Seminarie en instituut
Les 120: Leer en Verbonden 112


Les 120

Leer en Verbonden 112

Inleiding

De profeet Joseph Smith ontvangt op 23 juli 1837 een openbaring voor Thomas B. Marsh. Die is dan president van het Quorum der Twaalf Apostelen. Deze openbaring staat in Leer en Verbonden 112. De Heer geeft daarin raad inzake de taken van het Quorum der Twaalf Apostelen.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 112:1–13

De Heer geeft raad en belooft zegeningen aan Thomas B. Marsh

Zet de volgende woorden op het bord: kwaad, gefrustreerd, gekwetst, jaloers. Laat de cursisten denken aan momenten dat zij zich zo gevoeld hebben.

Laat een cursist het volgende verhaal voorlezen. Laat de klas letten op een situatie waardoor Thomas B. Marsh misschien de gevoelens op het bord is gaan koesteren.

Kort na zijn roeping als apostel in 1835 werd Thomas B. Marsh als president van het Quorum der Twaalf Apostelen geroepen. In het voorjaar van 1837 kwam president Marsh ter ore dat een van de twaalf apostelen, ouderling Parley P. Pratt, zich zonder zijn medeweten op een zending naar Engeland voorbereidde. President Marsh, die in Missouri was, stuurde een uitnodiging naar ouderling Pratt en de andere leden van de Twaalf om op 24 juli 1837 in Kirtland (Ohio) bijeen te komen. Daar konden zij hun zendingsplannen dan op elkaar afstemmen. Maar een maand vóór die vergadering vertrokken twee andere leden van de Twaalf, ouderling Heber C. Kimball en Orson Hyde, naar Engeland op zending. Zij hadden een zendingsoproep van de profeet Joseph Smith gekregen. President Marsh was kennelijk ontstemd dat leden van de Twaalf het evangelie zonder zijn inmenging in Engeland gingen verkondigen.

  • Wat kon president Marsh in die situatie doen om de gevoelens op het bord te voorkomen? Wat zijn de gevaren als we toestaan dat zulke gevoelens onze gedachten en handelingen beheersen?

Leg uit dat president Marsh er met de profeet Joseph Smith over praatte en hem om raad vroeg. De Heer gaf hem de openbaring in Leer en Verbonden 112 als antwoord.

Laat een cursist Leer en Verbonden 112:1–3 voorlezen. Laat de helft van de klas op de waarschuwingen van de Heer aan president Thomas B. Marsh letten. Laat de andere helft op het goede letten dat de Heer over president Marsh zei. 

  • Welke waarschuwingen gaf de Heer aan Thomas B. Marsh?

  • Wat voor goede dingen zei de Heer over president Marsh?

Leg uit dat de Heer president Marsh verdere raad gaf. Hij openbaarde ook enkele zegeningen die president Marsh wegens zijn getrouwheid kon ontvangen. Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 112:4–10 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op de beloften van de Heer aan Thomas B. Marsh. Laat een cursist die beloften eventueel gaandeweg op het bord zetten.

  • Hoe zou je de lering van de Heer in vers 10 in je eigen woorden weergeven? (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we nederig zijn, zal de Heer ons leiden en onze gebeden beantwoorden.)

  • Waarom zou nederigheid ons helpen om leiding van de Heer te ontvangen?

  • Wanneer heb je het gevoel gehad dat de Heer je leidde nadat je je nederig had opgesteld?

Leg uit dat er verdeeldheid, twist en afvalligheid in de kerk heersten toen de Heer deze openbaring in juli 1837 gaf. Hoogmoed en hebzucht leidden ertoe dat sommige leden de profeet Joseph Smith openlijk bekritiseerden en zijn gezag in twijfel trokken. Sommige kerkleden, onder wie enkele leden van het Quorum der Twaalf Apostelen, probeerden Joseph Smith zelfs als president van de kerk te ontheffen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 112:11–13 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat president Marsh van de Heer moest doen om leden van het Quorum der Twaalf te helpen die het moeilijk hadden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Leer en Verbonden 112:14–34

De Heer geeft Thomas B. Marsh instructies inzake de plichten van de twaalf apostelen

Wijs erop dat de Heer president Thomas B. Marsh veel belangrijke taken toebedeeld had. Zet de volgende vraag op het bord: Wat kan je nederig houden als je belangrijke taken of erkenning krijgt? Laat de cursisten over deze vraag nadenken.

Leg uit dat de Heer Thomas B. Marsh het belang van zijn taken als president van het Quorum der Twaalf Apostelen liet inzien. Hij bleef hem er tegelijkertijd op wijzen nederig te zijn. Zet het volgende schema op het bord of op een uitreikblad. Laat de cursisten de aangeduide verzen doorlezen en het schema invullen (in koppels of klassikaal).

LV 112:14–22, 28–33

Zinsneden over het belang van de taken van president Marsh en het Quorum der Twaalf Apostelen

Zinsneden die president Marsh en het Quorum der Twaalf Apostelen wijzen op de noodzaak om nederig te zijn

Nadat de cursisten de tijd hebben gehad om het schema in te vullen, stelt u de volgende vragen:

  • Welke zinsneden beklemtonen het belang van de taken van president Marsh?

  • Welke sleutels draagt de president van het Quorum der Twaalf Apostelen volgens de verzen 16–17? (De cursisten kunnen andere woorden gebruiken, maar dienen het volgende te noemen: de president van het Quorum der Twaalf Apostelen draagt de sleutels om het werk van de Twaalf aan te sturen en het evangelie in alle naties te verkondigen.)

  • Wat leerde de Heer Thomas B. Marsh volgens de verzen 30–32 over de priesterschapssleutels die hij bezat? (De cursisten kunnen verschillende beginselen noemen, maar beklemtoon in elk geval het volgende: de sleutels van het priesterschap zijn voor de laatste keer in de bedeling van de volheid der tijden hersteld. Neem zo nodig de betekenis van de term bedeling door. [Zie Gids bij de Schriften, ‘Bedeling’.])

  • Welke zinsneden wezen Thomas B Marsh op de noodzaak om nederig te zijn?

  • Wat zeggen de woorden van de Heer in de verzen 15 en 30 over de verhouding tussen de taken van Thomas B. Marsh als president van het Quorum der Twaalf en de taken van Joseph Smith als president van de kerk?

Maak de cursisten duidelijk dat Thomas B. Marsh er moeite mee had om de raad in deze openbaring op te volgen. Laat een cursist daartoe het volgende voorlezen:

Thomas B. Marsh vertelde Vilate Kimball niet lang na de openbaring in Leer en Verbonden 112 dat haar man, ouderling Heber C. Kimball, op zijn zending in Engeland niet zou slagen. President Marsh had kennelijk het idee dat het zijn taak was om het evangelie in het buitenland te verkondigen. Daarom kon de deur naar het zendingswerk in Engeland in zijn ogen pas geopend worden als hij iemand stuurde of er zelf heen ging.

  • Hoe illustreert dit dat president Marsh misschien moeite had om nederig te blijven?

Verwijs naar de vraag op het bord. Laat de cursisten de vraag beantwoorden. Lees als onderdeel van de bespreking eventueel het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voor:

President Dieter F. Uchtdorf

‘We ontdekken nederigheid niet door slecht over onszelf te denken; we ontdekken nederigheid door minder aan onszelf te denken. Nederigheid komt vanzelf als we ons werk met een dienstvaardige houding tegenover God en onze naasten doen.

‘[…] Op het moment dat wij niet meer met onszelf bezig zijn en onszelf verliezen in dienstbetoon, neemt onze hoogmoed af en begint die te verdwijnen.’ (‘Hoogmoed en het priesterschap’, Liahona, november 2010, 58.)

Herinner de cursisten aan de beloofde zegeningen van de Heer aan president Marsh (zie LV 112:4–10). Die zegeningen zijn mogelijk eerder door een cursist op het bord gezet. Laat een cursist Leer en Verbonden 112:34 voorlezen. Laat de klas meelezen en vaststellen wat president Marsh moest doen om die zegeningen te krijgen. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Zet daarna het volgende beginsel op het bord: We moeten trouw zijn om de beloofde zegeningen van de Heer te ontvangen.

U kunt het volgende verhaal over de afvalligheid en terugkeer van Thomas B. Marsh voorlezen of samenvatten om de cursisten dit beginsel duidelijk te maken:

President Marsh volgde de raad die hij ontvangen had een tijdje op. Hij versterkte de kerk en steunde Joseph Smith. Zijn twistzieke gevoelens over de manier waarop de kerk geleid werd, keerden echter al snel terug. Daar kwamen zorgen over conflicten tussen ongehoorzame en agressieve kerkleden en hun buren in Missouri bij. In september 1838 had die geest van afvalligheid hem in zijn greep. Zijn vrouw, Elizabeth, raakte toen ook nog eens bij een geschil betrokken. Ze had met een andere mormoonse vrouw afgesproken regelmatig melk uit te wisselen zodat ze genoeg hadden om kaas te maken. Zuster Marsh werd er echter van beschuldigd dat ze zich niet aan de afspraak hield. Ze zou het deel van de melk met de meeste room achterhouden. De kwestie werd meerdere keren voor de kerkleiders gebracht. Zelfs het Eerste Presidium boog zich erover. Zuster Marsh werd telkens in het ongelijk gesteld. President Marsh was boos en ontevreden over die beslissingen. (Zie George A. Smith, ‘Discourse’, Deseret News, 16 april 1856, 44.) Deze situatie leidde niet tot zijn vertrek uit de kerk, maar stapelde zich wel bij zijn andere frustraties op. Hij kreeg steeds meer kritiek op andere kerkleiders. Uiteindelijk keerde hij zich tegen de heiligen. Hij vertelde later: ‘Ik werd jaloers op de profeet […] en zag voorbij aan al het goede. Ik lette alleen nog maar op het kwade.’ (‘Remarks’, Deseret News, 16 september 1857, 220.)

Thomas B Marsh zwoer in oktober 1838 voor een magistraat dat Joseph Smith en de Heiligen der Laatste Dagen de staat Missouri vijandig gezind waren. Die verklaring zette de overheid er mede toe aan een uitroeiingsbevel uit te vaardigen. Dat leidde ertoe dat meer dan vijftienduizend heiligen uit hun huizen in Missouri verdreven werden.

Thomas B. Marsh schreef achttien jaar na zijn vertrek uit de kerk een nederige brief aan president Heber C. Kimball van het Eerste Presidium. Hij vroeg daarin om vergeving en toestemming om weer tot de kerk toe te mogen treden. ‘De Heer heeft het zeer wel zonder mij kunnen doen en heeft niets verloren doordat ik uit de kerk ben gegaan; maar, o, wat heb ik verloren?!’ (Brief van Thomas B. Marsh aan Heber C. Kimball, 5 mei 1857, Brigham Young Collection, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, geciteerd in Kay Darowski, ‘The Faith and Fall of Thomas Marsh’, Revelations in Context, history.lds.org.)

Vestig de aandacht op het beginsel op het bord. Leg uit dat Thomas B. Marsh weer volledig in de kerk opgenomen werd. Hij had zich als president van het Quorum der Twaalf Apostelen echter niet aan de raad van de Heer gehouden om nederig en getrouw te zijn. Daarom ontving hij de genoemde zegeningen in Leer en Verbonden 112:4–10 niet.

Vraag enkele cursisten samen te vatten wat ze vandaag geleerd hebben. Laat de cursisten een manier kiezen waarop ze nederiger en getrouwer kunnen zijn. Laat ze dat doel opschrijven en ernaar handelen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 112:30. De leden van ‘het Eerste Presidium […] zijn aangewezen om uw raadgevers en uw leiders te zijn’

Ieder lid van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen bezit de sleutels van het koninkrijk. De president van het Quorum der Twaalf Apostelen bezit ook de sleutels, of het gezag, om het werk van de Twaalf aan te sturen en het evangelie in alle naties op aarde te verkondigen (zie LV 112:16). De president van het Quorum der Twaalf en de afzonderlijke apostelen oefenen die priesterschapssleutels echter alleen op aanwijzing van de president van de kerk en zijn raadgevers in het Eerste Presidium uit. De Heer spoorde Thomas B. Marsh en andere leden van het Quorum der Twaalf Apostelen aan Joseph Smiths gezag om hen te presideren te erkennen (zie LV 112:15–20). Dit presiderende gezag verklaart waarom Joseph Smith, als president van de kerk, het gezag had om twee leden van het Quorum der Twaalf Apostelen, Heber C. Kimball en Orson Hyde, op zending naar Engeland te roepen. Dit ondanks het feit dat Thomas B. Marsh, als president van het Quorum der Twaalf Apostelen, de sleutels droeg om het werk van de Twaalf bij de verkondiging van het evangelie aan te sturen.