Les 36
Leer en Verbonden 29:30–50
Inleiding
Vlak voor een conferentie van de kerk op 26 september 1830 ontving de profeet Joseph Smith in de aanwezigheid van zes ouderlingen een openbaring. Door openbaring leren deze ouderlingen over de val van Adam en Eva en de verlossing van de val door de verzoening van Jezus Christus.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 29:30–45
De Heiland verklaart dat Hij ons van de val heeft verlost, en dat Hij ons verlossing van onze zonden biedt.
Leg het volgende scenario aan de cursisten voor en stel dan de vraag die daarop volgt:
Stel je voor dat een van je vriendinnen ontmoedigd bij je komt. Als je vraagt waarom ze ontmoedigd is, vertelt ze dat ze zich afvraagt of rechtschapen zijn wel de moeite waard is. Ze legt uit dat ze wel haar best doet om de geboden te onderhouden, maar dat ze geen verschil ziet met haar leeftijdgenoten die een zondig leven leiden. Daarnaast vertelt ze dat er ondanks de slechte levenswijze van haar leeftijdgenoten niets slechts met hen gebeurt.
-
Hoe zouden jullie daarop reageren?
Laat de cursisten bij hun studie van Leer en Verbonden 29 leerstellingen en beginselen opzoeken waarmee ze hun vriendin kunnen helpen.
Laat een cursist Leer en Verbonden 29:31–32 voorlezen terwijl de klas meeleest. Om de cursisten begrip bij te brengen van de leringen in deze verzen, legt u het volgende uit voordat de cursist die verzen voorleest:
Bij de schepping verkeerden Adam, Eva, de aarde en alles wat zich op de aarde bevond in een geestelijke staat. Hoewel Adam en Eva een lichaam hadden, waren ze niet onderhevig aan de dood en konden ze voor eeuwig in Gods tegenwoordigheid leven. Maar als onderdeel van Gods plan zouden al zijn scheppingen stoffelijk worden. Met andere woorden, ze zouden tijdelijk worden en aan de dood onderhevig zijn. Na de opstanding zullen ze in hun geestelijke staat terugkeren – lichamelijk, maar ook onsterfelijk.
Laat een andere cursist Leer en Verbonden 29:34–35 voorlezen. Laat de cursisten opzoeken hoe de Heer zijn geboden aan ons beschouwt.
-
Hoe beschrijft de Heer zijn geboden? (De cursisten moeten de volgende leerstelling goed begrijpen: alle geboden van God zijn geestelijk. Zet deze leerstelling op het bord.)
-
Hoe zouden jullie de verklaring van de Heer uitleggen dat al zijn geboden geestelijk zijn? Wat zijn enkele voorbeelden van geestelijke zegeningen die we ontvangen als we de geboden onderhouden?
(Als de cursisten deze vragen beantwoorden, kunt u uitleggen dat veel geboden, zoals het woord van wijsheid en de wet van tiende, tot stoffelijke zegeningen kunnen leiden. Maar ze leiden ook tot geestelijke zegeningen. Hoewel de stoffelijke zegeningen uiteindelijk ophouden, zijn de geestelijke zegeningen eeuwig.
-
Hoe kan de leerstelling op het bord jullie vriendin helpen in het voorbeeld dat we aan het begin van de les hebben besproken?
Vat Leer en Verbonden 29:36–39 samen door uit te leggen dat de duivel in de voorsterfelijke geestenwereld tegen God in opstand kwam en ‘een derde deel van de heerscharen van de hemel’ van God afkeerde. Omdat de duivel en zijn volgelingen in opstand kwamen, werden zij uitgeworpen.
Vraag een cursist Leer en Verbonden 29:39 voor te lezen en laat de klas opzoeken waarom de Heer de duivel toestaat om ons te verleiden.
-
Waarom staat de Heer de duivel toe om ons te verleiden? Waarom is het belangrijk dat wij tussen goed en kwaad kunnen kiezen?
Om de cursisten voor te bereiden op de bespreking van Leer en Verbonden 29:40–45, legt u uit dat de Heer in Leer en Verbonden 29:35 een gebod noemt dat Hij in de Hof van Eden aan Adam had gegeven (zie ook LV 29:40). Laat de cursisten dit gebod in Mozes 3:16–17 doorlezen.
-
Welk gebod had de Heer aan Adam gegeven? (De Heer had Adam verboden om van de vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad te eten.) Wat zou er volgens de Heer gebeuren als Adam dat gebod zou overtreden? (Adam zou sterven. Vanaf het moment van zijn overtreding was Adam aan de lichamelijke en geestelijke dood onderhevig.)
Vraag een cursist Leer en Verbonden 29:40–41 voor te lezen. Laat de klas meelezen en de betekenis van de ‘geestelijke dood’ opzoeken.
-
Wat is de geestelijke dood volgens dit vers? De cursisten moeten de volgende leerstelling noemen: de geestelijke dood betekent dat we uit Gods tegenwoordigheid zijn verwijderd.)
Om de cursisten de betekenis van ‘de eerste dood’ in vers 41 duidelijk te maken, legt u uit dat er twee soorten geestelijke dood zijn. De eerste is het gevolg van de val, en die is tijdelijk. De tweede is het gevolg van zonden waarvan we ons niet bekeerd hebben, en die zijn blijvend voor de mensen die zich niet bekeren en ongehoorzaam blijven.
Laat een cursist Leer en Verbonden 29:42 voorlezen. Laat de klas meelezen en een andere soort dood opzoeken die door de overtreding van Adam is veroorzaakt.
-
Welke andere dood is door de overtreding van Adam veroorzaakt? (De stoffelijke dood; ofwel de dood van het sterfelijk lichaam. Deze dood is de scheiding van lichaam en geest.)
Om de cursisten de gevolgen van de val voor alle mensen duidelijk te maken, laat u ze Helaman 14:16 doorlezen. Laat ze opzoeken wie de gevolgen van Adams overtreding moeten ondergaan.
-
Wie zal de gevolgen van Adams overtreding ondergaan? (Alle mensen.)
Laat een cursist Helaman 14:17 voorlezen. Laat de klas opzoeken hoe we volgens dit vers de gevolgen van Adams overtreding kunnen overwinnen.
-
Hoe kunnen we de gevolgen van Adams overtreding overwinnen? Wie zal deze zegeningen ontvangen?
Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord: Alma 33:22; 42:23. Leg uit dat alle mensen in Gods tegenwoordigheid zullen terugkeren om geoordeeld te worden, maar dat niet alle mensen het waardig zullen zijn om voor eeuwig in zijn tegenwoordigheid te vertoeven. Laat de cursisten vervolgens de tekstverwijzingen die u op het bord hebt gezet opslaan en doorlezen, en bewijzen van deze lering opzoeken. Vraag ze na verloop van tijd naar hun bevindingen.
Laat een cursist Leer en Verbonden 29:43–44 voorlezen. Vestig de aandacht op de woorden dat zij die ‘niet geloven’ in Christus ‘niet van hun geestelijke val [kunnen] worden verlost’. Leg uit dat hoewel alle mensen van de val van Adam en Eva verlost zullen worden, de mensen die geen geloof in Jezus Christus oefenen en zich niet bekeren, niet van hun eigen geestelijke val verlost zullen worden.
Laat een cursist Leer en Verbonden 29:42–43 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe we van de gevolgen van onze zonden verlost kunnen worden.
-
Wat hebben we volgens deze verzen nodig om van de gevolgen van onze zonden verlost te worden? De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende leer te omvatten: door zijn verzoening biedt Jezus Christus iedereen die geloof in Hem oefent en zich van zijn of haar zonden bekeert, vergeving en het eeuwig leven. Zet deze leerstelling op het bord.)
Getuig dat de val van Adam en Eva deel uitmaakte van het plan van geluk van onze hemelse Vader. Hoewel we vóór onze geboorte in Gods tegenwoordigheid leefden, moesten we allemaal op aarde komen, een stoffelijk lichaam ontvangen en door ervaring onze keuzevrijheid leren gebruiken om Jezus Christus te volgen. Als we het eeuwig leven ontvangen, zal onze geestelijke staat groter zijn dan de geestelijke staat die we in de voorsterfelijke wereld hadden. Laat een cursist de volgende uitleg in Trouw aan het geloof voorlezen:
‘Onsterfelijk zijn houdt in eeuwig te leven als een herrezen mens. Dankzij de verzoening van Jezus Christus ontvangt iedereen deze gave. Eeuwig leven, ofwel verhoging, houdt in toegelaten te worden tot de hoogste graad in het celestiaal koninkrijk, waar we in Gods tegenwoordigheid in gezinsverband zullen wonen. (Zie LV 131:1–4.) Evenals de onsterfelijkheid wordt ook deze gave mogelijk gemaakt door de verzoening van Jezus Christus. Maar zij vergt wel onze “gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie” (Geloofsartikelen 1:3).’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], 34.)
Om de cursisten te laten begrijpen hoe belangrijk het is om beslissingen te nemen waardoor ze de zegeningen van de verzoening van de Heiland kunnen ontvangen, laat u een cursist het volgende citaat van president Thomas S. Monson voorlezen:
‘Zet uw eeuwige leven niet op het spel. Als u hebt gezondigd, dan geldt dat hoe eerder u aan de terugweg begint, hoe eerder u de zoete gemoedsrust en vreugde zult smaken die gepaard gaan met het wonder der vergeving.
‘[…] U hebt een edele afkomst. Het eeuwige leven in het koninkrijk van onze Vader is uw doel. Zo’n doel bereikt u niet in één heldhaftige poging, maar pas na levenslange rechtschapenheid, een opeenstapeling van verstandige keuzes en het aanhouden van een bestendige koers. Net als alles wat echt de moeite waard is, vergt de beloning van het eeuwige leven inzet.
‘[…] Mogen wij dankbaar zijn voor het recht op onze keuzes; mogen wij de verantwoordelijkheid voor onze keuzes aanvaarden; en mogen wij ons altijd bewust zijn van de gevolgen van onze keuzes.’ (‘De drie aspecten van keuzes’, Liahona, november 2010, 69–70.)
Leer en Verbonden 29:46–50
De Heiland verklaart dat kleine kinderen door zijn verzoening zijn verlost
Leg uit dat er in Leer en Verbonden 29:46–50 staat dat de gevolgen van het overtreden van Gods wetten niet op kleine kinderen van toepassing zijn, en voor mensen die voor God ontoerekeningsvatbaar zijn. We zien ook de grote macht en genade van Jezus Christus. Laat een cursist Leer en Verbonden 29:46–47 voorlezen.
-
Wat betekent dat voor kleine kinderen die overlijden voordat ze de leeftijd van acht bereiken? (Zij worden behouden in het celestiale koninkrijk. Zie ook LV 137:10. U wilt misschien uitleggen dat volgens de Bijbelvertaling van Joseph Smith, Genesis 17:11 [in de Gids bij de Schriften] en Leer en Verbonden 68:25, kleine kinderen vanaf acht jaar toerekenbaar zijn. Voor meer informatie over dit onderwerp, raadpleegt u Moroni 8 en Leer en Verbonden 137:10.)
-
In hoeverre geeft deze lering je meer inzicht in de verzoening van Jezus Christus?
Laat de cursisten tot slot Leer en Verbonden 29:49 doorlezen en nadenken over wat de Heer van hen verwacht. Laat enkele cursisten vertellen wat het voor hen betekent om bij onze hemelse Vader te kunnen terugkeren en daar voor eeuwig te blijven. Als enkele cursisten dat hebben gedaan, moedigt u de cursisten aan om keuzen te doen waardoor ze voor eeuwig in de tegenwoordigheid van de Heiland kunnen vertoeven.
Toelichting en achtergrondinformatie
Leer en Verbonden 29:30–50.
In het volgende schema worden de veranderingen aangegeven die Adam en Eva ondergingen omdat ze van de verboden vrucht hadden gegeten:
Vóór de val |
Na de val |
---|---|
|
|
Leer en Verbonden 29:34–35. Gevolgen van gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid aan Gods wetten
President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
‘De natuurlijke en geestelijke wetten die het leven regeren, zijn vóór de grondlegging van de wereld ingesteld. […] Ze zijn eeuwig, evenals de gevolgen van onze gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid. Zij zijn niet op maatschappelijke of politieke overwegingen gebaseerd. Ze kunnen niet veranderd worden. Er is geen druk, protest of wetgeving waardoor ze veranderd kunnen worden.’ (‘For Time and All Eternity’, Ensign, november 1993, 22.)
Leer en Verbonden 29:41. ‘De laatste dood […], die geestelijk is’
President Joseph Fielding Smith heeft de tweede geestelijke dood uitgelegd:
‘De tweede dood is geestelijk; en is verbanning uit de tegenwoordigheid van God. De tweede dood is met de eerste te vergelijken, die iedereen ondergaat die zich niet heeft bekeerd en het evangelie niet heeft ontvangen. Wie de eerste geestelijke dood heeft ondergaan, verbanning uit de tegenwoordigheid van God, krijgt de kans om door gehoorzaamheid aan de beginselen van het evangelie van die dood verlost te worden. Door de doop en bevestiging worden zij wedergeboren waardoor zij tot een geestelijk leven terugkeren. Door hun voortdurende gehoorzaamheid tot het einde zullen ze de zegeningen van het eeuwige leven in het celestiale koninrijk van God ontvangen.
‘Wie de tweede dood ondergaan, zijn de mensen die het geestelijk licht hebben ontvangen en ertegen in opstand zijn gekomen. Zij blijven door hun zonden in verbanning.’ (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 2, 222–223.)
Leer en Verbonden 29:46–47. ‘Kleine kinderen […] zijn verlost’
Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over het eeuwig heil van kleine kinderen voordat zij jegens God verantwoordelijk zijn:
‘Onder de geweldige waarheden van het evangelie die God zijn volk heeft gegeven, is er nauwelijks een leerstelling die zo zoet, zielsverlustigend en zielsbevredigend is als degene die uitlegt dat kleine kinderen verlost zullen worden. Ze zijn levend in Christus en zullen het eeuwig leven ontvangen. Voor hen zal het gezin voortduren, en zij zullen de volheid van de verhoging ontvangen. Geen zegen zal hen worden onthouden. Zij zullen in onsterfelijke heerlijkheid verrijzen, volledige volwassenheid bereiken en voor eeuwig in de hoogste graad van het celestiale koninkrijk vertoeven – en dat allemaal door de verdienste en genade van de heilige Messias, door het zoenoffer van Hem die is gestorven zodat wij kunnen leven […]
‘Worden alle kinderen automatisch in het celestiale koninkrijk behouden?
‘Het antwoord op die vraag is een daverend ja, dat van het ene einde van de hemel tot het andere einde weerklinkt. Jezus heeft het tegen zijn discipelen gezegd. Mormon heeft het keer op keer gezegd. Veel profeten hebben erover gesproken, en het blijkt uit het hele heilsplan. Als dat niet zo was, zou de verlossing in de praktijk niet oneindig zijn. En daarom bevat het visioen dat Joseph Smith van het celestiale koninkrijk ontving deze woorden: ‘En ik zag ook dat alle kinderen die sterven eer ze de jaren van verantwoordelijkheid bereikt hebben, behouden worden in het celestiale koninkrijk van de hemel.’ [LV 137:10.] […]
‘Hoe en waarom worden zij behouden?
‘Zij worden behouden door de verzoening en omdat zij vrij van zonde zijn. Zij komen rein uit de tegenwoordigheid van God; zonde en smet hechten zich niet aan hen; en zij keren zuiver bij hun Schepper terug. Toerekeningsvatbare mensen moeten rein worden door bekering, doop en gehoorzaamheid. Mensen die niet toerekeningsvatbaar zijn voor hun zonden, zullen nooit geestelijk vallen en hoeven niet verlost te worden van een geestelijke val die zij nooit ervaren hebben. Vandaar de uitdrukking dat kleine kinderen in Christus levend zijn. “Kleine kinderen [zijn] vanaf de grondlegging van de wereld door mijn Eniggeborene […] verlost”, zegt de Heer. [LV 29:46.)’ ‘The Salvation of Little Children’, Ensign, april 1977, 3, 4–5.)