Seminarie en instituut
Les 47: Leer en Verbonden 42:1–29


Les 47

Leer en Verbonden 42:1–29

Inleiding

In december 1830 gebiedt de Heer de heiligen om zich in Ohio te vergaderen (zie LV 37:3). In januari 1831 belooft Hij dat zij zijn wet zullen ontvangen (zie LV 38:32). Op 9 februari 1831, kort na de aankomst in Kirtland, komen twaalf ouderlingen van de kerk in verenigd gebed bijeen, zoals de Heer hen opgedragen had (zie LV 41:2–3). Bij die gelegenheid ontvangt Joseph Smith een openbaring die nu in Leer en Verbonden 42:1–73 staat. Hij ontvangt verdere instructies op 23 februari (zie LV 42:74–93). Die openbaringen samen staan als ‘de wet van de kerk’ bekend (inleiding van LV 42). Leer en Verbonden 42 wordt over drie lessen uitgesmeerd. Deze les gaat over vers 1–29, met instructies over de prediking van het evangelie en de uiteenzetting van algemene wetten inzake het gedrag van leden van de kerk.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 42:1–10

De Heer roept de ouderlingen van de kerk op om het evangelie te prediken en zijn kerk op te bouwen

Noteer boven aan het bord Wetten en geboden.

Zet er de volgende woorden onder:

Beperking Zegen Last Ergernis Geschenk Begrenzing Beloning

Vraag de cursisten eerst met welke woorden op het bord ze wetten en geboden zouden beschrijven. Laat enkele cursisten vertellen welke woorden ze gekozen hebben en uitleggen waarom. Stel daarna de volgende vragen:

  • Waarom kan het soms moeilijk zijn om de geboden te onderhouden?

  • Waarom vinden sommige mensen wetten en geboden een geschenk of een zegen?

Maak de cursisten duidelijk dat de Heer de heiligen na het gebod om naar Ohio te gaan, beloofde dat Hij ze daar zijn wet zou geven (zie LV 38:32). De meeste heiligen in New York gaven gehoor aan het gebod om zich in Ohio te vergaderen. Nadat sommigen van hen in Kirtland aangekomen waren, kwamen twaalf ouderlingen met de profeet Joseph Smith bijeen om de Heer aan te roepen. Laat een cursist Leer en Verbonden 42:1–3 voorlezen. Moedig de klas aan mee te lezen en te letten op de reden waarom de ouderlingen samengekomen waren.

  • Waarom waren de ouderlingen op dat moment samengekomen? (De Heer had ze geboden bijeen te komen om zijn wet te ontvangen.)

Vat Leer en Verbonden 42:4–10 samen. Leg uit dat de Heer de ouderlingen opdroeg twee aan twee als zendelingen uit te gaan om het evangelie te verspreiden. Ze moesten de kerk opbouwen in iedere streek waar ze naartoe geroepen werden, tot het gehele volk als één bijeenvergaderd zou worden.

Leer en Verbonden 42:11–17

De Heer zet beginselen van evangelieonderricht uiteen

Laat de cursisten zich voorstellen dat ze in de kerk zitten te wachten tot de avondmaalsdienst begint. De leden van de bisschap of het gemeentepresidium zijn er nog niet. Er staat iemand uit de zaal op. Hij legt uit dat hij enkele roepingen wil afhandelen en nieuwe leer wil verkondigen die aan hem geopenbaard is.

  • Hoe zou je in die situatie reageren? Waarom?

Laat een cursist Leer en Verbonden 42:11 voorlezen. Laat de klas opletten wie er volgens de Heer bevoegd is om te onderwijzen en zijn kerk op te bouwen.

  • Wie is er volgens de Heer bevoegd om te onderwijzen en zijn kerk op te bouwen? (De cursisten dienen de volgende leerstelling te noemen: zij die onderwijzen en de kerk opbouwen, moeten van Godswege geroepen en door de bevoegde leiders van de kerk geordend of aangesteld zijn.)

  • In vers 11 staat dat het de kerk bekend moet zijn wie geroepen zijn om het evangelie te prediken. Hoe komen de kerkleden er tegenwoordig achter dat iemand een roeping in de wijk of ring ontvangen heeft en door kerkleiders aangesteld of geordend zal worden? (De namen van wie geroepen zijn, worden ter steunverlening aan de leden van de kerk voorgelegd. Dat noemen we het beginsel van algemene instemming. Zie LV 26:2.)

  • Hoe kan de procedure van steunverlening aan leidinggevenden en leerkrachten in de kerk bescherming aan de kerk en de leden bieden? (De steunverlening van leidinggevenden in de kerk maakt ons duidelijk wie er geroepen zijn om in de kerk leiding te geven en te onderwijzen. Er wordt ook mee voorkomen dat mensen taken op zich nemen waarvoor ze niet geroepen zijn en geen gezag hebben.)

Laat een cursist Leer en Verbonden 42:12–13 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op taken van mensen die in de kerk onderwijzen en leidinggeven, met inbegrip van voltijdzendelingen.

  • Welke taken geeft de Heer volgens deze verzen aan wie Hij roept om in de kerk te onderwijzen of te leiden?

  • Waarom zou het belangrijk zijn dat leerkrachten en leidinggevenden in de beginselen van het evangelie onderwijzen zoals die in de Schriften staan?

  • Hoe ben je gezegend doordat je leerkrachten of leidinggevenden de leerstellingen en beginselen naleefden waarin ze onderwezen?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 42:13 doornemen. Laat ze daarbij opletten waardoor we ons bij ons onderricht van het evangelie aan anderen dienen te laten leiden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Laat een cursist vervolgens Leer en Verbonden 42:14 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat zij die in het evangelie onderwijzen moeten doen om de invloed van de Geest te verkrijgen.

  • Hoe kunnen we de invloed van de Geest verkrijgen om anderen in het evangelie te onderwijzen? (Als we in geloof bidden, kunnen we de Geest ontvangen om anderen te onderwijzen. U kunt de cursisten aanmoedigen om de woorden in vers 14 te markeren waarin dit beginsel naar voren komt. Wijs erop dat we niet alleen in geloof moeten bidden, maar ook waardig moeten zijn om de Geest te ontvangen.)

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Ouderling Jeffrey R. Holland

‘In de Schriften staat: “De Geest zal u gegeven worden door het gelovige gebed; en indien u de Geest niet ontvangt, zult u niet onderwijzen” (LV 42:14). Daar staat niet alleen dat u niet zult of kunt onderwijzen, of dat het waardeloos onderwijs zal zijn. Nee, het is nog sterker. Het is de gebiedende wijs. “U zult niet onderwijzen.” Met dat u erbij is het dezelfde taal als op de berg Sinaï gebruikt werd. ‘Dit is een gebod.’ (‘Hij leerde, verkondigde, genas’, Liahona, januari 2003, 21.)

  • Wie is er volgens Leer en Verbonden 42:14 en het citaat van ouderling Holland de werkelijke leraar in iedere les? (De Geest.)

  • Wat kunnen de cursisten zoal doen om met de Geest te onderwijzen?

Laat een cursist Leer en Verbonden 42:16–17 voorlezen. Laat de klas meelezen en op enkele taken van de Heilige Geest letten. Voordat de cursisten gaan lezen, kunt u ze uitleggen dat het woord Trooster in deze verzen een andere naam voor de Heilige Geest is.

  • Wat weet en doet de Heilige Geest volgens vers 17? (U kunt de cursisten aanmoedigen om de volgende leer in hun Schriften te markeren: de Heilige Geest weet alles en getuigt van de Vader en de Zoon.)

  • Waarom is het volgens deze leer belangrijk om de Heilige Geest bij ons te hebben als we in het evangelie onderwijzen?

  • Hoe kunt u anderen helpen als u met de Heilige Geest onderwijst?

Laat de cursisten over de volgende vragen nadenken (zet ze vóór de les op het bord of zorg voor een uitreikblad):

Wanneer heb je de macht en invloed van de Heilige Geest ondervonden toen je in het evangelie aan het onderwijzen was (het uitdroeg, uitlegde of ervan getuigde)?

Wanneer heb je gevoeld dat de Heilige Geest van onze hemelse Vader en Jezus Christus getuigde?

Laat enkele cursisten na voldoende tijd een van de vragen kiezen en de klas over hun ervaringen vertellen. U kunt zelf getuigen welke essentiële rol de Geest bij het evangelieonderricht speelt.

Leer en Verbonden 42:18–29

De Heer openbaart wetten en geboden voor de leden van de kerk

Zet de volgende Schriftuurplaatsen op het bord (laat de woorden tussen haakjes weg):

LV 42:18–19 (moorden); LV 42:20 (stelen); LV 42:21 (liegen); LV 42:22–23 (anderen begeren); LV 42:24–26 (echtbreken); LV 42:27 (kwaadspreken over anderen)

Legt uit dat de Heer in deze openbaring wetten en geboden voor alle leden van de kerk openbaarde. Deel de klas in groepjes van drie of zes op. Wijs iedere cursist een of twee tekstverwijzingen op het bord toe. Leg uit dat elke passage de instructies van de Heer aangaande een bepaald gebod bevat. Laat de cursisten hun toegewezen passages bestuderen. Laat ze zich dan aan de hand van het volgende schema voorbereiden om hun groep te onderwijzen in wat ze ontdekt hebben. (Geef het schema eventueel op het bord weer of zorg voor een uitreikblad. U kunt de cursisten aanmoedigen om het boekje Voor de kracht van de jeugd of de Gids bij de Schriften te gebruiken. Als uw klas klein genoeg is, kunt u de cursisten wellicht vragen om de hele klas te onderwijzen.)

  1. Laat iemand uit je groep de toegewezen Schrifttekst voorlezen. Je kunt de cursisten in je groep in overweging geven om het gebod of de wet in de passage te markeren.

  2. Noem een leerstelling of beginsel waar deze verzen licht op werpen.

  3. Leg uit waarom je dit gebod belangrijk vindt en wat gehoorzaamheid eraan voor ons geestelijk welzijn kan betekenen.

  4. Stel iets voor wat we allemaal kunnen doen om dit gebod beter na te komen (of ons voor overtreding te behoeden). Je kunt ook de anderen in je groep naar hun ideeën vragen.

Geef de cursisten voldoende tijd om zich voor te bereiden en hun groep vervolgens te onderwijzen. Loop rond terwijl de cursisten elkaar onderwijzen en biedt zo nodig hulp en aanmoediging.

Nadat de cursisten elkaar in hun groep onderwezen hebben, zet u de volgende onvolledige uitspraak op het bord: Als we God dienen en zijn geboden onderhouden, tonen we …

Laat een cursist Leer en Verbonden 42:29 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op woorden of zinsneden die dit beginsel aanvullen. Laat een cursist de uitspraak op het bord tot het volgende beginsel aanvullen: Als we God dienen en zijn geboden onderhouden, tonen we Hem dat we Hem liefhebben. (U kunt de cursisten in overweging geven om dat beginsel in hun Schriften te markeren.)

  • Hoe tonen we God dat we Hem liefhebben als we zijn wetten en geboden nakomen?

  • Hoe ben je door je aan de geboden te houden dichter tot de Heer gekomen?

Laat de cursisten over hun houding jegens de wetten en geboden van de Heer nadenken. Vraag ze één gebod te kiezen dat ze beter willen gaan gehoorzamen om zo hun liefde voor hun hemelse Vader en de Heiland te tonen. Vertel tot slot hoe u door uw gehoorzaamheid aan de geboden een sterkere band met de Heer gekregen hebt.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 42:4–7. Zendingsgelegenheden voor jongemannen en jongevrouwen

President Thomas S. Monson heeft het gebod beklemtoond dat ouderlingen het evangelie moeten prediken. Hij licht ook de rol van zusters in het zendingswerk toe:

President Thomas S. Monson

Eerst spreek ik tot de jongemannen met het Aäronisch priesterschap en de jongemannen die ouderling worden, en herhaal de boodschap van eerdere profeten: iedere waardige jongeman die daartoe in staat is, dient zich op een zending voor te bereiden. Een zending is een priesterschapsplicht – een verplichting aan de Heer, die ons zo veel heeft gegeven. Jongemannen, ik spoor jullie aan om je op een voltijdzending voor te bereiden. Blijf rein en zuiver en waardig om de Heer te vertegenwoordigen. Zorg dat je gezond en sterk blijft. Bestudeer de Schriften. Neem deel aan het seminarie of instituut waar dat mogelijk is. Raak vertrouwd met de handleiding voor zendelingen, Predik mijn evangelie.

‘Nu enkele woorden tot de jonge zusters. Hoewel jullie niet dezelfde priesterschapsplicht hebben als de jongemannen om een voltijdzending te vervullen, is jullie bijdrage in het zendingsveld waardevol en van harte welkom.’ (‘Nu we elkaar weerzien’, Liahona, november 2010, 5–6.)

Leer en Verbonden 42:11. ‘Het de kerk bekend is dat hij bevoegd is’

President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd waarom het belangrijk is om functionarissen van de kerk steun te verlenen:

President Boyd K. Packer

‘Deze procedure vindt plaats als leidinggevenden of leerkrachten worden geroepen voor of ontheven van een functie, of in geval van een reorganisatie in een ring, wijk, quorum of hulporganisatie (zie LV 124:123, 144; zie ook LV 20:65–67; 26:2). Zij is eigen aan De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.

‘We weten altijd wie er is geroepen om te leiden of te onderwijzen en we zijn in de gelegenheid om de handeling te steunen of af te wijzen. De procedure is niet ontsproten aan het brein van mensen, maar wordt uitgelegd in de openbaringen […] ([zie] LV 42:11). Op die manier wordt de kerk beschermd tegen indringers die een quorum, een wijk, een ring of de kerk willen overnemen.’ (‘De zwakken en eenvoudigen van de kerk’, Liahona, november 2007, 6.)

Leer en Verbonden 42:22. ‘Haar aankleven en geen ander’

President Ezra Taft Benson heeft gezegd:

President Ezra Taft Benson

‘“Gij zult uw vrouw liefhebben met geheel uw hart, en haar aankleven en geen ander” (LV 42:22). Bij mijn weten wordt ons in de Schriften geboden maar één ander iemand met geheel ons hart lief te hebben, namelijk God zelf. Denk u eens in wat dat betekent!

‘Die soort liefde kunt u op veel verschillende manieren aan uw vrouw tonen. In de allereerste plaats is er buiten God niets dat in uw leven belangrijker is dan uw vrouw – uw werk niet, uw ontspanning niet, uw hobby’s niet. Uw vrouw is uw dierbare, eeuwige partner – uw metgezellin.

‘Wat wil het zeggen om iemand met uw gehele hart lief te hebben? Het wil zeggen liefhebben met al uw emoties en al uw toewijding. Als u uw vrouw met heel uw hart liefhebt, dan kunt u haar toch niet kleineren, bekritiseren, haar met uw woorden mishandelen, noch met nors gedrag of nare daden.

‘Wat wil het zeggen om haar “aan te kleven”? Dat wil zeggen dat u dicht bij haar blijft, haar loyaal en trouw bent, met haar communiceert en uw liefde voor haar uit.’ (‘To the Fathers in Israel’, Ensign, november 1987, 50.)

Leer en Verbonden 42:22–24. ‘Wie een vrouw aanziet om haar te begeren’

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende over liefde en wellust gezegd:

Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Waarom is wellust een “doodzonde”? Wellust verdooft niet alleen volkomen de werking van de Geest in onze ziel. Het is in mijn ogen ook een zonde omdat het de meest hoogstaande en heilige relatie schendt die God ons op aarde heeft gegeven – namelijk de liefde tussen man en vrouw, en het verlangen van zo’n echtpaar om kinderen te krijgen in een gezin dat bedoeld is om eeuwig te zijn. Iemand heeft eens gezegd dat ware liefde blijvend moet zijn. Ware liefde houdt stand. Maar wellust verandert net zo snel als dat je een pagina met porno omslaat of kijkt naar weer een lustobject dat voorbij komt, of dat nu een man of een vrouw is. Ware liefde is als de zevende hemel. Zo zijn ook de gevoelens tussen mijn vrouw en mij: wij roepen het van de daken. Maar wellust wordt gekenmerkt door schaamte en geheimen, en is bijna ziekelijk clandestien [obsessief heimelijk]: hoe later en donkerder, hoe beter, met voor de zekerheid een dubbele grendel op de deur. Liefde zet ons er instinctief toe om de banden met God en andere mensen aan te halen. Maar wellust is helemaal niet goddelijk en wil alleen maar toegeven aan zelfzuchtige verlangens. Liefde heeft open handen en een open hart; wellust kent alleen begeerte.

‘Dit zijn nog maar enkele redenen waarom het misbruik van de ware betekenis van liefde – in iemands verbeelding of met een andere persoon – zo destructief is. Het vernietigt datgene wat na ons geloof in God het belangrijkst is, namelijk geloof in degenen die wij liefhebben. Het doet de pijlers van het vertrouwen schudden waarop onze huidige – of toekomstige – liefde is gebouwd. Het duurt lang om dat vertrouwen opnieuw op te bouwen als we het kwijt zijn. Als we die gedachtelijn ver genoeg doortrekken – of dat nu persoonlijk is zoals bij een familielid, of bij iemand met een maatschappelijke positie zoals een vooraanstaand zakenman, mediaster of sportheld – dan kunnen we al gauw aan het gebouw dat een zedelijk verantwoordelijke samenleving onderdak wil bieden het bordje ‘Leegstaand’ hangen.”’ (Zie ‘Geen plaats voor de vijand van mijn ziel’, Liahona, mei 2010, 44–45.)

video iconBekijk ook de video op Mormon Messages ‘Kijk uit waar je loopt’ (LDS.org).

2:3