Les 97
Leer en Verbonden 93:1–20
Inleiding
Op 6 mei 1833 ontvangt de profeet Joseph Smith de openbaring in Leer en Verbonden 93. Deze openbaring wordt in twee lessen behandeld. Deze les gaat over de verzen 1–20 waarin Jezus Christus het doel van de openbaring uitlegt: ‘Ik geef u deze woorden, opdat u zult begrijpen en weten hoe te aanbidden, en weten wat u aanbidt, opdat u tot de Vader zult komen in mijn naam, en te zijner tijd zult ontvangen van zijn volheid’ (LV 93:19).
Lessuggesties
Leer en Verbonden 93:1–5
Jezus Christus legt uit hoe mensen zijn gezicht kunnen zien en weten dat Hij bestaat
Laat een foto van een bekend persoon zien die de cursisten zullen herkennen. Vraag of ze de naam van die persoon weten. (Als u geen foto kunt laten zien, zet de naam van die persoon dan op het bord. Vraag de cursisten wie de persoon is en waarom hij of zij bekend is.)
-
Waarom weten zoveel mensen wie die persoon is?
-
Waarom is het volgens jullie belangrijk om te weten wie die persoon is? Waarom?
Laat een plaat van Jezus Christus zien (u kunt Jezus Christus gebruiken [Evangelieplatenboek [2009], nr. 47]; zie ook LDS.org) en leg uit dat veel mensen tegenwoordig niet weten wie Hij is.
-
Waarom is het volgens jullie belangrijk om te weten wie Jezus Christus is?
Getuig dat wij pas in staat zijn om ons volledige potentieel als kinderen van God te bereiken als we Jezus Christus kennen. Leg uit dat de Heer in Leer en Verbonden 93 zegt hoe we meer kennis kunnen verkrijgen van Hem en zijn macht om ons nu en in de eeuwigheid te zegenen. Zet de volgende twee vragen op het bord. Laat ruimte over zodat de cursisten hun antwoorden onder de vragen kunnen zetten.
Laat een cursist Leer en Verbonden 93:1–5 voorlezen. Voordat de cursist met lezen begint, laat u de helft van de cursisten antwoorden op de eerste vraag opzoeken en de andere helft antwoorden op de tweede vraag. Als de verzen zijn gelezen, laat u enkele cursisten naar het bord komen en hun antwoorden onder de desbetreffende vraag noteren. Stel dan de volgende vraag:
-
Hoe zou je de belofte in vers 1 als een ‘als–dan’ beginsel verwoorden? (De antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel weer te geven: als we onze zonden verzaken, tot Christus komen, zijn naam aanroepen, zijn stem gehoorzamen en zijn geboden onderhouden, zullen we zijn aangezicht zien en weten dat Hij bestaat.)
U wilt wellicht onderstrepen dat we die zegen op zijn eigen tijd, op zijn eigen wijze en naar zijn eigen wil zullen ontvangen (zie LV 88:68; zie ook Enos 1:27).
-
Hoe kunnen we aan de hand van wat er in Leer en Verbonden 93:1 staat Jezus Christus leren kennen?
-
Wat is volgens vers 3 een belangrijke leerstelling betreffende de Vader en de Zoon? (De cursisten dienen de volgende leerstelling te verwoorden: de Vader en de Zoon zijn één.)
-
Wat houdt dat in, dat de Vader en de Zoon één zijn?
Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat de Vader en de Zoon twee afzonderlijke personen zijn, die ieder een verheerlijkt lichaam hebben (zie LV 130:22). Maar de Vader en de Zoon zijn één in doel en leer. Ze zijn volkomen eensgezind in de uitvoering van het heilsplan van onze hemelse Vader.
Wijs op de volgende zinsnede in Leer en Verbonden 93:4: ‘De Vader omdat Hij Mij zijn volheid heeft gegeven.’ Laat de cursisten vervolgens Leer en Verbonden 93:17, 26 doorlezen. Stel de volgende vragen:
-
Wat houdt het in dat Jezus Christus een volheid van de Vader ontving? (Zie LV 93:16–17, 26.)
-
Hoe kunnen we aan de hand van de beginselen in de verzen 4–5 beter begrijpen wat het betekent dat de Vader en de Zoon één zijn?
Leg uit dat omdat de Vader en de Zoon één zijn, wij zowel onze hemelse Vader als Jezus Christus leren kennen wanneer we doen wat de Heer in Leer en Verbonden 93:1 zegt.
Leer en Verbonden 93:6–20
Het verslag van Johannes wordt gebruikt om duidelijk te maken hoe Jezus Christus een volheid van de heerlijkheid van onze hemelse Vader heeft ontvangen
Leg uit dat wij meer over Jezus Christus kunnen leren als we de informatie bestuderen die de Heer in Leer en Verbonden 93 over het verslag van Johannes heeft gegeven. Het is wellicht ook nuttig om uit te leggen dat de apostel Johannes aan het begin van Jezus Christus’ aardse bediening een volgeling van Johannes de Doper was. In zijn geschriften geeft de apostel Johannes een gedeeltelijk verslag van het getuigenis dat Johannes de Doper van de Heiland gaf.
Deel de klas op in groepjes van vier. Laat elk groepje Leer en Verbonden 93:6–11 doorlezen en de titels opzoeken die worden gebruikt om de Heiland te beschrijven. De cursisten moeten de volgende titels vinden: ‘het Woord, ja, de bode van het heil’ (vers 8), ‘het licht en de Verlosser van de wereld’ (vers 9), ‘de Geest van de waarheid’ (vers 9), en ‘de Eniggeborene des Vaders’ (vers 11).
Als ze die teksten hebben gelezen, geeft u elke cursist een kopie van de volgende informatie over de bovengenoemde titels. Laat elke cursist een van de titels uitkiezen en de bijbehorende informatie bestuderen. Laat de cursisten zich voorbereiden om aan de rest van hun groep uit te leggen wat de titel betekent en hun antwoord op de volgende vraag te bespreken. U kunt de vraag op het bord of op hun uitreikblad zetten, zodat de cursisten ernaar kunnen verwijzen.
Als de groepjes voldoende tijd voor hun bespreking hebben gehad, laat u een cursist Leer en Verbonden 93:12–17 voorlezen. Vraag de klas om mee te lezen en op te zoeken hoe Jezus Christus als zijn Vader werd.
-
Hoe werd Jezus Christus als zijn Vader? (De cursisten moeten het volgende beginsel weergeven: Jezus Christus vorderde van genade tot genade totdat Hij een volheid van de heerlijkheid van de Vader ontving.)
-
Wat betekent het volgens jullie dat Jezus Christus van genade tot genade vorderde totdat Hij een volheid ontving?
Zorg ervoor dat de cursisten dit beginsel goed begrijpen: genade is kracht en macht van God waardoor we het eeuwig leven en de verhoging kunnen ontvangen. Laat een cursist Leer en Verbonden 93:19–20 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten waarom de Heiland openbaarde hoe Hij de volheid van de Vader ontving.
-
Waarom openbaarde de Heiland in vers 19 hoe Hij de volheid van de Vader ontving?
Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat de Heiland openbaarde hoe Hij een volheid had ontvangen, zodat wij Hem en onze hemelse Vader kunnen ‘begrijpen en kennen’ en zullen weten hoe we de Vader moeten aanbidden en zijn volheid ontvangen. Zet het volgende citaat van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen op het bord. (Dit citaat is afkomstig uit The Promised Messiah: The First Coming of Christ [1978], 568.)
-
Wat betekent aanbidding volgens jullie?
-
Hoe moeten we onze hemelse Vader aanbidden? (De cursisten moeten het beginsel weergeven dat wij onze hemelse Vader moeten aanbidden door het voorbeeld van Jezus Christus te volgen.)
-
Hoe kunnen we de vooruitgang van de Heiland van genade tot genade vergelijken met het leerproces en de vooruitgang die wij kunnen ervaren?
-
Welke belofte wordt in Leer en Verbonden 93:20 aan de mensen gegeven die het voorbeeld van Jezus Christus volgen en zijn geboden onderhouden? (De cursisten dienen het volgende beginsel weer te geven: als wij de geboden onderhouden, kunnen wij net als Jezus Christus een volheid van de Vader ontvangen.)
Toon de plaat van de Heiland die u aan het begin van de les hebt laten zien.
-
Waarom is het belangrijk dat wij een getuigenis van het voorbeeld, de leringen en de verzoening van de Heiland hebben?
-
Hoe kunnen jullie van ‘genade tot genade’ vorderen (LV 93:13) en meer op Hem gaan lijken?
Laat een cursist het volgende citaat van president Lorenzo Snow voorlezen. Laat de klas zich afvragen wat zij willen doen om meer op de Heiland te lijken:
‘Verwacht niet dat u in één keer volmaakt wordt. Als u dat wel doet, raakt u teleurgesteld. Zorg dat u vandaag beter bent dan gisteren en morgen beter dan vandaag. Laten we morgen minder vatbaar zijn voor de verleidingen waaraan we vandaag wellicht deels toegeven. Werk er zo aan om elke dag een beetje vooruitgang te maken en laat de kansen om goed te doen aan anderen en aan onszelf niet voorbijgaan.’ (Leringen van kerkpresidenten: Lorenzo Snow [2012], 105–106.)
Laat de cursisten in hun Schriftendagboek of aantekenschrift noteren hoe ze door het volgen van het voorbeeld van de Heiland vooruitgang kunnen maken.