Seminarie en instituut
Les 148: De trek door Iowa; Leer en Verbonden 136:1–18


Les 148

De trek door Iowa; Leer en Verbonden 136:1–18

Inleiding

In februari 1846 beginnen de heiligen Nauvoo te verlaten en door Iowa naar het westen te trekken. Brigham Young ontvangt de openbaring in Leer en Verbonden 136 in januari 1847 in Winter Quarters (Nebraska). In deze les wordt Leer en Verbonden 136:1–18 besproken, met daarin de raad van de Heer om ervoor te zorgen dat de heiligen zich organiseren en zich voorbereiden op de trek naar het westen.

Lessuggesties

Heiligen der Laatste Dagen trekken door de staat Iowa en vestigen de hoofdzetel van de kerk in Winter Quarters.

Blinddoek een cursist en zet hem of haar aan een zijkant van het lokaal. Verplaats dan enkele voorwerpen. Doe dat met enig geluid zodat de cursist weet dat er voorwerpen zijn verplaatst. Laat de geblinddoekte cursist een klasgenoot kiezen die hem of haar aanwijzingen geeft om naar de andere kant van het lokaal te gaan. Als de persoon iemand kiest, vraagt u:

  • Waarom heb je die persoon uitgekozen?

  • Wat voor invloed heeft ons vertrouwen op een ander op hoe goed we zijn of haar aanwijzingen volgen?

Laat de gids de geblinddoekte cursist aanwijzingen geven om veilig naar de andere kant van het lokaal te gaan. Laat de twee cursisten daarna naar hun plaats terugkeren.

Laat een cursist de volgende alinea over de uittocht van de heiligen uit Nauvoo voorlezen. Laat de klas opletten in welke opzichten de ervaring van de heiligen te vergelijken valt met de cursist die geblinddoekt met aanwijzingen naar de andere kant van het lokaal moest gaan.

Onder bedreiging van geweld door plaatselijke bendes begonnen de heiligen in februari 1846 Nauvoo te verlaten en door de staat Iowa naar het westen te trekken. ‘Nauvoo verlaten was een geloofsdaad van de heiligen. Ze vertrokken zonder precies te weten waar ze heengingen of wanneer ze op de nog onbekende plaats van bestemming zouden aankomen. Ze wisten alleen dat ze door hun vijanden uit de staat Illinois verdreven zouden worden en dat hun leiders een openbaring hadden ontvangen dat ze ergens in de Rocky Mountains terecht zouden komen.’ (Zie De geschiedenis van de kerk in de volheid der tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 309.)

  • Hoe is de ervaring van de heiligen die Nauvoo moesten verlaten te vergelijken met de cursist die geblinddoekt naar de andere kant van het lokaal moest gaan? (Beiden vertrouwden op het inzicht en de leiding van iemand die ze vertrouwden om hun bestemming te bereiken.)

  • Wat kunnen we leren van de ervaring van de heiligen die Nauvoo moesten verlaten? (De antwoorden van de cursisten dienen het volgende beginsel te omvatten: we oefenen geloof als we de raad en leiding van onze kerkleiders volgen.)

Laat een cursist het volgende verslag over William Clayton voorlezen. Laat de cursisten op voorbeelden van het geloof van broeder Clayton letten.

‘William Clayton was geroepen om met een van de eerste groepen Nauvoo te verlaten. Hij liet zijn vrouw, Diantha, bij haar ouders achter omdat ze binnen een maand van hun eerste kind zou bevallen. Omdat hij modderige paden moest bewandelen en in koude tenten moest slapen raakte hij ontmoedigd. En hij maakte zich zorgen over Diantha. Twee maanden later wist hij nog steeds niet of ze een goede bevalling had gehad. Maar eindelijk kreeg hij het vreugdevolle bericht dat er een “mooie dikke baby” was geboren. Bijna onmiddellijk nadat hij het nieuws had ontvangen, schreef William een lied dat niet alleen veel voor hem betekende, maar een lofzang van inspiratie en dankbaarheid voor de leden van de kerk in vele generaties is geworden. Dat lied is “Komt, heil’gen, komt”.’ (Zie Ons erfgoed: beknopte geschiedenis van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen [1996], 71.)

Laat de klas de eerste drie coupletten van ‘Komt, heil’gen, komt’ (Lofzangen, nr. 15) zingen. (Of vraag van tevoren een cursist of een groepje cursisten om de eerste drie coupletten van die lofzang te zingen.) Voordat de lofzang wordt gezongen, vraagt u de cursisten om te luisteren naar zinsneden waaruit het geloof van de heiligen in Jezus Christus en hun vertrouwen in de leiders blijkt.

Als de eerste drie coupletten zijn gezongen, vraagt u:

  • In welke opzichten illustreert deze lofzang het geloof van de heiligen in Jezus Christus en hun vertrouwen in hun leiders?

Laat een cursist het volgende verhaal van Orson en Catherine Spencer voorlezen. Laat de cursisten op de voorbeelden van het geloof en vertrouwen van de Spencers letten.

‘Nadat ze uit Nauvoo waren vertrokken, ging het door alle beproevingen met [Catherine] al snel niet goed. Ze was kwetsbaar en zwak. De bedroefde echtgenoot schreef een brief naar zijn schoonouders en vroeg of ze bij hen thuis kon blijven totdat de heiligen een vaste verblijfplaats hadden gevonden. Hun antwoord luidde: “Als ze haar onterende geloof afzweert, mag ze terugkomen – eerder niet.”

‘Toen de brief van haar ouders aan haar was voorgelezen, vroeg ze haar man zijn Bijbel te pakken en haar de verzen zestien en zeventien uit het eerste boek van Ruth voor te lezen: “Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want waar u heen gaat, zal ik ook gaan, en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God.”’ (Memoirs of John R. Young: Utah Pioneer 1847 [1920], 17–18.) Catherine Spencer overleed vrij snel daarna.

Vraag de cursisten het vierde couplet van ‘Komt, heil’gen, komt’ te zingen. Laat ze zich afvragen in welke opzichten die woorden op Catherine Spencer van toepassing zijn. Als ze dat couplet hebben gezongen, vraagt u:

  • In welke opzichten zijn de woorden van dit couplet op Catherine Spencer van toepassing?

Laat de cursisten een doel stellen om hun geloof in Jezus Christus te oefenen en beter naar de raad van hun kerkleiders te luisteren.

Laat de cursisten kaart 6 (‘Westwaartse beweging van de kerk’) in het gedeelte met kaarten over de geschiedenis van de kerk opslaan en Nauvoo en Winter Quarters opzoeken. Leg uit dat de bijna vijfhonderd kilometer lange tocht door Iowa van de heiligen die in februari 1846 Nauvoo verlieten vanwege de overvloedige regen en het gebrek aan levensmiddelen vier maanden duurde. Hun tempo werd door deze omstandigheden vertraagd en omdat ze meer dan vijfhonderd gezonde mannen waren kwijtgeraakt. Deze mannen, later het Mormoons Bataljon genoemd, hadden gehoor gegeven aan de oproep van president Brigham Young om zich bij het Amerikaanse leger aan te sluiten en geld te verdienen zodat arme kerkleden de reis naar het westen konden maken. Dat offer hielp op veel verschillende manieren, maar liet tijdens de reis ook veel gezinnen zonder echtgenoot en vader achter. Door het lage tempo besloten de kerkleiders om pas in het voorjaar van 1847 verder naar het westen te trekken. Ze gaven de heiligen de raad om zich voor de winter te vestigen. Een van de grootste nederzettingen, Winter Quarters, bevond zich aan de westkant van de Missouri, in het hedendaagse Nebraska.

Laat een cursist de volgende beschrijving van Winter Quarters en andere tijdelijke nederzettingen voorlezen:

Veel heiligen woonden in houten hutten en in schuilholen van wilgen en aarde. Veel mensen waren niet voldoende tegen het koude weer beschut. Ziekten als malaria, longontsteking, tuberculose, cholera en scheurbuik veroorzaakten groot leed en eisten veel dodelijke slachtoffers. Tegen het einde van de winter waren er ruim zevenhonderd mensen in de kampen overleden. (Zie Our Heritage, 71–72; Church History in the Fulness of Times Student Manual, 319–320.)

  • Als jullie bij de heiligen in Winter Quarters waren geweest, hoe zou je je dan hebben gevoeld als je wist dat je nog vele honderden kilometers moest reizen?

Leer en Verbonden 136:1–18

De Heer adviseert de heiligen om zich te organiseren en zich voor te bereiden om hun reis naar het westen voort te zetten.

Laat de cursisten in de inleiding tot Leer en Verbonden 136 opzoeken waar deze openbaring werd gegeven en aan wie. Vraag ze naar hun bevindingen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 136:1 voorlezen.

  • Wat zouden de heiligen eraan hebben gehad om te weten dat de Heer zijn woord en wil aan hen zou blijven openbaren? (Mogelijke antwoorden: door deze openbaring wisten ze dat de Heer hen niet was vergeten, dat Hij hen op hun reis naar het westen zou helpen, en dat Hij door middel van president Brigham Young zou spreken zoals Hij door middel van de profeet Joseph Smith had gedaan.)

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 136:2–5 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de heiligen van de Heer moesten doen om zich op de rest van hun reis naar het westen voor te bereiden.

  • Hoe moesten de groepen georganiseerd worden?

  • Waarom was het volgens jullie nuttig om de heiligen in groepen met eigen leiders te organiseren? Hoe is dat te vergelijken met de manier waarop de kerk nu georganiseerd is? (Als de cursisten deze vragen hebben beantwoord, kunt u het volgende beginsel op het bord zetten: De Heer organiseert zijn heiligen in groepen zodat elke persoon de nodige leiding en zorg kan ontvangen.)

  • Hoe zouden de heiligen volgens vers 4 de nodige kracht ontvangen?

Leg uit dat veel gezinnen en personen door de ziekte en dood in Winter Quarters en de omliggende kampen financiële hulp nodig hadden om hun reis naar het westen voort te zetten.

Deel de cursisten in koppels op. Laat ze Leer en Verbonden 136:6–11 bestuderen en opzoeken hoe de heiligen voor de behoeftigen moesten zorgen. Voordat de cursisten deze teksten lezen, legt u uit dat de heiligen niet allemaal tegelijk uit Winter Quarters vertrokken. De woorden ‘hen die moeten achterblijven in vers 6 verwijzen naar de mensen die in Winter Quarters en de omliggende kampen moesten achterblijven.

  • Uit welke woorden en zinsneden in de verzen 6–11 blijkt hoe de heiligen voor de behoeftigen moesten zorgen?

  • Welk woord in vers 7 verwijst naar de mensen die de weg voor anderen moesten bereiden? (Pioniers.)

Zet de volgende definitie op het bord. 

Pionier: iemand die nieuwe wegen opent, voortrekker, baanbreker.

  • Wat beloofde de Heer volgens vers 11 aan wie anderen in nood zouden helpen en de weg voor hen zouden bereiden? Wat kunnen wij hiervan leren? (Als de cursisten antwoord hebben gegeven, kunt u het volgende beginsel op het bord zetten: De Heer zal ons zegenen als wij anderen in nood helpen en de weg voor hen bereiden.)

Laat de cursisten de volgende vraag in hun groepje bespreken:

  • Wie heeft het pad voor jou bereid zodat je de zegeningen van het evangelie kunt ontvangen?

Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken. Vraag dan enkele cursisten om iets over hun antwoord te vertellen.

  • Hoe kunnen jullie een pionier zijn – anderen in nood helpen en de weg voor hen bereiden zodat zij de zegeningen van het evangelie kunnen ontvangen?

Vat Leer en Verbonden 136:12–18 samen door uit te leggen dat de Heer zijn dienstknechten de opdracht gaf om deze openbaring aan de heiligen bekend te maken.

Geef tot slot uw getuigenis van de beginselen die u hebt behandeld. Moedig de cursisten aan om die beginselen in praktijk te brengen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 136:7, 9. De weg voor anderen bereiden

President Thomas S. Monson heeft gezegd:

Afbeelding
President Thomas S. Monson

‘Volgens een woordenboekdefinitie is een pionier “iemand die voorop loopt om de weg te banen die anderen kunnen volgen.” [Oxford English Dictionary, 2e uitgave (1989), “pioneer”.] ‘Kunnen we op de een of andere manier de moed en de doelgerichtheid opbrengen die de pioniers uit een voorgaande generatie kenmerkte? Kunnen u en ik werkelijk pioniers zijn?

‘Ik weet zeker dat we dat kunnen. Wat heeft de huidige wereld pioniers hard nodig! (‘De huidige wereld heeft pioniers nodig’, Liahona, juli 2013, 5.)

Ouderling Parley P. Pratt heeft verteld wat de heiligen deden om de weg te bereiden voor hen die hen zouden volgen:

Afbeelding
Parley P. Pratt

‘Toen alles was genormaliseerd en op orde gebracht, trokken de kampen verder. Toen we bij een zijtak van de Grand River aankwamen, kampeerden we daar een tijdje. We hadden ten slotte zo ver door regen en modder gereisd. Hier vestigden we ons en we zaaiden een openbare boerderij van honderden hectaren, ten behoeve van de mensen die te moe waren en voor hen die ons vanuit Nauvoo zouden volgen. We noemden die plek “Garden Grove”.’ (Autobiography of Parley P. Pratt, samengesteld door Parley P. Pratt jr. [1938], 342.)

Leer en Verbonden 136:8. Het Mormoons Bataljon

In mei 1846 ging Jesse C. Little, die de kerk vertegenwoordigde, in gesprek met ambtenaren van de Amerikaanse overheid in Washington D.C. De kerk vroeg of Heiligen der Laatste Dagen een tegenprestatie konden leveren voor financiële hulp van de overheid voor de trek van de heiligen naar het westen. Het congres van de Verenigde Staten had net Mexico de oorlog verklaard, en president James Polk besprak met Jesse C. Little dat de mormoonse mannen zich bij het Amerikaanse leger konden aansluiten en hun soldij konden gebruiken om de trek van de heiligen te bekostigen. Toen de heiligen door Iowa trokken, vroeg het Amerikaanse leger of leden van de kerk zich bij het leger wilden aansluiten in de oorlog tussen Mexico en Amerika. Eerst weigerden de heiligen, maar president Brigham Young moedigde hen aan om het toch te doen zodat ze geld konden verdienen om de armen uit Nauvoo te vergaderen en de reis van de heiligen naar het westen te bekostigen. Op advies van president Young sloten ruim vijfhonderd mannen zich bij het Amerikaanse leger aan. Deze groep werd het Mormoons Bataljon genoemd. Enkele vrouwen en kinderen reisden met het bataljon mee op hun tocht van ruim 3.200 kilometer naar het zuiden van Californië, waar ze als bezettingstroepen fungeerden.

Op 4 juli 1846 schreef Daniel B. Rawson: ‘Ik was verontwaardigd omdat de regering had toegestaan dat ik was overvallen en uit mijn huis was verdreven. Ik maakte de ongepaste opmerking dat “ik ze allemaal vervloekte en hoopte dat ze naar de hel zouden gaan”. Ik wilde me niet bij hun leger aansluiten. Op weg naar Bluffs kwamen we president Brigham Young, Heber C. Kimball en W. Richards tegen, die op zoek waren naar rekruten. Ze zeiden dat de verlossing van Israël afhankelijk was van het op de been brengen van het leger. Toen ik dat hoorde, veranderde ik van mening. Ik vond dat het mijn plicht was om te gaan.’ (Norma Baldwin Ricketts, The Mormon Battalion [1996], 13.)

Afdrukken