Les 84
Leer en Verbonden 81
Inleiding
Op 8 maart 1832 roept de Heer Jesse Gause en Sidney Rigdon als raadgevers van Joseph Smith. Een week later, op 15 maart 1832, geeft de Heer de openbaring in Leer en Verbonden 81. In deze openbaring beschrijft Hij de rol van de raadgevers van de president van de kerk en de zegeningen voor hen die hun taken trouw vervullen. Jesse Gause blijft niet trouw, waarna de Heer Frederick G. Williams roept, wiens naam nu in Leer en Verbonden 81 staat, als plaatsvervanger van broeder Gause. Ten tijde van deze openbaring werden de president van de kerk en zijn raadgevers het presidium van de Hoge Priesterschap genoemd. Vanaf 1834 werden de president en zijn raadgevers in de openbaringen het Eerste Presidium genoemd (zie LV 102:26–28).
Lessuggesties
Leer en Verbonden 81:1–7
De Heer beschrijft de rol van de raadgevers in het Eerste Presidium
Zet vóór de les de volgende vragen op het bord:
Laat de cursisten aan het begin van de les de vragen op het bord beantwoorden. Als onderdeel van de bespreking wilt u misschien uitleggen dat een kerkleider wel inspiratie kan krijgen om een lid van de kerk voor een bepaalde taak te roepen, maar dat de persoon zelf die taak getrouw moet vervullen.
Vraag een cursist de inleiding van Leer en Verbonden 81 voor te lezen. Laat de klas meelezen en een voorbeeld opzoeken van iemand die door de Heer was geroepen, maar zijn roeping niet trouw vervulde.
-
Wie riep de Heer aanvankelijk als raadgever van Joseph Smith in het Presidium van de Hoge Priesterschap.
-
Waarom raakte Jesse Gause zijn roeping kwijt?
Leg uit dat Jesse Gause in maart 1832 als raadgever in het Presidium van de Hoge Priesterschap was geroepen. Op 1 augustus 1832 ging hij met Zebedee Coltrin op zending. Tijdens zijn zending bezocht broeder Gause zijn vrouw om haar van de waarheid te overtuigen, maar zij weigerde lid van de kerk te worden. Enige tijd later werd broeder Coltrin ernstig ziek en ging hij terug naar Kirtland. Helaas maakte broeder Gause zijn zending niet af, en hij bleef de kerk niet trouw.
-
Wie werd volgens de inleiding tot deze afdeling door de Heer als vervanger van Jesse Gause geroepen?
U kunt de cursisten de volgende zinsnede in de inleiding tot deze afdeling laten markeren: ‘De openbaring […] moet worden beschouwd als een stap in de richting van de formele organisatie van het Eerste Presidium.’ Leg uit dat de president van de kerk en zijn raadgevers (het Presidium van de Hoge Priesterschap) pas vanaf 1834 ‘het Eerste Presidium’ werden genoemd (zie LV 102:26–28). De Heer openbaarde de volledige organisatie van zijn kerk niet in één keer aan de profeet. Hij openbaarde verschillende delen van de organisatie wanneer die nodig waren en als de heiligen klaar waren om ze te ontvangen.
Laat een cursist Leer en Verbonden 81:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heer tegen Frederick G. Williams over het Presidium van de Hoge Priesterschap zei.
-
Wat bezit het presidium volgens vers 2? (De cursisten moeten het volgende beginsel noemen: het Presidium van de Hoge Priesterschap bezit de sleutels van Gods koninkrijk op aarde. U kunt de cursisten de woorden en zinsneden die hierover gaan in hun Schriften laten markeren.)
Om er zeker van te zijn dat de cursisten deze leer begrijpen, herinnert u ze aan het volgende: ‘Priesterschapssleutels zijn het gezag dat God aan priesterschapsleiders geeft om het gebruik van zijn priesterschap op aarde te regelen en te besturen. De uitoefening van het priesterschapsgezag wordt geregeld door hen die in het bezit zijn van de priesterschapssleutels. (Zie LV 65:2; 81:2; 124:123.) Wie priesterschapssleutels bezit, heeft het recht om de kerk in een bepaalde jurisdictie te presideren en te leiden.
‘Jezus Christus bezit alle sleutels van het priesterschap met betrekking tot zijn kerk. Hij heeft ieder van zijn apostelen alle sleutels verleend met betrekking tot het koninkrijk van God op aarde. De in leven zijnde senior apostel, de president van de kerk, is als enige persoon op aarde gemachtigd om alle sleutels van het priesterschap uit te oefenen.’ (Handboek 2: de kerk besturen [2010], 2.1.1.)
-
Waartoe worden de leden van het Eerste Presidium door de sleutels van het priesterschap in staat gesteld? (Het werk van de Heer op aarde leiden.)
Laat een foto zien van het huidige Eerste Presidium of foto’s van de leden afzonderlijk. Vraag de cursisten of ze de leden van het Eerste Presidium bij naam kunnen noemen.
Zet het volgende kopje op het bord: Raadgever in het Eerste Presidium.
-
Wat zijn volgens jullie de taken van de raadgevers in het Eerste Presidium?
Vraag een cursist Leer en Verbonden 81:3 voor te lezen. Laat de klas meelezen en de instructies van de Heer aan Frederick G. Williams opzoeken betreffende zijn roeping als raadgever in het Eerste Presidium.
-
Wat moest Frederick G. Williams volgens vers 3 doen als raadgever in het Eerste Prsidium? (Laat een cursist de antwoorden onder het kopje op het bord zetten. U kunt uitleggen dat de raadgevers in een Presidium de president steunen en sterken.)
-
Wat betekent het volgens jullie als een raadgever ‘in raadgeving getrouw’ is aan de president?
Om de cursisten meer begrip bij te brengen van wat het betekent om in raadgeving getrouw te zijn, laat u een cursist het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley voorlezen. Laat de klas goed opletten hoe een raadgever in een presidium de president raad geeft.
‘[Een raadgever] is een assistent van zijn president. […]
‘Als assistent is de raadgever niet de president. Hij neemt niet de taken van de president over.
‘In vergaderingen van het presidium staat het de raadgever vrij om zijn mening te uiten over alle zaken die aan de orde komen. Maar het is het recht van de president om een beslissing te nemen, en de plicht van de raadgevers om hem in die beslissing te steunen. Zijn beslissing wordt dan hun beslissing, ongeacht hun eigen ideeën.’ (‘In … Counsellors There Is Safety’, Ensign, november 1990, 49.)
-
Hoe moet een raadgever volgens president Hinckley met de president samenwerken?
-
Als iemand weet hoe hij als raadgever trouw moet zijn, wat heeft hij daar als raadgever dan aan?
Laat de cursisten terugdenken aan momenten waarop zij (of anderen) in een presidium in de kerk werkzaam waren. (U wilt wellicht uitleggen dat de bisschap in een wijk als een presidium functioneert.) Laat ze zich afvragen wat zij of anderen hebben gedaan om in hun priesterschapsquorum of klaspresidium steun te verlenen. Vraag enkele cursisten om de klas iets over hun gedachten te vertellen.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 81:4 doorlezen en opzoeken wat de Heer Frederick G. Williams beloofde als hij zijn roeping trouw zou vervullen. U wilt wellicht uitleggen dat de woorden ‘de heerlijkheid bevorderen van Hem die uw Heer is’ in deze context betekent dat als we trouw onze roeping grootmaken, wij anderen ertoe aanzetten om de Heer te eren en te aanbidden.
-
Wat kunnen we volgens vers 4 doen als we trouw onze roeping grootmaken? (De cursisten kunnen andere woorden gebruiken, maar hun antwoorden moeten het volgende beginsel weergeven: als wij trouw onze roepingen grootmaken, kunnen we veel voor anderen betekenen en de heerlijkheid van God bevorderen. Zet dit beginsel in de woorden van de cursisten op het bord.)
-
In welke opzichten kunnen we veel voor anderen betekenen als we trouw onze roepingen in de kerk grootmaken?
-
In welke opzichten kunnen we de heerlijkheid van God bevorderen als we trouw onze roepingen in de kerk grootmaken?
Laat de cursisten terugdenken aan een moment waarop ze hebben gezien dat iemand veel voor een ander betekende door zijn of haar roeping trouw groot te maken. Vraag enkele cursisten om iets over hun waarnemingen aan de klas te vertellen.
Vraag een cursist Leer en Verbonden 81:5 voor te lezen. Laat de klas meelezen en de raad opzoeken die de Heer vervolgens aan Frederick G. Williams gaf.
-
Wat kunnen we aan de hand van de raad van de Heer aan Frederick G. Williams in vers 5 leren over trouw onze roepingen in de kerk groot te maken of trouwe leden van de kerk te zijn?
-
Wat betekent volgens jullie: ‘Kom de zwakken te hulp, verhef de handen die slap neerhangen en sterk de knikkende knieën’?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Marvin J. Ashton van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas op de betekenis van deze zinsneden letten.
‘In Leer en Verbonden 81:5 staat dat de Heer tegen Frederick G. Williams zegt dat hij de zwakken moet helpen (‘kom de zwakken te hulp’), de mensen moet aanmoedigen die moe of ontmoedigd zijn (‘verhef de handen die slap neerhangen’) en de mensen met knikkende knieën en angst in hun hart moed en kracht moet geven.’ (‘Strengthen the Feeble Knees’, Ensign, november 1991, 70.)
-
Wat zijn enkele manieren waarop we de zwakken te hulp kunnen komen, de handen kunnen verheffen die slap neerhangen en knikkende knieën kunnen versterken.? (Zet de antwoorden van de cursisten op het bord.)
-
Wanneer zijn jullie door iemand anders opgebouwd of gesterkt?
Laat de cursisten een van de antwoorden op het bord uitkiezen en hun best doen om de mensen om hen heen te helpen.
Laat een cursist Leer en Verbonden 81:6–7 voorlezen. Laat de klas meelezen en de zegeningen opzoeken die de Heer Frederick G. Williams beloofde als hij tot het einde trouw zou blijven. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Getuig hoe belangrijk het is om trouw onze roepingen groot te maken en de mensen om ons heen te helpen, zodat ook zij voor het eeuwig leven in aanmerking kunnen komen.