Seminarie en instituut
Les 133: Leer en Verbonden 124:84–145; 125–26


Les 133

Leer en Verbonden 124:84–145; 125–126

Inleiding

Dit is de laatste van drie lessen over Leer en Verbonden 124. Deze les behandelt ook Leer en Verbonden 125 en 126. In Leer en Verbonden 124:84–145 geeft de Heer bepaalde leden van de kerk raad. Hij roept ook mannen tot verschillende leidinggevende functies in de priesterschap. In maart 1841 ontvangt de profeet Joseph Smith de openbaring in Leer en Verbonden 125. Daarin openbaart de Heer zijn wil betreffende de vergadering van de heiligen in het territorium Iowa. Op 9 juli 1841 ontvangt hij de openbaring die in Leer en Verbonden 126 staat, waarin de Heer tegen Brigham Young zegt dat hij zijn gezin niet meer hoeft achter te laten om op zending te gaan.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 124:84–122

De Heer geeft bepaalde mensen raad

Schrijf dit beginsel vóór de les op een blad papier: Als we naar de raad van de profeten luisteren, zal het wel met ons zijn. Stop het blad in een envelop en schrijf erop: Hoe we nu en altijd gezegend kunnen zijn.

Toon de cursisten aan het begin van de les de envelop. Zeg dat de envelop instructies bevat die ze moeten volgen als ze onnodige moeilijkheden willen voorkomen en zegeningen willen ontvangen. Leg uit dat de instructies voor ieder van hen gelden, ongeacht hun omstandigheden. Laat de cursisten over de volgende vragen nadenken:

  • Hoe belangrijk vind je het om de instructies in de envelop te krijgen?

  • Hoe goed zou je de instructies opvolgen als je ze had?

Zet vóór de les deze tabel op het bord. Verwijs naar de tabel en leg uit dat de Heer in Leer en Verbonden 124:84–118 bepaalde leden van de kerk specifieke instructies gaf. Als ze die opvolgden, zouden ze grote zegeningen ontvangen. Laat iedere cursist ten minste twee teksten in stilte lezen. Vraag ze in de instructies aan deze mannen naar een punt van overeenkomst te zoeken.

William Law (LV 89–90)

Hyrum Smith (LV 94–96)

Amos Davies (LV 111–114)

Robert Foster (LV 115–118)

Geef de cursisten voldoende tijd en stel vervolgens deze vraag:

  • Welk punt van overeenkomst heb je gevonden? (Elke tekst bevat de instructie om de raad van de profeet Joseph Smith op te volgen.)

Laat de cursisten de verzen die ze gelezen hebben doornemen en zoeken naar de zegeningen die de Heer beloofde als deze mannen zijn raad opvolgden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Zet hun antwoorden op het bord.

  • Hoe zou je de beloften samenvatten die de Heer deze mannen deed als ze naar de profeet luisterden?

Laat een cursist de envelop openmaken en het beginsel voorlezen.

  • Wat hebben de beloofde zegeningen op het bord te maken met de zinsnede ‘zal het wel met ons zijn’?

Laat de cursisten voorbeelden van raad opsommen die de president van de kerk de voorbije jaren gegeven heeft. Vraag een cursist de antwoorden op het bord te zetten.

  • Wanneer ben je door het opvolgen van de raad van de profeten gezegend? (U kunt ook zelf over een ervaring vertellen.)

Vraag een cursist Leer en Verbonden 124:84 voor te lezen. Laat de klas meelezen en vaststellen wat Almon Babbitt, een lid van de kerk, volgens de Heer gedaan had in plaats van de raad van het Eerste Presidium op te volgen.

  • Wat had Almon Babbitt volgens vers 84 gedaan in plaats van de raad van het Eerste Presidium op te volgen? (Hij wilde zijn eigen raad aanvaard krijgen. U kunt uitleggen dat hij blijkbaar enkele mensen probeerde te overtuigen om niet helemaal naar Nauvoo te emigreren, maar zich in Kirtland te vestigen. [Zie History of the Church, deel 4, 476].)

  • Op welke manier proberen mensen nu hun eigen raad aanvaard te krijgen?

Laat de cursisten nadenken over hun eerdere verlangen om de instructies in de envelop te ontvangen en op te volgen. Laat ze een specifiek doel opschrijven om meer moeite te doen om de raad van de levende profeten op te volgen, zodat ze de beloofde zegeningen kunnen ontvangen.

Vat Leer en Verbonden 124:119–122 samen door uit te leggen dat de Heer de heiligen instructies gaf over de bouw van het Nauvoo House, een hotel van de kerk.

Leer en Verbonden 124:123–145

De Heer roept mannen tot verschillende leidinggevende functies in de priesterschap

Laat de cursisten een aantal leidinggevende functies in de priesterschap op het bord zetten.

Leg uit dat de Heer in Leer en Verbonden 124:123–145 een aantal mannen tot verschillende leidinggevende functies in de priesterschap riep. Laat de helft van de klas de verzen 123–132 doornemen en vraag de andere helft de verzen 133–142 doornemen en vaststellen welke leidinggevende functies in de priesterschap de Heer vermeldt. Vraag de cursisten naar hun bevindingen en voeg ontbrekende functies toe aan de lijst op het bord.

Laat een cursist Leer en Verbonden 124:143 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en na te gaan waarom de Heer priesterschapsleiders roept en hun priesterschapssleutels geeft.

  • Waarom roept de Heer priesterschapsleiders en geeft Hij hun priesterschapssleutels? (De strekking van de woorden van de cursisten dient dit beginsel te omvatten: de Heer roept priesterschapsleiders om het werk van de bediening te besturen en de heiligen te vervolmaken.)

Vraag de cursisten te bedenken op welke manieren hun priesterschapsleiders hen in staat gesteld hebben om Jezus Christus beter te volgen en meer zoals Hij te worden. U kunt een paar cursisten over hun ervaringen laten vertellen.

Leer en Verbonden 125

De Heer gebiedt de heiligen om zich op bepaalde plekken te vergaderen

Leg uit dat de heiligen zich aan beide oevers van de Mississippi in Illinois en Iowa vestigden toen ze in de winter van 1838–1839 uit Missouri verdreven waren. Vat de openbaring in Leer en Verbonden 125 samen door uit te leggen dat die in maart 1841 ontvangen werd en de wil van de Heer bekendmaakte inzake de heiligen die in het territorium Iowa woonden en zij die van plan waren daarheen te gaan. In deze openbaring gebiedt de Heer de heiligen om zich te vergaderen op de plekken die de Heer door de profeet Joseph Smith zou aanwijzen. Ze moesten die plekken, waaronder een stad in Iowa die Zarahemla genoemd moest worden, ook opbouwen. De kerk had in Iowa meer land aangekocht dan in Illinois, wat aangaf dat de kerkleiders niet wilden dat alle heiligen zich in Nauvoo vestigden.

Leer en Verbonden 126

Brigham Young hoeft zijn gezin niet meer achter te laten om nogmaals op zending te gaan

Laat de cursisten zich voorstellen dat ze de komende vijf zomers hun familie moeten achterlaten om voor de Heer op zending te gaan, en daarna nog eens twee jaar in een vreemd land op zending moeten gaan.

  • Hoe zou je je voelen als je je familie zo vaak moest achterlaten?

  • Hoe zou je je voelen als je bovendien je gezin moest onderhouden?

Vertel de cursisten dat Brigham Young nadat hij in april 1832 lid van de kerk geworden was de daaropvolgende negen jaar verschillende zendingen vervulde. Hij ging voor het eerst op zending in de winter na zijn doop. Vervolgens ging hij in de zomers van 1833 tot 1837 op zending, waaronder zijn deelname aan Zionskamp. Die zendingen duurden drie tot vijf maanden. Op 8 juli 1838 werden Brigham Young en de andere apostelen naar Groot-Brittannië op zending geroepen. Ze volgden de instructie van de Heer op om op 26 april 1839 vanuit Far West (Missouri) op zending te vertrekken (zie LV 118). Brigham Young en de andere apostelen brachten de daaropvolgende vijf maanden in Iowa en Illinois door om voorbereidingen voor hun vertrek naar Groot-Brittannië te treffen. In de zomer van 1839 teisterde een malaria-epidemie het gebied, waardoor zij ook getroffen werden.

Lees de volgende uitspraak van Brigham Young voor. Laat de klas nagaan wat Brigham Youngs houding ten opzichte van het werk voor de Heer was, hoewel hij zo ziek was dat hij niet zonder hulp in zijn wagen kon komen.

President Brigham Young

‘Ik was vastbesloten naar Engeland te gaan, al zou dat ook mijn dood worden. Het was mijn vaste voornemen om te voldoen aan wat er van mij geëist werd in het evangelie van leven en verlossing, ook al zou dat mijn dood betekenen.’ (Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], 5.)

Leg uit dat het gezin van Brigham Young ook offers voor zijn zending moest brengen. Laat een cursist deze samenvatting voorlezen van hun omstandigheden toen Brigham Young naar Groot-Brittannië op zending vertrok:

Brigham Young vertrok op 14 september 1839 uit Montrose (Iowa, VS) naar Groot-Brittannië. Zijn vrouw, Mary Ann, was tien dagen eerder van hun vierde kind bevallen. Mary Ann had ook malaria. Het was al de vijfde keer dat ze haar man op zending zag vertrekken. Ze waren het jaar daarvoor in Missouri uit hun huis verdreven, waren bijna al hun bezittingen kwijt en verkeerden in grote armoede. Brigham liet Mary Ann met 2,72 dollar achter. Brigham en Mary Ann geloofden dat de Heer voor hen zou zorgen. Ze vertrouwden op de belofte van Joseph Smith dat de familieleden van de apostelen niets tekort zouden komen terwijl de apostelen op zending waren. (Zie Leonard J. Arrington, Brigham Young: American Moses [1985], 74–75, 413, 420.)

Leg uit dat Brigham Young leiding gaf aan het zendingswerk in Groot-Brittannië en daarna op 1 juli 1841 in Nauvoo (Illinois) aankwam. Acht dagen later ontving de profeet Joseph Smith de openbaring in Leer en Verbonden 126.

Laat een cursist Leer en Verbonden 126:1–3 voorlezen. Laat de klas meelezen en vaststellen wat de Heer tegen Brigham zei over zijn werk. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. (U kunt de cursisten erop wijzen dat het woord gezwoeg aangeeft dat Brigham lange tijd ijverig gewerkt had.)

Leg uit dat hoewel Brigham Young van de Heer niet meer op zending hoefde te gaan, hij later toch nog enkele korte zendingen vervulde. Laat de cursisten in de verzen 1 en 2 een beginsel zoeken dat uitlegt wat er gebeurt als we ijverig voor de Heer werken. (De strekking van de woorden van de cursisten dient dit beginsel te omvatten: als we ijverig voor de Heer werken, aanvaardt Hij ons rechtschapen offer. U kunt de cursisten in overweging geven om dit beginsel in de kantlijn van hun Schriften te noteren.)

  • Wanneer heb je gevoeld dat de Heer blij was met je inspanningen?

Laat de cursisten nadenken over hun mogelijkheden om de Heer te dienen. Spoor ze aan om het voorbeeld van leiders zoals Brigham Young te volgen en ijverig te dienen. Getuig dat de Heer hun ijverige inspanningen als rechtschapen offer zal aannemen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 124:84–86. Almon Babbitt

Almon Babbitt was een lid van het Zionskamp. Hij werd op 28 februari 1835 als lid van het Eerste Quorum der Zeventig aangesteld. Almon had in het verleden de raad van de leiders van de kerk meermaals veronachtzaamd en anderen aangespoord om zijn persoonlijke beslissingen te volgen.

In Leer en Verbonden 124:84 gebruikt de Heer de gelijkenis van het gouden kalf (zie Exodus 32) om Almon Babbitts gedrag te beschrijven. Almon verkondigde dat de heiligen zijn raad, en niet de raad van de Heer aan het Eerste Presidium, moesten volgen.

Leer en Verbonden 126:1. De zending van het Quorum der Twaalf Apostelen in Groot-Brittannië

‘Toen de andere apostelen in april 1840 in Groot-Brittannië aankwamen, riep Brigham Young, die de kerk in de Britse Zending leidde, zijn broeders voor een algemene conferentie van de kerk in Preston samen. […] Het eerste agendapunt was de ordening van Willard Richards [die in het zendingspresidium diende] tot apostel in overeenstemming met de openbaring in 1838 [zie LV 118:6]. […] Er waren acht leden van de twaalf in Groot-Brittannië: Brigham Young, Heber C. Kimball, Parley P. Pratt, Orson Pratt, John Taylor, Wilford Woodruff, George A. Smith en Willard Richards. William Smith en John E. Page gingen niet op zending naar Groot-Brittannië. Orson Hyde arriveerde later, werkte een aantal maanden met zijn broeders in Engeland en trok vervolgens door naar Palestina om dat land voor de terugkeer van de Joden in te wijden. Er was op dat moment nog één plaats open in het Quorum der Twaalf.’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 231.)

Brigham Young leidde de uitbreiding van het zendingswerk in Groot-Brittannië en gaf daarbij blijk van grote geestelijke en administratieve bekwaamheid. Onder leiding van Brigham Young en de andere apostelen maakte de kerk in Groot-Brittannië een fenomenale groei door. Toen de meeste apostelen eind april 1841 uit Engeland vertrokken, waren zeven- à achtduizend mensen lid van de kerk geworden. Een duizendtal leden was een paar maanden eerder naar Nauvoo geëmigreerd.

‘Deze zending was voor het Quorum der Twaalf Apostelen een belangrijke groeiperiode. Brigham Young schaafde de leidersvaardigheden bij die hij spoedig in Nauvoo zou moeten gebruiken. […] Door beproevingen te doorstaan, offers te brengen en eensgezind samen te werken, werd de eenheid in het Quorum der Twaalf in Groot-Brittannië versterkt, waardoor de kerk de daaropvolgende jaren van sterke leiders verzekerd was.’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 234.)

Leer en Verbonden 126:3. Brigham Youngs zorg voor zijn gezin

Toen hij uit Groot-Brittannië terugkeerde, luisterde Brigham Young naar het gebod van de Heer om ‘bijzondere zorg aan [zijn] gezin te besteden’ (LV 126:3). Hij nam dagelijks de tijd om zijn kinderen instructies te geven en met hen te bidden. Zij herinnerden zich hem als een zachtaardige en liefdevolle vader.

Brigham Young was veertig toen de openbaring in Leer en Verbonden 126 ontvangen werd. Het volgende verhaal illustreert zijn langdurige toewijding aan zijn gezin:

‘Hij was 23 toen hij met Miriam Angeline Works trouwde. Het jonge paar kreeg twee dochters. Brigham onderhield zijn gezin door stoelen, tafels en kasten te vervaardigen en te repareren, en vensters, deuren, trappen en schoorsteenmantels te installeren. […]

‘Toen Miriam tuberculose kreeg, nam Brigham er veel van haar taken bij. Toen zij in toenemende mate bedlegerig werd, maakte hij regelmatig het ontbijt voor het hele gezin, kleedde zijn dochters aan, maakte het huis schoon, “droeg zijn vrouw naar de schommelstoel bij de open haard en liet haar daar tot hij ’s avonds weer terug kon keren”, waarop hij het avondeten kookte, zijn gezinsleden in bed stopte en de huishoudelijke werkzaamheden verder afmaakte. [Susa Young Gates en Leah D. Widtsoe, The Life Story of Brigham Young (1930), 5.] Door zijn ervaringen in zijn jeugd en eerste huwelijk met de zorg voor kinderen en het voeren van een huishouding leerde hij veel over samenwerking in het gezin en het huishouden. Jaren later adviseerde hij de heiligen aangaande die onderwerpen en schepte plagend op dat hij “de meeste vrouwen in de gemeenschap” kon verslaan “in het huishouden.” [Deseret News, 12 augustus 1857, 4.]’ (Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], 2.)

‘Brigham Young was na deze openbaring [LV 126] niet alleen in staat om meer tijd met zijn gezin door te brengen, maar hij was ook vaak in de buurt van de profeet Joseph Smith (28 van Josephs laatste 36 maanden).

‘Het lijkt duidelijk dat de Heer Brigham Youngs toekomst en de toekomst van de kerk kende en hem daarom dicht bij Joseph hield, zodat hij de nodige kennis kon opdoen om de kerk na Josephs dood te leiden.’ (Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 313.)

Hoewel Brigham zijn gezin niet meer hoefde achter te laten om op zending te gaan, vervulde hij vóór de dood van de profeet toch nog enkele korte zendingen.