Seminarie en instituut
Thuisseminarieles: Leer en Verbonden 45–48 (unit 11)


Thuisseminarieles

Leer en Verbonden 45–48 (unit 11)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de gebeurtenissen, leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Leer en Verbonden 45–48 (unit 11) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de ingevingen van de Heilige Geest terwijl u over de behoeften van uw cursisten nadenkt.

Dag 1 (Leer en Verbonden 45:1–15)

In de eerste verzen van Leer en Verbonden 45 lazen de cursisten dat Jezus Christus de hemelen en de aarde geschapen heeft en dat Hij onze voorspraak bij onze hemelse Vader is. Als we over de Heiland leren en wat Hij voor ons gedaan heeft, kan ons verlangen toenemen om aan zijn stem gehoor te geven.

Dag 2 (Leer en Verbonden 45:16–75)

De cursisten bestudeerden de tekens van de wederkomst van Jezus Christus. Ze leerden dat als we op heilige plaatsen staan en naar de tekens uitzien, we op die grote gebeurtenis voorbereid zullen zijn. Uit de gelijkenis van de tien maagden leerden ze het volgende: als we de waarheid ontvangen en de Heilige Geest tot onze gids nemen, zullen we de wederkomst van de Heiland verdragen. In deze les kwamen de cursisten ook iets over het nieuwe Jeruzalem te weten.

Dag 3 (Leer en Verbonden 46)

De cursisten stonden in deze les stil bij de wijze waarop kerkelijke bijeenkomsten geleid dienen te worden. Ze leerden dat kerkleiders zich door de Heilige Geest moeten laten leiden en dat de Heer ons geboden heeft om alle mensen in onze openbare bijeenkomsten te verwelkomen. De cursisten stelden ook vast hoe we misleiding kunnen voorkomen: (1) volg de Geest in alle heiligheid en (2) roep God aan en neem een dankbare houding tegenover Hem aan. De cursisten leerden vervolgens over de doeleinden van geestelijke gaven.

Dag 4 (Leer en Verbonden 47–48)

De cursisten leerden het volgende over het belang van kerkelijke verslagen bijhouden: als we onze eigen geschiedenis trouw proberen bij te houden, zal de Geest ons bijstaan. De cursisten bestudeerden de historische context van de migrerende heiligen die vanuit New York in Ohio aankwamen. Ze dachten na over het gebod van de Heer om wat we hebben met anderen in nood te delen.

Inleiding

Deze les gaat over hoe Jezus Christus naar ons allemaal omziet. De cursisten krijgen de kans om de leerstellingen en beginselen die ze deze week leerden te koppelen aan hoe de Heer zijn liefde voor ons toont.

Noot: de cursisten probeerden de kerntekst in Leer en Verbonden 46:33 in hun persoonlijke studie uit het hoofd te leren en toe te passen. Laat ze het vers desgewenst opzeggen en vertellen hoe jonge mensen volgens hen ‘voortdurend deugd en heiligheid voor [de Heer kunnen] betrachten’.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 45–46

De Heer spreekt over belangrijke gebeurtenissen en gaven in de laatste dagen

Zet de volgende vraag op het bord: Wie denkt er op dit moment aan je?

U kunt de cursisten aanmoedigen om in Leer en Verbonden 45–46 verzen op te zoeken die ze gemarkeerd hebben en leringen die ze gevonden hebben, waaruit het idee spreekt dat de Heiland aan ze denkt en persoonlijk in hen geïnteresseerd is. Laat de cursisten over de vragen op het bord nadenken en erop reageren.

  • Wat heb je deze week geleerd waardoor je beter begrijpt dat de Heer naar je omziet? (Mogelijke antwoorden: de Heiland is onze voorspraak bij de Vader; de Heiland toont zijn liefde voor ons door gebeurtenissen voorafgaand aan de wederkomst te openbaren; en God schenkt ons gaven van de Geest als wij ernaar streven en waardig voor zijn.)

Wijs de cursisten erop dat vijanden in die periode van de kerkgeschiedenis leugens en valse geruchten over de kerk en de profeet Joseph Smith verspreidden. De openbaring in Leer en Verbonden 45 liet de heiligen weten dat de Heer in het bijzonder in die moeilijke tijd aan ze dacht.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 45:1–6 voor te lezen. Laat de klas meelezen en zich afvragen hoe deze openbaring de heiligen in die tijd van vervolging tot troost geweest kan zijn. Laat de cursisten eventueel steeds even stoppen zodat u de volgende vragen kunt stellen:

  • Hoe toont de leer dat Jezus Christus de hemelen en de aarde gemaakt heeft (LV 45:1) aan dat de Heiland Zich persoonlijk om je bekommert?

  • Hoe blijkt uit de woorden van de Heer in Leer en Verbonden 45:2 zijn bezorgdheid voor ons?

  • Wat betekent volgens jullie in vers 3 ‘die uw zaak […] bepleit’?

  • Wat had de Heiland volgens vers 4 ondergaan waardoor Hij onze voorspraak bij onze hemelse Vader kon worden? (Hij onderging lijden en de dood. Bovendien had Hij geen zonden begaan. U kunt een cursist vragen de rol van een advocaat of voorspraak uit te leggen.)

  • Hoe beïnvloedt je kennis dat Jezus Christus onze voorspraak bij onze hemelse Vader is wat je nu kiest en doet?

Laat een cursist het volgende citaat van president Joseph Fielding Smith voorlezen om te beklemtonen dat de Heiland naar ons omziet. Laat de klas op meer inzichten in de rol van de Heiland als ons voorspraak letten.

President Joseph Fielding Smith

‘[Jezus Christus] staat tussen de Vader en de mens in. Hij bepleit onze zaak. Weet u, toen Hij op aarde was, bad hij vaak. Hij bad voor zijn discipelen, waarbij Hij bij zijn Vader voor hen pleitte, en Hij is sindsdien blijven pleiten. Hij staat tussen ons en God in.’ (In Conference Report, oktober 1953, 58.)

  • Hoe kan iemand de Heiland bedanken omdat Hij zijn of haar voorspraak is? (U kunt de cursisten voor doordachte antwoorden op deze vraag verwijzen naar wat ze bij hun tweede schrijfopdracht in hun les voor dag 1 van deze unit opgeschreven hebben [LV 45:1–15].)

Laat de cursisten nadenken over momenten waarop ze het gevoel hadden dat niemand aan ze dacht of dat ze minder in tel waren dan anderen.

Lees het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voor. Laat de cursisten opletten wat de Heiland voor ieder van hen voelt.

Ouderling Jeffrey R. Holland

Broeders en zusters, ik getuig dat niemand van ons door God minder gewaardeerd of gekoesterd wordt. Ik getuig dat Hij eenieder van ons liefheeft – onze onzekerheden, onze angsten, ons zelfbeeld, alles. Hij beoordeelt onze talenten noch ons uiterlijk; Hij beoordeelt ons beroep noch onze bezittingen. Hij moedigt alle deelnemers aan de wedstrijd aan, en roept dat we tegen het kwaad strijden, niet tegen elkaar. Ik weet dat er, als wij getrouw zijn, een mantel van gerechtigheid op maat voor iedereen klaarhangt.’ (Zie ‘De andere verloren zoon’, Liahona, juli 2002, 72.)

Vraag de cursisten wanneer zij het gevoel hadden dat God naar hen omzag of zich door God bemoedigd voelden.

Leg uit dat de Heiland de heiligen in die periode van vervolging onder meer troostte met de verzekering dat Hij op aarde terug zou komen om hen te zegenen. Zet de volgende tekstverwijzing op het bord: Leer en Verbonden 45:55–59.

Laat de cursisten deze verzen doorlezen en opletten hoe de heiligen bij de komst van de Heer gezegend zullen worden.

  • Wat moeten we volgens vers 57 doen om op de komst van de Heiland voorbereid te zijn? (Zet het volgende beginsel op het bord: Als we de waarheid ontvangen en de Heilige Geest tot onze gids nemen, zullen we de wederkomst van de Heiland verdragen.)

  • Hoe bereiden we ons op de wederkomst van Jezus Christus voor als we waarheid ontvangen en de Geest tot onze gids nemen?

  • Wat heb je tot nu toe gedaan om waarheid te ontvangen en aan te nemen? Wanneer is de Heilige Geest je tot gids geweest? (Nadat de cursisten hebben gereageerd, kunt u desgewenst zelf ervaringen aandragen.)

Leer en Verbonden 47–48

De heiligen dienen regelmatig een verslag bij te houden en informatie met elkaar te delen

Wijs de cursisten erop dat ze deze week onder meer over het belang van het bijhouden van een levensgeschiedenis of dagboek geleerd hebben. Moedig de cursisten aan om hun levensgeschiedenis bij te blijven houden of eraan te beginnen. Vraag ze waarom een levensgeschiedenis bijhouden ertoe doet.

Vraag de cursisten welke zegeningen ze ontvangen hebben door een levensgeschiedenis bij te houden of die van hun ouders, grootouders of andere voorouders te lezen.

Volgende unit (Leer en Verbonden 49–56)

Laat de cursisten eventueel het volgende overdenken om ze op hun studie de komende week voor te bereiden: Hoe moeten we het evangelie aan anderen prediken? Hoe weet je wanneer je door de Heilige Geest onderwijst of leert? Heb je er ooit moeite mee gehad om vast te stellen of iets van God of uit een andere bron afkomstig was? Leg uit dat ze in de volgende unit leren wat de Heer gezegd heeft over manieren om waarheid te herkennen en valse leringen te vermijden.