Les 42
Leer en Verbonden 38:1–16
Inleiding
In december 1830 had de Heer aan de profeet Joseph Smith een gebod geopenbaard dat de kerk zich in Ohio moest vergaderen (zie LV 37). In 1831 geeft de Heer de openbaring die nu in Leer en Verbonden 38 opgetekend is. Daarin worden enkele redenen genoemd waarom de heiligen zich in Ohio dienen te vergaderen. Hij geeft eveneens geboden om ze bij het vergaderen van leiding te voorzien. Deze les gaat over de eerste 16 verzen van afdeling 38. In deze openbaring laat Jezus Christus de leden van de kerk weten dat Hij in hun midden is. Hij beschrijft ook wie zijn wederkomst zullen verdragen, waarschuwt de heiligen voor gevaar en steekt ze een hart onder de riem.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 38:1–7
Jezus Christus laat de leden van zijn kerk weten dat Hij in hun midden is
Vraag de cursisten in hun Schriftendagboek of aantekenschrift enkele geboden te noteren waar ze geen moeite mee hebben. Laat ze vervolgens overdenken met welke geboden ze wel moeite hebben en waarom dat zo is. (Cursisten kunnen die gedachten ook opschrijven, voor zover hen dat niet in verlegenheid brengt.)
-
Waarom vinden we sommige geboden wel eens moeilijk te gehoorzamen?
-
Wat heeft je ertoe gebracht geboden te gehoorzamen waar je moeite mee hebt?
Herinner de cursisten eraan dat de Heer de heiligen in New York in december 1830 gebood om zich in Ohio te vergaderen (zie LV 37). Voor sommige kerkleden was dit gebod moeilijk te gehoorzamen. Op 2 januari 1831 kwamen de heiligen uit de verschillende gemeenten in New York voor de derde conferentie van de kerk in het huis van Peter Whitmer sr. bijeen. Tijdens de conferentie stelden diverse kerkleden vragen over het gebod om naar Ohio te verhuizen.
-
Waarom zouden sommige heiligen moeite gehad hebben met het gebod om New York te verlaten en naar Ohio te gaan?
Leg zo nodig uit dat niet iedereen op de conferentie de wijsheid van dit gebod inzag. Sommigen wilden het niet als het woord van de Heer aannemen. Anderen schroomden om hun goedlopende boerderij en comfortabele omstandigheden voor de onzekerheden van een nieuwe plek achter te laten. Er was ook een reële mogelijkheid dat velen er geld bij in zouden schieten. Sommigen zouden hun bezit misschien niet eens kunnen verkopen.
Leg uit dat Joseph Smith tijdens de conferentie in januari 1831 de Heer meer inzicht vroeg in het gebod om in Ohio te vergaderen. De Heer antwoordde daarop met de openbaring die nu in Leer en Verbonden 38 is opgetekend. Vertel de cursisten dat deze openbaring hen van pas kan komen als ze zelf keuzes moeten maken inzake geboden waar ze moeite mee hebben.
Laat een cursist Leer en Verbonden 38:1–3 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat we over Jezus Christus kunnen leren. U kunt de cursisten bij het geven van hun antwoorden aanmoedigen de toepasselijke woorden en zinsneden te markeren.
-
Wat komen we in deze verzen over Jezus Christus te weten? (Zie erop toe dat de cursisten bij hun beantwoording van deze vraag de volgende leerstelling benoemen: Jezus Christus weet alles.)
-
Hoe kan het besef dat Jezus Christus alles weet de heiligen die het gebod ontvingen om naar Ohio te verhuizen tot nut geweest zijn?
-
Hoe kan die kennis ons ook tot nut zijn op momenten dat we moeite met de geboden van de Heer hebben?
Leg uit dat Joseph Smith vlak vóór deze openbaring aan de geïnspireerde herziening van de Bijbel gewerkt had. Hij had wat nu Mozes 6–7 in de Parel van grote waarde is, ontvangen. Die hoofdstukken maken melding van de profeet Henoch en zijn volk. Wegens hun rechtschapenheid en eensgezindheid noemde de Heer dat volk Zion. Laat de cursisten Leer en Verbonden 38:4 doorlezen en opletten wat de Heer voor Henoch en zijn volk deed. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Leg indien nodig uit dat de Heer met de woorden ‘mijn eigen boezem’ op zijn tegenwoordigheid doelt.
-
Wat was volgens vers 4 één ding dat het volk van Henoch deed zodat de Heer het in de hemel opnam? (Zij geloofden in zijn naam.)
-
Wat zei de Heiland dat Hij gedaan had voor wie in zijn naam geloofd hebben? Hoe beïnvloedt dat je gevoelens voor de Heiland?
Laat een cursist Leer en Verbonden 38:5–7 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten waar Jezus Christus naar eigen zeggen is.
-
Waar is Jezus Christus naar eigen zeggen?
-
Wanneer heb je gemerkt dat de Heer nabij was ook al kon je Hem niet zien?
Leer en Verbonden 38:8–12
De Heer beschrijft wie zijn wederkomst zullen verdragen
Laat de plaat De wederkomst zien. (Evangelieplatenboek [2009], nr. 66; zie ook LDS.org.) Leg uit dat de Heiland de heiligen in New York liet inzien dat het belangrijk was dat ze zich in Ohio vergaderden. Hij sprak daarbij ook over zijn wederkomst.
Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 38:8–10 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de Heiland over zijn wederkomst openbaarde. Leg desgewenst uit dat zij die de dag van de wederkomst zullen ‘verdragen’ (LV 38:8) niet vernietigd worden, maar met de Heiland op aarde mogen blijven wanneer Hij komt.
-
Hoe beklemtonen deze verzen dat het belangrijk is om vóór de wederkomst gereinigd en rein te zijn?
Laat de cursisten Leer en Verbonden 38:11–12 doorlezen. Laat ze daarbij letten op de beschrijving die de Heer van de omstandigheden op aarde vóór de wederkomst geeft. Vraag de cursisten vervolgens naar hun bevindingen. (Leg eventueel uit dat de beschrijving van engelen die wachten ‘om de aarde af te maaien’ naar de gelijkenis van de tarwe en het onkruid in het Nieuwe Testament verwijst [zie Mattheüs 13:24–30; LV 86:1–7]. Daarin wordt de tarwe [de rechtvaardigen] bijeenvergaard voordat het onkruid [de goddelozen] verbrand wordt.)
-
Welke bewijzen van de beschreven omstandigheden in vers 11 zie je in deze tijd?
-
Hoe kunnen we onder die omstandigheden rein blijven?
Leer en Verbonden 38:13–16
De Heer waarschuwt de heiligen voor gevaar en steekt ze een hart onder de riem
Leg uit dat de Heer niet alleen over zijn wederkomst sprak, maar de heiligen ook voor dreigend gevaar waarschuwde. Verwijs de cursisten naar Leer en Verbonden 38:12 en stel de volgende vraag:
-
Wat zegt de Heer aan het einde van vers 12 over de vijand van de heiligen?
Maak de cursisten duidelijk dat de zinsnede ‘de vijand is aaneengesloten’ er in algemene zin op kan duiden dat Satan en zijn legers zich in de laatste dagen als één man tegen de heiligen keren. Er kunnen ook mensen mee worden bedoeld die ten tijde van deze openbaring vijanden van de heiligen waren. Laat een cursist Leer en Verbonden 38:13 voorlezen. Vraag de cursisten te letten op waar deze aaneengesloten vijand op uit was. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Wat kan de Heer doen als we in gevaar zijn? (De cursisten kunnen uiteenlopende antwoorden geven. Beklemtoon in elk geval het volgende beginsel en zet het op het bord: De Heer kan ons voor gevaar waarschuwen.)
Laat de cursisten even nadenken over de boodschappen die de profeten van de Heer ons op de algemene conferentie en via kerkelijke publicaties gegeven hebben.
-
In welke opzichten zijn die boodschappen waarschuwingen van de Heer voor de geestelijke of fysieke gevaren waar we mee te maken hebben?
-
Op welke manieren ben je nog meer voor geestelijke of fysieke gevaren gewaarschuwd?
Laat de cursisten Leer en Verbonden 38:14–15 doorlezen. Laat ze daarbij opletten hoe de Heer de heiligen in die gevaarlijke en onzekere tijden een hart onder de riem stak. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Laat een cursist Leer en Verbonden 38:16 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de Heer de heiligen voor hun heil gaf. Maak de cursisten duidelijk dat het genoemde gebod het gebod was om van New York naar Ohio te verhuizen.
-
Hoe kan het gebod om New York te verlaten met het oog op het fysieke heil van de heiligen gegeven zijn?
-
Hoe kan het gebod om zich in Ohio te vergaderen met het oog op hun geestelijke heil gegeven zijn?
Vul het beginsel op het bord als volgt aan: De Heer kan ons voor gevaar waarschuwen en ons geboden voor onze bescherming geven.
-
Hoe kan gehoorzaamheid aan de geboden van de Heer ons beschermen?
-
Wanneer heb je gemerkt dat je door gehoorzaamheid aan een gebod beschermd werd? (Geef de cursisten de tijd om na te denken over hun antwoord voordat u ernaar vraagt.)
Vraag de cursisten terug te denken aan de activiteit aan het begin van de les. Daarin dachten ze aan geboden waar ze moeite mee hebben. Laat ze zich afvragen in welke opzichten die geboden zegeningen van de Heer kunnen zijn om ze tegen geestelijke of fysieke gevaren te beschermen.
-
Hoe kan het beginsel op het bord je aanmoedigen om de geboden van de Heer te gehoorzamen, in het bijzonder als je daar moeite mee lijkt te hebben?
Vraag de cursisten tot slot naar hun getuigenis dat de Heer ons voor gevaar kan waarschuwen en geboden geeft die ons, bij gehoorzaamheid, bescherming bieden. U kunt ook van dat beginsel getuigen.