Seminarie en instituut
Les 129: Leer en Verbonden 123


Les 129

Leer en Verbonden 123

Inleiding

De profeet schrijft de heiligen tijdens zijn gevangenschap van 1 december 1838 tot 6 april 1839 in Liberty brieven om ze troost en raad te geven. Leer en Verbonden 123 is een fragment uit een brief die hij op 20 maart 1839 aan de heiligen schrijft. In dit fragment vraagt de profeet de heiligen om een verslag van hun vervolgingen en lijden bij te houden. Hij vraagt ze ook om de mensen te helpen die door valse leer misleid worden.

Noot: in de volgende les (‘De oprichting van Nauvoo’, les 130) kunt u twee cursisten de kans bieden om een deel van de les te geven. U kunt nu al twee cursisten uitkiezen en hun ter voorbereiding een kopie van het toegewezen deel van les 130 geven.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 123:1–6

Joseph Smith raadt de heiligen aan een verslag van hun lijden en vervolging samen te stellen

Lees dit citaat voor:

‘Ik, Delia Reed, ben in 1836 naar Missouri verhuisd. Mijn man overleed kort nadat we waren aangekomen en liet me met zeven kleine kinderen achter. […] Toen de problemen tussen de bewoners en de mormonen begonnen, moest ik, net als de anderen, de staat verlaten. […] Ik moest mijn bezittingen grotendeels opofferen [en] mijn gezin [werd] verstrooid, en ik moest dagelijks onder vreemden bedelen.’ (Delia Reed, in Mormon Redress Petitions: Documents of the 1833–1838 Missouri Conflict, red. Clark V. Johnson [1992], 523.)

Leg uit dat dit een officiële verklaring is die zuster Reed aan een gerechtelijk ambtenaar gegeven heeft. Laat de cursisten vervolgens Leer en Verbonden 123:1 in stilte doornemen.

  • Waarom zou zuster Reed deze verklaring gegeven hebben als je dit vers in gedachten houdt?

Herinner de cursisten eraan dat de profeet Joseph Smith en andere kerkleiders van december 1838 tot april 1839 in de gevangenis in Liberty (Missouri) opgesloten waren. Rond diezelfde tijd werden de heiligen tijdens de barre wintermaanden uit de staat Missouri verdreven vanwege het uitroeiingsbevel van gouverneur Lilburn Boggs. Leg uit dat Leer en Verbonden 123 een fragment is uit een brief die de profeet in maart 1839 in de gevangenis te Liberty aan de heiligen schreef. In de brief geeft hij de leden van de kerk raad voor deze moeilijke periode.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 123:1–5 voor te lezen. Laat de klas meelezen en vaststellen welke raad Joseph Smith gaf aan de heiligen die vervolgd werden. U moet misschien uitleggen dat met de zinsnede ‘aaneenschakeling van duivelse schurkerij’ in vers 5 een serie kwaadaardige leugens bedoeld wordt. De zinsnede ‘schandelijke en moordzuchtige misdaden’ slaat op kwaadaardige en gewelddadige handelingen.

  • Welke raad geeft de profeet de heiligen in deze verzen?

Leg uit dat veel heiligen de raad van de profeet opvolgden en een verslag van hun vervolging bijhielden. Vraag een cursist Leer en Verbonden 123:6 voor te lezen. Vraag de klas mee te lezen en na te gaan waarom de heiligen een verslag van hun vervolging en lijden moesten bijhouden. U kunt ze er ook aan herinneren dat de Heer beloofd had de heiligen te verlossen ‘en uit zijn schuilplaats tevoorschijn [te] komen en in zijn grimmigheid de natie [te] kwellen’ (LV 101:89).

  • Waarom liet onze hemelse Vader de heiligen volgens Leer en Verbonden 123:6 een verslag van hun vervolging bijhouden?

  • Wat moeten we volgens dit vers doen vóór de Heer zijn beloften nakomt?

Laat de cursisten een beginsel opschrijven dat het verband tussen onze inspanningen en de beloften van de Heer uitlegt. Vraag een aantal cursisten welk beginsel ze opgeschreven hebben. Ze kunnen het beginsel bijvoorbeeld als volgt verwoorden: De Heer komt zijn beloften na als wij ons deel doen. Zet dit beginsel op het bord.

  • Waarom moeten we eerst ons deel doen voordat de Heer zijn beloften nakomt?

  • Wanneer heb jij of iemand die je kent een voorbeeld van dat beginsel meegemaakt?

Leer en Verbonden 123:7–17

Joseph Smith raadt de heiligen aan de mensen te helpen die door valse leer misleid worden

Laat de jongeren zich inbeelden dat ze als huiswerk een scriptie over de kerk moeten maken. En ze moeten minstens drie bronnen vermelden.

  • Welke bronnen kun je voor die taak gebruiken?

  • Wat doet het ertoe welke bronnen je gebruikt?

  • Hoe weet je welke bronnen een correct beeld van de kerk geven?

Vat Leer en Verbonden 123:7–10 samen door uit te leggen dat er veel leugens over de kerk in omloop waren toen Joseph Smith deze verzen opschreef. Het was de ‘gebiedende plicht’ (LV 123:7) van de heiligen om op die leugens te reageren en een verslag van hun vervolging en lijden bij te houden.

Laat een cursist Leer en Verbonden 123:11–12 voorlezen. Vraag de klas om mee te lezen en na te gaan waarom de heiligen verslagen van hun vervolging en lijden moesten bijhouden en publiceren. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Waardoor worden vele reinen van hart volgens vers 12 verblind?

  • Welke uitwerking hebben leugens over de kerk op andersgelovigen?

  • Waarom worden velen op aarde volgens vers 12 van de waarheid afgehouden? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: velen worden van de waarheid afgehouden omdat ze niet weten waar die te vinden is.)

  • Hoe zou het publiceren van de waarheid omtrent de vervolging en het lijden van de heiligen mensen geholpen hebben om de waarheid te vinden?

Wijs de cursisten erop dat er ook nu veel mensen zijn ‘die worden verblind door de sluwe listigheid van de mensen’ en alleen van de waarheid afgehouden worden omdat ze niet weten waar die te vinden is (LV 123:12). Laat een cursist het volgende citaat van ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen: Vraag de klas wat in deze tijd mensen van de waarheid over de kerk afhoudt.

Ouderling M. Russell Ballard

‘Te veel mensen hebben een verkeerd begrip van de kerk, omdat ze afhankelijk zijn van informatie uit de media, die vaak de controversiële kant belichten. Te veel aandacht voor die controversiële kant heeft bij velen een negatief effect op de beeldvorming over De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’ (‘Sharing the Gospel Using the Internet’, Ensign, juli 2008, 62.)

  • Wat houdt volgens ouderling Ballard mensen in deze tijd van de waarheid over de kerk af?

Leg uit dat ook wij anderen moeten helpen om een correct beeld van de kerk te vormen – van haar leden, leiders, geloofspunten, geschiedenis, leer en gebruiken.

  • Wat kun jij doen om ertoe bij te dragen dat anderen een correct beeld van de kerk kunnen vormen? (Zet de antwoorden van de cursisten op het bord.)

Laat een cursist de volgende uitspraak van ouderling M. Russell Ballard voorlezen. Vraag de klas op welke manier we ertoe kunnen bijdragen dat anderen een correct beeld van de kerk kunnen vormen.

Ouderling M. Russell Ballard

‘De kerk wordt continu besproken. Die discussies zullen er altijd zijn, of we er nu deel aan nemen of niet. Maar we kunnen niet aan de zijlijn staan terwijl anderen, inclusief criticasters, menen te weten wat de kerk leert. Hoewel aan sommige discussies door duizenden of zelfs miljoenen wordt meegedaan, zijn de meeste veel kleinschaliger. Maar al die discussies hebben wel degelijk invloed op de deelnemers. De beeldvorming van de kerk komt dankzij die discussies geleidelijk tot stand. […]

‘Ik wil u vragen om mee te doen aan de discussies die op het internet gevoerd worden en op die manier het evangelie te verspreiden, en in eenvoudige en duidelijke termen de boodschap van de herstelling uit te leggen. […] Daarvoor moet u uiteraard wel de basisbeginselen van het evangelie kennen. Het is van wezenlijk belang dat u een duidelijk en juist beeld van de evangelische waarheden geeft.’ (‘Sharing the Gospel Using the Internet’, 61, 62.)

Voeg ouderling Ballards suggestie toe aan de lijst op het bord.

Laat de cursisten de manieren op het bord overwegen. Vraag ze er één uit te kiezen die ze kunnen toepassen. Vraag enkele cursisten welke suggestie ze gekozen hebben en hoe ze die gaan gebruiken om anderen een beter begrip van de kerk te geven. Spoor de cursisten aan om de suggestie die ze gekozen hebben toe te passen en zo anderen te helpen om de waarheid te vinden.

Laat de cursisten terugdenken aan een situatie waarin ze iemand geholpen hebben om een correct begrip van de kerk te krijgen. Geef enkele cursisten de kans om over hun ervaring te vertellen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 123:13–16 voorlezen. Vraag de klas om bij het meelezen na te gaan wat de heiligen verteld werd over hun inspanningen om anderen een juist beeld van de waarheid te geven.

  • Waarom mochten de heiligen volgens vers 15 hun inspanningen niet als ‘kleinigheden’ beschouwen?

  • Wat kunnen we van de raad van de Heer in vers 15 leren over de kleine beslissingen die we nu nemen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: onze beslissingen om schijnbaar kleine geboden van de Heer te gehoorzamen, kunnen een grote uitwerking hebben.)

  • Hoe kan de kleine beslissing om met iemand over het evangelie te praten een grote uitwerking hebben?

Vraag een cursist om Leer en Verbonden 123:17 voor te lezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat dit vers te maken heeft met de waarheid op het bord: De Heer komt zijn beloften na als wij ons deel doen. Vraag enkele cursisten naar hun bevindingen.

  • Waarom is het belangrijk dat we blijmoedig ‘alle dingen doen die binnen ons vermogen liggen’?

  • Waarop mogen we volgens vers 17 rekenen als we ons uiterste best doen om de geboden van de Heer te onderhouden? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we ons uiterste best doen om de geboden van de Heer te onderhouden, kunnen we het volste vertrouwen hebben dat God ons volgens zijn wil en timing zal helpen.)

  • Wat betekent het om het volste vertrouwen te hebben dat God ons zal helpen als wij ‘blijmoedig alle dingen doen die binnen ons vermogen liggen’? Wat kun je doen om dat vertrouwen te krijgen?

Getuig dat we erop kunnen rekenen dat God zijn beloften zal nakomen als wij ons uiterste best doen om zijn geboden te onderhouden.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 123:1. Kennis verzamelen van het leed en het onrecht

De heiligen in Missouri volgden de raad van de profeet Joseph Smith in Leer en Verbonden 123 op en hielden veel verslagen van hun vervolging bij. Dit zijn twee van de officiële verklaringen die ze aan gerechtelijke ambtenaren gaven:

‘Generaal Clark kwam met zijn troepen naar Caldwell. Ik woonde ongeveer drie kilometer van Far West vandaan, […] vlakbij de heer Gad Yale. Sommige soldaten uit de troepen van generaal Clark kwamen naar het huis van meneer Yale, bleven daar twee dagen en vernielden veel van zijn bezittingen. Zij sloopten de vloeren uit zijn huis, maakten zijn kippen en varkens af en staken […] een hooiberg in brand. Ik zag ze de hooiberg aansteken, die tot de grond toe afbrandde. Zij namen alle maïs die ze voor hun paarden nodig hadden en vernielden ongeveer zestien hectaren van zijn land. […] Sommige varkens die zij doodschoten, lieten ze op de grond verrotten. Ik zag een aantal militieleden ook het huis van meneer Cyrus Daniel plunderen. Ik zag hen een bed, beddengoed en wat kleding uit het huis halen.’ (Mary K. Miles, in Mormon Redress Petitions: Documents of the 1833–1838 Missouri Conflict, red. Clark V. Johnson [1992], 496–497.)

‘Ik verklaar hierbij dat mijn vader in Haun’s Mill verbleef en ten tijde van het bloedbad in een tent woonde. Ik zat in de tent toen de bende arriveerde. Sommige mensen riepen dat de vrouwen en kinderen de tenten moesten verlaten. Ik rende naar de smidse, waar mijn vader ook was. Ik kroop met mijn broer en Charles Merrick onder de blaasbalg. Ik werd aan mijn heup gewond, mijn broer werd in het hoofd geschoten en de andere jongen liep drie schotwonden op, waaraan hij later bezweek. Mijn moeder zegt dat ik vorige maand acht jaar ben geworden. Ik zag een van onze vijanden mijn vaders laarzen stelen voor hij dood was.’ (Alma Smith, in Mormon Redress Petitions, 537.)

Leer en Verbonden 123:4–5. De lasterlijke publicaties die in omloop zijn

Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat negatieve publiciteit over de kerk het zendingswerk kan bevorderen:

Ouderling Robert D. Hales

‘Uit ervaring is gebleken dat negatieve publiciteit over de kerk kan worden aangegrepen om de doeleinden des Heren te verwezenlijken. In 1983 schreef het Eerste Presidium aan de kerkleiders: “Weerstand kan kansen bieden. Zo krijgen onze zendelingen voortdurend te maken met desinteresse in godsdienst en onze boodschap. Deze kritiek zuigt […] belangstelling voor de kerk aan. […] Dat biedt [de leden] de gelegenheid om de waarheid te vertellen aan hen die op ons zijn geattendeerd.’ [Brief van het Eerste Presidium, 1 december 1983.]

‘We kunnen die kansen in ons voordeel laten werken: een beleefde brief aan een redacteur, een gesprek met een vriend, een reactie op een blog, of een geruststellend antwoord aan iemand die zich geringschattend heeft uitgelaten. We kunnen in liefde reageren op wie zich hebben laten beïnvloed door verkeerde informatie en vooroordelen – “die alleen van de waarheid worden afgehouden omdat zij niet weten waar die te vinden is” (LV 123:12). Ik verzeker u dat op die wijze op onze criticasters reageren nooit zwakte is.Het is een teken van christelijke moed.’ (‘Christelijke moed: de prijs van het discipelschap’, Liahona, november 2008, 73.)

Leer en Verbonden 123:4–5. De intentie en geldigheid van bronnen evalueren

Sommige auteurs die over de kerk en haar geschiedenis schrijven, presenteren informatie uit zijn context of noemen halve waarheden die misleidend kunnen zijn. Soms zijn die verhandelingen erop gericht om geloof in de kerk en haar leiders te vernietigen.

Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over die geloofsbeproevingen het volgende gezegd:

Ouderling Neil L. Andersen

‘Er zijn er altijd een paar die de kerk in diskrediet willen brengen en geloof willen vernietigen. Tegenwoordig gebruiken ze daar het internet voor.

‘Bepaalde informatie over de kerk, hoe overtuigend ze ook mag zijn, is gewoon niet waar. In 1985 kwam er een collega mijn kantoor in Florida binnenwandelen. Hij had een artikel in het tijdschrift Time gelezen over de schemerige oorsprong van het mormonisme. Het ging over een kort daarvoor ontdekte brief, naar verluidt door Martin Harris geschreven, die in tegenspraak was met wat Joseph Smith had gezegd over zijn vondst van de gouden platen.

‘Mijn collega vroeg of deze nieuwe informatie het einde van de mormoonse kerk betekende. In het artikel werd iemand geciteerd die zei de kerk de rug toe te keren vanwege de inhoud van de brief. Later verlieten nog meer mensen de kerk. Ik ben er zeker van dat het een beproeving van hun geloof was.

‘Een paar maanden later ontdekten deskundigen dat de brief een vervalsing was (wat de oplichter ook bekende). Ik weet nog goed dat ik hoopte dat de mensen die de kerk hadden verlaten vanwege dit bedrog terug naar de kerk zouden komen.’ (‘De beproeving van uw geloof’, Liahona, november 2012, 41.)

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de leden van de kerk aangespoord om wat ze over de kerk en haar geschiedenis lezen zorgvuldig te evalueren en daarbij zowel op de Heilige Geest als op hun verstand te vertrouwen.

Ouderling Dallin H. Oaks

‘Evaluatie heeft twee dimensies: intellectueel en geestelijk.

‘Wat betreft het intellectuele moet de lezer of kijker de communicatie grondig evalueren. […]

‘Voor Heiligen der Laatste Dagen heeft evaluatie ook een geestelijke dimensie. Dat komt omdat wij geloven in deze uitspraak van Moroni: “En door de macht van de Heilige Geest kunt u de waarheid van alle dingen kennen” (Moroni 10:5). Die belofte verzekert de lezer die voor de Geest openstaat van een vermogen van onderscheid waardoor hij de betekenis van wat hij leest, kan evalueren.

‘We moeten in verband met onze geestelijke macht van evaluatie onthouden dat de Geest van de Heer ons niet leidt als we zelf de geest van vitterij hebben. Dat beginsel is zowel op de lezer als de schrijver van toepassing. […]

‘Ons persoonlijk getuigenis is op de Geest gebaseerd, niet op een combinatie of opeenstapeling van geschiedkundige feiten. Met dat fundament kan een wijziging van geschiedkundige feiten ons getuigenis niet aan het wankelen brengen. Onze hemelse Vader heeft ons een verstand gegeven en Hij verwacht dat we het ten volle gebruiken. Maar Hij heeft ons ook de Trooster gegeven die ons naar de waarheid zou leiden. En dankzij de invloed van de Geest kunnen we de waarheid van alle dingen te weten komen. Hij is de ultieme gids voor Heiligen der Laatste Dagen die waardig zijn en bereid zijn om op Hem te vertrouwen.’ (‘Reading Church History’, in Symposium Speeches [bijeenkomst gewijd aan de Leer en Verbonden en de kerkgeschiedenis, 14–16 augustus 1985], 4, 5.)

Leer en Verbonden 123:17. ‘Alle dingen doen die binnen ons vermogen liggen’

De profeet Joseph Smith geloofde dat we ons uiterste best moeten doen voor we op Gods hulp kunnen rekenen. En hij paste dat beginsel ook toe. In Leer en Verbonden 101:86–89 gebiedt de Heer de heiligen om overheidsfunctionarissen, onder wie de Amerikaanse president, over hun lijden en vervolging in te lichten. Op 29 november 1839 spraken de profeet Joseph Smith en Elias Higbee, een rechter, met Martin van Buren, president van de Verenigde Staten.

‘Aanvankelijk stond Van Buren onverschillig tegenover de smeekbede van de profeet. Maar in de loop van het gesprek beloofde de president om zijn standpunt te herzien en “voelde [hij] medeleven voor [de mormonen] vanwege [hun] lijden.” [In History of the Church, deel 4, 40.]

‘Na hun gesprek met president Van Buren bleven de profeet en Elias Higbee twee maanden in het oosten, waar ze de steun van senatoren en vertegenwoordigers voor hun zaak probeerden te krijgen. [Zie History of the Church, deel 4, 40, 43–44.] In februari 1840 spraken ze opnieuw met president Van Buren. Intussen had Van Buren geen medeleven met de leden van de kerk meer. Volgens de profeet behandelde de president hen onbeleefd en zei: “Heren, uw zaak is gerechtvaardigd, maar ik kan niets voor u doen. […] Als ik het voor u opneem, verlies ik de stem van Missouri.” [In History of the Church, deel 4, 80.]’ (Arnold K. Garr, ‘Joseph Smith: Campaign for President of the United States’, Ensign, februari 2009, 49.)

Hoewel de president van de Verenigde Staten weigerde om de heiligen te helpen, bleef de profeet Joseph Smith overheidsfunctionarissen om hulp vragen. Aangezien Joseph zijn uiterste best deed, had hij het volste vertrouwen dat God hem met zijn macht zou helpen.