Les 159
Het gezin: een proclamatie aan de wereld
Inleiding
Op 23 september 1995 introduceert president Gordon B. Hinckley tijdens een algemene ZHV-bijeenkomst ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’. Deze proclamatie van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen is een verklaring aan de wereld aangaande de normen en leerstellingen van de Heer betreffende het gezin. De proclamatie bevat ook raad om het gezin te versterken en een waarschuwing voor de gevolgen van het verval van het gezin.
Noot: zorg ervoor dat elke cursist een kopie heeft van ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’. Dit document is te vinden op pagina 129 van de Liahona van november 2010, in de boekjes Plicht jegens God en Persoonlijke vooruitgang, in Trouw aan het geloof onder ‘Gezin’, en op LDS.org. U kunt ook een kopie van de proclamatie over het gezin in het aanhangsel van dit lesboek vinden.
Lessuggesties
Het Eerste presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen vaardigen een proclamatie aan de wereld over het gezin uit
Zet vóór de les de volgende woorden en zinsneden op het bord:
Stel aan het begin van de lesde volgende vragen:
-
Steek je hand op als je weleens vragen hebt gesteld over een of meer van de onderwerpen op het bord, of als je iemand kent die dat heeft gedaan.
-
Waar kunnen we de instructies van de Heer over die onderwerpen vinden?
Deel kopieën uit van ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’. (U kunt de cursisten aanmoedigen om de alinea’s in de proclamatie te nummeren, zodat ze makkelijk mee kunnen lezen als u naar verschillende alinea’s verwijst.) Leg uit dat president Gordon B. Hinckley deze proclamatie op 23 september 1995 tijdens een algemene ZHV-bijeenkomst heeft geïntroduceerd. Vlak voordat president Hinckley de proclamatie voorlas, noemde hij enkele redenen waarom de wereld de beginselen erin zo hard nodig heeft. Vraag een cursist de volgende uitspraak van president Hinckley voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waarom de wereld deze proclamatie zo hard nodig heeft.
‘Er is zoveel wereldse wijsheid die als waarheid wordt gezien, zoveel misleiding wat waarden en normen betreft, zoveel verlokkingen en verleidingen om van lieverlee met het wereldse besmet te raken, dat we vinden dat we moeten waarschuwen. Daarom vaardigen wij, het Eerste Presidium en de Raad der Twaalf Apostelen, nu een proclamatie uit aan de kerk en aan de wereld, als een verklaring en een bevestiging van de normen, leerstellingen en gebruiken die betrekking hebben op het gezin, welke door profeten, zieners en openbaarders van deze kerk herhaaldelijk zijn uiteengezet.’ (Zie ‘Bied weerstand aan de verlokkingen van de wereld’, De Ster, januari 1996, 91.)
-
Waarom is deze proclamatie aan de kerk en de wereld gegeven?
Leg uit dat als we ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ bestuderen, we antwoord op veel vragen over het gezin kunnen ontvangen. Om ertoe bij te dragen dat de cursisten leerstellingen kunnen vinden waarmee ze duidelijker de onderwerpen op het bord kunnen begrijpen, laat u vijf cursisten om de beurt een van de eerste vijf alinea’s van de proclamatie voorlezen. Laat de klas meelezen en de leerstellingen opzoeken die betrekking hebben op de onderwerpen op het bord. Stop na elke alinea zodat de cursisten kunnen vertellen wat ze hebben gevonden. Moedig de cursisten aan om die leerstellingen op hun kopie van de proclamatie te markeren.
Laat de cursisten de gevonden leerstellingen op het bord zetten. De cursisten kunnen de volgende leerstellingen vinden en opschrijven:
Het huwelijk tussen man en vrouw is van Godswege geboden [alinea 1].
Het gezin staat centraal in het plan van onze hemelse Vader [alinea 1].
Het geslacht is een essentieel kenmerk van iemands voorsterfelijke, sterfelijke en eeuwige identiteit en doel [alinea 2].
Door het plan van geluk is het mogelijk dat de familieband ook na de dood blijft bestaan [alinea 3].
Gods gebod aan huwelijkspartners om kinderen te krijgen, is nog steeds van kracht [alinea 4].
God heeft geboden dat het heilige voortplantingsvermogen alleen gebruikt mag worden tussen een man en een vrouw die wettig met elkaar gehuwd zijn [alinea 4].
De schepping van de mens maakt een wezenlijk en heilig deel uit van het plan van onze hemelse Vader [alinea’s 3 en 5].
Als de cursisten iets vertellen over de leerstellingen die ze hebben gevonden, gebruik dan een of meerdere van de onderstaande vervolgvragen om die leerstellingen te bekrachtigen.
-
Wat heeft deze leerstelling met de onderwerpen op het bord te maken?
-
Waarom is het belangrijk dat wij die leerstelling begrijpen?
-
Hoe kan de kennis van en het geloof in deze leerstelling jullie beslissingen beïnvloeden?
Als de cursisten geen van de bovenstaande leerstellingen noemen, zorg er dan voor dat ze die vinden en bespreken.
Met behulp van de proclamatie over het gezin kunnen we een geslaagd gezin stichten
Laat de cursisten zich afvragen hoe hun toekomstige gezin er volgens hen moet uitzien.
-
Wat voor activiteiten, eigenschappen, gedragingen en overtuigingen kunnen een gezin geluk brengen?
Deel de klas op in groepjes. Laat elk groepje alinea 6 en 7 van de proclamatie over het gezin samen voorlezen. Laat ze opzoeken hoe ze in hun gezin geluk kunnen vinden. Stel na verloop van tijd de volgende vragen aan de hele klas:
-
Waardoor is de kans op een gelukkig gezin het grootst? De cursisten moet dit beginsel weergeven: de kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen. U kunt de cursisten aanmoedigen om dat beginsel op hun exemplaar van de proclamatie over het gezin te markeren.)
-
Wat zijn volgens de verzen 6 en 7 de beginselen waardoor een gezin gelukkig kan worden? (U kunt een cursist vragen de antwoorden van de cursisten op het bord te zetten.)
Laat de cursisten de volgende vragen in hun groepjes bespreken. Geef elk groepje een kopie van de vragen, of zet ze op het bord.
Noot: Vanwege de gevoelige en persoonlijke aard van gezinsbanden, laat u de cursisten de volgende activiteit niet hardop doen. Maar moedig de cursisten aan om zelf over die leringen na te denken en zich af te vragen hoe ze verbetering kunnen aanbrengen.
Als de groepjes voldoende tijd hebben gehad om de vragen te bespreken, laat u de cursisten zich afvragen welke van deze leringen ze thuis naleven en of het gezin daar gelukkiger van is geworden. Laat de cursisten zich afvragen welke leringen in de proclamatie ze beter kunnen naleven zodat zij en de andere gezinsleden gelukkiger kunnen worden. U kunt de cursisten aanmoedigen om te noteren hoe ze die leringen thuis beter gaan naleven.
Als u voldoende tijd hebt, kunt u twee of meer van de volgende vragen met de klas bespreken:
-
Wat zijn volgens de tweede helft van alinea 7 de taken van de vader? In welke opzichten heb je gezien dat jouw vader (of een andere vader) die taken volbracht?
-
Wat zijn volgens de tweede helft van alinea 7 de belangrijkste taken van de moeder? In welke opzichten heb je gezien dat jouw moeder (of een andere moeder) die taken volbracht?
-
Wat houdt het in dat deze taken ‘volgens het goddelijk plan’ zijn gegeven? (Ze zijn door onze hemelse Vader vastgesteld.) Waarom is het belangrijk dat we dat begrijpen?
-
Door welke zinsneden in alinea 7 kunnen we beter begrijpen dat vader en moeder elkaar moeten helpen? (De cursisten moet dit beginsel weergeven: vader en moeder hebben de plicht om elkaar als gelijkwaardige partners met deze gezinstaken te helpen.)
-
Waarom is het volgens jullie belangrijk dat vader en moeder begrijpen dat ze gelijkwaardige partners zijn?
Laat enkele cursisten vertellen of zij weleens hebben gezien dat een moeder en vader als gelijkwaardige partners samenwerken.
Terwijl de cursisten bespreken hoe belangrijk het is dat vader en moeder elkaar steunen, kunt u hun aandacht op de volgende zin tegen het einde van de zevende alinea vestigen: ‘Invaliditeit, overlijden of andere omstandigheden kunnen individuele aanpassing noodzakelijk maken.’ Verzeker de cursisten ervan dat de Heer op de hoogte is van dergelijke omstandigheden en dat Hij ouders en gezinnen zegent als zij hun best doen om hun taken te volbrengen.
-
Wie kan volgens de laatste zin van de zevende alinea moeders en vaders met hun taken helpen? (Andere familieleden. U kunt vertellen dat ook kinderen hun ouders kunnen helpen.)
Leg uit dat elk gezin bepaalde problemen heeft, maar dat elk gezin ook de leringen en Jezus Christus kan naleven en gelukkig kan zijn.
Laat een cursist alinea 8 en 9 van de proclamatie over het gezin voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat er gebeurt als we onze taken in het gezin niet volbrengen.
-
Wat gebeurt er als we onze taken in het gezin verwaarlozen? (De cursisten moeten aangeven dat de Heer ons verantwoordelijk houdt als we onze taken in het gezin niet vervullen. Ze kunnen ook zeggen dat het verval van het gezin tot veel ellende zal leiden.)
-
Wat voor taken hebben kinderen volgens jullie in het gezin?
Laat de cursisten zich afvragen hoe zij hun taken in het gezin vervullen? Als u ze hebt aangemoedigd om thuis aan een leerstelling uit de proclamatie te werken, laat ze dan de hulp van de Heer inroepen bij het verwezenlijken van dat doel.
Vraag tot slot enkele cursisten om hun getuigenis te geven van de beginselen die in deze les zijn behandeld. U kunt ook uw getuigenis geven van de leerstellingen en beginselen die in de proclamatie over het gezin staan.