Les 119
Leer en Verbonden 111
Inleiding
De kerk zit in 1836 diep in de schulden. De profeet Joseph Smith en andere kerkleiders reizen naar Salem (Massachusetts). Daar hopen ze geld te krijgen om de schulden van de kerk af te betalen. Joseph Smith ontvangt de openbaring in Leer en Verbonden 111 op 6 augustus 1836. Daarin stelt de Heer hem gerust wat de zorgen omtrent de schuld en het welzijn van Zion aangaan. De Heer geeft de profeet ook instructies over het verblijf van de kerkleiders in Salem.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 111
De Heer stelt Joseph Smith en andere kerkleiders gerust en geeft ze instructies
Laat de cursisten aan het begin van de les in hun aantekenschrift of Schriftendagboek de volgende vraag beantwoorden:
-
Wat levert jou stress of spanning op?
Laat een aantal cursisten eventueel hun gedachten aan de klas verwoorden. (Wijs de cursisten erop dat sommige gedachten en ervaringen te persoonlijk zijn om over te praten.)
Leg uit dat Joseph Smith en andere kerkleiders zich in de zomer van 1836 zorgen over de financiën van de kerk maakten. In de jaren ervoor had de kerk een grote schuld opgebouwd. Kerkleiders hadden namelijk in opdracht van de Heer de Kirtlandtempel gebouwd, land in Ohio en Missouri gekocht, en het Zionskamp bekostigd. De kerk had ook middelen nodig om land te kopen voor de heiligen in Missouri die uit hun woningen verjaagd waren. De Heer had Joseph Smith en andere kerkleiders in 1834 opgedragen al hun schulden af te betalen (zie LV 104:78). De afbetaling van die schulden was echter spaak gelopen. Bedrijven in Missouri die inkomsten opbrachten, waren namelijk verloren gegaan. De kerkleiders hadden dan ook niet genoeg geld om aan de verplichtingen tegenover hun schuldeisers te voldoen.
Laat een cursist Leer en Verbonden 104:80 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op de belofte van de Heer om de kerkleiders in hun schuldenlast bij te staan. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Leg uit dat in 1836 een lid van de kerk, een zekere William Burgess, in Kirtland (Ohio) aankwam. Hij vertelde de kerkleiders over een grote som geld ergens in Salem (Massachusetts). Hij zei dat het geld zich in de kelder van een huis bevond. Hij wist als enige waar het geld precies lag.
Vertel de cursisten dat Joseph Smith, Sidney Rigdon, Oliver Cowdery en Hyrum Smith op 25 juli 1836 uit Kirtland vertrokken. Ze gingen een bezoek aan schuldeisers van de kerk in New York brengen. Na enkele dagen in New York reisde de groep door naar Salem. Broeder Burgess wachtte hen daar op. Maar hij beweerde dat de stad inmiddels zodanig veranderd was dat hij het huis met het geld niet meer kon vinden. Broeder Burgess vertrok spoedig daarna.
-
Hoe zouden jullie je gevoeld hebben als je tevergeefs naar Salem afgereisd was in de hoop dat je de middelen zou vinden om de schulden van de kerk af te betalen? Wat zouden jullie gedaan hebben?
Leg uit dat de kerkleiders nog enige tijd zochten naar het huis waarin het geld verborgen zou zijn. Joseph Smith ontving de openbaring in Leer en Verbonden 111 op zaterdag 6 augustus 1836, terwijl ze nog in Salem waren.
Laat een cursist Leer en Verbonden 111:1 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de Heer van de reis van deze mannen naar Salem vond. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. (De Heer gebruikte het woord dwaasheden in verband met deze reis, maar was er niet boos over.)
-
Wat zou je aan de reis naar Salem als dwaasheid kunnen aanmerken?
Vertel de cursisten dat de zoektocht naar geld in Salem niets had opgeleverd. Toch gaf de Heer aan dat deze reis zijn koninkrijk ten goede kon komen. Laat een cursist Leer en Verbonden 111:2 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de Heer in de stad Salem had.
-
Wat had de Heer in Salem? (Grote schatten en vele mensen.)
-
Wanneer zou de Heer de mensen vergaderen die Hij in Salem had? (Te zijner tijd.)
Joseph Smith en zijn metgezellen bleven een paar weken in Salem. Zij predikten het evangelie tijdens hun verblijf. Vijf jaar later werd Erastus Snow op zending naar Salem geroepen. Hij stichtte daar een gemeente van 120 leden. (Zie De geschiedenis van de kerk in de volheid der tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 170–171.)
-
Wat steken we van Joseph Smiths belevenis in Salem en de leringen van de Heer in Leer en Verbonden 111:1–2 op? (De cursisten kunnen uiteenlopende goede antwoorden geven. Zet als onderdeel van de bespreking het volgende beginsel op het bord: De Heer kan onze oprechte inspanningen ten goede laten uitwerken.)
-
Hoe kan de Heer onze oprechte inspanningen ten goede laten uitwerken, ook al waren ze aanvankelijk ondoordacht? (Een mogelijk antwoord is dat Hij ons van onze ervaringen kan laten leren.)
-
Wat vind je ervan dat de Heer je oprechte inspanningen ten goede kan laten uitwerken?
Leg uit dat de Heer Joseph Smith en zijn metgezellen instructies gaf zodat ze in Salem iets goeds tot stand konden brengen. Laat een cursist Leer en Verbonden 111:5–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat Joseph Smith en zijn metgezellen van de Heer moesten doen.
-
Hoe troostte de Heer Joseph Smith en zijn gezelschap wat betreft de schulden van de kerk en de toestand van Zion?
-
Hoe zouden Joseph Smith en de andere kerkleiders volgens vers 8 weten waar ze de rest van hun bezoek in Salem moesten verblijven?
-
Wat kunnen we uit de instructies van de Heer in vers 8 leren? (Als de cursisten geantwoord hebben, zet u dit beginsel op het bord: We kunnen door de vrede en macht van zijn Geest aanwijzingen van de Heer ontvangen.)
-
Hoe kan dit beginsel je helpen als je met zorgen en moeilijkheden te maken hebt?
Laat de cursisten Leer en Verbonden 111:9–10 doorlezen. Laat ze daarbij opletten wat de Heer de Joseph Smith en zijn metgezellen nog meer opdroeg terwijl zij in Salem waren. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Vertel de cursisten dat Joseph Smith en de andere mannen de raad van de Heer opvolgden. Ze deden ‘ijverig navraag naar de vroegere inwoners en de grondleggers van [de] stad’ (LV 111:9). Ze bezochten historische plekken terwijl ze in Salem waren. Ze kwamen erachter dat sommige inwoners van Salem (Massachusetts) en de omliggende streek in New England ten gevolge van religieuze onverdraagzaamheid en dweperij vervolgd en vermoord waren. (Zie History of the Church, deel 2, 464–465.) Joseph Smith schreef naar aanleiding hiervan in zijn geschiedenis: ‘Wanneer houdt de strijd tussen mensen eens op? Wanneer ontneemt de een de ander niet langer zijn onaantastbare recht om zijn God volgens de stem van zijn geweten te aanbidden?’ (In History of the Church, deel 2, 465.) De profeet beklemtoonde later hoe belangrijk het is dat alle mensen het recht op godsdienstvrijheid mogen uitoefenen. (Zie Geloofsartikelen 1:11). Joseph Smith en zijn metgezellen kwamen niet in bezit van het geld dat ze in Salem hoopten aan te treffen. Ze kregen echter wel andere schatten door deze reis, waaronder schatten aan kennis.
Laat een cursist Leer en Verbonden 111:11 voorlezen. Laat de klas meelezen en op de laatste raad van de Heer in deze openbaring letten.
-
Hoe zou je de raad van de Heer in vers 11 in je eigen woorden weergeven? (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als wij verstandig zijn en zonde vermijden, zal de Heer alles voor ons welzijn regelen. U kunt uitleggen dat rechtschapen mensen weliswaar beproevingen meemaken, maar dat de Heer die ‘dingen voor [hun] welzijn [kan] regelen’.)
-
Welke verstandige keuzes kunnen we zoal maken? (De cursisten kunnen onder meer het volgende antwoord geven: ernaar streven de geboden te onderhouden.)
-
Wat betekent het dat de Heer ‘alle dingen voor [ons] welzijn regelen’ zal?
-
Wanneer heb je dit beginsel in de praktijk gezien?
Laat de cursisten hun genoteerde antwoorden op de vraag aan het begin van de les nog eens doornemen. Laat ze overwegen wat ze geleerd hebben door hun studie van Leer en Verbonden 111 waarmee ze hun moeilijkheden beter aankunnen. Laat ze hun gedachten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren.
Getuig tot slot van de beginselen die u besproken hebt. Moedig de cursisten aan om naar die beginselen te handelen.