Les 96
Leer en Verbonden 90–92
Inleiding
Op 8 maart 1833 geeft de Heer de openbaring in Leer en Verbonden 90. Deze openbaring bevat instructies aan het Presidium van de Hoge Priesterschap en was ‘een verdere stap in de richting van de instelling van het Eerste Presidium’ (zie de inleiding tot de afdeling). Op 9 maart 1833 vraagt Joseph Smith of hij de apocriefe boeken in zijn vertaling van de Bijbel moet opnemen. De Heer antwoordt met de openbaring in Leer en Verbonden 91 en zegt dat hij die niet hoeft te vertalen. Enkele dagen later, op 15 maart 1833, ontvangt de profeet de openbaring in Leer en Verbonden 92, met de opdracht aan Frederick G. Williams, een van de raadgevers van Joseph Smith, om actief lid van de Verenigde Firma te worden, die was gevestigd om toezicht te houden op het welzijn en de zakelijke belangen van de kerk.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 90:1–18
De Heer geeft instructies aan het Presidium van de Hoge Priesterschap betreffende hun taken
Begin de les met de volgende vraag:
-
Wat is het waardevolste geschenk dat je ooit hebt gekregen? Waarom is het zo waardevol?
Vraag een cursist Leer en Verbonden 90:1–3 voor te lezen. Laat de klas iets waardevols opzoeken dat de Heer aan Joseph Smith had gegeven.
-
Wat bezat Joseph Smith? (De sleutels van het koninkrijk, namelijk de rechten van presidentschap, ofwel de macht die God aan de mens geeft om zijn koninkrijk op aarde te besturen en te leiden.) Waarom is dat zo waardevol?
Laat een cursist Leer en Verbonden 90:4–5 voorlezen. Laat de klas meelezen en de waarschuwing van de Heer aan de heiligen opzoeken. (U moet wellicht uitleggen dat het woord orakelen in de verzen 4–5 op de openbaringen slaat die God door middel van zijn profeten geeft.)
-
Welke waarschuwing gaf de Heer de heiligen? Welk beginsel halen we uit die waarschuwing? (De antwoorden van de cursisten dienen dit beginsel te omvatten: als we de openbaringen die God ons bij monde van zijn profeten geeft lichtvaardig opvatten, zullen we struikelen en vallen. U kunt dit beginsel eventueel op het bord zetten.)
-
Wat houdt het in om de openbaringen van God ‘als iets gerings’ te beschouwen? Wat zijn enkele voorbeelden van openbaringen die mensen ‘als iets gerings’ kunnen beschouwen?
Laat de cursisten Leer en Verbonden 90:6 doorlezen en opzoeken wie volgens de Heer nog meer de sleutels van het koninkrijk zouden bezitten. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Leg uit dat op 18 maart 1833, tien dagen nadat de openbaring in afdeling 90 was gegeven, Joseph Smith Sidney Rigdon en Frederick G. Williams als raadgevers in het Presidium van de Hoge Priesterschap aanstelde, dat later het Eerste Presidium zou worden genoemd.
-
Welke leerstelling halen we uit vers 6? (De cursisten dienen de volgende leerstelling te noemen: het Eerste Presidium bezit de sleutels van het koninkrijk.) Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat hoewel ieder lid van het Eerste Presidium de sleutels van het koninkrijk bezit, de president van de kerk de enige persoon is die openbaring voor de hele kerk kan ontvangen.)
Vat Leer en Verbonden 90:7–10 samen door uit te leggen dat het Eerste Presidium de instructie kreeg om de leden van de school der profeten voor te bereiden om het evangelie in de hele wereld te verkondigen. Vraag de cursisten Leer en Verbonden 90:11 door te lezen en zich af te vragen hoe dit vers tegenwoordig in vervulling gaat. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
U moet wellicht ook Leer en Verbonden 90:12–18 samenvatten. Uit deze verzen blijkt dat de profeet Joseph Smith en zijn raadgevers de zaken van de kerk op orde moesten brengen.
U wilt misschien ook uw getuigenis geven dat het Eerste Presidium de sleutels van het koninkrijk bezit en uitleggen hoe belangrijk het is om naar hun woorden te luisteren.
Leer en Verbonden 90:19–37
De Heer geeft de heiligen in Zion instructies
Leg uit dat toen Joseph Smith de openbaring in Leer en Verbonden 90 ontving, hij zich met andere kerkleiders in een moeilijke positie bevond vanwege het gebrek aan financiële middelen in de kerk.
-
Wat doe je als je in moeilijke omstandigheden verkeert?
Leg uit dat Leer en Verbonden 90:19–37 de instructies van de Heer aan de eerste leiders van de kerk bevat over de manier waarop ze met de moeilijke omstandigheden moesten omgaan. Vraag een cursist Leer en Verbonden 90:24 voor te lezen. Laat de klas meelezen en de raad opzoeken waardoor mensen in moeilijke omstandigheden getroost kunnen worden.
-
Welke raad in vers 24 kan een troost zijn voor iemand in moeilijke omstandigheden? Hoe zouden jullie de boodschap van de Heer in dit vers als beginsel verwoorden? (De antwoorden van de cursisten dienen dit beginsel weer te geven: als we ijverig zoeken, altijd bidden, geloof oefenen en onze verbonden naleven, zal alles voor ons welzijn samenwerken.)
-
Wat betekent het volgens jullie dat alles voor ons welzijn zal samenwerken?
-
Wanneer hebben jullie geprobeerd om in moelijke omstandigheden getrouw te blijven en ben je daardoor gezegend?
Leg uit dat Vienna Jaques, een lid van de kerk, in moeilijke tijden trouw bleef. Deel de cursisten op in groepjes van twee. Geef iedere cursist een kopie van de volgende gegevens van Vienna Jaques. Laat de groepjes Leer en Verbonden 90:28–31 bestuderen en de instructies van de Heer aan Vienna opzoeken. Laat ze vervolgens het uitreikblad bestuderen en opzoeken in welke opzichten Vienna getrouw was.
Als de groepjes klaar zijn met lezen, bespreekt u de volgende vragen:
-
Hoe gaf Vienna Jaques gehoor aan de instructies van de Heer? Waardoor maakt Vienna Jaques indruk op je?
-
Wat hebben jullie van het verhaal van Vienna Jaques geleerd?
Leer en Verbonden 91
De Heiland zegt tegen Joseph Smith dat hij de apocriefe boeken niet moet vertalen
Laat zo mogelijk enkele geschreven informatiebronnen zien, zoals een boek, krant, tijdschrift of mobiel apparaat.
-
Hoe kun je te weten komen of iets wat je leest waar is?
Leg uit dat in de openbaring in Leer en Verbonden 91 instructies aan Joseph Smith staan, over de manier waarop hij kon vaststellen of iets wat hij las waar was. Laat een cursist de inleiding tot de afdeling voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Joseph aan het doen was toen hij deze openbaring ontving. Vraag ze naar hun bevindingen.
Leg uit dat de apocriefe boeken een verzameling heilige boeken van de Joden zijn die aanvankelijk niet in de Hebreeuwse Bijbel (het Oude Testament) waren opgenomen, maar vlak voor de tijd van Christus wel deel uitmaakten van de Griekse vertaling. Sommige boeken verbinden de tijd tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Toen de eerste christenen de boeken van de Bijbel eeuwen later bundelden, voegden ze de apocriefe boeken toe. Maar het was niet duidelijk of ze deel van de Schriften uitmaakten. Het exemplaar van de Bijbel dat Joseph Smith voor zijn geïnspireerde vertaling gebruikte, bevatte de apocriefen. Maar omdat niet duidelijk was of de apocriefe boeken geldig waren, vroeg Joseph aan de Heer of hij die boeken in zijn vertaling van de Bijbel moest opnemen.
Laat een cursist Leer en Verbonden 91:1–3 voorlezen. Laat de klas opzoeken wat Joseph over de apocriefe boeken te weten kwam. (U moet misschien uitleggen dat tussenvoegingen soms bij het manuscript gevoegd worden, maar dat ze het origineel kunnen verbasteren.)
Als de cursisten over hun bevindingen hebben verteld, laat u een cursist Leer en Verbonden 91:4–6 voorlezen. Laat de cursisten opzoeken hoe Joseph Smith te weten kon komen wat er in de apocriefe boeken waar was.
-
Hoe kon Joseph weten wat er in de apocriefe boeken waar was?
-
Wat kunnen we bij het lezen aan de raad in de verzen 4–6 hebben? (De cursisten moeten het volgende beginsel vinden: de Heilige Geest kan ons laten weten of wat we lezen waar is.)
U kunt de cursisten over een ervaring laten vertellen toen ze voelden dat de Heilige Geest de waarheid bevestigde van wat ze lazen.
Leer en Verbonden 92
Frederick G. Williams wordt in de Verenigde Firma opgenomen
Leg uit dat de openbaring in Leer en Verbonden 92 de instructies bevat aan de kerkleiders die deel uitmaakten van de Verenigde Firma (ook wel de verenigde orde genoemd), om Frederick G. Williams in de firma op te nemen. Laat een cursist Leer en Verbonden 92:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe Frederick G. Williams zich van de Heer moest gedragen als lid van de firma. Laat de cursisten vertellen wat ze hebben gevonden.
-
Wat zou het betekenen dat Frederick G. Williams ‘een werklustig lid’ moest zijn?
-
Hoe kunnen jullie een werklustig lid van de kerk zijn?
-
Welk beginsel kunnen we van vers 2 leren betreffende de zegeningen die aan de getrouwen zijn beloofd? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: als we getrouw de geboden van de Heer onderhouden, zullen we voor eeuwig gezegend worden.)
Geef tot slot uw getuigenis van de leerstellingen en beginselen die in deze les zijn behandeld.