Leer en Verbonden 94–96

Inleiding

Op 2 augustus 1833 geeft de Heer de openbaring in Leer en Verbonden 94 en instrueert Hij de heiligen om de stad Kirtland op soortgelijke wijze te ontwerpen als de stad Zion in Missouri. De Heer gebiedt de heiligen om naast de tempel, waar Hij al eerder opdracht toe had gegeven, ook een huis voor het presidium (een bestuursgebouw van de kerk) en een drukkerij te bouwen. Twee maanden eerder, op 1 juni 1833, had Joseph Smith de openbaring in Leer en Verbonden 95 ontvangen, waarin de Heer de heiligen kastijdde voor de vertraging van de bouw van de tempel. In Leer en Verbonden 96 staan de instructies van de Heer aan Newel K. Whitney om ‘verantwoordelijk te zijn’ (LV 96:2) voor de plek waar de tempel in Kirtland zou worden gebouwd.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 94

De Heer gebiedt de heiligen om twee huizen te bouwen en bevestigt dat er een tempel moet worden gebouwd.

Laat de cursisten zich voorstellen dat ze de kans krijgen om door een land met veel steden te reizen. Tijdens hun reis zien ze dat er in het centrum van elke stad een sporthal staat.

Wat voor indruk kun je daardoor van de mensen in dat land krijgen?
Als je een grote stad zou ontwerpen, wat zou je dan in het centrum bouwen? Waarom?

Laat een cursist Leer en Verbonden 94:1, 3, 10 voorlezen. Laat de klas meelezen en de drie gebouwen opzoeken die de heiligen van de Heer in Kirtland (Ohio) moesten bouwen. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Kirtland plat — Selectie van een deel van Kirtland (Ohio) rond augustus 1833. De drie gebouwen aan de rechterkant vertegenwoordigen de Kirtlandtempel, een huis waarin het presidium kon werken, en een drukkerij.

Wat is belangrijk voor de Heer als je die drie gebouwen in beschouwing neemt? (Tempelverordeningen, het werk van het Eerste Presidium om openbaring te ontvangen en de kerk te besturen, en het drukken van Schriften en ander materiaal in opdracht van de Heer.)

Vat Leer en Verbonden 94:13–17 samen door uit te leggen dat de Heer Hyrum Smith, Reynolds Cahoon en Jared Carter de opdracht gaf om een bouwcomité te vormen voor de gebouwen die in Leer en Verbonden 94 worden genoemd.

Laat de cursisten Leer en Verbonden 94:16 doorlezen en opzoeken wat de Heer tegen de heiligen zei over de bouw van het gebouw voor het presidium en de drukkerij. Laat de cursisten vertellen wat ze hebben gevonden.

Waarom was het volgens jullie belangrijk dat eerst de tempel werd gebouwd en daarna de andere twee gebouwen? Wat kunnen we daarvan over het belang van tempels leren? (U wilt misschien vertellen dat de andere twee gebouwen nooit gebouwd zijn.)

Leer en Verbonden 95

De Heer kastijdt de heiligen omdat ze de bouw van de tempel hebben uitgesteld

Herinner de cursisten eraan dat de Heer de bouw van de Kirtlandtempel voor het eerst op 27 en 28 december 1832, in Leer en Verbonden 88:119, had geboden. (Zet deze datum op het bord.) Laat de cursisten in de inleiding tot Leer en Verbonden 95 de datum opzoeken waarop deze openbaring werd gegeven. Laat ze uitrekenen hoeveel tijd er tussen die twee datums was verstreken. Leg uit dat de kerkleiders in die tijd de grond hadden aangekocht waarop de tempel zou worden gebouwd. Maar op 1 juni 1833 waren de heiligen nog steeds niet begonnen met de bouw van de tempel of het fundament.

Laat een cursist Leer en Verbonden 95:1–3 voorlezen. Vraag de klas wat de Heer tegen de heiligen zei over het uitstel van de tempelbouw. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Wat doet de Heer voor de mensen die Hij liefheeft. (De cursisten moeten het volgende beginsel weergeven: God kastijdt de mensen die Hij liefheeft. U kunt de cursisten in overweging geven om dat beginsel in hun Schriften te markeren.)
Wat betekent het om te kastijden? (Disciplineren of terechtwijzen.) Waarom kastijdt de Heer volgens deze verzen de mensen die Hij liefheeft?

Laat de cursisten zich afvragen hoe zij meestal reageren als ze gekastijd of terechtgewezen worden. Laat een cursist de volgende beschrijving voorlezen. Laat de klas luisteren naar de manier waarop sommige heiligen op de kastijding van de Heer reageerden:

Nadat Joseph Smith de openbaring in Leer en Verbonden 95 had ontvangen, hielden de kerkleiders een conferentie om de bouw van de tempel te bespreken. ‘Sommigen wilden de tempel van hout bouwen. Maar Joseph herinnerde ze eraan dat ze geen huis voor een mens zouden bouwen, maar voor God. Hij zei: “Broeders, bouwen we een huis voor God van hout? Nee, ik heb een beter plan. Ik heb het ontwerp voor het huis van de Heer van Hemzelf gekregen.”’ Toen Joseph het ontwerp van de tempel had uitgelegd, waren alle broeders enthousiast. Ze gingen naar het bouwterrein, verwijderden een hek, en egaliseerden een korenveld van de familie Smith. Toen het graan was verwijderd, begon Hyrum Smith ‘een sleuf te graven voor de muur.’ (Lucy Mack Smith, History of Joseph Smith by His Mother, samengesteld door Preston Nibley [1958], 230, 231.)

Wat kunnen we van deze heiligen leren over de manier waarop we moeten reageren als we gekastijd worden?

Leg uit dat de Heer in vers 3 de vertraging van de bouw van de tempel een ‘zeer ernstige zonde’ noemde. Laat de cursisten in Leer en Verbonden 95:5–6 opzoeken waarmee de Heer ernstige zonden vergeleek. Laat ze iets over hun bevindingen vertellen.

Hoe is het negeren van het gebod van de Heer om een tempel te bouwen te vergelijken met ‘in duisternis wandelen midden op de dag’? Hoe kunnen we ‘in duisternis wandelen midden op de dag’ als we andere geboden negeren?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 95:4, 8–9 met een andere cursist doorlezen. Laat ze opzoeken waarom de Heer de heiligen gebood om de Kirtlandtempel te bouwen. (U moet misschien uitleggen dat de zinsnede ‘opdat ik mijn vreemde daad zal kunnen verrichten’ [vers 4] erop kan slaan dat mensen die niet in openbaring, hemelse bezoeken en andere geestelijke zaken geloven, de herstelling van het evangelie als vreemd kunnen beschouwen.)

Wat kunnen we van deze verzen leren over de manier waarop de Heer ons heeft geboden om tempels te bouwen? (Als de cursisten antwoord hebben gegeven, kunt u het volgende beginsel op het bord zetten: In de tempel bereidt de Heer zijn dienstknechten voor om zijn werk te verrichten en begiftigt Hij hen met macht.)

Leg uit dat begiftigen iemand iets geven betekent. In de tempel onze begiftiging ontvangen, betekent dat we geestelijke kracht en kennis krijgen. Laat een cursist de volgende uitspraak van president Thomas S. Monson voorlezen:

‘Als u niet naar het huis van de Heer bent gegaan om alle zegeningen te ontvangen die u daar wachten, hebt u niet alles gekregen wat de kerk te bieden heeft. De zegeningen die we in de tempels van God ontvangen, zijn de allerbelangrijkste, de kroon op alle zegeningen.’ (‘De heilige tempel: een baken voor de wereld’, Liahona, mei 2011, 93.)

Welke twee verlossende verordeningen kunnen we alleen in een tempel van God ontvangen? (De tempelbegiftiging en de tempelverzegeling.)
Wat kunnen jullie nu al doen om je op de verordeningen en zegeningen van de tempel voor te bereiden? (Mogelijke antwoorden: trouw zijn aan de verordeningen en verbonden die ze al hebben ontvangen en altijd een tempelaanbeveling waardig zijn.)

Leg uit dat de bouw van de Kirtlandtempel voor de heiligen een enorme taak was. In het begin van 1833 waren er minder dan tweehonderd leden van de kerk in Ohio. En de meeste waren arm. Laat een cursist Leer en Verbonden 95:11–12 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heiland beloofde als de heiligen zijn geboden zouden onderhouden.

Wat beloofde de Heer als de heiligen zijn geboden zouden onderhouden?

Leg uit dat de heiligen in Ohio met geloof in de Heer de tempel bouwden.

Welk beginsel kunnen we uit vers 11 halen? (De cursisten moeten het volgende beginsel weergeven: als we de geboden onderhouden, zullen we de kracht hebben om te doen wat de Heer van ons verwacht.)
In wat voor situaties kan dat beginsel van toepassing zijn? Hebben jullie weleens gemerkt dat de Heer je ergens mee hielp omdat je de geboden onderhield?

Vat Leer en Verbonden 95:13–17 samen door uit te leggen dat de Heer instructies over de afmetingen en functies van de kamers in de Kirtlandtempel gaf. Laat een cursist vers 14 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de Heer zijn belofte zou vervullen om ze de kracht te geven de tempel te bouwen. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. (U wilt misschien uitleggen dat de Heer aan drie mensen zou uitleggen hoe de tempel gebouwd moest worden. Die drie waren de leden van het Eerste Presidium.)

Om de cursisten te laten inzien hoe die belofte in vervulling ging, laat u een cursist de volgende alinea voorlezen:

Joseph Smith, Sidney Rigdon en Frederick G. Williams gingen samen in gebed en zagen een visioen van de tempel. Nadat ze de buitenkant in detail hadden gezien, ‘leek het wel of het gebouw over [hen] heen kwam’, en zagen ze de binnenkant van het gebouw alsof ze zich in het gebouw bevonden. (Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 293.) Later, toen de tempel bijna klaar was, zei Frederick G. Williams dat het gebouw precies op het model leek dat hij in het visioen had gezien. Hij kon geen verschillen vinden tussen het visioen en de gebouwde tempel.

Hoe gaf de Heer de heiligen in dit voorbeeld de kracht om te doen wat er van hen verwacht werd?

Leer en Verbonden 96

Newel K. Whitney wordt geroepen om alle bezittingen van de kerk te beheren.

Leg uit dat de Heer in Leer en Verbonden 96 zegt dat bisschop Newel K. Whitney de bezittingen van de kerk moet beheren. De tempel zou gebouwd worden op de plek die de Heer had aangewezen, en bisschop Whitney zou de rest van de lap grond in kavels verdelen voor wie een erfdeel wilden ontvangen. Sommige van die kavels werden toegewezen aan de kerkleiders die verantwoordelijk waren voor de publicatie van de openbaringen. Omdat ze dat erfgoed ontvingen, konden ze hun tijd aan het werk van de Heer toewijden, zoals het publiceren van het woord van God. Laat een cursist Leer en Verbonden 96:4–5 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de publicatie van het woord van God de heiligen zou helpen. Laat de cursisten iets over hun bevindingen vertellen.

Leg uit dat de Heer in deze openbaring ook zei dat John Johnson moest worden opgenomen als lid van de Verenigde Firma, die toezicht hield op de financiën, de publicaties en de handelsactiviteiten van de kerk.

Laat enkele cursisten samenvatten wat ze van deze les hebben geleerd. Moedig ze aan om de beginselen die ze geleerd hebben ook toe te passen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 95:1–2. ‘Wie Ik liefheb, kastijd Ik ook’

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd in welke opzichten de kastijding van God een bewijs van zijn liefde is:

‘Gods liefde is zo volmaakt dat Hij in liefde van ons eist dat wij zijn geboden onderhouden, omdat Hij weet dat wij alleen door gehoorzaamheid aan zijn wetten volmaakt kunnen worden zoals Hij.’ (‘De liefde en de wet’, Liahona, november 2009, 27.)

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Hoewel het vaak moeilijk te verduren is, zouden we ons echt moeten verheugen dat God het de moeite waard vindt de tijd en moeite te nemen om ons te corrigeren.

Goddelijke kastijding heeft ten minste drie doelen: (1) ons ertoe te brengen ons te bekeren; (2) ons te zuiveren en heiligen; en (3) soms ook om onze levenskoers aan te passen naar wat God weet dat een beter pad is. […]

‘Laten wij bidden om zijn door liefde ingegeven correctie.’ (‘Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik’, Liahona, mei 2011, 98, 100.)

Leer en Verbonden 95:4. ‘Mijn vreemde daad’

De woorden ‘mijn vreemde daad’ komen uit Jesaja 28:21, waar de Heer de mensen kastijdt die geloofden dat ze zich niet hoefden te bekeren. De herstelling van het evangelie en de vestiging van de ware kerk op aarde is een vreemde gebeurtenis voor mensen die geloven dat openbaringen, hemelse bezoeken en andere geestelijke zaken dwaas zijn. De boodschap van de herstelling van het evangelie wordt aan velen gepredikt die geloven dat ze de waarheid al hebben. Sommige van die mensen vinden ons werk wellicht vreemd.

Leer en Verbonden 95:8–9. Wat is begiftigen ‘met macht uit den hoge’?

‘Een begiftiging is een gift of een legaat. In de kerk slaat begiftiging meestal op een tempelverordening waarbij leden bepaalde beloften doen en een gave van kennis en geestelijke kracht krijgen. De begiftiging waar hier over gesproken wordt, is niet hetzelfde als de ceremonie die in latere tempels bediend wordt. Priesterschapsdragers in Kirtland namen deel aan een “gedeeltelijke begiftiging, waarbij de volledige verordening in de toekomst zou worden verricht zodra er een tempel voor verordeningswerk zou zijn gebouwd.” (Bruce R. McConkie, “A New Commandment: Save Thyself and Thy Kindred!” Ensign, augustus 1976, 10.) De eerste volledige begiftiging in deze bedeling is op 4 mei 1842 door Joseph Smith in Nauvoo verricht.

‘De begiftiging die in Kirtland werd ontvangen, omvatte wassingen en zalvingen, evenals de voetwassing voor bepaalde priesterschapsleiders. De Heer stortte ook zijn Geest uit, ofwel begiftigde hen met geestelijke kracht, en velen ontvingen openbaringen of andere gaven. (Zie History of the Church, deel 2, 308–310.)’ (Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [lesboek voor de cursist, kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 226.)