een cursist Leer en Verbonden 58:16–20 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de Heer zei tegen bisschop Partridge over zijn rol als bisschop en zijn verantwoordelijkheid bij de opbouw van Zion.

  • Wat is volgens deze verzen de verantwoordelijkheid van een bisschop?

  • Op welke manieren wordt nu van een bisschop verwacht dat hij het volk van de Heer oordeelt?

Vat Leer en Verbonden 58:21–23 samen: de Heer verwacht van ons dat wij de wetten van het land eerbiedigen totdat Hij komt en tijdens het millennium regeert.

Leer en Verbonden 58:24–33

De Heer moedigt de heiligen aan hun keuzevrijheid te gebruiken om goed te doen

Leg de volgende situatie aan de cursisten voor:

Stel je voor dat je op straat loopt en je ziet dat een oude man of vrouw valt. Wat moet je doen?

  1. Wachten tot de Geest je aanspoort om te helpen.

  2. Wachten tot iemand zegt wat je moet doen.

  3. Wachten om te zien of iemand anders gaat helpen.

  4. Onmiddellijk hulp bieden.

Laat de cursisten antwoorden en vraag vervolgens:

  • Waarom is het belangrijk om die persoon te helpen en niet te wachten tot iemand anders zegt wat je moet doen?

Laat een cursist Leer en Verbonden 58:26-28 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke beginselen de Heer de heiligen leerde toen ze voor de uitdaging stonden om de stad Zion te bouwen. (Leg eventueel uit dat de zinsnede ‘wie in alle dingen gedwongen wordt’ [LV 58:26] slaat op iemand die pas iets doet als hij of zij een opdracht krijgt.)

  • Welke waarheden heb je in verzen 26–28 kunnen vinden? (De cursisten zouden het als volgt onder woorden kunnen brengen: Wij hebben de macht om zelfstandig te handelen. Als wij telkens wachten tot de Heer zegt wat wij moeten doen, verliezen wij onze beloning. Als we onze keuzevrijheid gebruiken om het goede te doen, worden wij beloond. Zet deze waarheden in de woorden van de cursisten op het bord.)

  • Over welke ‘beloning’ gaat het in deze verzen? Hoe kan onze keuze om uit eigen vrije wil veel goeds te doen, bepalen of we het eeuwige leven ontvangen?

  • Hoe kun je thuis zoal ijverig het goede doen? Op school? In je wijk of gemeente?

Laat de cursisten ervaringen uitwisselen over de keren dat ze werden gezegend doordat ze hadden gekozen om het goede te doen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 58:29–33 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat er gebeurt met hen die hun keuzevrijheid niet gebruiken om het goede te doen of die aan de geboden van de Heer twijfelen.

  • Wat gebeurt er met hen die hun keuzevrijheid niet gebruiken om het goede te doen of die twijfelen aan de geboden van de Heer?

  • Hoe reageren sommige mensen als zij omwille van hun traagheid of ongehoorzaamheid niet worden gezegend? Welke waarschuwing geeft de Heer in vers 33 aan deze mensen?

Getuig dat het belangrijk is onze keuzevrijheid te gebruiken om het goede te doen. Moedig de cursisten aan om tegen de volgende les hun keuzevrijheid voor iets goeds te gebruiken. Zeg dat ze tijdens de volgende les de kans krijgen om te vertellen wat ze hebben gedaan.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 58:2–4. ‘De heerlijkheid die zal volgen op veel beproeving’

President Brigham Young heeft het volgende gezegd over een eeuwig perspectief en over de heerlijkheid die de getrouwen wacht:

President Brigham Young

‘We hebben onze mond vol van de beproevingen en problemen in dit leven; maar stel dat u zichzelf kon zien duizenden en miljoenen jaren nadat u zich in die paar korte jaren van dit leven trouw aan uw godsdienst had betoond, en eeuwige zaligheid met een kroon van heerlijkheid in de tegenwoordigheid van God had verkregen. Kijk dan nog eens terug op uw leven hier, met alle verliezen, tegenslagen en teleurstellingen; […] u zou willen uitroepen: “Wat maakt het allemaal toch uit? Dat was maar een kort moment, en nu zijn we hier. Wij zijn in die paar korte momenten van ons sterfelijk leven trouw geweest, en nu hebben wij eeuwig leven en eeuwigdurende heerlijkheid”.’ (‘Remarks’, Deseret News, 9 november 1859, 1.) (Zie ook Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 119–120.)

Leer en Verbonden 58:3. ‘Gij kunt het plan van uw God […] niet met uw natuurlijke ogen zien’

Ouderling Neal A. Maxwell heeft een uitspraak van C.S. Lewis geciteerd, waarin deze uitlegt dat wij niet altijd begrijpen wat God voor ons in petto heeft:

Ouderling Neal A. Maxwell

‘In zijn boek Onversneden christendom beschrijft C.S. Lewis onze relatie tot God op een manier waardoor wij kunnen begrijpen dat wij alleen maar geestelijk kunnen groeien als wij ons aan zijn wil onderwerpen:

“Beschouw uzelf als een levend huis. God komt binnen om het huis te verbouwen. In het begin begrijpt u misschien nog wat Hij doet. Hij legt de riolering goed aan en dicht de lekken in het dak enzovoort. U wist dat die dingen gebeuren moesten en verbaast zich er niet over. Maar dan begint Hij het huis ogenschijnlijk zonder reden op vreselijke en pijnlijke wijze op zijn kop te zetten. Waar is Hij in vredesnaam mee bezig? De verklaring is dat Hij een heel ander huis bouwt dan u voor ogen had: een nieuwe vleugel hier, een extra verdieping daar, diverse torens en binnenplaatsen. U dacht dat u tot een fatsoenlijk huisje vertimmerd werd, maar Hij is een paleis aan het bouwen. […]” (New York: The Macmillan Company, [1952], 160.)’ (‘The Value of Home Life’, Ensign, februari 1972, 5.)

Leer en Verbonden 58:8–11. ‘De maaltijd van de Heer’

‘Twee oudtestamentische verwijzingen naar een feestmaal komen in de maaltijd van de Heer voor: het “feestmaal van vette spijzen” en de “goed op de droesem gezuiverde wijn”. Beide uitdrukkingen verwijzen naar rijkdom en geven aan dat het feestmaal erg belangrijk is (zie ook LV 57:5–14; 65:3; Mattheüs 22:1–14; Openbaring 19:7–9).’ (Doctrine and Covenants Student Manual [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 120.)

Leer en Verbonden 58:14–15. Bisschop Partridge bekeerde zich van zijn zonden

Bisschop Partridge had een meningsverschil met Joseph Smith over de kwaliteit van de gekozen stukken grond in Missouri. Hij vond dat ze beter andere percelen grond konden aankopen. De Heer berispte bisschop Partridge om zijn gedrag.

Bisschop Partridge aanvaardde de berisping van de Heer in Leer en Verbonden 58 in alle nederigheid. Enkele dagen nadat deze openbaring was ontvangen, schreef hij zijn vrouw het volgende: ‘Je weet dat ik een belangrijke positie bekleed, en aangezien ik geregeld word gekastijd, heb ik het gevoel dat ik faal. Niet dat ik wil opgeven, maar ik vrees dat mijn positie meer vereist dan ik voor de goedkeuring van mijn hemelse Vader kan verwezenlijken.’ (Brief aan Lydia Partridge, 5–7 augustus 1831, Church History Library, Salt Lake City [Utah, VS].) Het meningsverschil tussen de profeet Joseph en bisschop Partridge is opgenomen in de notulen van een vergadering in Zion. Er staat in dat Partridge zei dat ‘hij spijt’ had van de onenigheid en ‘dat altijd heeft gehad’. (Minute Book 2, 10 maart 1832, 23, Church History Library, Salt Lake City [Utah]; zie ook josephsmithpapers.org.) Een openbaring van 11 september 1831 geeft aan dat Partridge vergeving voor zijn gedrag had ontvangen. (Documents, Volume 2: July 1831–June 1833, deel 2 van de serie Documents of The Joseph Smith Papers [2013], 62.)

Leer en Verbonden 58:27–28. ‘Vele dingen uit eigen vrije wil [te] doen’

Ouderling Vaughn J. Featherstone van de Zeventig heeft een mooi voorbeeld gegeven van een ervaring waarbij hij ‘gedreven voor een goede zaak werkzaam’ was (LV 58:27):

Ouderling Vaughn J. Featherstone

‘Toen ik ongeveer tien of elf jaar oud was, kwam een grote groep familieleden op bezoek. Er waren wel vijfendertig of veertig mensen. Moeder had ze allemaal uitgenodigd op een diner. Na de maaltijd ging iedereen naar de andere kamer om bij te praten. Overal lagen stapels vuile borden en bestek. Het eten was niet opgeruimd, en de potten en pannen die bij de voorbereidingen waren gebruikt, waren nog vuil.

‘Ik herinner me dat ik dacht dat iedereen naar huis zou gaan en dat mijn moeder alles zou moeten opruimen. Maar ik had een idee. Ik begon op te ruimen. In die tijd waren er nog geen elektrische vaatwasmachines. Moeder was altijd erg netjes en ze had ons geleerd hoe we moesten afwassen en afdrogen. Ik begon aan het titanenwerk. Drie uur later was ik eindelijk klaar met het laatste bord. Ik had al het eten opgeruimd, en het aanrecht, de gootsteen en de vloer schoongemaakt. De keuken was smetteloos schoon.

‘Ik zal nooit vergeten hoe mijn moeder keek toen alle gasten waren vertrokken en zij naar de keuken kwam om op te ruimen. Ik was van kop tot teen drijfnat. De blik in mijn moeders ogen was alle moeite meer dan waard. Ze keek ontroerd, opgelucht en trots. Op dat moment nam ik me voor om keer op keer die blik in haar ogen te toveren.’ (‘We Love Those We Serve’, New Era, maart 1988, 19.)