Seminarie en instituut
Les 6: Geschiedenis van Joseph Smith 1:1–20


Les 6

Geschiedenis van Joseph Smith 1:1–20

Inleiding

In 1838 begint Joseph Smith aan zijn officiële geschiedenis. Hij beschrijft er zijn familie in en de plekken waar ze gewoond hebben. Hij beschrijft ook de ongebruikelijke godsdienstige opschudding in 1820 in New York. Die geloofsijver zet hem aan tot ‘ernstige bezinning en grote onrust’ over de vraag bij welke kerk hij zich moet aansluiten (Geschiedenis van Joseph Smith 1:8). Nadat hij in de Schriften, in het bijzonder Jakobus 1:5, gelezen heeft, besluit Joseph tot God te bidden om antwoorden op zijn vragen. In antwoord op zijn gebed verschijnen God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, aan hem.

Lessuggesties

Geschiedenis van Joseph Smith 1:1–4

Joseph Smith schrijft een geschiedenis van de kerk

Vraag een cursist om het volgende verhaal van president Thomas S. Monson over twee zendelingen in Canada voor te lezen (de rest van het verhaal komt later in de les):

President Thomas S. Monson

‘[Twee zendelingen] belden aan bij ene meneer Elmer Pollard. […] Ze brachten hun boodschap en vroegen of hij met ze wilde bidden. Daar stemde hij mee in, op voorwaarde dat hij het gebed mocht uitspreken.

‘Het gebed dat hij uitsprak, verbaasde de zendelingen. Hij zei: “Hemelse Vader, zegen deze twee misleide zendelingen zodat zij terug naar huis mogen keren en geen tijd meer zullen verspillen om de mensen in Canada een boodschap te brengen die zo ongelooflijk is en waar zij zo weinig van afweten.”

‘Toen zij opstonden, verzocht meneer Pollard de zendelingen om niet meer terug te komen. Toen ze vertrokken, zei hij spottend tegen ze: “U kunt me toch niet zeggen dat u echt gelooft dat Joseph Smith een profeet van God was!” En hij sloeg de deur dicht.’ (‘Het voorbeeld van de profeet Joseph Smith’, Liahona, november 2005, 69.)

  • Wat zou je tegen meneer Pollard gezegd hebben als jij een van die zendelingen was?

  • Hoe kan iemand zelf te weten komen dat Joseph Smith een profeet van God was?

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:1–2 voorlezen. Vraag de klas om in hun eigen Schriften mee te lezen en te zoeken naar de redenen waarom Joseph Smith zijn geschiedenis en die van de kerk schreef.

  • Wat was er volgens vers 1 in de begintijd van de kerk in omloop gebracht? (Men probeerde de mensen met verkeerde informatie tegen de kerk op te zetten.)

  • Welke reden gaf Joseph om zijn geschiedenis op te schrijven? (Om een betrouwbaar en correct verslag te geven van het eerste visioen en de herstelling.)

Leg uit dat er vandaag nog steeds mensen en groeperingen zijn die verkeerde of misleidende informatie over de kerk verspreiden met het doel geloof te ondermijnen.

  • Wat kunnen we uit de reden van Joseph Smith voor het schrijven van zijn geschiedenis leren, waardoor we kunnen vermijden dat we door verkeerde informatie misleid worden? (Wie de waarheid oprecht te weten willen komen, moeten ijverig naar betrouwbare informatiebronnen over de kerk en haar geschiedenis zoeken in plaats van de informatie die ze horen gewoon te aanvaarden. Dat geldt ook voor wat ze op het internet vinden.)

  • Waarom is het belangrijk dat ‘allen die waarheid zoeken’ over de herstelling het verslag van Joseph Smith lezen? (Als ze op het verslag van de profeet vertrouwen, vermijden ze door verkeerde informatie misleid te worden.)

  • Hoe kan iemand door het lezen van Joseph Smiths eigen woorden te weten komen dat zijn ervaringen echt waar zijn?

Lees de volgende waarschuwing van ouderling Neil L. Andersen voor:

Ouderling Neil L. Andersen

‘Er zijn er altijd een paar die de kerk in diskrediet willen brengen en geloof willen vernietigen. Tegenwoordig gebruiken ze daar het internet voor.

‘Bepaalde informatie over de kerk, hoe overtuigend die ook mag zijn, is gewoon niet waar.’ (‘De beproeving van uw geloof’, Liahona, november 2012, 41.)

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Vraag de klas te letten op redenen waarom we de zaken die we over de kerk en haar geschiedenis lezen, kritisch moeten beoordelen. (U kunt de cursisten een exemplaar van het citaat geven, zodat ze mee kunnen lezen.)

Ouderling Dallin H. Oaks

‘Leden van de kerk dienen […] het materiaal dat ze lezen kritisch te beoordelen. […]

‘Ons persoonlijk getuigenis is op de Geest gebaseerd, niet op een combinatie of opeenstapeling van geschiedkundige feiten. Met dat fundament kan een wijziging van geschiedkundige feiten ons getuigenis niet aan het wankelen brengen. Onze hemelse Vader heeft ons een verstand gegeven en Hij verwacht dat we het ten volle gebruiken. Maar Hij heeft ons ook de Trooster gegeven die ons naar de waarheid zou leiden. En dankzij de invloed van de Geest kunnen we de waarheid van alle dingen te weten komen. Hij is de ultieme gids voor Heiligen der Laatste Dagen die waardig zijn, en bereid zijn om op Hem te vertrouwen.’ (‘Reading Church History’ [toespraak tot leerkrachten van de kerkelijke onderwijsinstellingen, 16 augustus 1985], 7, LDS.org.)

Vraag de cursisten wat hen in de raad van ouderling Oaks opviel en waarom ze het nuttig vonden.

U kunt uitleggen dat Joseph Smith dit verslag van het eerste visioen in 1838 schreef als onderdeel van een officiële geschiedenis van de kerk die wereldwijd gepubliceerd zou worden. Er bestaan negen verslagen van het eerste visioen: vier die door Joseph Smith geschreven of gedicteerd zijn en vijf waarin anderen over zijn ervaring vertellen. (Zie voor meer informatie over Joseph Smiths vier verslagen van het eerste visioen Milton V. Backman jr., ‘Joseph Smith’s Recitals of the First Vision’, Ensign, januari 1985, 8–17.)

U kunt ook uitleggen dat de verslagen van het eerste visioen op verschillende tijdstippen en voor een verschillend publiek geschreven zijn. In die verslagen legde Joseph Smith de nadruk op andere aspecten van zijn ervaring met het eerste visioen, maar elk verslag bevat de essentiële waarheid dat de hemelen zich voor Joseph Smith openden en dat hij hemelse boodschappers zag, onder wie God de Vader en de Heer Jezus Christus. Omdat het verslag uit 1838 onderdeel was van Joseph Smiths officiële geschiedenis en getuigenis aan de wereld, is het als Schriftuur aan de Parel van grote waarde toegevoegd.

  • De apostel Paulus benadrukte andere aspecten van zijn visioen van de Heiland aan een verschillend publiek, net zoals Joseph Smith dat in zijn verslagen over zijn visioen deed (zie Handelingen 9:1–9; Handelingen 22:5–11; Handelingen 26:12–20). Waarom denk je dat Joseph Smith en Paulus telkens andere dingen benadrukten als ze over hun visioen vertelden?

Vat Geschiedenis van Joseph Smith 1:3–4 samen door uit te leggen dat Joseph Smith in Vermont geboren is, maar op tienjarige leeftijd naar Palmyra (New York) verhuisde.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:5–13

Te midden van godsdienstige onrust besluit Joseph Smith God te vragen welke kerk gelijk heeft

Leg uit dat Joseph Smith in een periode van grote godsdienstige opschudding leefde. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Geschiedenis van Joseph Smith 1:5–7 te lezen. Laat de klas letten op woorden of zinsneden die Joseph Smiths situatie beschrijven. Vraag een cursist om de gevonden woorden en zinsneden op het bord te schrijven. Laat een cursist vervolgens Geschiedenis van Joseph Smith 1:8, 10 voorlezen. Vraag de klas te letten op hoe Joseph Smith zich in die periode voelde.

  • Hoe voelde Joseph Smith zich door de godsdienstige opschudding om hem heen?

  • Met welke vragen zat hij?

  • Heb jij ooit zulke vragen gehad? Wat heb je gedaan om er antwoord op te krijgen?

Laat de cursisten Geschiedenis van Joseph Smith 1:11 in stilte lezen en opletten wat Joseph Smith deed om antwoord op zijn vragen te krijgen.

  • Waar zocht Joseph antwoord op zijn vragen?

  • Welk beginsel in Jakobus 1:5 gaf Joseph Smith het vertrouwen dat hij antwoord op zijn vragen kon krijgen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Als wij in geloof bidden, zal de Heer onze gebeden verhoren. Eventueel legt u uit dat God onze gebeden op ze eigen tijd en manier beantwoordt.)

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:12–13 voorlezen. Vraag de klas welk beginsel in Jakobus 1:5 Joseph Smith beïnvloedde.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:14–20

Joseph Smith zag God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus.

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:14–15 voorlezen.

  • Waarom zou Satan geprobeerd hebben om Joseph Smith ervan te weerhouden te bidden?

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:16–17 voorlezen. Vraag de klas hoe Joseph Smith reageerde op de tegenstand die hij ondervond. Laat ze ook op zinsneden in Josephs getuigenis letten die ze belangrijk vinden of die ze kunnen gebruiken om iemand anders over het eerste visioen te vertellen.

  • Welke zinsneden vind je in deze verzen belangrijk? Waarom?

Schrijf de volgende waarheid op het bord: Joseph Smith heeft God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, gezien.

  • Waarom is het belangrijk om een getuigenis te hebben dat Joseph Smith God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, gezien heeft?

  • Hoe weet je dat Joseph Smith God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus heeft gezien?

Nadat enkele cursisten hun getuigenis gegeven hebben, legt u uit dat het eerste visioen de fundamentele gebeurtenis van de herstelling was. Het eerste visioen verschafte antwoord op belangrijke leerstellige vragen. Laat de cursisten Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–17 in stilte doornemen en letten op waarheden die we van dit verslag kunnen leren. U kunt de volgende vragen stellen:

  • Welk beginsel dat ons helpt om verleiding te weerstaan, kunnen we in Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–16 vinden? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: als Satan ons probeert te ontmoedigen, kan God ons verlossen als we oprecht naar zijn hulp streven.)

  • Wat leren we uit deze verzen over de aard van God de Vader en Jezus Christus? (Mogelijke antwoorden: God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, bestaan. Onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, zijn afzonderlijke personen.)

  • Wat was het eerste woord dat God tegen Joseph Smith zei? (Joseph.) Waarom is dat belangrijk? Wat kunnen we hieruit leren? (Mogelijke antwoorden: onze hemelse Vader kent ons bij naam. God beantwoordt onze gebeden.)

U kunt de volgende vragen stellen zodat de cursisten het belang begrijpen van de leringen en beginselen die ze in deze les geleerd hebben:

  • Waarom is het belangrijk dat we deze waarheden over onze hemelse Vader en Jezus Christus kennen en begrijpen?

  • Heb je al eens iets aan een van deze waarheden gehad? (Herinner de cursisten eraan dat sommige ervaringen te heilig of persoonlijk zijn om over te praten.)

Leg uit dat Joseph Smith tijdens het eerste visioen ook antwoorden op zijn vragen kreeg. Laat de cursisten Geschiedenis van Joseph Smith 1:18–20 lezen.

  • Wat kwam Joseph Smith in antwoord op zijn gebed te weten?

Herinner de cursisten aan het verhaal over de zendelingen dat ze aan het begin van de les gelezen hebben. Vraag een cursist de rest van het verhaal voor te lezen:

President Thomas S. Monson

‘De twee gingen terug naar de deur van meneer Pollard. Hij kwam naar de deur en zei boos: “Ik dacht dat ik u, jonge mannen, had gezegd om niet meer terug te komen!”

‘Toen raapte de junior collega al zijn moed bij elkaar en zei: “Meneer Pollard, toen wij uw huis verlieten, zei u dat wij niet werkelijk geloofden dat Joseph Smith een profeet van God was. Ik wil echter tot u getuigen, meneer Pollard, dat ik weet dat Joseph Smith een profeet van God was, dat hij door inspiratie de heilige kroniek heeft vertaald die we het Boek van Mormon noemen, dat hij echt God de Vader en zijn Zoon Jezus heeft gezien.” Toen liepen de zendelingen weg.

‘[Meneer Pollard getuigde later:] “Die avond kon ik maar niet in slaap komen. Ik bleef maar woelen. Ik hoorde telkens weer de woorden: ‘Joseph Smith was een profeet van God. Dat weet ik. […] Dat weet ik. […] Dat weet ik.’ Ik kon nauwelijks wachten tot het ochtend was. Ik belde de zendelingen op. […] Ze kwamen terug. En dit keer deden mijn vrouw, kinderen en ik als oprechte zoekers naar de waarheid mee aan de lessen. Als gevolg daarvan hebben we allemaal het evangelie van Jezus Christus aanvaard.”’ (‘Het voorbeeld van de profeet Joseph Smith’, 69.)

Spoor de cursisten aan om de Geschiedenis van Joseph Smith zelf te lezen en hun hemelse Vader te vragen hen te helpen om hun getuigenis dat het verslag van Joseph Smith van het eerste visioen waar is te versterken. U kunt ze ook aansporen gelegenheden te zoeken waarbij ze het verhaal van het eerste visioen aan iemand anders kunnen vertellen. Getuig tot slot van de waarheden die u vandaag hebt besproken.

Toelichting en achtergrondinformatie

Geschiedenis van Joseph Smith. Wanneer werd de officiële geschiedenis van Joseph Smith gepubliceerd?

In 1838 begon Joseph Smith aan zijn officiële geschiedenis, die in 1842 in de krant Times and Seasons werd gepubliceerd. Die geschiedenis werd in 1957 aan de zesdelige A Comprehensive History of the Church van B.H. Roberts toegevoegd. De Geschiedenis van Joseph Smith, zoals die in de standaardwerken opgenomen is, werd uit de officiële geschiedenis van Joseph Smith overgenomen en in 1851 in een zendingsbrochure, genaamd de Parel van grote waarde, gepubliceerd. De Parel van grote waarde werd in 1880 als Schriftuur gecanoniseerd.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:3. Wat voor jeugd had Joseph Smith?

‘[Joseph Smiths] ouders, Lucy Mack en Joseph Smith sr., trouwden op 24 januari 1796 en vestigden zich op een familieboerderij in Tunbridge (Vermont). Joseph en Lucy huurden in de zomer van 1805 [in Sharon (Vermont)] een boerderij van Solomon Mack, de vader van Lucy, en Joseph gaf in de winter les op een school. Daar werd op 23 december 1805 hun vijfde kind, Joseph Smith jr., geboren. Lucy en Joseph brachten hun kinderen godsdienstige beginselen bij en Lucy moedigde hen vooral aan om de Bijbel te bestuderen. Joseph sr. stond argwanend ten opzichte van traditionele kerken, maar bleef altijd veel geloof in God houden.’ (Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2000], 54).

‘Joseph Smith groeide op de boerderij van zijn ouders op en werd eigenlijk nauwelijks beïnvloed door mensen van buiten het gezin. […] Gedurende deze voorbereidende jaren ontwikkelde hij eigenschappen en talenten die ertoe bijdroegen dat hij de zending, waartoe hij in het voorsterfelijk bestaan was geordend, kon volbrengen.

‘[…] Hij ontwikkelde sterke familiebanden, leerde hard werken, zelf nadenken, anderen dienen en de vrijheid liefhebben.’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 15–16.)

‘In de eerste levensjaren van Joseph Smith verhuist zijn ouderlijk gezin vaak, op zoek naar vruchtbare grond of een goede manier om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. […] In 1811 trekken [de Smiths] naar een klein dorpje, West Lebanon (New Hampshire). West Lebanon [wordt] door tyfus […] geplaagd. […] Een voor een worden de kinderen van de familie Smith ziek. […]

‘De zevenjarige Joseph jr. is slechts twee weken ziek maar moet ten gevolge van complicaties vier keer geopereerd worden. De ernstigste complicatie is een zwelling en infectie in zijn linkerscheenbeen. […] [Joseph] lijdt twee weken lang ondraaglijke pijn.’ Joseph onderging een operatie om de infectie uit zijn been te verwijderen ‘zonder vastgebonden te worden of brandewijn te drinken als verdoving.’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 22–23.)

‘In 1816 ging Joseph sr. naar Palmyra (New York) om uit te zoeken of er goede grond voor een lage prijs te verkrijgen was. Joseph jr., toen tien jaar oud, herinnerde zich dat hoewel hij nog niet helemaal van de operatie aan zijn been hersteld was, de voerman van het gezin Smith hem verscheidene dagen 65 kilometer per dag door de sneeuw liet lopen, waardoor hij ondraaglijke vermoeidheid en pijn moest doorstaan.’ (Zie Parel van grote waarde – lesboek voor de cursist, 54).

‘Joseph Smith sr., vader van een gezin van tien kinderen – elf tegen 1821 – werkte hard om de kost te verdienen. Na twee jaar in Palmyra had hij genoeg geld voor een aanbetaling op veertig hectare bosgrond in het nabijgelegen Farmington. In het eerste jaar hakte hij met zijn zonen twaalf hectare bomen om, maakte de grond klaar, en zaaide tarwe. […] De jonge Joseph herinnerde zich later dat het “inspanning vereiste van allen die ook maar iets konden bijdragen aan het onderhoud van het gezin.” [‘History of Joseph Smith By Himself’, 1832 (geschreven in Kirtland (Ohio) tussen 20 juli en 27 november 1832), afdeling kerkgeschiedenis, Salt Lake City, p. 1.] […]

‘In die tijd heeft Joseph weinig kans om naar school te gaan. Hij schrijft dit toe aan de “behoeftige omstandigheden” waaronder hij is grootgebracht. “We moesten het zonder onderwijs stellen. Ik heb slechts leren lezen, schrijven en rekenen; dat was mijn hele algemene ontwikkeling.” [‘History of Joseph Smith By Himself’, pp. 1–2.]’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 29–30.)

Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–17. Verslagen van het eerste visioen

Zie voor meer informatie over Joseph Smiths vier verslagen van het eerste visioen Milton V. Backman jr., ‘Joseph Smith’s Recitals of the First Vision’, Ensign, januari 1985, 8–17. Een ander interessant artikel over de verschillende verslagen van het eerste visioen is Richard L. Anderson, ‘Joseph Smith’s Testimony of the First Vision’, Ensign, april 1996, 10–21.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–17. Het belang van het eerste visioen

President Gordon B. Hinckley heeft getuigd over het belang van het eerste visioen voor de kerk:

President Gordon B. Hinckley

‘Als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen rust heel onze zaak op de geldigheid van dit heerlijke eerste visioen. Het was de gebeurtenis die de bedeling van de volheid der tijden inluidde. Niets waarop we onze leer baseren, niets wat we onderwijzen, niets wat we naleven, is belangrijker dan die eerste verklaring. Ik stel dat als Joseph Smith met God de Vader en zijn geliefde Zoon gesproken heeft, al het andere wat hij verkondigd heeft waar is. Dat is het scharnier waarop de poort draait die tot het heilspad en het eeuwige leven leidt.’ (‘What Are People Asking about Us?’ Ensign, november 1998, 71.)

Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–17. Het belang van het eerste visioen en het getuigenis van Joseph Smith

President Joseph F. Smith heeft benadrukt hoe belangrijk het eerste visioen is in vergelijking met andere gebeurtenissen sinds de opstanding van Jezus Christus:

President Joseph F. Smith

‘De grootste gebeurtenis die ooit in de wereld heeft plaatsgevonden sinds de Zoon van God uit het graf herrezen is en naar omhoog is opgevaren, was de verschijning van de Vader en de Zoon aan de jonge Joseph Smith, om de weg te bereiden voor het leggen van het fundament voor Gods koninkrijk – en niet het koninkrijk van de mens – dat nooit meer ten einde zal komen of omvergeworpen zal worden. Na die waarheid te hebben geaccepteerd, valt het mij makkelijk om alle andere waarheden die hij gedurende zijn veertienjarige zending in de wereld heeft verkondigd, te aanvaarden. Hij verkondigde nooit een onware leer. Hij praktiseerde nooit een leer die hem niet geboden was. Hij stond nooit een dwaalleer voor. Hij werd niet misleid. Hij zag, hij hoorde, hij deed zoals hem geboden was; en derhalve is God – niet Joseph Smith – verantwoordelijk voor het werk dat Joseph Smith heeft verricht. De Heer is er verantwoordelijk voor, en niet de mens.’ (Gospel Doctrine, 5e uitgave [1939], 495–496).

Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de waarachtigheid van het eerste visioen bevestigd:

Ouderling M. Russell Ballard

‘Het evangelie is hersteld, of niet. De oorspronkelijke kerk van de Heiland en haar leer zijn verloren gegaan, of niet. Joseph Smith heeft een buitengewoon visioen gehad, of niet. Het Boek van Mormon is eveneens een testament aangaande Jezus Christus, of niet. De volheid van het evangelie van Jezus Christus is op aarde hersteld door Gods uitverkoren profeet in de laatste dagen, of niet.

‘Eigenlijk komt de waarheid daar eenvoudigweg op neer. Die zaken zijn gebeurd zoals ik net getuigd heb, of niet. Als hedendaags apostel van de Heer Jezus Christus getuig ik samen met miljoenen getrouwe leden van de kerk over de hele wereld dat wat ik u vanochtend verteld heb, waar is. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is op aarde hersteld door Joseph Smith en wordt in deze tijd door een hedendaagse profeet geleid. Deze dingen weet ik!’ (‘Restored Truth’, Ensign, november 1994, pp. 67–68).

Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–17. Beproevingen die vóór of na een geestelijke ervaring komen

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over de tegenspoed, tegenwerking en duisternis gesproken die we vóór of na een geestelijke ervaring kunnen krijgen:

Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Het is de duidelijke en ernstig stemmende waarheid dat er aan grote momenten, en vooral grote geestelijke momenten, tegenspoed, tegenwerking en duisternis vooraf kunnen gaan. Het leven heeft enkele van die momenten voor ons in petto, en af en toe krijgen we ze als we voor een belangrijke beslissing of verandering in ons leven staan.

‘[Er bestaat ook] tegenstand die we zo vaak krijgen na het nemen van een verlichte beslissing, als een moment van openbaring en overtuiging ons gemoedsrust heeft gegeven, alsmede een verzekering die we meenden niet kwijt te kunnen raken.

‘Ik geloof dat God ons elk op een andere manier naar het heilige bos of de tempel brengt en ons daar het wonder toont dat zijn plan voor ons behelst. Wij zien het misschien niet zo compleet als Mozes of Nephi of de broeder van Jared, maar we zien zoveel als wij moeten zien om de wil van de Heer voor ons te kennen en te weten dat Hij ons meer liefheeft dan wij met ons menselijk verstand kunnen bevatten. Ik geloof ook dat de tegenstander en zijn benepen, berekenende volgelingen proberen dergelijke ervaringen te verhinderen en ze, als ze tóch voorkomen, proberen te verduisteren. […]

‘Door duisternis en wanhoop heen worstelen en smeken om het licht, dat is wat deze bedeling heeft ingeluid. Dat is wat deze bedeling gaande houdt, en het is wat u gaande zal houden. […]

‘Ik erken dat er werkelijk tegenstand en een tegenstander zijn, maar ik getuig van de God van heerlijkheid, van de verlossende Zoon van God, van licht en hoop, en van een zonnige toekomst. Ik beloof u dat God leeft, en dat Hij u liefheeft, ieder van u, en dat Hij grenzen en beperkingen heeft gesteld aan de tegenwerkende machten van de duisternis. Ik getuig dat Jezus de Christus is, dat Hij zegeviert over de dood en de hel, en de gevallene die daar zijn plannen uitbroedt.’ (‘Cast Not Away Therefore Your Confidence’ [devotional aan de Brigham Young University, 2 maart 1999], 1, 2, 6–7, speeches.byu.edu.)