Seminarie en instituut
Les 13: Leer en Verbonden 4


Les 13

Leer en Verbonden 4

Inleiding

Deze openbaring, in februari 1829 gegeven aan Joseph Smith sr., is de eerste in een reeks openbaringen aan mensen die de Heer bij zijn werk wilden helpen. (Zie ook LV 11–12; 14–16; 25.) In deze openbaring wordt Joseph Smith sr. geroepen om zich voor God verdienstelijk te maken. De Heer beschrijft de vaardigheden en belangrijkste eigenschappen voor wie de Heer dienen.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 4:1–3

Joseph Smith sr. wordt geroepen om zich voor God verdienstelijk te maken

Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken:

  • Heb je ooit het verlangen gevoeld om de Heer te dienen en willen weten hoe je volgens Hem het beste bij zijn werk kunt helpen?

Leg uit dat de vader van Joseph Smith dat verlangen had, maar niet wist wat de Heer van hem verwachtte. In februari 1829 kwamen Joseph Smith sr. en zijn vrouw Lucy op bezoek bij hun zoon, Joseph Smith jr., in Harmony (Pennsylvania). Tijdens dat bezoek ontving Joseph Smith jr. een openbaring als antwoord op de vraag van zijn vader.Leer en Verbonden 4 is het antwoord van de Heer, waarin Hij beschrijft welke eigenschappen Hij verwacht van hen die Hem dienen.

Herinner de cursisten eraan dat de kerk in die tijd nog niet was opgericht en dat het priesterschap nog niet was hersteld. Laat de cursisten Leer en Verbonden 4:1 in stilte doornemen en nagaan hoe de Heer de aanstaande herstelling noemde.

  • Welk woord gebruikte de Heer voor de herstelling van het evangelie in de laatste dagen?

  • Op welke manieren was de herstelling van het evangelie ‘wonderlijk’?

Laat een cursist Leer en Verbonden 4:2 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de Heer vraagt van hen die zich in zijn dienst begeven. 

  • Wat verwacht de Heer volgens dit vers van hen die Hem dienen?

  • Wat houdt het in om iets ‘met geheel uw hart, macht, verstand en kracht’ te doen?

Om de cursisten deze zinsnede beter te laten begrijpen, laat u hen beschrijven welke daden en eigenschappen ze verwachten van iemand die ernaar streeft God met heel zijn of haar hart, macht, verstand en kracht te dienen. Laat ze ook voorbeelden geven van mensen die ze kennen en die de Heer op deze manier dienen.

Zet de volgende onvolledige zin op het bord: Als wij God met heel ons hart, onze macht, ons verstand en onze kracht dienen, .

Stel de volgende vragen om de cursisten te helpen in Leer en Verbonden 4:2 een beginsel terug te vinden:

  • Welke zegening vloeit er volgens Leer en Verbonden 4:2 uit voort als we God ‘met heel ons hart, onze macht, ons verstand en onze kracht’ dienen? (Terwijl de cursisten antwoorden, laat u een cursist de uitspraak op het bord aanvullen. De uitspraak dient er ongeveer als volgt uit te zien: Als wij God met heel ons hart, onze macht, ons verstand en onze kracht dienen, zullen wij ten laatsten dage schuldeloos voor Hem staan. U kunt de cursisten in overweging geven om die zinsnede in hun Schriften te markeren.)

  • Waarom denk je dat wij door de Heer met heel ons hart, onze macht, ons verstand en onze kracht te dienen, ten laatsten dage schuldeloos voor God kunnen staan?

Moedig de cursisten aan te bedenken hoe ze zich zullen voelen als ze in de tegenwoordigheid van God staan en ‘schuldeloos’ zijn. Nodig één of twee cursisten uit om te vertellen wat ze denken.

Laat een cursist Leer en Verbonden 4:3 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke eigenschap iemand moet bezitten om de Heer bij zijn werk te helpen.

  • Welke eigenschap dient iemand te bezitten om de Heer bij zijn werk te helpen? (Een verlangen om God te dienen.)

Leg uit dat sommigen Leer en Verbonden 4 als een oproep tot voltijds zendingswerk beschouwen. De vader van Joseph Smith, aan wie deze openbaring was gericht, werd echter niet als voltijdzendeling geroepen. Wel volgde hij zijn leven lang de raad in Leer en Verbonden 4:2–3 en diende hij ijverig waar en wanneer hij ook werd geroepen. Hij was een van de acht getuigen van het Boek van Mormon en een van de eersten die zich lieten dopen toen de kerk op 6 april 1830 officieel werd opgericht. Hij was ook de eerste patriarch van de kerk en diende als assistent–raadgever van het Eerste Presidium.

De raad die in deze afdeling wordt gegeven, is van toepassing op iedereen die de Heer wil dienen, en op de vele manieren waarop wij het koninkrijk van God kunnen opbouwen.

  • Hoe kunnen wij naast voltijds zendingswerk de Heer nog meer bij zijn werk helpen?

Laat een cursist het volgende citaat uit het boekje Voor de kracht van de jeugd voorlezen om de cursisten ideeën te laten opdoen over manieren waarop zij hun verlangen om de Heer bij zijn werk te helpen, in de praktijk kunnen brengen:

‘Vooral thuis kun je dienen. Je kunt ook dienen in de kerk, op school en in de samenleving. Je kunt dienen door tempelwerk en familiegeschiedenis te doen. Je kunt dienen door nu al met anderen over het evangelie te praten en in de toekomst een voltijdzending te vervullen. Je kunt doorgaans de zinvolste hulp verlenen door eenvoudige, dagelijkse liefdediensten. Stel je dagelijks open voor de leiding van de Heilige Geest. Dan zul je weten wie je kunt helpen en hoe je dat het beste kunt doen. Volg het voorbeeld van de Heiland door anderen te dienen.’ (Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], 161–162.)

Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een manier noteren waarop ze op dit punt in hun leven de Heer bij zijn werk willen helpen.

Leer en Verbonden 4:4

Het veld is reeds wit om te oogsten

tekening korenaar

Neem zo mogelijk wat graan mee naar de klas. Als dat niet mogelijk is, laat de cursisten dan een afbeelding van een korenveld zien of teken een eenvoudige korenaar op het bord. Leg uit dat de kleur van granen zoals tarwe en rogge van kleur verandert tijdens de groei. Jong koren is groen, maar als het ouder wordt, wordt het bleker. Als het koren klaar is om te oogsten, wordt het vaak ‘wit’ genoemd.

tekening korenaar

Zet de volgende woorden op het bord: veld, oogst, sikkel. Laat een cursist Leer en Verbonden 4:4 voorlezen. Leg voordat hij of zij gaat lezen uit dat de Heer de mensen van de wereld in dit vers met een korenveld vergelijkt. Laat de klas meelezen en nagaan hoe de Heer het veld (of de mensen van de wereld) beschrijft.

  • Wat zegt de Heer over zijn veld (of de mensen van de wereld)?

  • Wat zou de zinsnede ‘het veld is reeds wit om te oogsten’ betekenen? (De mensen van de wereld zijn klaar om bij de Heer en zijn kerk te worden vergaderd.)

Vraag of iemand weet wat een sikkel is en waarvoor die wordt gebruikt. (Een sikkel is een gebogen mes dat wordt gebruikt om graan te oogsten. Teken een eenvoudige sikkel op het bord.)

tekening sikkel
  • Wat betekent het volgens jou om je sikkel met al je macht in te slaan? (IJverig werken om anderen tot Jezus Christus te brengen.)

  • Welke zegening krijgen mensen die ijverig werken om anderen tot Jezus Christus te brengen volgens Leer en Verbonden 4:4? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: als wij ijverig arbeiden om anderen tot Jezus Christus te brengen, ontvangen wij ook redding voor onszelf. U kunt dit beginsel eventueel op het bord zetten.)

  • Hoe kunnen wij tot Jezus Christus komen door anderen tot Hem te brengen?

Om het getuigenis dat de cursisten van dit beginsel hebben te versterken, laat u enkelen van hen een voorbeeld geven van hoe ze zich dichter bij hun hemelse Vader en Jezus Christus hebben gevoeld door anderen tot Hen te brengen. U kunt eventueel uw eigen ervaring of getuigenis aangaande dit beginsel verwoorden.

Leer en Verbonden 4:5–7

De Heer beschrijft de vaardigheden en belangrijke eigenschappen voor wie Hem wil dienen

Vraag de cursisten een paar beroepen op te noemen. Kies er één of twee uit en laat de cursisten vaardigheden en eigenschappen opnoemen die iemand nodig heeft om in dat beroep succes te hebben. Laat de cursisten Leer en Verbonden 4:5 in stilte doornemen en opletten welke eigenschappen nodig zijn om de Heer bij zijn werk te helpen. (U kunt eventueel een cursist vragen deze eigenschappen op het bord te zetten als de cursisten ze vermelden. U kunt de cursisten in overweging geven om ze in hun Schriften te markeren.)

Laat een cursist Leer en Verbonden 4:6 voorlezen. Laat de klas meelezen en noteren welke andere eigenschappen de dienstknechten van de Heer ‘in gedachte’ dienen te houden. (U kunt een cursisten vragen deze eigenschappen op het bord te zetten, naast die van vers 5.)

Laat de cursisten in verzen 5–6 opzoeken waartoe wij in staat zijn als wij goddelijke eigenschappen ontwikkelen. De cursisten kunnen andere woorden gebruiken, maar moeten het volgende begrijpen: als wij ons inspannen om goddelijke eigenschappen te ontwikkelen, zijn wij geschikt om de Heer bij zijn werk te helpen. (Zet dit beginsel op het bord. Laat de cursisten dit naast Leer en Verbonden 4:5–6 in hun Schriften noteren.)

  • Hoe worden wij meer geschikt om de Heer bij zijn werk te helpen door de eigenschappen in verzen 5–6 te ontwikkelen?

  • Welke eigenschappen in deze verzen zou je verder willen ontwikkelen? Waarom?

Laat een cursist Leer en Verbonden 4:7 voorlezen en laat de klas nagaan hoe we om deze eigenschappen kunnen vragen en ze ontwikkelen.

  • Wat houdt het in om te ‘vragen’ en te ‘kloppen’?

  • Hoe kan het gebed een hulpmiddel zijn om goddelijke eigenschappen te ontwikkelen?

Nodig tot slot enkele cursisten uit om te getuigen van de zegeningen die ze hebben ontvangen door de Heer bij zijn werk te helpen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 4. Instructies voor hen die verlangen in de kerk te dienen

President Joseph Fielding Smith van het Eerste Presidium heeft gezegd:

President Joseph Fielding Smith

[Leer en Verbonden 4] is bijzonder kort, slechts zeven verzen, maar deze afdeling bevat voldoende raad en instructie voor een levenslange studie. Niemand heeft die afdeling nog volledig begrepen. Het was geen persoonlijke openbaring voor Joseph Smith, maar voor iedereen die zich in de dienst van God wil begeven. Het is een openbaring voor alle leden van de kerk, vooral voor de leden die het priesterschap dragen. Er staat misschien geen enkele andere openbaring in onze Schriften met zoveel instructies over de kwalificatie van de leden van de kerk voor de dienst van God in zo’n korte vorm dan deze. Hij is zo breed, hoog en diep als de eeuwigheid. Geen ouderling in de kerk is bevoegd om in de kerk te onderwijzen, of de boodschap van het eeuwig heil in de wereld te verkondigen, totdat hij, in elk geval gedeeltelijk, deze instructies uit de hemel tot zich heeft genomen.’ (Church History and Modern Revelation, 2 delen [1953], deel 1, 35.)