Seminarie en instituut
Les 21: Leer en Verbonden 17


Les 21

Leer en Verbonden 17

Inleiding

Terwijl Joseph Smith het Boek van Mormon aan het vertalen is, krijgt hij te horen dat drie getuigen de platen zullen zien. (Zie 2 Nephi 27:12–14; Ether 5:2–4; LV 5:11–15, 18.) Oliver Cowdery en David Whitmer horen dat en krijgen een geïnspireerd verlangen om die getuigen te zijn. Eerder had de Heer gezegd dat Martin Harris de platen zou mogen zien als hij nederig en gehoorzaam zou zijn (LV 5:23–28). Oliver Cowdery, David Whitmer en Martin Harris vragen de profeet of zij die getuigen mogen zijn. De Heer bevestigt dat deze drie mannen de platen en andere voorwerpen mogen zien als ze voldoende geloof oefenen.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 17:1–2

De Heer zegt tegen Oliver Cowdery, David Whitmer en Martin Harris dat ze de platen en andere heilige voorwerpen mogen zien als ze voldoende geloof hebben.

Zet op het bord een verticale lijst met de cijfers 1 tot en met 5. Zet gouden platen naast nummer 1. Laat de cursisten het lijstje in hun aantekenschrift of Schriftendagboek overnemen. Laat de cursisten het lijstje afmaken door meerdere voorwerpen te noteren die de drie getuigen zagen toen Moroni ze de platen liet zien. Laat de cursisten na enige tijd hun lijstje vergelijken met de voorwerpen die in Leer en Verbonden 17:1 staan.

  • Welk voorwerp in Leer en Verbonden 17:1 zou je het liefst willen zien? Waarom?

  • In welke opzichten zou het getuigenis van de drie getuigen zijn versterkt toen ze die voorwerpen zagen? Waarom?

  • In welke opzichten zouden het nadere bewijzen van het Boek van Mormon zijn om het zwaard van Laban en de Liahona te zien?

Om de cursisten meer inzicht te geven in de historische achtergrond van wat ze vandaag bestuderen, vat u de inleiding van deze les samen. De Heer zegt tegen Joseph Smith dat Martin Harris, Oliver Cowdery en David Whitmer de platen mogen zien. Maar de Heer verwacht eerst iets van hen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 17:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de drie getuigen moesten doen om de platen te zien. Als de cursisten iets over hun bevindingen hebben verteld, stelt u de volgende vragen:

  • Wat houdt het volgens jullie in om ‘met een volmaakt voornemen van hart’ op het woord van God te vertrouwen? (Een mogelijke betekenis: dat we God gehoorzamen en met heel ons hart gehoor geven aan zijn woord.)

  • Waarom moesten deze mannen net als de profeten vanouds geloof tonen voordat de Heer hun toestond om de platen te zien?

Hoewel wij niet de mogelijkheid hebben om de voorwerpen te zien die de drie getuigen zagen, kunnen we wel degelijk een getuigenis van de waarheden van het evangelie ontvangen. Zet de volgende onvolledige uitspraak het bord: Als wij gehoorzaam zijn en , kunnen we een getuigenis van de waarheden van het evangelie ontvangen.

Vraag de cursisten met welke woorden ze deze uitspraak kunnen afmaken. (De cursisten kunnen als volgt antwoorden: als we gehoorzaam zijn en geloof in God oefenen, kunnen we een getuigenis van de waarheden van het evangelie ontvangen. Zet het volledige beginsel in de woorden van de cursisten op het bord.)

  • Hebben jullie geloof in God geoefend om een getuigenis van het Boek van Mormon te krijgen?

Om de cursisten meer inzicht te geven in de manier waarop Joseph Smith Martin Harris hielp om dit beginsel toe te passen, laat u een cursist het volgende verslag van zijn moeder, Lucy Mack Smith, voorlezen:

Lucy Mack Smith

‘De volgende ochtend, na het gebruikelijke lezen, zingen en bidden, stond Joseph op, en liep hij zo plechtig naar Martin Harris toe dat de rillingen over mijn rug liepen. En voor zover ik me kan herinneren, zei hij: “Martin Harris, je moet je vandaag voor God vernederen, zodat je vergeving van je zonden kunt ontvangen. Als je dat doet, is het de wil van God dat je samen met Oliver Cowdery en David Whitmer de platen zult zien.”’ (History of Joseph Smith by His Mother, samengesteld door Preston Nibley [1958], 151–152.)

  • In welke opzichten moest Martin veranderen om de gouden platen te zien?

Leer en Verbonden 17:3–9

De Heer openbaart de verantwoordelijkheid van de drie getuigen om van de platen te getuigen

Laat de cursisten in Leer en Verbonden 17:3–5 opzoeken wat voor verantwoordelijkheid de drie getuigen hadden toen ze de platen hadden gezien. (Ze kregen de verantwoordelijkheid om te getuigen van wat ze hadden gezien.)

  • Wat voor verantwoordelijkheid hebben wij als de Heer ons een getuigenis van goddelijke waarheden geeft? (De cursisten moeten het volgende beginsel weergeven: als we een getuigenis van de waarheid ontvangen, is het onze taak om ervan te getuigen. U kunt de cursisten aanmoedigen om zinsneden in hun Schriften te markeren waaruit dit beginsel blijkt.)

  • In welke opzichten is onze bereidheid om van de waarheid te getuigen een uiting van ons geloof?

Om de cursisten begrip van het verslag van de drie getuigen bij te brengen, laat u een cursist de volgende woorden van Joseph Smith voorlezen:

Profeet Joseph Smith

‘Martin Harris, David Whitmer, Oliver Cowdery en ik besloten ons [in het bos bij het huis van de Whitmers] terug te trekken. We knielden neer en riepen de almachtige God vol geloof aan. […]

‘Net als voorgaande keren begon ik tot onze hemelse Vader te bidden, waarna de anderen dat ook deden. We kregen niet meteen een antwoord of manifestatie van God. We volgden opnieuw dezelfde gebedsvolgorde. […] Met hetzelfde resultaat.

‘Toen we het twee keer tevergeefs geprobeerd hadden, stelde Martin Harris voor dat hij zich zou terugtrekken, omdat hij dacht dat we wegens zijn aanwezigheid niet ontvingen wat we wilden. Hij trok zich terug, en toen we opnieuw neerknielden, en nog maar enkele minuten in gebed waren, zagen we een licht boven ons in de lucht dat uitzonderlijk fel was; en zie, er stond een engel voor ons. Hij had de platen in zijn handen waarom wij gebeden hadden of we ze mochten zien. Hij sloeg de bladen een voor een om zodat we de platen en de graveerselen erop duidelijk konden zien. […] We hoorden vanuit het heldere licht boven ons een stem: “Deze platen zijn door de macht van God geopenbaard en ze zijn door de macht van God vertaald. De vertaling die u hebt gezien, is correct, en ik draag u op om te getuigen van wat u nu ziet en hoort.”

‘Ik liet David en Oliver achter en ging achter Martin Harris aan die ik na een aanzienlijk eind lopen in vurig gebed vond. Hij vertelde me echter dat hij nog geen succes met de Heer gehad had en vroeg me ernstig om met hem te bidden, zodat ook hij de zegeningen mocht ontvangen die wij net ontvangen hadden. We baden samen en verkregen uiteindelijk wat we verlangden, want voordat we klaar waren, zagen we hetzelfde visioen. Ik aanschouwde het nogmaals en zag en hoorde dezelfde dingen. Op datzelfde ogenblik riep Martin Harris vervuld van vreugde uit: “Genoeg, genoeg, mijn ogen hebben aanschouwd, mijn ogen hebben aanschouwd!”’ (In History of the Church, deel 1, 54–55.)

  • Waarom zou de wet van getuigen, of meerdere getuigen, zo belangrijk zijn voor de herstelling van het evangelie van Jezus Christus?

U kunt een cursist de volgende uitspraak laten voorlezen, met details van de gevoelens van Joseph Smith over deze ervaring:

Lucy Mack Smith

‘Tussen drie en vier uur ’s middags kwamen ze weer thuis. Mevr. Whitmer, dhr. Smith en ik zaten op dat moment in een slaapkamer. Bij zijn binnenkomst plofte Joseph naast mij neer en riep uit: “Vader, moeder, jullie weten niet hoe blij ik ben. De Heer heeft nu gezorgd dat er buiten mij nog drie anderen de platen konden zien. Zij hebben een engel gezien, die tot hen heeft getuigd. En zij moeten getuigen van de waarheid van wat ik heb gezegd, want nu weten ze zelf dat ik de mensen niet voor de gek houd. Ik voel me verlost van een last die bijna ondraaglijk voor me werd. Mijn ziel is verheugd dat ik niet meer helemaal alleen in de wereld ben.” Toen kwam Martin Harris binnen; hij leek overweldigd door vreugde, en getuigde openhartig van wat hij gezien en gehoord had. En dat deden David en Oliver ook. Ze voegden eraan toe dat geen tong de vreugde in hun hart kon beschrijven, en de grootsheid van wat zij gezien en gehoord hadden.’ (History of Joseph Smith by His Mother, 152.)

  • Hoe voelen jullie je bij mensen die ook weten dat het evangelie waar is? Wat heb je aan hun getuigenis?

Deel de klas op in groepjes van twee. Laat elk groepje ‘Het getuigenis van drie getuigen’ voorlezen (na de inleiding tot het Boek van Mormon). Tijdens het lezen laat u de cursisten woorden of zinsneden opzoeken waardoor hun getuigenis versterkt wordt.

Leg aan de cursisten uit dat alle drie getuigen van de kerk zijn afgedwaald (Oliver Cowdery en Martin Harris hebben zich later opnieuw laten dopen), maar dat geen van hen ooit zijn getuigenis van het Boek van Mormon heeft verloochend.

Vraag de cursisten zich voor te stellen dat hun eigen getuigenis van het Boek van Mormon in elk exemplaar gedrukt kon worden. Laat de cursisten in hun Schriftendagboek of aantekenschrift noteren wat ze in hun getuigenis zouden willen opnemen. U kunt enkele cursisten laten vertellen wat ze hebben opgeschreven.

Laat de cursisten Leer en Verbonden 17:6 doorlezen en het getuigenis opzoeken dat Jezus Christus van het Boek van Mormon geeft. Jezus Christus getuigt dat het Boek van Mormon waar is.

  • Hoe wordt jullie getuigenis versterkt door het getuigenis dat de Heiland van het Boek van Mormon geeft?

Laat een cursist Leer en Verbonden 17:7–9 voorlezen. Laat de cursisten meelezen en de beloften opzoeken die de drie getuigen ontvingen. Vestig de aandacht van de cursisten op de woorden ‘rechtvaardige doelen’ in vers 9.

  • Wat zouden enkele doelen van de Heer voor de drie getuigen kunnen zijn? (U kunt de cursisten ook Leer en Verbonden 17:4 laten bestuderen om deze vraag te beantwoorden.)

  • Wat kan een ‘rechtvaardig doel’ zijn voor het krijgen van een getuigenis van de waarheid die je wilt leren kennen?

Herinner de cursisten eraan dat we een getuigenis kunnen verkrijgen of versterken als we anderen erover vertellen. Laat de klas zich afvragen aan wie ze hun getuigenis kunnen geven. Moedig ze aan om deze week hun getuigenis aan die persoon te geven.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 17:1. De platen, de Urim en Tummim en de borstplaat

Joseph Smith gaf de platen, de borstplaat en de Urim en Tummim aan de engel Moroni toen hij het werk had verricht dat hij van God moest verrichten. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:52, 59–60.)

Leer en Verbonden 17:3, 5. Het getuigenis van Oliver Cowdery, David Whitmer en Martin Harris

Hoewel we niet precies weten waarom de drie getuigen van de kerk zijn afgevallen, kunnen we met behulp van Leer en Verbonden 3:4 beter begrijpen hoe iemand kan afvallen, zelfs nadat de persoon een engel en de platen heeft gezien:

‘Want al ontvangt een mens vele openbaringen, en bezit hij de macht om vele machtige werken te doen, toch moet hij vallen en zich de wraak van een rechtvaardig God op de hals halen, indien hij roemt op zijn eigen kracht en de raadgevingen van God als niets acht, en de stem van zijn eigen wil en vleselijke begeerten najaagt.’

Ondanks het feit dat ze van de kerk zijn afgevallen, hebben de drie getuigen nooit hun getuigenis van het Boek van Mormon verloochend, zoals uit de volgende verslagen blijkt:

Oliver Cowdery geeft op 21 oktober 1848 tijdens een conferentie in Kanesville (Iowa, VS) het volgende getuigenis:

Oliver Cowdery

‘Ik heb met mijn eigen pen (op een paar pagina’s na) het hele Boek van Mormon opgeschreven, zoals dat van de lippen van de profeet Joseph Smith kwam, terwijl hij het door de gave en macht van God vertaalde. […] Dat boek is waar. Sidney Rigdon heeft het niet geschreven; mijnheer Spaulding heeft het niet geschreven; ik heb zelf de woorden opgeschreven die uit de mond van de profeet kwamen.’ (‘The Three Witnesses’, The Historical Record, samengesteld door Andrew Jenson, deel 6, nrs. 3–5 [mei 1887], 201; zie ook George Reynolds, ‘History of the Book of Mormon’, The Contributor, deel 5, nr. 12 [september 1884], 446.)

In de krant de Richmond Democrat heeft het volgende verslag gestaan van het getuigenis dat David Whitmer van het Boek van Mormon heeft gegeven:

David Whitmer

‘Om half zes op zondagavond (22 januari 1888) liet de heer Whitmer zijn familieleden en enkele vrienden bij zijn bed komen. […] Vervolgens richtte hij zich tot alle aanwezigen: “U moet allemaal trouw aan Christus zijn. Ik zeg tegen u allen dat de Bijbel en het verslag van de Nephieten (het Boek van Mormon) waar zijn. U kunt dus zeggen dat u mij op mijn sterfbed mijn getuigenis hebt horen geven. Als u trouw blijft aan Christus zult u uw beloning naar uw werken ontvangen. God zegene u allen. Ik vertrouw altijd op Christus, tot in alle eeuwigheid. Amen.” [Richmond Democrat, 2 februari 1888, geciteerd in Andrew Jenson, Latter-day Saint Biographical Encyclopedia, 4 delen (1901), deel 1, 270.]’ (Doctrine and Covenants Student Manual [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 33.)

Vlak vóór zijn dood heeft Martin Harris getuigd:

Martin Harris

‘Ja, ik heb de platen gezien waarop het Boek van Mormon was geschreven. Ik heb de engel gezien. Ik heb de stem van God gehoord. En ik weet dat Joseph Smith een profeet van God was, en de sleutels van het heilig priesterschap had. [“The Last Testimony of Martin Harris”, opgetekend door William H. Homer in een verklaring ten overstaan van J. W. Robinson, 9 april 1927, geciteerd in Francis W. Kirkham, A New Witness for Christ in America, 2 delen (1960), deel 1, 254.]’ (In Leer en Verbonden – boek voor de cursist, 33.)

Leer en Verbonden 17. Het getuigenis van acht getuigen

Enkele dagen nadat de drie getuigen de gouden platen hadden gezien, ‘werden er nog acht getuigen gekozen om de platen te zien – trouwe mannen die tijdens de vertaling een goede band met de profeet hadden. […] Joseph mocht de platen aan hen laten zien in de buurt van het huis van de familie Smith in Manchester, toen hij regelingen trof om het boek te laten drukken. [Zie History of the Church, deel 1, 58.] De acht getuigen getuigen dat ze de platen hebben vastgehouden en de graveersels op de bladen hebben gezien. Hun getuigenis is ook te vinden in alle gepubliceerde exemplaren van het Boek van Mormon.’ (Church History in the Fulness of Times Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 60–61.)

Leer en Verbonden 17:6. Gods getuigenis van het Boek van Mormon

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Ouderling Bruce R. McConkie

‘Een van de plechtigste eden die de mens ooit heeft ontvangen, is te vinden in deze woorden van de Heer betreffende Joseph Smith en het Boek van Mormon. ‘Hij [Joseph Smith] heeft het boek vertaald, ja, dat gedeelte dat Ik hem heb geboden, en zowaar uw Heer en uw God leeft, het is waar.’ (LV 17:6).

‘Dit is Gods getuigenis van het Boek van Mormon. Daarin heeft God zijn godheid op het spel gezet. Of het boek is waar, of God houdt op God te zijn. Er is geen duidelijkere of krachtigere taal onder de mensen of de goden.’ (‘The Doctrine of the Priesthood’, Ensign, mei 1982, 33.)