Les 34
Leer en Verbonden 28
Inleiding
In 1830 ondervindt de profeet Joseph Smith een probleem omdat sommige leden van de kerk de orde van openbaring niet goed begrijpen. Hiram Page beweert door middel van een speciale steen openbaringen voor de kerk te ontvangen. Sommige kerkleden, onder wie Oliver Cowdery, geloven hem. Vlak voordat er op 26 september 1830 een conferentie van de kerk wordt gehouden, openbaart de Heer beginselen aan de hand waarvan Oliver Cowdery en anderen de orde van openbaringen in de kerk beter gaan begrijpen.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 28:1–7
De Heer verklaart dat alleen de president van de kerk openbaringen voor de hele kerk kan ontvangen.
Schrijf imitatie op het bord.
-
Wat zijn enkele voorbeelden van imitaties? (Als onderdeel van deze bespreking kunt u een voorbeeld laten zien van iets dat een imitatie is, zoals een kopie van een kunstwerk, namaakgeld, of een plastic vrucht.)
-
Waarom kan het schadelijk zijn om een imitatie als echt te beschouwen?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘De duivel is de vader van alle leugen en hij is erop uit om het werk van God met sluwe imitaties te verijdelen.’ (‘Twee communicatielijnen’, Liahona, november 2010, 84.)
Vraag een cursist de inleiding tot Leer en Verbonden 28 voor te lezen. Laat de klas meelezen en een imitatie opzoeken die Satan gebruikte om sommige leden in de begintijd van de kerk te misleiden.
-
Welke imitatie gebruikte Satan om de kerkleden te misleiden? (Als de cursisten de overeenkomst niet noemen tussen de steen van Hiram en de Urim en Tummim die Joseph Smith soms gebruikte, wijs ze dan op die overeenkomst.)
Leg uit dat sommige kerkleden de valse openbaringen geloofden die Satan aan Hiram Page gaf. Terwijl de cursisten de openbaring in Leer en Verbonden 28 bestuderen, moedigt u ze aan om beginselen op te zoeken met behulp waarvan ze de misleidingen van Satans imitaties kunnen vermijden. Zeg dat u die beginselen op het bord zult zetten terwijl zij die gedurende de les ontdekken. U kunt de cursisten in overweging geven om die beginselen in de kantlijn van hun Schriften te noteren.
Vraag een cursist Leer en Verbonden 28:1–4 voor te lezen en laat de klas opzoeken in welke opzichten de taken van Oliver Cowdery van de taken van Joseph Smith afweken.
-
In welke opzichten weken de taken van Oliver Cowdery af van die van Joseph Smith? (Joseph Smith was verantwoordelijk om geboden en openbaringen voor de kerk te ontvangen. Oliver was verantwoordelijk om met de Geest de geboden en openbaringen te verkondigen die Joseph had ontvangen.)
-
Welk belangrijke beginsel betreffende de president van de kerk leren we uit Leer en Verbonden 28:2? (De cursisten dienen deze leerstelling te begrijpen: de president van de kerk is de enige persoon die openbaring voor de hele kerk kan ontvangen. Zet deze uitspraak op het bord.)
-
Hoe kunnen we met de kennis van deze waarheid misleiding vermijden?
Terwijl de cursisten deze vragen bespreken, kunt u ze verzekeren dat we altijd op de leringen en de raad van de president van de kerk kunnen vertrouwen. Want de Heer zal nooit toestaan dat de president van de kerk ons zal misleiden. (Merk op dat deze belofte in een uitspraak van president Wilford Woodruff is te vinden. Die uitspraak staat in de Leer en Verbonden, in het aanvullende materiaal na Officiële verklaring 1.)
Leg uit dat vlak voordat de Heer de beginselen in Leer en Verbonden 28 openbaarde, Oliver Cowdery iets deed waaruit bleek dat hij nog niet goed begreep wat de verschillen waren tussen zijn taken in de kerk en de taken van Joseph Smith als president van de kerk. Laat een cursist het volgende citaat voorlezen:
Joseph Smith woonde in Harmony (Pennsylvania) toen hij een brief van Oliver Cowdery kreeg, die zich in Fayette (New York) bevond, zo’n 160 kilometer bij Joseph vandaan. Oliver schreef dat hij een fout had gevonden in de openbaring die nu Leer en Verbonden 20 is. Oliver schreef: ‘Ik gebied je in de naam van God om die woorden te verwijderen.’ Joseph reisde naar Fayette en kwam erachter dat de familie Whitmer het met Oliver eens was. Joseph schreef: ‘Het kostte me veel moeite en volharding om ze ervan te overtuigen rustig over dat onderwerp te praten.’ Uiteindelijk was de profeet ‘in staat om niet alleen de familie Whitmer, maar ook […] Oliver Cowdery zover te krijgen dat hij erkende dat ze zich hadden vergist.’ (Histories, Volume 1: 1832–1844, deel 1 van de Histories series of The Joseph Smith Papers [2012], 426; zie ook 424–425.)
Laat de cursisten Leer en Verbonden 28:6–7 doorlezen en de raad van de Heer aan Oliver Cowdery opzoeken.
-
Wat zei de Heer tegen Oliver Cowdery? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende leerstelling op het bord: In de Kerk van Jezus Christus ontvangen de leden geen openbaring voor iemand die hen presideert.)
-
Hoe houdt dit verband met hetgeen we zojuist gelezen hebben?
-
Wat hebben we daar tegenwoordig aan?
Leer en Verbonden 28:8–10
De Heer roept Oliver Cowdery om het evangelie onder de Lamanieten te prediken
Laat een cursist Leer en Verbonden 28:8–10 voorlezen en laat de klas opzoeken waartoe de Heer Oliver Cowdery riep.
-
Waartoe riep de Heer Oliver? (Het evangelie onder de Lamanieten prediken.)
-
Wat kunnen we uit Leer en Verbonden 28:8 over persoonlijke openbaring leren? (Als de cursisten geantwoord hebben, zet u dit beginsel op het bord: We kunnen openbaring voor onszelf ontvangen en voor de roepingen en taken die ons zijn gegeven.)
Om ervoor te zorgen dat de cursisten dit beginsel goed begrijpen, leest u het volgende citaat van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:
‘Wij hebben recht op persoonlijke openbaring. Maar tenzij wij tot een presiderende functie worden aangesteld, zullen wij geen openbaring ontvangen over wat anderen moeten doen. […]
‘Een ongebruikelijke geestelijke ervaring mag niet worden beschouwd als een oproep om anderen te leiden. Ik ben ervan overtuigd dat speciale, heilige ervaringen persoonlijk zijn en dat we die voor onszelf moeten houden.’ (‘Revelation in a Changing World’, Ensign, november 1989, 14–15.)
Zet vóór de les de volgende rollen en roepingen op afzonderlijke papiertjes: ouder, algemeen autoriteit, bisschop, zendeling, zondagsschoolleerkracht, presidente rozenmeisjes, huisonderwijzer, huisbezoekster. Doe de papiertjes in een bakje.
Laat de cursisten een papiertje uit het bakje halen en die om de beurt aan de klas voorlezen. Als alle papiertjes zijn voorgelezen, vraagt u de cursisten wat voor openbaringen die personen kunnen ontvangen om hun rol of roeping te vervullen.
U kunt de cursisten laten vertellen wanneer zij openbaring hebben ontvangen om een roeping of taak te vervullen. U kunt ook over een ervaring vertellen waarbij u openbaring ontving om u met een roeping of taak te helpen. Herinner de cursisten eraan dat sommige ervaringen te heilig of persoonlijk zijn om over te praten.
Moedig de cursisten aan om in gebed om openbaring te vragen voor hun privéleven en hun roepingen en taken in de kerk. Moedig ze ook aan om voor de leiders van de kerk te bidden, dat ze met gezondheid en veiligheid gezegend zullen worden en dat ze inspiratie zullen ontvangen om hun taken te vervullen.
Leer en Verbonden 28:11–16
De Heer zegt dat Oliver Cowdery Hiram Page terecht moet wijzen en de kerk op orde moet brengen
Herinner de cursisten aan de valse openbaringen die Hiram Page aan sommige kerkleden vertelde. Laat de cursisten Leer en Verbonden 28:11–14 doorlezen om te zien wat Oliver Cowdery van de Heer moest doen om deze moeilijkheid op te lossen.
-
Wat moest Oliver van de Heer doen om het probleem met Hiram Page op te lossen?
-
Wat kunnen wij van deze verzen over de taken van de kerkleiders leren? (De cursisten kunnen verschillende beginselen noemen, maar leg in elk geval nadruk op het volgende: de leiders van de kerk hebben de verantwoordelijkeid om mensen terecht te wijzen die anderen op een dwaalspoor brengen. Zet dit beginsel op het bord.)
-
Wat kunnen we van Leer en Verbonden 28:13 leren over de manier waarop de Heer zijn kerk leidt? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken, maar zorg ervoor dat ze dit beginsel goed begrijpen: in de Kerk van Jezus Christus moet alles in goede orde geschieden. Zet dit beginsel op het bord.)
Leg uit dat een van de manieren waarop dingen ‘ordelijk worden gedaan, en door algemene instemming’, is dat we personen in het openbaar steun verlenen.
-
Waarom is het volgens jullie belangrijk dat mensen in het openbaar voor een roeping worden voorgesteld?
Om duidelijk te maken dat algemene instemming de kerk orde en bescherming biedt, laat u een cursist de volgende uitspraak van president Packer voorlezen:
‘Openbaring in de kerk wordt ontvangen door hen die op de juiste wijze zijn geroepen, gesteund, geordend of aangesteld. Een bisschop zal bijvoorbeeld geen openbaring ontvangen voor een naburige wijk, omdat die buiten zijn bevoegdheid valt.
‘Soms beweert iemand dat hij de bevoegdheid heeft ontvangen om te onderwijzen of te zegenen zonder daartoe te zijn geroepen en aangesteld. […]
‘Daarom wordt de procedure van steunverlening zo zorgvuldig beschermd in de kerk – zodat iedereen zal weten wie de bevoegdheid heeft om te onderwijzen en te zegenen.’ (‘Revelation in a Changing World’, 15.)
-
Waarom steunen we mensen die een kerkroeping ontvangen in het openbaar?
-
Als we onze hand hebben opgestoken om mensen in hun roeping te steunen, wat moeten we dan doen om hen écht te ondersteunen?
Om de cursisten ideeën te geven voor de toepassing van de beginselen die ze vandaag geleerd hebben, leest u de volgende situaties voor en vraagt u ze hoe ze in die situaties zouden reageren:
-
Je krijgt een bericht waarvan wordt beweerd dat het een nieuwe openbaring is. Er staan leringen in die niet overeenkomen met de Schriften of de woorden van de hedendaagse profeten.
-
Je merkt dat een lid uit jouw wijk tijdens haar getuigenis iets zegt dat leerstellig niet juist is. Je maakt je zorgen dat als die boodschap als waarheid wordt beschouwd, dat een schadelijke invloed op anderen kan hebben. Wie moet die persoon terechtwijzen?
Laat een cursist Leer en Verbonden 28:15–16 voorlezen en laat de klas de raad van de Heer aan Oliver Cowdery opzoeken.
Leg uit dat toen Joseph Smith deze openbaring had ontvangen, hij een conferentie organiseerde en de kerk op orde stelde. Tijdens de conferentie ‘verwierpen broeder Page en alle aanwezige leden de genoemde steen en alles wat daarmee te maken had.’ (Histories, Volume 1: 1832–1844, 452.) Geef tot slot uw getuigenis van de beginselen die u vandaag hebt besproken en wijs erop dat we ze kunnen gebruiken om niet misleid te worden.