Thuisseminarieles
De oorlog in Utah en het bloedbad bij Mountain Meadows, de totstandkoming van de Parel van grote waarde, Officiële verklaring 1 en Leer en Verbonden 138 (unit 31)
Inleiding
In deze les leren de cursisten hoe de geesten in de geestenwereld in het evangelie onderwezen worden. Ze krijgen ook meer inzicht in hoe ze aan het grote verlossingswerk van de doden kunnen bijdragen.
Lessuggesties
Vraag de cursisten voordat u deze les over Leer en Verbonden 138 geeft of ze vragen hebben over iets wat ze deze week bestudeerd hebben. Ze hebben misschien vragen over het bloedbad bij Mountain Meadows of Officiële verklaring 1.
Leer en Verbonden 138
President Joseph F. Smith komt te weten hoe het evangelie in de geestenwereld wordt gepredikt
Vertel dat er over de hele wereld mensen zijn die een afwijkende mening hebben over wat er na de dood met ons gebeurt. Vraag de cursisten of ze weleens iemand ontmoet hebben die een andere kijk heeft op wat er na de dood met ons gebeurt. Laat een paar cursisten over hun ervaringen vertellen. (Spreek niet negatief of kleinerend over de godsdienstige overtuiging van anderen.)
-
Hoe kunnen we te weten komen welke overtuigingen over het leven na de dood juist zijn? (Leg desgewenst uit dat zelfs sommige Heiligen der Laatste Dagen een onjuist beeld van het leven na de dood kunnen hebben.)
Om iets aan de antwoorden van de cursisten toe te voegen, vraagt u een cursist om het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen:
‘De Schriften vormen de toetssteen [standaard] waaraan juistheid en waarheid worden afgemeten.’ (‘De zegen van Schriftuur’, Liahona, mei 2010, 34.)
Bevestig dat we aan de hand van leringen die de Heer in de Schriften heeft geopenbaard, zoals in Leer en Verbonden 138, de juistheid van verschillende overtuigingen over het leven na de dood kunnen vaststellen.
Teken het bijgaande diagram op het bord. U kunt in het kort uitleggen dat de hele geestenwereld in sommige opzichten als een gevangenis kan worden beschouwd. Ook de rechtvaardigen ervaren de scheiding van lichaam en geest immers als een gevangenschap (zie LV 138:49–50).
Om de cursisten de bestudeerde leringen in afdeling 138 kort te laten herhalen, vraagt u de helft van de klas in Leer en Verbonden 138:12–15, 22 details op te zoeken over wie na de dood naar het paradijs gaan en wat zij daar ervaren. Vraag de andere helft van de klas in Leer en Verbonden 138:20–22 details op te zoeken over wie na de dood naar de gevangenis gaan en wat zij daar ervaren. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Leg uit dat niet alleen de goddelozen en opstandigen na de dood naar de gevangenis in de geestenwereld gaan, maar ook wie zonder kennis van het evangelie in hun zonden overlijden (zie LV 138:32). Herinner de cursisten eraan dat toen president Joseph F. Smith over de teksten in 1 Petrus nadacht, de Heer hem openbaarde dat de mensen in de gevangenis in de geestenwereld de kans zullen krijgen om de zegeningen van het evangelie te ontvangen.
Vraag een cursist Leer en Verbonden 138:29–32 voor te lezen. Laat de klas opletten hoe het evangelie in de geestenwereld wordt gepredikt. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Ze dienen iets in de volgende trant te verwoorden: in opdracht van Jezus Christus verkondigen rechtschapen boodschappers het evangelie aan wie zich in de gevangenis in de geestenwereld bevinden.
Teken in het diagram op het bord een pijl van het paradijs naar de gevangenis in de geestenwereld. Hiermee duidt u de rechtschapen boodschappers van de Heer aan die het evangelie in de gevangenis prediken.
Vat Leer en Verbonden 138:33–37 samen. Leg uit dat alle kinderen van onze hemelse Vader, op aarde of in de geestenwereld, de kans zullen krijgen om de beginselen en verordeningen van het evangelie van Jezus Christus te aanvaarden.
Maak de cursisten duidelijk dat iedereen het evangelie zal horen. Leg uit dat de Heiland de geestenwereld na zijn dood weliswaar maar kort bezocht, maar Hij daar de rechtvaardige geesten organiseerde om het evangelie aan de geesten in de gevangenis te prediken. Dat werk vindt nog steeds plaats. Als mensen overlijden die het evangelie in dit leven niet gehoord of aanvaard hebben, krijgen zij alsnog de kans om het evangelie in de geestenwereld te horen en te aanvaarden.
Herinner de cursisten eraan dat president Joseph F. Smith in Leer en Verbonden 138:38–49 de namen noemt van de grote en machtige geesten die hij in de geestenwereld zag en die na de dood van de Heiland aan het kruis op zijn komst wachtten. Sommige geesten die de Heiland bezocht, waren profeten uit het Oude Testament en het Boek van Mormon. Te beginnen in vers 53 lezen we dat president Smith ook de uitverkoren geesten zag die in de laatste bedeling voortkwamen, zoals de profeet Joseph Smith (zijn oom) en Hyrum Smith (zijn vader).
Laat een cursist Leer en Verbonden 138:53–56 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe deze personen, terwijl zij op aarde waren, bijdroegen aan het heil van de mensen in de gevangenis in de geestenwereld.
-
Wat hebben de kerkleiders in de laatste dagen gedaan om de geesten in de gevangenis te helpen?
Als de cursisten ontdekken dat profeten in de laatste dagen door tempelbouw en het verrichten van tempelverordeningen voor de doden aan de verlossing van de doden bijdragen, hang of teken dan een afbeelding van een tempel naast het diagram op het bord.
Laat een cursist Leer en Verbonden 138:58–59 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de doden moeten doen om verlost te worden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Wat zal er gebeuren met wie zich in de geestenwereld bekeren? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende leerstelling te omvatten: de geesten die zich bekeren, worden verlost door gehoorzaamheid aan de verordeningen van de tempel, worden gereinigd door de verzoening en zullen hun beloning ontvangen.)
-
Hoe kunnen we in onze tijd op aarde aan het verlossingswerk voor de doden bijdragen? (We kunnen familiehistorisch werk doen en aan tempelverordeningen voor de doden deelnemen.)
Wijs naar de afbeelding van de tempel op het bord. Getuig dat als we naar de tempel gaan om verordeningen voor de doden te verrichten – en zij die verordeningen aanvaarden – we ze helpen om uit de gevangenis in de geestenwereld verlost te worden en zich bij de rechtvaardige geesten in het paradijs te voegen.
Teken in het diagram op het bord een pijl van de gevangenis naar het paradijs om de verlossing van de geesten uit de gevangenis weer te geven.
-
Hoe kan deze kennis je ervaringen met tempelwerk en familiegeschiedenis beïnvloeden?
-
In welke opzichten zijn jullie door je deelname aan tempelwerk en familiegeschiedenis gezegend? (U kunt ook iets uit eigen ervaring vertellen.)
Laat een cursist Leer en Verbonden 138:60 voorlezen. Laat de klas meelezen en op het getuigenis letten dat president Joseph F. Smith van die leringen heeft opgeschreven.
Moedig de cursisten aan om een tijd vast te stellen waarop ze de komende weken familiehistorisch of tempelwerk gaan verrichten.
Getuig tot slot van de Heer Jezus Christus en van de zegeningen van de verzoening voor de levenden en de doden.
Volgende unit (Organisaties en programma’s van de kerk, Officiële verklaring 2, het heilswerk bespoedigen, de proclamatie over het gezin en de hedendaagse profeet)
Vraag de cursisten hoe ze weten dat de Heer zijn kerk in deze tijd leidt. Waarom is het belangrijk dat we een levende profeet hebben? Waarom is het gezin belangrijk? Laat de cursisten in de lessen van de komende week naar antwoorden op deze vragen zoeken.