Les 35
Leer en Verbonden 29:1–29
Inleiding
Vlak voor een conferentie van de kerk op 26 september 1830 ontving de profeet Joseph Smith in de aanwezigheid van zes ouderlingen een openbaring. Door deze openbaring leerden deze ouderlingen iets over de vergadering van de uitverkorenen van de Heiland vóór zijn wederkomst.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 29:1–13
De Heer getuigt van zijn verzoening en zijn verlangen om zijn volk te vergaderen.
Zet vóór de les het volgende op het bord: ‘Heft uw hart op en weest verblijd’ (LV 29:5).
-
Waarom is het soms moeilijk om gehoor te geven aan die raad? Hoe zijn jullie in staat geweest om die raad te gehoorzamen?
Leg uit dat Leer en Verbonden 29:1–3 de woorden van de Heiland bevat waardoor wij ons hart kunnen opheffen en ons kunnen verblijden.
Laat de plaat Christus en de kinderen zien (Evangelieplatenboek [2009], nr. 47; zie ook LDS.org) en zo mogelijk een plaat van een hen die haar kuikens vergadert. Vraag of iemand kan beschrijven hoe en waarom een hen haar kuikens vergadert. (Als de cursisten dat niet weten, leg dan uit dat als een hen gevaar aanvoelt, ze haar kuikens bij zich roept. Als ze bij haar komen, vergadert ze hen onder haar vleugels om ze te beschermen.) Laat een cursist Leer en Verbonden 29:2 voorlezen.
-
In welk opzicht lijkt de Heiland op een hen die haar kuikens vergadert en beschermt?
-
Wat moeten de kuikens doen om zich veilig onder de vleugels van hun moeder te vergaderen? (Leg zo nodig uit dat de kuikens naar hun moeder toe moeten gaan.)
Zet het volgende op het bord: Jezus Christus zal ons vergaderen als wij …
-
Wat moeten wij volgens Leer en Verbonden 29:2 doen om door de Heiland vergaderd te worden? Maak aan de hand van de antwoorden van de cursisten het beginsel op het bord af: Jezus Christus zal ons vergaderen als wij naar zijn stem luisteren en Hem in gebed aanroepen.)
Leg uit dat profeten vanaf het begin over de vergadering van Israël hebben geprofeteerd. Het huis van Israël – het verbondsvolk van de Heer – zal in de laatste dagen, vóór de wederkomst van Christus, worden vergaderd (zie Geloofsartikelen 1:10). De Heer vergadert zijn volk wanneer zij geloof in Hem oefenen en zijn geboden onderhouden.
Om er zeker van te zijn dat de cursisten de waarheid en het belang van dit beginsel goed begrijpen, bespreekt u de volgende vragen:
-
Wat zijn enkele manieren waarop wij de stem van de Heiland kunnen horen? (Mogelijke antwoorden: door de Schriften, de leringen van hedendaagse profeten en apostelen, en de inspiratie van de Heilige Geest.)
-
Waarom is luisteren naar de stem van de Heiland anders dan alleen zijn stem horen?
-
Waarom moeten we nederig zijn om door de Heiland vergaderd te worden?
Laat de cursisten zich afvragen wanneer zij het gevoel hadden dat de Heiland door Schriftstudie, de woorden van hedendaagse profeten of persoonlijk gebed dichtbij hen was. Geef enkele cursisten de kans om daar iets over te vertellen. Herinner ze eraan dat sommige ervaringen te heilig of persoonlijk zijn om over te praten.
Verwijs naar de tekst die u vóór de les op het bord hebt gezet.
-
Hoe kan de gedachte dat we door de Heer worden vergaderd ons hart opheffen en ons verblijden?
Vraag een cursist Leer en Verbonden 29:1, 3 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waarom we ons hart moeten opheffen en ons moeten verblijden. Laat de cursisten in die verzen een beginsel opzoeken dat uitlegt waarom we ons hart kunnen opheffen en ons kunnen verblijden.
Geef ze voldoende tijd en laat vervolgens enkele cursisten iets vertellen over het beginsel dat ze hebben gevonden. (Hun antwoorden moeten het volgende beginsel weergeven: omdat de Heiland onze zonden op Zich heeft genomen, kunnen we ons hart opheffen en ons verblijden.)
-
In welk opzicht is jullie getuigenis van de verzoening van Jezus Christus een bron van geluk? (Als de cursisten die vraag beantwoord hebben, kunt u ook uw antwoord geven.)
Leg uit dat een van de manieren waarop de Heiland mensen vergadert, ons zendingswerk is. In de openbaring in Leer en Verbonden 29 spreekt de Heiland bij monde van Joseph Smith tot zes ouderlingen, die Hij gebiedt om zijn evangelie te verkondigen.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 29:4–6 doorlezen. Laat ze woorden en zinsneden opzoeken die met zendingswerk te maken hebben. Stel daarna de volgende vragen:
-
Welke woorden en zinsneden hebben jullie gevonden? Wat kun je uit die woorden en zinsneden over zendingswerk leren?
Laat een cursist Leer en Verbonden 29:7–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en de uitleg van de Heiland opzoeken over wat deze zes ouderlingen moesten doen en wat daar de reden voor was.
-
Waartoe riep de Heiland die ouderlingen? (‘Om de vergadering van [zijn] uitverkorenen tot stand te brengen’) Hoe omschreef de Heiland zijn uitverkorenen? (Zij die zijn ‘stem’ horen en ‘hun hart’ niet verstokken.)
-
Hoe kunnen zendelingen aan die vergadering van de uitverkorenen bijdragen?
Leg uit dat er nog maar weinig leden waren toen deze openbaring werd gegeven. De heiligen konden ‘op één plek […] worden vergaderd’ (LV 29:8). Maar toen de kerk groeide, gebood de Heer de heiligen om zich op verschillende locaties te vergaderen. Tegenwoordig vergaderen we ons in de ring van Zion waar we wonen.
-
Waar vergaderen we ons tegenwoordig? (Mogelijke antwoorden: thuis, in kerkgebouwen en in tempels.)
Vat Leer en Verbonden 29:9–13 samen door uit te leggen dat de Heiland in deze verzen verklaart dat Hij met macht en grote heerlijkheid opnieuw op aarde zal komen. De heerscharen die bij zijn wederkomst in heerlijkheid aanwezig zullen zijn, zijn getrouwe heiligen die in verschillende bedelingen op aarde hebben geleefd. De rechtschapen mensen die zijn overleden, zullen herrijzen en de goddelozen zullen worden verdelgd. Jezus Christus zal ‘duizend jaar lang in gerechtigheid bij de mensen op aarde wonen’ (LV 29:11).
Leer en Verbonden 29:14–21
Jezus Christus beschrijft enkele tekens die aan zijn wederkomst vooraf zullen gaan.
Leg uit dat de vergadering van Israël deel uitmaakt van onze voorbereiding op de wederkomst van de Heiland. De Heer heeft ook andere tekens geopenbaard die vóór zijn wederkomst zullen plaatsvinden. Laat de cursisten Leer en Verbonden 29:14–21 doorlezen en de tekens opzoeken die vóór de wederkomst zullen plaatsvinden. Laat de cursisten deze tekens desgewenst in hun Schriften markeren, of in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren.
Voordat de cursisten die verzen lezen, legt u uit dat we niet weten hoe of wanneer die profetieën in vervulling zullen gaan.
Als de cursisten genoeg tijd hebben gehad om deze verzen te bestuderen, legt u uit dat hoewel die tekens vanwege goddeloosheid worden gegeven, ze alle mensen op aarde zullen treffen, ook de rechtschapen mensen. U wilt wellicht de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith voorlezen:
‘[Over] de komst van de Zoon des Mensen zeg ik […] dat het een verkeerd idee is dat de heiligen aan alle oordelen zullen ontkomen terwijl de goddelozen lijden; alle vlees is onderworpen aan lijden, en “de heiligen zullen nauwelijks ontkomen” [zie LV 63:34]; toch zullen veel heiligen eraan ontkomen, want de rechtvaardigen zullen leven door geloof [zie Habakkuk 2:4]; niettemin zullen veel rechtvaardigen ten prooi vallen aan ziekte, pestilentie enz., wegens de zwakte van het vlees, en toch gered worden in het koninkrijk van God.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 272.)
-
Waarom zou je als een van de uitverkorenen van de Heiland vergaderd willen worden als die gebeurtenissen plaatsvinden?
Leg uit dat we, als we geloof in Jezus Christus hebben en Hem volgen, altijd gemoedsrust kunnen hebben, ook wanneer de gebeurtenissen in deze openbaring plaatsvinden. Om nadruk op dit beginsel te leggen, kunt u een cursist enkele of alle van de volgende teksten laten voorlezen: Johannes 14:27; 16:33; Leer en Verbonden 59:23.
Vraag een cursist Leer en Verbonden 29:17 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat het gevolg is als iemand zich niet bekeert.
-
Wat is het gevolg als iemand zich niet bekeert? (De cursisten moeten het volgende beginsel weergeven: als we ons niet bekeren, zullen we niet door het zoenbloed van Jezus Christus gereinigd worden. U kunt de cursisten in overweging geven om dat beginsel in Leer en Verbonden 29:17 te markeren.)
Verzeker de cursisten van de belangrijkste voorbereiding op de wederkomst: tot de Heiland komen, ons bekeren en van onze zonden gereinigd worden. Laat de cursisten zich afvragen of zij zich ergens van moeten bekeren en wat ze moeten doen om van zonden gereinigd te worden.
Leer en Verbonden 29:22–29
De Heiland openbaart wat er na het millennium en het uiteindelijke oordeel zal gebeuren
Geef elke cursist een van de volgende tekstverwijzingen uit Leer en Verbonden 29: vers 22, vers 26, of de verzen 27–28. Laat de cursisten hun teksten doorlezen en iets opzoeken wat er aan het eind van het millennium zal gebeuren. (U moet wellicht aan de cursisten die Leer en Verbonden 29:26 bestuderen uitleggen dat Michaël, de aartsengel, Adam is. Zie LV 107:54.) Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad om hun teksten te bestuderen, laat u ze vertellen wat ze hebben gevonden, te beginnen met vers 22.
Laat een cursist Leer en Verbonden 29:27 voorlezen en laat de klas de zegening opzoeken die de rechtvaardigen bij het laatste oordeel zullen ontvangen.
-
Welke zegening ontvangen wij als we ons bij de Heiland vergaderd hebben? (De cursisten moeten deze leerstelling noemen: wie rechtvaardig geleefd hebben en tot Jezus Christus komen, zullen het eeuwig leven ontvangen. U kunt ze aanmoedigen om dat beginsel in Leer en Verbonden 29:27 te markeren.)
Hang tot slot de plaat van Jezus en de kinderen op het bord. Zet dan het woord Ik op het bord. Laat de cursisten zich afvragen waar ze het woord Ik zouden plaatsen als het hun nabijheid tot de Heiland weergeeft. Vraag de cursisten naar ervaringen die ze hebben gehad toen ze gehoor gaven aan de ingevingen waardoor ze dichter bij de Heiland konden komen. Laat ze iets kiezen om te handelen naar wat ze vandaag geleerd hebben en dichter bij Hem te komen.