In december 1830 gebiedt de Heer de heiligen om naar Ohio te verhuizen. Daar zouden zij zijn wet ontvangen (zie LV 37:3; 38:32). Leman Copley, een lid van de kerk in Ohio, had de gezinnen van Joseph Smith en Sidney Rigdon huizen en andere benodigdheden aangeboden. Joseph Smith ontvangt de openbaring in Leer en Verbonden 41 op 4 februari 1831, kort nadat hij in Ohio is aangekomen. In deze openbaring geeft de Heer de profeet en andere kerkleiders de instructie om te bidden zodat zij zijn wet kunnen ontvangen. Bovendien maakt Hij duidelijk waar Joseph Smith en Sidney Rigdon moeten gaan wonen en roept Hij Edward Partridge als eerste bisschop van de kerk.
De Heer zegt dat ware discipelen zijn wet in acht nemen
Vraag de cursisten wat het betekent om ergens welbehagen in te scheppen of vreugde in te vinden.
Waar scheppen jullie welbehagen of vinden jullie vreugde in?
Waar denk je dat de Heer welbehagen in schept?
Laat een cursist Leer en Verbonden 41:1 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waar de Heer welbehagen in schept.
Waar schept de Heer naar eigen zeggen welbehagen in? (Zijn volk ‘met de grootste aller zegeningen’ zegenen.)
Terwijl de cursisten reageren, zet u de volgende onvolledige uitspraak op het bord: De Heer schept er welbehagen in ons te zegenen als …
Wat moeten we volgens vers 1 doen om de zegeningen te ontvangen die de Heer ons toewenst? (Wijs er eventueel op dat luisteren ook gehoorzamen betekent. Vul het beginsel op het bord met de antwoorden van de cursisten aan: De Heer schept er welbehagen in ons te zegenen als we naar Hem luisteren en Hem gehoorzamen. U kunt de cursisten aanmoedigen om woorden of zinsneden met dit beginsel in hun Schriften te markeren.)
Laat de cursisten bij zichzelf nagaan of ze ooit iets met vreugde voor een ander gedaan hebben. Nodig één of twee cursisten uit om over hun ervaringen te vertellen.
Wat vind je ervan dat de Heer er welbehagen in schept om je te zegenen omdat je naar Hem luistert?
Herinner de cursisten eraan dat de Heer de heiligen geboden had om zich in Ohio te vergaderen. Sommige heiligen die naar Ohio verhuisden, moesten daarvoor offers brengen. Ze verkochten hun bezittingen met verlies of lieten hun onverkochte woning en bezittingen eenvoudigweg achter om gehoorzaam aan het gebod van de Heer bij monde van zijn profeet naar Ohio te gaan.
Laat een cursist het volgende verhaal voorlezen over Lucy Mack Smith (de moeder van de profeet Joseph Smith) en een groep kerkleden die ze naar Ohio leidde. Vraag de klas op een voorbeeld te letten van hoe de Heer de heiligen zegende omdat ze luisterden naar zijn gebod om naar Ohio te verhuizen:
Lucy Mack Smith leidde een groep van tachtig kerkleden uit Fayette (New York) naar Ohio. Tijdens hun boottocht over het Cayuga- en Senecakanaal naar Buffalo (New York) wees Lucy de heiligen erop dat ze op het gebod van de Heer reisden, zoals Lehi van weleer toen hij Jeruzalem verliet. Ze gaf de heiligen te kennen dat ze bij getrouwheid ‘dezelfde reden hadden om de zegeningen van God te verwachten’. (Zie History of Joseph Smith by His Mother, red. Preston Nibley [1958], 195–196; De geschiedenis van de kerk in de volheid der tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 91.)
Toen ze in Buffalo aankwamen, merkten ze dat de haven dichtgevroren was. Er konden geen boten in of uit. ‘Na meerdere spannende dagen in Buffalo waren diverse kinderen ziek geworden. Velen uit de groep hadden honger en waren ontmoedigd. Ze scheepten zich als dekpassagiers in, brachten hun spullen aan boord en vonden tot de volgende vroege ochtend een tijdelijk onderkomen voor de vrouwen en kinderen. Toen ze terug aan boord waren, haalde Lucy de nog steeds klagende groep over om de Heer te vragen de klompen ijs van zes meter te breken die de haven blokkeerden.’ (Zie De geschiedenis van de kerk in de volheid der tijden, 92.)
Lucy spoorde haar groep tot geloof in God aan en beloofde dat God het ijs dat de haven blokkeerde op hun vereende gebed zou breken. Lucy beschrijft wat er toen gebeurde: ‘Op dat moment klonk er een geluid als van knetterende donderslagen. De kapitein riep: “Alle mannen op hun post.” Het ijs brak uiteen en liet ternauwernood ruimte voor de doortocht met de boot, ja, zo smal dat toen de boot erdoor voer de emmers van het waterrad er met een smak werden afgerukt. […] We waren de doorgang nauwelijks gepasseerd toen het ijs zich weer aaneensloot.’ (Zie History of Joseph Smith by His Mother, 197–205.)
Hoe gaven deze heiligen in deze moeilijke situatie blijk van geloof in de Heer? Hoe blijkt uit deze situatie dat de Heer Zich om ons bekommert en ons bij zal staan om moeilijkheden te boven te komen?
Laat een cursist Leer en Verbonden 41:2–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en op de instructies van de Heer aan de ouderlingen van de kerk letten.
Wat droeg de Heer de ouderlingen van de kerk op? (Hij gebood ze bijeen te komen om het eens te worden over zijn woord, met geloof te bidden, zijn wet te ontvangen en erop toe te zien dat de leden van de kerk zijn wet nakwamen.)
Wat was volgens vers 3 het doel van de wet die de ouderlingen zouden ontvangen?
In hoeverre zou het ontvangen van de wet de heiligen in Ohio tot zegen geweest zijn?
Wijs erop dat de ‘wet’ waar de Heer op doelt, in Leer en Verbonden 42 opgetekend is: de wet van de Heer voor de kerk. Leg aan de cursisten uit dat die wet uitgebreid in de volgende paar lessen aan de orde komt.
Zet de volgende woorden op het bord om de cursisten een belangrijk beginsel in Leer en Verbonden 41:5 te laten ontdekken: Gelovige en Discipel.
In welke opzichten komen deze twee begrippen met elkaar overeen? Waarin kunnen ze verschillend zijn?
Laat een cursist Leer en Verbonden 41:5 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de Heiland over zijn discipelen zei.
Wat is volgens dit vers een van de kenmerken van discipelen van de Heiland? (U kunt voorstellen dat de cursisten woorden of zinsneden markeren waaruit het volgende beginsel spreekt: discipelen van Jezus Christus nemen zijn wetten aan en komen die na.)
Waarom is het belangrijk dat discipelen van Jezus Christus de geboden daadwerkelijk nakomen en er niet alleen van op de hoogte zijn?
U kunt de cursisten helpen om dit beginsel toe te passen door ze de normen in het boekje Voor de kracht van de jeugd zelfstandig door te laten nemen. Laat ze een van de normen kiezen en in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren hoe zij die norm nog beter kunnen naleven. (Druk de cursisten op het hart dat dit een persoonlijke activiteit is en u ze niet zult vragen hun antwoorden aan anderen kenbaar te maken.)
De Heer draagt de heiligen op een huis te bouwen waar de profeet kan wonen en vertalen
Vat Leer en Verbonden 41:7–8 samen. Leg uit dat de Heer de heiligen opdroeg voor een huis te zorgen waarin de profeet en zijn gezin konden wonen en waar Joseph zijn vertaalwerk aan de Bijbel voort kon zetten. De Heer gaf Sidney Rigdon eveneens beknopte instructies.
De Heer roept Edward Partridge als eerste bisschop van de kerk
Laat de cursisten zich voorstellen dat hun wijk een nieuwe bisschop nodig heeft. Laat de cursisten Leer en Verbonden 41:9–10 doorlezen en opletten wat er bij het roepen van een bisschop komt kijken.
Wat komt er volgens dit vers bij het roepen van een bisschop kijken? (Bisschoppen worden door God geroepen, door de stem van de leden gesteund en door het juiste gezag geordend. Zet deze leerstelling eventueel op het bord. Leg desgewenst uit dat de bisschop van een wijk tegenwoordig niet meer wordt geacht al zijn tijd ‘aan de arbeid in de kerk’ te besteden, zoals de Heer dat aan Edward Partridge opdroeg.)
Wat houdt het in om ‘door de stem van de kerk [te] worden aangewezen’? (Dat houdt in dat de leden van de kerk hun steun toezeggen of steun verlenen aan de persoon die door God geroepen is.)
Laat een cursist Leer en Verbonden 41:11 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op eigenschappen van Edward Partridge die hem in zijn roeping van pas zouden komen.
Welke eigenschappen had Edward Partridge die hem wellicht in zijn roeping van pas zijn gekomen? (U kunt de cursisten bij het geven van hun antwoorden op het woord bedrog wijzen. ‘In wie geen bedrog is’ houdt dus eerlijkheid en oprechtheid in.)
Laat een cursist Leer en Verbonden 41:12 voorlezen. Laat de klas meelezen en op de waarschuwing van de Heer aan het einde van deze openbaring letten.
Wat betekent het dat we moeten oppassen hoe we de woorden van de Heer beschouwen? (Leg eventueel uit dat dit voor Joseph Smith en anderen een gebod was om de Schriften te bewaren.) Hoe is dit van toepassing op wat we over discipelen van Jezus Christus geleerd hebben?
Afbeelding
Ouderling Neal A. Maxwell
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen: ‘Wij bepalen dagelijks de mate waarin wij discipel zijn.’ (‘My Servant Joseph’, Ensign, mei 1992, 39.)
Laat de cursisten vertellen hoe ze met het geleerde in deze les een betere discipel van Jezus Christus kunnen zijn.
Toelichting en achtergrondinformatie
Joseph Smith komt in Kirtland aan
Eind januari 1831 verlieten Joseph en Emma Smith New York voor een reis van ruim 480 kilometer per slee naar Kirtland (Ohio). Toen Joseph en Emma in Kirtland aankwamen, stopten ze voor de winkel van Gilbert & Whitney:
‘[Joseph] liep snel de treden op en stevende in de winkel op de jongste eigenaar af. “Newel K. Whitney! Gij zijt de man!” riep hij uit, terwijl hij hem hartelijk de hand toestak alsof hij een oude bekende begroette. “U kent mij, maar ik ken u niet”, antwoordde [Newel K. Whitney] terwijl hij werktuiglijk de hem toegestoken hand vatte. “Ik ken uw naam niet, zoals u de mijne.” “Ik ben Joseph – de profeet”, zei de vreemdeling glimlachend. “U hebt om mijn komst gebeden, wat wilt u van mij?”’ (History of the Church, deel 1, 145–146.)
Joseph legde uit dat hij eerder een visioen ontvangen had waarin Newel om zijn komst naar Kirtland aan het bidden was. De familie Whitney ontving Joseph en Emma Smith vriendelijk en nam ze enige tijd in huis. (Zie History of the Church, deel 1, 146; zie ook De geschiedenis van de kerk in de volheid der tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 90–91.)
Edward Partridge’s bereidheid om ‘zijn handel’ achter te laten (LV 41:9) en zijn tijd aan de opbouw van de kerk te besteden, wordt in het volgende verhaal bevestigd:
‘Partridge’s dochter vertelde later dat haar vader zijn bezittingen verkocht nadat deze openbaring gedicteerd was, waarbij hij aan de transacties “maar weinig overhield”. Ze voegde eraan toe: “Mijn vaders besluit om het mormoonse geloof aan te hangen en zijn bezittingen op te geven, gaf zijn wereldse vrienden het idee dat hij niet goed snik was. Ze zagen niet in hoe geloof een mens ertoe kon brengen alle wereldse overwegingen ervoor aan de kant te zetten.”’ (Documents, Volume 1: July 1828–June 1831, deel 1 van de reeks Documents van The Joseph Smith Papers [2013], 244.)
Edward Partridge en Sidney Rigdon waren naar New York gereisd om de profeet Joseph Smith te ontmoeten. ‘Volgens Philo Dibble ging Partridge ook namens anderen. [Philo Dibble] kreeg van een van de buren te horen: “We hebben een man naar York State gestuurd om achter de waarheid van dit werk te komen, en hij is een man die niet liegen zal.” [Dibble, ‘Philo Dibble’s Narrative’, 77.]’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid der tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 82.) Joseph beschreef Edward als ‘een toonbeeld van godsvrucht en één van de grote mannen van de Heer’. (In History of the Church, deel 1, 128.)