Seminarie en instituut
Les 79: Leer en Verbonden 76:20–49


Les 79

Leer en Verbonden 76:20–49

Inleiding

In het eerste deel van het visioen dat op 16 februari 1832 aan Joseph Smith en Sidney Rigdon wordt getoond, zien ze de heerlijkheid van Jezus Christus en getuigen ze van Hem. Ze zien dat Satan in het voorsterfelijk bestaan wegens opstandigheid uit de tegenwoordigheid van God wordt geworpen. Ze zien eveneens de zonen van het verderf en ontdekken wat er in de eeuwigheid zal gebeuren met de mensen die voor Satan kiezen.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 76:20–24

Joseph Smith en Sidney Rigdon zien onze hemelse Vader en Jezus Christus in een visioen

Zing als openingslofzang ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’ (Lofzangen, nr. 92). De tekst van deze lofzang kan ertoe bijdragen dat de cursisten de kracht aanvoelen van de waarheden die vandaag aan bod komen.

Laat de cursisten zich bij het begin van de les de volgende situatie voorstellen. Op school begint je leerkracht over wereldgodsdiensten te praten. De leerkracht vraagt of er in de klas christenen zitten die over hun geloof in Jezus Christus willen vertellen.

  • Wat zou je dan over Jezus Christus en over jouw geloof in Hem vertellen?

Vestig de aandacht van de cursisten op het schema dat ze de vorige les hebben gekregen en dat de samenvatting van Leer en Verbonden 76 voorstelt. Leg uit dat ze tijdens deze les meer te weten komen over de eerste drie delen van het visioen dat Joseph Smith en Sidney Rigdon zagen. In het eerste deel van het visioen zagen ze de Vader en de Zoon te midden van hun heerlijkheid. Zet de volgende drie titels op het bord:

Wat zagen ze? Wat hoorden ze? Wat leerden ze?

Laat de cursisten deze titels in hun aantekenschrift of Schriftendagboek overnemen. Laat ze vervolgens Leer en Verbonden 76:20–24 in stilte doornemen en woorden of zinsneden uit deze verzen in de juiste kolom noteren. Geef de cursisten voldoende tijd en laat daarna een cursist naar voren komen om op het bord te schrijven. Laat de cursisten vertellen welke woorden en zinsneden ze onder de eerste twee titels hebben genoteerd en laat de cursist aan het bord opschrijven wat ze vertellen.

  • Welke leerstellingen staan er in deze teksten over Jezus Christus? (Laat de cursist de antwoorden op het bord zetten onder de titel Wat leerden ze?)

De cursisten kunnen onder meer de volgende leerstellingen noemen: Jezus Christus is een levend, verheerlijkt wezen; onze hemelse Vader en Jezus Christus zijn afzonderlijke personen; Jezus Christus is de eniggeboren Zoon van de Vader; Jezus Christus is de Schepper van deze wereld en andere werelden; en wij zijn voor God gewonnen zonen en dochters.

Laat de cursisten één van de volgende vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden zodat ze hun gevoelens en getuigenis van de waarheden in de verzen 20–24 kunnen verwoorden. Zet de vragen op het bord:

Voor welke van deze waarheden ben je het dankbaarst? Waarom?

Van welke van deze leerstellingen kun jij getuigen? Hoe ben je te weten gekomen dat ze waar is?

Vul deze zin aan: Over Jezus Christus weet ik…

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om iets op te schrijven, laat u een cursist het getuigenis van Joseph Smith en Sidney Rigdon in LV 76:22 voorlezen. Geef de cursisten die dat willen de kans om over hun gevoelens en hun getuigenis van de herrezen Heiland te vertellen. U kunt zelf ook van de Heiland getuigen.

Leer en Verbonden 76:25–29

Joseph Smith en Sidney Rigdon zien de val van Lucifer in een visioen

Geef elke cursist indien mogelijk een exemplaar van de volgende uitspraken en vraag of ze waar of niet waar zijn. U kunt de uitspraken ook op het bord zetten. Laat de cursisten op hun blaadje schrijven of de uitspraken waar of niet waar zijn.

  • ____1. Satan werd Lucifer genoemd.

  • ____2. Satan was een geest die gezag had in de tegenwoordigheid van God.

  • ____3. Satan wilde onze hemelse Vader en Jezus Christus niet ongehoorzaam zijn.

  • ____4. Er was vreugde in de hemel toen Satan werd uitgeworpen.

  • ____5. Satan voert oorlog met de heiligen Gods.

Als de cursisten klaar zijn, legt u uit dat in Leer en Verbonden 76:25–29 het visioen over de val van Lucifer staat dat Joseph Smith en Sidney Rigdon zagen. Laat de cursisten deze verzen in stilte doornemen en desgewenst hun antwoorden aanpassen. Bespreek daarna elke uitspraak met de klas en laat de cursisten uitleggen waarom ze voor hun antwoord kozen. Uitspraak 1 is waar (zie LV 76:26). Uitspraak 2 is ook waar (zie LV 76:25–27). Leg uit dat de naam Lucifer ‘lichtgever’ of ‘de stralende’ betekent. Hij wordt ook de ‘zoon van de dageraad’ genoemd. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Lucifer’, scriptures.lds.org.)

Uitspraak 3 is niet waar (zie LV 76:25, 28). Leg uit dat Satan in opstand kwam. Hij probeerde onze hemelse Vader te onttronen en zijn macht, koninkrijk en heerlijkheid te verkrijgen.

  • Wat gebeurde er volgens vers 25 toen Lucifer tegen onze hemelse Vader en Jezus Christus in opstand kwam? (Laat de cursisten de volgende leerstelling naast vers 25 in hun exemplaar van de Schriften noteren: In het voorsterfelijk bestaan kwam Lucifer in opstand tegen onze hemelse Vader en Jezus Christus en werd hij uitgeworpen.)

Uitspraak 4 is niet waar (zie LV 76:26). Leg uit dat Verderf, een naam die aan Lucifer werd gegeven, ‘verwoesting’ of ‘verdoemenis’ betekent.

Uitspraak 5 is waar (zie LV 76:29). Laat de cursisten in vers 29 de zinsnede markeren waarin staat dat Satan oorlog voert tegen de heiligen Gods.

  • Wanneer is deze oorlog tegen Satan begonnen? (In het voorsterfelijk bestaan.) Welke woorden uit vers 29 geven aan dat de oorlog die in de hemel is begonnen, nu nog steeds voortduurt? (De werkwoorden voert en omsingelt staan in de tegenwoordige tijd.)

  • Hoe voert Satan tegenwoordig oorlog met de heiligen Gods?

Leer en Verbonden 76:30–49

Joseph Smith en Sidney Rigdon zien het lijden van de zonen van het verderf in een visioen

  • Wat wordt er in tijden van oorlog met ‘verrader’ bedoeld?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 76:30–32 doornemen en nagaan welke verraders van de Heiland Joseph Smith en Sidney Rigdon in het visioen zagen. Laat de cursisten verslag uitbrengen. Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 76:30–35 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke keuzes ertoe leiden dat mensen zonen van het verderf worden.

  • Welke keuzes zorgen ervoor dat mensen zonen van het verderf worden? (Kiezen om Satan te volgen, de waarheid verloochenen, Gods macht trotseren nadat ze die hebben gekend [zie LV 76:31]; de Heilige Geest verloochenen nadat ze Hem hebben ontvangen en de Heiland verloochenen [zie LV 76:35].)

Sommige cursisten maken zich zorgen dat hun dierbaren zonen van het verderf zijn geworden omdat ze minder actief in het evangelie zijn. Leg uit dat zonen van het verderf anders zijn dan kerkleden die ooit een getuigenis van de waarheid hadden, maar inactief in het evangelie zijn geworden. Zonen van het verderf hebben de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest begaan.

President Spencer W. Kimball heeft gezegd:

Afbeelding
President Spencer W. Kimball

‘De zonde tegen de Heilige Geest vereist zoveel kennis dat het voor gewone kerkleden kennelijk onmogelijk is die zonde te begaan.’ (The Miracle of Forgiveness, [1969], 123.)

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 76:36–38, 44–49 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de toestand van de zonen van het verderf is.

  • Hoe zou je het eeuwige lijden van de zonen van het verderf beschrijven?

  • Welke dood zullen de zonen van het verderf volgens vers 37 als enige meemaken?

Leg uit dat de zonen van het verderf niet van de tweede geestelijke dood verlost zullen worden, en na de opstanding geen koninkrijk van heerlijkheid zullen ontvangen. Ze zullen daarentegen voor eeuwig lijden.

Wijs erop dat Joseph Smith en Sidney Rigdon uit het visioen over de zonen van het verderf een hoopgevende waarheid leerden. Om de cursisten te helpen met het vinden van deze waarheid, vraagt u hun wat het beste nieuws is dat ze de afgelopen week hebben gehoord. (U kunt voorbeelden van goed nieuws uit de krant of uit andere bronnen meebrengen.) Laat een cursist Leer en Verbonden 76:39–43 voorlezen en laat de klas nagaan welk goed nieuws de wereld ontving.

  • Welk goed nieuws kreeg de wereld te horen? (Leg uit dat het woord ‘evangelie’ uit het Grieks komt en ‘goed nieuws’ betekent.)

Om de cursisten te helpen met het vinden van leerstellingen in Leer en Verbonden 76:39–43 vraagt u hun om in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een krantenkop te schrijven die het ‘goede nieuws’ uit deze verzen samenvat. Geef ze voldoende tijd en laat vervolgens enkele cursisten hun krantenkop voorlezen. Laat de cursisten daarna in de verzen 39–43 de zinsneden markeren die ons het volgende leren: Door de verzoening van Jezus Christus zullen behalve de zonen van het verderf al Gods kinderen een plaats in een koninkrijk van heerlijkheid beërven.

  • Waarom is de verzoening van Jezus Christus ‘goed nieuws’ voor jou?

Vertel tot slot wat uw antwoord op deze vraag is.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 76. Het visioen

Philo Dibble was aanwezig toen Joseph Smith en Sidney Rigdon hun visioen ontvingen. Hij beschreef wat Joseph en Sidney meemaakten:

‘Het visioen dat in de Leer en Verbonden staat opgetekend, werd gegeven in het huis van ‘Vader Johnson’, in [Hiram,] Ohio. Gedurende de tijd dat Joseph en Sidney in de geest waren en de hemelen geopend zagen, waren er ook andere mannen in de kamer, misschien een stuk of twaalf, onder wie ik voor een deel van de tijd. […] Ik zag de heerlijkheid en voelde de macht, maar zag het visioen niet. […]

‘Joseph zei zo af en toe: “Wat zie ik daar?” net zoals iemand die uit een raam staat te kijken en dingen ziet die de anderen in de kamer niet kunnen zien. En dan vertelde hij wat hij zag of waar hij naar keek. Dan antwoordde Sidney: “Ik zie hetzelfde.” Daarna was het Sidney die zei: “Wat zie ik daar?”, waarna hij vertelde wat hij had gezien of op dat moment zag, waarna Joseph Smith antwoordde: “Ik zie hetzelfde.”

‘Dit gesprek ging zo door, met korte onderbrekingen, tot aan het eind van het visioen. […]

‘Al die tijd zat Joseph rechtop en kalm middenin een prachtig en heerlijk licht, maar Sidney was zo bleek en slap als een vaatdoek, wat voor Joseph later aanleiding was om glimlachend te zeggen dat “Sidney er niet zo aan gewend is als ik”.’ (‘Recollections of the Prophet Joseph Smith’, The Juvenile Instructor, 15 mei 1892, 303–304.)

Leer en Verbonden 76:22. ‘Dit [is] het getuigenis, het laatste van alle’

Het getuigenis van de profeet Joseph Smith en Sidney Rigdon in Leer en Verbonden 76:22 is een hedendaagse getuige dat de Vader en de Zoon werkelijk bestaan. Joseph en Sidney zagen niet alleen, ze hoorden ook, en hun getuigenis is een getuige voor alle mensen. Hyrum M. Smith en Janne M. Sjodahl hebben de volgende verklaring gegeven van de zinsnede ‘het laatste van alle’: ‘Dit is het laatste getuigenis van het feit dat Hij leeft, dat Hij een herrezen en verheerlijkt Wezen is; niet het laatste, maar het meest recente ten tijde van dit visioen.’ (Doctrine and Covenants Commentary [1972], 448.) Joseph en Sidney bedoelden met ‘het laatste van alle’ niet dat zij de laatsten waren die een dergelijk getuigenis zouden ontvangen.

Leer en Verbonden 76:26. ‘Een zoon des dageraads’

President George Q. Cannon van het Eerste Presidium heeft het volgende gezegd over Satans titel van ‘zoon des dageraads’:

Afbeelding
President George Q. Cannon

‘Sommigen noemden hem de zoon des dageraads, maar hier is hij een zoon des dageraads, een van de velen, ongetwijfeld. Deze engel was zeker een machtig persoon. Uit wat wij over hem weten, kunnen we afleiden dat hij een hoge positie bekleedde; dat hij gerespecteerd werd en invloedrijk was.’ (‘Discourse by president George Q Cannon’, Latter-day Saints’ Millennial Star, 5 september 1895, 563–564.)

Leer en Verbonden 76:32–35. Een zoon van het verderf worden en de Heilige Geest verloochenen

De profeet Joseph Smith heeft het volgende gezegd over een van de kenmerken van de zonen van het verderf – het verloochenen van de Heilige Geest:

Afbeelding
Profeet Joseph Smith

‘Wat moet iemand doen om de onvergeeflijke zonde te begaan? Hij moet de Heilige Geest ontvangen, de hemelen moeten zich voor hem openen, hij moet God kennen, en dan tegen Hem zondigen. Als iemand tegen de Heilige Geest heeft gezondigd, is er geen bekering mogelijk. Hij moet zeggen dat de zon niet schijnt, hoewel hij hem hoog aan de hemel ziet staan; hij moet Jezus Christus verwerpen nadat de hemelen zich voor hem hebben geopend, en het heilsplan ontkennen, hoewel hij heel goed weet dat het waar is.’ (History of the Church, deel 6, 314.)

President Spencer W. Kimball heeft het zo verwoord:

Afbeelding
President Spencer W. Kimball

‘Ze zijn zo diep gezonken dat ze de neiging en de kracht tot bekering kwijt zijn.’ (The Miracle of Forgiveness [1969], 125.)

Leer en Verbonden 76:35. ‘Daar zij wat hen betreft Hem opnieuw hebben gekruisigd en Hem tot een bespotting hebben gemaakt’

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Afbeelding
Ouderling Bruce R. McConkie

‘Het begaan van de onvergeeflijke zonde houdt in dat men voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en Hem openlijk te schande maakt. (Hebreeën 6:4–8; LV 76:34–35.) […] Daardoor begaat men moord, door met de dood van de Heer in te stemmen. Men komt namelijk met een volmaakte kennis van de waarheid in openlijke opstand en plaatst zich in een positie waarin men Christus gekruisigd zou hebben, hoewel men zeker wist dat Hij de zoon van God was. Christus wordt zo opnieuw gekruisigd en tot een bespotting gemaakt. (LV 132:27.)’ (Mormon Doctrine, 2e editie [1966], 816–163.)

Leer en Verbonden 76:44. ‘Daarom redt Hij allen behalve hen’

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat het woord ‘redding’ verschillende betekenissen kan hebben:

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Voor Heiligen der Laatste Dagen kan “gered” ook betekenen gered of verlost te worden van de tweede dood (waarmee de definitieve geestelijke dood bedoeld wordt) door verzekerd te worden van een koninkrijk van heerlijkheid in de wereld hierna (zie 1 Korinthe 15:40–42). Net zoals de wederopstanding voor iedereen geldt, bevestigen wij dat iedereen die ooit op aarde geleefd heeft – afgezien van een handjevol – verzekerd is van redding in dit opzicht. […]

‘De profeet Brigham Young heeft die leerstelling verkondigd toen hij verklaarde dat “iedere persoon die zijn dag van genade niet ongeldig maakt door te zondigen en een engel van de duivel te worden, het leven zal ontvangen om een koninkrijk van heerlijkheid te beërven”. (Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], 382.) Die betekenis van redding verheft de hele mensheid door de genade van onze Heer en Heiland, Jezus Christus. […]

‘De woorden redding en behoudenis [worden] in een andere betekenis die bekend maar tevens uniek is voor de Heiligen der Laatste Dagen, ook gebruikt om verhoging of het eeuwige leven aan te duiden (zie Abraham 2:11). Dit wordt soms een “volheid van verlossing” genoemd. (Bruce R. McConkie, The Mortal Messiah, 4 delen [1979–1981], deel 1, 242.) Zo’n verlossing vereist meer dan bekering en doop door het juiste priesterschapsgezag. Het vereist het sluiten van heilige verbonden, inclusief het eeuwig huwelijk, in een tempel van God, en getrouwheid aan die verbonden door volharding tot het einde.’ (‘Bent u gered?’ De Ster, juli 1998, 68.)

Afdrukken