Seminarie en instituut
Les 26: Leer en Verbonden 20:1–36


Les 26

Leer en Verbonden 20:1–36

Inleiding

In een openbaring aan de profeet Joseph Smith gebiedt de Heer dat zijn herstelde kerk op 6 april 1830 gesticht moet worden. Hij zegt ook hoe belangrijk het Boek van Mormon is en geeft instructies over het bestuur van zijn kerk, waaronder priesterschapsambten, verordeningen en werkwijzen van de herstelde kerk. Deze openbaring, die in de begindagen van de kerk de ‘artikelen en verbonden’ werden genoemd, is nu in Leer en Verbonden 20 te vinden. Deze openbaring is enkele dagen na 6 april 1830 opgetekend, maar de Heer heeft wellicht enkele onderdelen ervan al in de zomer van 1829 aan de profeet geopenbaard. Omdat Leer en Verbonden 20 zo lang is, is die afdeling in dit lesboek in drie lessen verdeeld.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 20:1–4

God gebiedt dat de kerk wordt gesticht

Laat de cursisten aan de laatste getuigenisdienst denken. Laat ze beschrijven in welke opzichten een getuigenis verschilt van een verhaal of een uiting van dankbaarheid.

Laat een cursist de volgende definitie van een getuigenis voorlezen die ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gegeven:

Ouderling Dallin H. Oaks

‘Een getuigenis van het evangelie is een persoonlijke overtuiging die de Heilige Geest onze ziel geeft dat bepaalde feiten van eeuwig belang waar zijn, en dat wij weten dat ze waar zijn.’ (‘Getuigenis’, Liahona,mei 2008, 26.)

Zet het volgende op het bord: Wij weten dat …

Laat de cursisten Leer en Verbonden 20 opslaan. Leg uit dat kerkleiders deze afdeling tijdens conferenties van de kerk op 9 juni 1830 en 26 september 1830 voorlazen, zodat de leden van de nieuwe kerk aan veel belangrijke waarheden van het evangelie herinnerd werden. Moedig de cursisten aan om leerstellingen en beginselen in die afdeling op te zoeken die voorafgegaan kunnen worden door de woorden: ‘Wij weten dat …’

Laat de cursisten Leer en Verbonden 20:1–2 doorlezen en inzichten betreffende de herstelling van het evangelie opzoeken.

  • Van welke waarheden betreffende de herstelling getuigen deze verzen? (Een van de leerstellingen die de cursisten kunnen noemen is dat Joseph Smith door God geroepen was om de kerk van Jezus Christus te stichten. Laat een cursist deze leerstelling op het bord zetten, evenals andere leerstellingen die de cursisten noemen, onder de woorden: ‘Wij weten dat …’ De cursisten kunnen een eender lijstje in hun aantekenschrift of Schriftendagboek overnemen.)

Om er zeker van te zijn dat de cursisten deze beginselen goed begrijpen, moedigt u ze aan om over hun eigen getuigenis van de goddelijke roeping van Joseph Smith en de waarheid van de kerk na te denken. U kunt enkele cursisten aan de klas laten vertellen hoe zij een getuigenis van de waarheid hebben gekregen.

  • Wat betekent volgens jullie het woord ‘opkomst’ in Leer en Verbonden 20:1 met betrekking tot de stichting van de kerk? (U moet de cursisten wellicht aan de afval en de noodzaak van de herstelling herinneren.)

  • Hoe kunnen wij in onze tijd aan de ‘opkomst’ van de kerk van de Heer bijdragen?

Leer en Verbonden 20:5–16

De Heer vertelt in het kort over de herstelling

Laat een cursist Leer en Verbonden 20:5–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waardoor Joseph Smith werd voorbereid om de kerk op aarde te herstellen.

  • Wat maakte Joseph mee waardoor hij in staat werd gesteld om de ware kerk op aarde te herstellen? (Hij kreeg van God en engelen instructies, en hij kreeg de macht om het Boek van Mormon te vertalen.)

Leg uit dat toen de kerk in april 1830 werd gesticht, het Boek van Mormon net was gedrukt. Laat de cursisten Leer en Verbonden 20:9–12 doorlezen en beginselen opzoeken die in het Boek van Mormon aan de orde komen. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren. Zet na enige tijd de volgende onvolledige uitspraak op het bord: Het Boek van Mormon bewijst aan de wereld dat …

Laat enkele cursisten naar het bord komen en de zin afmaken met de zinsneden die zij in Leer en Verbonden 20:9–12 hebben gevonden. U kunt naar hun lijst met antwoorden verwijzen en de volgende vragen stellen:

  • Waarom is het zo belangrijk om een getuigenis te krijgen dat het Boek van Mormon waar is?

  • Als het Boek van Mormon waar is, wat zegt dat dan over Joseph Smith?

Geef uw getuigenis dat het Boek van Mormon bewijst dat God het evangelie in onze tijd heeft hersteld. U kunt deze waarheid op het bord zetten, onder het kopje ‘Wij weten dat …’

Laat een cursist Leer en Verbonden 20:14–15 voorlezen. Laat de klas opzoeken wat de Heer belooft aan wie het Boek van Mormon aanvaarden en de leringen erin naleven.

  • Welke zegeningen belooft de Heer aan wie het Boek van Mormon met geloof aanvaarden?

  • Wat gebeurt er met de mensen die hun hart in ongeloof verstokken en het Boek van Mormon verwerpen?

  • Wat zijn enkele manieren waarop we het Boek van Mormon met geloof kunnen aanvaarden?

  • Hoe kan het Boek van Mormon iemand ertoe aanzetten om ‘gerechtigheid [te] bewerken’?

Laat de cursisten zich afvragen (1) hoe ze door hun getuigenis van het Boek van Mormon gehoorzamer aan God geboden zijn en (2) hoe ze hun getuigenis ervan kunnen versterken.

Leer en Verbonden 20:17–36

Het Boek van Mormon bevat en verduidelijkt belangrijke leerstellingen van het evangelie

U kunt een cursist de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson laten voorlezen:

President Ezra Taft Benson

‘In afdeling 20 van de Leer en Verbonden vat de Heer in verscheidene verzen de essentiële waarheden samen die in het Boek van Mormon staan vermeld. (Zie de verzen 17–36.) Er wordt gesproken over God, de schepping van de mens, de val, de verzoening, de hemelvaart van Christus, profeten, geloof, bekering, de doop, de Heilige Geest, volharding, gebed, rechtvaardiging en heiliging door genade, en God liefhebben en dienen.’ (‘A New Witness for Christ’, Ensign, november 1984, 7.)

Laat de cursisten in Leer en Verbonden 20:17, 29, 30, 31, 35 de woorden opzoeken die aan het begin van elk vers worden herhaald. (De cursisten moeten de woorden ‘wij weten dat’ of een variatie daarvan noemen.) Leg uit dat er in Leer en Verbonden 20:17–36 verscheidene belangrijke leerstellingen staan die als gevolg van het eerste visioen en het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon door de kerk van de Heer in de wereld worden gepredikt. Enkele van deze waarheden gaan over onze hemelse Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest en wat we moeten doen om in het koninkrijk van God verlost te worden.

Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord: Leer en Verbonden 20:17–19; Leer en Verbonden 20:21–25; Leer en Verbonden 20:26–28.

Om de cursisten hun rol in het leerproces duidelijk te maken en ze voor te bereiden om waarheden van het evangelie te leren, deelt u ze op in koppels en geeft u elk koppel een van de tekstverwijzingen op het bord. Laat ze de aan hen toegewezen teksten bestuderen en waarheden opzoeken over de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en wat zij voor ons eeuwig heil hebben gedaan.

Na voldoende tijd laat u enkele cursisten iets over een van de waarheden vertellen die ze over onze hemelse Vader, Jezus Christus of de Heilige Geest hebben gevonden. Laat ze uitleggen waarom die zo belangrijk voor hen is. U kunt de cursisten aanmoedigen om deze belangrijke waarheden in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te noteren.

Als de cursisten deze waarheden noemen, kunt u ze aan de lijst op het bord onder het kopje ‘Wij weten dat …’ op het bord toevoegen. De cursisten kunnen onder meer de volgende leerstellingen opnoemen:

God leeft en is oneindig, eeuwig en onveranderlijk (vers 17).

Wij zijn naar het beeld en de gelijkenis van God geschapen (vers 18).

God heeft zijn eniggeboren Zoon geofferd om gekruisigd te worden en te herrijzen zodat iedereen die gelooft, zich laat dopen en tot het einde toe volhardt, verlost kan worden (de verzen 21–25).

De Heilige Geest getuigt van de Vader en de Zoon (vers 27).

De Vader, de Zoon en de Heilige Geest werken samen om ons op het eeuwig leven voor te bereiden (de verzen 17–28).

Laat een cursist Leer en Verbonden 20:29–34 voorlezen. Laat de klas opzoeken wat onze taken zijn als we het eeuwig leven willen beërven. Om er zeker van te zijn dat de cursisten deze teksten begrijpen, moet u wellicht uitleggen dat rechtvaardiging (vers 30) betekent dat we vergeving ontvangen en niet schuldig verklaard worden. Heiliging (vers 31) betekent rein, zuiver, heilig en christelijk worden.

  • Wat moeten we volgens deze teksten doen om in het koninkrijk van God verlost te worden?

Laat een cursist Leer en Verbonden 20:35–36 voorlezen. Laat de cursisten opzoeken wat zij kunnen doen om te laten zien dat zij weten dat die beginselen waar zijn.

  • Hoe kunnen wij de naam van de Heer eren en verheerlijken?

Laat de cursisten de lijst op het bord onder ‘Wij weten dat …’ doornemen. Vraag ze te overwegen welke van deze beginselen zij als waar aanvaarden. Als ze de lijst op het bord in hun aantekenschrift of Schriftendagboek hebben genoteerd, kunt u ze een vinkje naast die beginselen laten zetten.

Moedig de cursisten tot slot aan om een van de geselecteerde beginselen te kiezen en te vertellen hoe zij achter de waarheid ervan zijn gekomen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 20:5–8. Een overzicht van historische gebeurtenissen

In het volgende schema staan enkele gebeurtenissen van de herstelling waar in Leer en Verbonden 20:5–8 naar verwezen wordt:

Vers

Historische gebeurtenis

Leer en Verbonden 20:5

‘Nadat het waarlijk was geopenbaard aan deze eerste ouderling [Joseph Smith] dat hij vergeving van zijn zonden had ontvangen’

Voorjaar 1820: Joseph Smith ontvangt het eerste visioen. (Zie GJS 1:15–20; zie ook Milton V. Backman jr., ‘Joseph’s Recitals of the First Vision’, Ensign, januari 1985, 13.)

Leer en Verbonden 20:5

Joseph Smith was ‘opnieuw verstrikt in de ijdelheden van de wereld’

1820–1823: ‘In de periode tussen het tijdstip waarop ik het visioen had ontvangen en het jaar achttienhonderddrieëntwintig […] stond ik aan allerlei verleidingen bloot; en […] verviel ik vaak in vele domme fouten, en vertoonde ik jeugdige zwakheid en de gebreken van de menselijke natuur.’ (GJS 1:28.)

Leer en Verbonden 20:6

‘Onderrichtte God hem bij monde van een heilige engel’

September 1823: De engel Moroni bezoekt Joseph (zie GJS 1:30–33).

Leer en Verbonden 20:7

‘En gaf hem geboden die hem inspireerden’

September 1823: De engel Moroni geeft Joseph instructies (zie GJS 1:34–42).

Leer en Verbonden 20:8

‘En gaf hem macht uit den hoge, door de middelen die van tevoren waren bereid, om het Boek van Mormon te vertalen’

22 september 1827 – zomer 1829: Joseph ontvangt de gouden platen en de Urim en Tummim en vertaalt het Boek van Mormon (zie GJS 1:59–75).

Leer en Verbonden 20:30–31. Rechtvaardiging en heiliging

Het volgende citaat is afkomstig uit een artikel van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen. In het onderstaande citaat wordt in het kort de leer van rechtvaardiging en heiliging uitgelegd. U wilt wellicht het hele artikel lezen om een beter begrip van deze leerstellingen te krijgen.

Ouderling D. Todd Christofferson

‘Vanwege “de oneindige kracht van zijn grote zoenoffer” kan Jezus Christus voor ons voldoen of “[beantwoorden] aan de doeleinden van de wet”. Vergeving vloeit voort uit de genade van Hem wie aan de voorwaarden van de gerechtigheid heeft voldaan door zijn lijden, “Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen” (1 Petrus 3:18). Hij neemt onze veroordeling weg zonder de wet te verwijderen. We ontvangen vergiffenis en worden met Hem in een toestand van rechtschapenheid geplaatst. We worden zoals Hij, zonder zonde. We worden ondersteund en beschermd door de wet, door gerechtigheid. We zijn, kort gezegd, gerechtvaardigd.

‘Dus kunnen we over een gerechtvaardigd iemand spreken als iemand die vergeven is, zonder zonde, of schuldeloos. [Bijvoorbeeld:] “Wie zich bekeert en zich in mijn naam laat dopen, zal worden vervuld; en indien hij tot het einde volhardt, zie, hem zal Ik onschuldig houden voor het aangezicht van mijn Vader ten dage dat Ik zal staan om de wereld te oordelen” (3 Nephi 27:16; cursivering toegevoegd). Maar hoe geweldig de vergeving van zonden ook is, de verzoening brengt nog meer tot stand. Dat ‘meer’ wordt door Moroni onder woorden gebracht:

‘En voorts, indien u door de genade van God volmaakt bent in Christus en zijn macht niet verloochent, dan bent u geheiligd in Christus door de genade van God, wegens het vergieten van het bloed van Christus, dat in het verbond van de Vader tot vergeving van uw zonden dient, opdat u heilig wordt, zonder smet (Moroni 10:33; cursivering toegevoegd).

‘Als we geheiligd worden door het bloed van Christus, worden we rein, zuiver en heilig. Als rechtvaardiging de straf voor onze zonden verwijdert, dan verwijdert heiliging de smet of de gevolgen van onze zonden. De profeet Joseph Smith heeft getuigd:

‘“En dit is het evangelie, de blijde tijdingen, waarvan de stem uit de hemelen tot ons getuigde —

‘“dat Hij in de wereld is gekomen, ja, Jezus, om voor de wereld te worden gekruisigd en de zonden van de wereld te dragen, en de wereld te heiligen en van alle ongerechtigheid te reinigen” (LV 76:40–41).’ (‘Justification and Sanctification’, Ensign, juni 2001, 20–22.)