Seminarie
Les 49: Leer en Verbonden 42:43–93


Les 49

Leer en Verbonden 42:43–93

Inleiding

Het laatste gedeelte van Leer en Verbonden 42 borduurt voort op wat de wet van de kerk genoemd wordt. De leringen van de Heer inzake dood en genezing maken hier deel van uit. Het bevat eveneens raad van de Heer aan de heiligen hoe ze in het geval van ernstige zonden en misdaden moeten handelen. Ook wordt ingegaan op het omgaan met situaties waarin we onrecht doen of ons onrecht is aangedaan.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 42:43–55

De Heer geeft raad inzake dood en genezing

Houd in de ene hand een flacon of flesje gewijde olijfolie voor het zalven van zieken omhoog. Houd in uw andere hand een flesje medicijnen omhoog.

  • Waar worden deze middelen voor gebruikt? Waarop moeten we in tijden van ziekte vertrouwen?

Vraag de cursisten kort naar hun bevindingen. Laat een cursist vervolgens Leer en Verbonden 42:43–44 voorlezen. Laat de klas opletten waar we bij ziekte volgens de Heer op dienen te vertrouwen. Leg desgewenst aan de cursisten uit dat de genoemde kruiden en lichte kost in vers 43 op medische behandelingen slaan die in de tijdsperiode van deze openbaring vaak toegepast werden.

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Vraag de klas op te letten hoe geloof en een medische behandeling tot iemands genezing kunnen bijdragen.

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Heiligen der Laatste Dagen geloven in de toepassing van de beste wetenschappelijke kennis en technieken. Wij maken gebruik van voeding, oefeningen en andere zaken om onze gezondheid op peil te houden. We roepen de hulp in van zorgverleners, zoals artsen en chirurgen, om ons weer gezond te maken.

De toepassing van medische kennis staat niet haaks op onze gelovige gebeden en ons vertrouwen in priesterschapszegens. […]

‘Uiteraard wachten we niet tot we alle andere methoden hebben uitgeprobeerd voordat we in geloof bidden of een priesterschapszegen geven tot genezing. In noodgevallen komen gebeden en zegens op de eerste plaats. Meestal bewandelen we alle paden tegelijk.’ (Zie ‘De zieken genezen’, Liahona, mei 2010, 47.)

  • Waarom is het volgens jullie belangrijk om zowel te bidden en een priesterschapszegen te ontvangen als een medische behandeling te ondergaan om van een ziekte te genezen?

  • Zal volgens vers 44 iedere zieke die een priesterschapszegen krijgt genezen?

Vertel de cursisten dat de Heer uitlegt waarom sommigen die een priesterschapszegen krijgen mogelijk niet genezen. Laat een cursist Leer en Verbonden 42:48 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke beginselen bepalen of iemand ten gevolge van een priesterschapszegen geneest.

  • Wat is volgens vers 48 de belangrijkste factor die de uitkomst van een priesterschapszegen bepaalt? (Leg eventueel uit dat ‘niet ten dode is bestemd’ op het feit slaat dat dood of genezing volgens de timing, wijsheid en wil van de Heer plaatsvindt.)

  • Waarom geneest niet iedereen die geloof in Jezus Christus heeft?

  • Waarom is het belangrijk dat we geloof in Gods wil en timing voor ieder van ons hebben?

Vraag de cursisten een beginsel te noemen dat we uit Leer en Verbonden 42:48 over het genezen van een kwaal kunnen leren. De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we geloof in Jezus Christus hebben, kunnen we volgens zijn wil genezen. U kunt de cursisten aanmoedigen om de woorden of zinsneden in vers 48 te markeren waarin dit beginsel naar voren komt.

Maak de cursisten duidelijk dat ons geloof Jezus Christus als kern moet hebben en niet een bepaalde uitkomst die we graag wensen. Laat een cursist daartoe het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas letten op een reden waarom het belangrijk is dat ons geloof Jezus Christus als kern heeft.

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Als kinderen van God die zijn grote liefde en zijn ultieme wijsheid onderkennen van wat het beste voor ons eeuwig welzijn is, vertrouwen we op Hem. Het eerste beginsel van het evangelie is geloof in de Heer Jezus Christus – en geloof betekent vertrouwen. Ik heb dat vertrouwen bespeurd in een toespraak van mijn neef tijdens de uitvaartdienst van een tienermeisje dat aan een ernstige ziekte was overleden. Hij sprak de volgende woorden, die me aanvankelijk hebben verbaasd maar daarna opgebouwd: “Ik weet dat haar overlijden de wil van de Heer was. Ze heeft goede medische zorg gekregen. Ze heeft priesterschapszegens ontvangen. Haar naam is op de gebedsrol van de tempel geplaatst. Honderden gebeden zijn voor haar opgezonden dat ze weer gezond zou worden. Ik weet ook dat er in deze familie voldoende geloof is dat ze zou genezen, tenzij het de wil van de Heer was om haar op dat tijdstip naar huis te roepen.” Ik heb hetzelfde vertrouwen bespeurd in de woorden van de vader van een ander bijzonder meisje dat onlangs in haar tienerjaren aan kanker is overleden. Hij verklaarde: “Ons gezin gelooft in Jezus Christus, en dat is niet afhankelijk van de uitkomst.” Die leringen onderschrijf ik. We doen al het mogelijke voor de genezing van een dierbare, en stellen vervolgens ons vertrouwen in de Heer wat de uitkomst betreft.’ (‘De zieken genezen’, 50.)

  • Hoe oefenden de door ouderling Oaks genoemde personen geloof in Jezus Christus?

  • Soms vergt het meer geloof om een dierbare te zien sterven of aan een langdurige ziekte te zien lijden dan hem of haar te zien leven of genezen. Waarom is dat volgens jullie zo?

  • Waarom is het belangrijk om geloof in Jezus Christus te oefenen ook al is de uitkomst niet altijd wat we wensen?

Vraag de cursisten of ze iemand kennen die overleden is, ook al heeft die persoon medische adviezen in acht genomen en door gebed en priesterschapszegens genezing gezocht. (Houd vooral rekening met de gevoelens van cursisten die onlangs met deze situatie te maken hebben gehad.) Laat een cursist Leer en Verbonden 42:45–47 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op woorden of zinsneden die troost bieden aan wie de dood van een dierbare meegemaakt hebben.

  • Vers 45 geeft aan dat we natuurlijk zullen wenen om het verlies van degenen van wie we houden. Welke leerstelling in vers 46 kan troost bieden aan wie om het verlies van een dierbare wenen? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende leerstelling te omvatten: de dood is zoet voor wie in de Heer sterven.)

  • Wat houdt sterven in de Heer in?

  • Wat betekent het dat de dood ‘zoet’ zal zijn voor wie in de Heer sterven? (Leg zo nodig uit dat een getrouwe persoon die sterft lichamelijke pijn te verduren kan krijgen. Deze belofte verwijst echter naar de vrede en rust die hij of zij in de geestenwereld zal ondervinden.)

Laat de cursisten overdenken of ze zo leven dat de dood ‘zoet’ voor hen zou zijn als ze vandaag stierven. (U kunt de cursisten aansporen om hun gedachten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te noteren.)

Leer en Verbonden 42:56–73

De Heer belooft aanvullende Schriftuur en kennis te openbaren aan wie Hem daarom vragen

Vat Leer en Verbonden 42:56–58 samen. Leg uit dat deze verzen op de Bijbelvertaling van Joseph Smith slaan. De Heer liet de heiligen weten dat alle mensen in de Bijbelvertaling van Joseph Smith onderwezen moeten worden. Vat Leer en Verbonden 42:59–69 samen. Leg uit dat de Heer Joseph Smith en andere kerkleiders in deze verzen instrueerde wanneer en aan wie zij het evangelie moesten prediken. De Heer spoorde hen aan om de ontvangen wetten na te leven. Hij legde ook uit dat ze nadere aanwijzingen zouden ontvangen om de kerk verder te vestigen en de heiligen op een leven in het toekomstige nieuwe Jeruzalem voor te bereiden. De Heer onderwees hen tevens in beginselen waardoor ze voortdurend goddelijke openbaring konden krijgen. Vat Leer en Verbonden 42:70–73 samen. Leg uit dat de wet van toewijding in financiële steun voorzag voor wie voltijds of deeltijds in dienst van de kerk stonden.

Laat de cursisten Leer en Verbonden 42:61, 68 doorlezen en letten op beginselen inzake het verkrijgen van openbaring. Mogelijke antwoorden:

Als we erom vragen, zal de Heer ons kennis geven, wat ons vrede, vreugde en het eeuwige leven brengt.

Als we om wijsheid vragen, zal de Heer ons die mildelijk geven.

  • Wat zijn de zegeningen als we de Heer ijverig om openbaring vragen?

Geef uw getuigenis dat onze kerkleiders ons volgens het beginsel van voortdurende openbaring leiden.

Leer en Verbonden 42:74–87

Priesterschapsleiders ontvangen instructies om leden die ernstige zonden begaan aan te pakken

Leg uit dat de Heer in Leer en Verbonden 42:74–87 enkele wetten inzake kerkelijke discipline beschrijft. Hij geeft priesterschapsleiders aan hoe ze met plegers van ernstige zonden – zoals seksuele zonden, stelen, liegen of ‘enigerlei ongerechtigheid’ (LV 42:87) – om dienen te gaan.

Leer en Verbonden 42:88–93

De Heer vertelt de heiligen hoe ze persoonlijk onrecht moeten rechtzetten

  • Heb je weleens iemand aanstoot aan de woorden of daden van een ander zien nemen? Ben je weleens door iemands woorden of daden gekwetst of beledigd?

Laat een cursist Leer en Verbonden 42:88–89 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat we volgens de Heer moeten doen als iemand ons onrecht aandoet.

  • Wat moeten we doen met iemand die ons onrecht aangedaan heeft? (Onder vier ogen tot verzoening met hem of haar komen. Leg eventueel uit dat het woord verzoening hier het oplossen van geschillen en herstellen van de harmonie betekent.)

  • Waarom is die aanpak zinvol?

Zet de volgende onvolledige uitspraken op één kant van het bord:

Onrecht in het verborgene dient …

Openlijk onrecht dient …

Noteer aan de andere kant van het bord de zinsneden om de betreffende uitspraken mee aan te vullen:

… openlijk rechtgezet te worden.

… in het verborgene rechtgezet te worden.

Laat de cursisten Leer en Verbonden 42:90–93 doorlezen en de onvolledige uitspraken met de juiste zinsnede aanvullen. (Onrecht in het verborgene dient in het verborgene rechtgezet te worden. Openlijk onrecht dient openlijk rechtgezet te worden.)

  • Waarom is het niet gepast om onrecht in het verborgene openlijk recht te zetten?

  • Waarom kan het in bepaalde gevallen verstandig zijn om openlijk onrecht openlijk recht te zetten?

Laat de cursisten aan situaties denken die zowel de juiste als onjuiste toepassing van de genoemde punten illustreren. Laat een aantal cursisten vertellen wat zij bedacht hebben. (Beklemtoon dat bij het rechtzetten van onrecht op de wijze van de Heer bekering en vergeving een rol spelen.)

  • Hoe zou de gepaste aanpak van onrecht een gezin tot zegen kunnen zijn? Een wijk of gemeente? Een groep klasgenoten?

Wijs er desgewenst op dat er moed voor nodig is om iemand aan te speken die ons onrecht aangedaan heeft. Vraag de cursisten hun hemelse Vader om hulp te bidden bij hun streven geschillen op te lossen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 42:46–47. De dood is zoet voor wie in de Heer sterven

President Joseph Fielding Smith heeft uitgelegd wat het betekent dat de dood zoet is voor wie in de Heer sterven:

Afbeelding
President Joseph Fielding Smith

‘Voor sommige leden van de kerk zijn de woorden dat zij die in de Heer sterven, de dood niet zullen smaken moeilijk te verteren. Ze hebben goede en getrouwe mannen en vrouwen dagen en soms maanden zien lijden voordat ze weggenomen werden. Maar de Heer zegt hier niet dat ze geen lichamelijke pijn zullen lijden, maar dat ze vrij zullen zijn van de smart en kwelling van de ziel die de goddelozen te wachten staan. Hoewel ze lichamelijk lijden ondergaan, zal de dood voor hen zoet zijn in het besef dat ze in de ogen van de Heer waardig zijn.’ (Church History and Modern Revelation, 2 delen [1953], deel 1, 186.) (Zie ook Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 85.)

Leer en Verbonden 42:48. ‘Niet ten dode is bestemd’

Afbeelding
President Joseph Fielding Smith

President Joseph Fielding Smith heeft gezegd: ‘Geen rechtschapen mens is ooit vóór zijn tijd weggenomen.’ (In ‘Funeral Services for Elder Richard L. Evans’, Ensign, december 1971, 10.)

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat we niet alleen geloof nodig hebben om te genezen, maar dat we ook de wil van de Heer moeten aanvaarden als we niet genezen:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘[Er is] een beginsel dat op elke toegewijde discipel van toepassing is: groot geloof in de Heiland houdt in dat we in dit aardse leven nederig zijn wil en timing aanvaarden, zelfs als de uitkomst niet is wat we hopen of willen. […]

‘Met rechtschapenheid en geloof kunnen we beslist bergen verzetten – als bergen verzetten Gods doeleinden bereikt en in overeenstemming met zijn wil is. Met rechtschapenheid en geloof kunnen we zeker de zieken, doven of lammen genezen – als die genezing Gods doeleinden bereikt en in overeenstemming met zijn wil is. Dat betekent dus dat zelfs met groot geloof veel bergen niet verzet worden. En niet alle zieken en zwakken worden genezen. Als alle tegenslag werd beperkt, als alle kwalen werden genezen, zouden de voornaamste doelen van het plan van de Vader worden gedwarsboomd.

‘Veel lessen die we in het sterfelijk leven moeten leren, zijn alleen maar te leren door wat we meemaken. Dat houdt soms lijden in. En God verwacht van ons, en vertrouwt erop, dat wij de tegenspoed in het sterfelijk leven met zijn hulp tegemoet treden. Zo kunnen we leren wat we moeten leren, en uiteindelijk worden wat we in de eeuwigheid moeten worden.’ (Zie ‘Opdat we niet zouden “terugdeinzen” [LV 19:18]’ [CES-devotional voor jongvolwassenen, 3 maart 2013], LDS.org.) (Zie ook Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 85–86.)

Leer en Verbonden 42:70–73. ‘Een billijke vergoeding ontvangen voor al zijn diensten’

In deze verzen wordt gezegd dat de bisschop en zijn raadgevers ‘een billijke vergoeding’ ontvangen voor hun diensten. In deze tijd slaat dit op algemene autoriteiten, zendingspresidenten en tempelpresidenten die hun middelen van bestaan moeten opgeven om voltijds in de kerk te dienen. Deze personen ontvangen een toelage die voldoende is om hen en hun gezinsleden te onderhouden zolang zij voor de kerk werken.

Afdrukken