Les 18
Leer en Verbonden 11–12
Inleiding
Vlak na de herstelling van het Aäronisch priesterschap in mei 1829 krijgt de profeet Joseph Smith in Harmony (Pennsylvania, VS) bezoek van twee mannen: zijn broer Hyrum en Joseph Knight sr. Beide mannen verwoordden hun verlangen dat ze God wilden dienen en wilden assisteren bij de herstelling van het evangelie. In Leer en Verbonden 11 openbaart de Heer aan Hyrum Smith hoe hij tot de vestiging van Zion kan bijdragen. In Leer en Verbonden 12 openbaart de Heer aan Joseph Knight sr. hoe ook hij tot de vestiging van Zion kan bijdragen.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 11:1–14
Hyrum Smith komt te weten hoe hij tot de vestiging van Zion kan bijdragen
Vraag de cursisten of ze weleens wilden deelnemen of meewerken aan een zinvolle activiteit of project, zoals een kerkelijke activiteit organiseren, dienstbetoon doen voor iemand in nood of lid worden van een schoolclub of vereniging.
-
Wat moest je doen om aan de activiteit of het project deel te nemen? (Mogelijke antwoorden: aanmelden, formulieren invullen, met een leidinggevende praten, of op een andere manier laten zien dat ze eraan wilden deelnemen.)
Laat de cursisten de inleiding tot Leer en Verbonden 11 en 12 in stilte doornemen en letten op de naam van twee personen die aan het werk van de Heer wilden deelnemen. Laat de cursisten vervolgens Leer en Verbonden 11:27 en 12:7 in stilte doornemen en nagaan wie de Heer nog meer heeft uitgenodigd om Hem bij zijn werk te helpen.
-
Wie heeft de Heer nog meer uitgenodigd om Hem bij zijn werk te helpen? (Allen die het verlangen hebben om Hem te helpen.)
Om de context van Leer en Verbonden 11 duidelijk te maken, legt u uit dat de openbaring in deze afdeling aan Hyrum Smith was gericht. Hyrum was van Palmyra (New York) naar Harmony (Pennsylvania) gereisd om zijn broer te bezoeken. Hyrum was waarschijnlijk op de hoogte van de recente ontwikkelingen, zoals de vooruitgang van de vertaling van het Boek van Mormon. Hij wilde weten hoe hij Joseph met het werk van de Heer kon helpen. Joseph raadpleegde de Heer en ontving deze openbaring. (Om de cursisten te helpen inzien hoe belangrijk verlangen in het werk van de Heer is, laat u hen de woorden verlangt, verlangen en verlangens in Leer en Verbonden 11:3, 8, 10, 14, 17, 21, 27 markeren.)
Laat de cursisten Leer en Verbonden 11:5–9 in stilte doornemen. Laat de helft van de klas nagaan welke zegeningen de Heer Hyrum beloofde. Laat de andere helft van de klas nagaan wat Hyrum moest doen om deze zegeningen te ontvangen. (Nadat de cursisten hebben geantwoord, kunt u verduidelijken dat ‘de verborgenheden Gods’ [LV 11:7] geestelijke waarheden zijn die we alleen door openbaring te weten komen.)
-
Welke waarheden komen wij in Leer en Verbonden 11:8 te weten over het verlangen om het werk van de Heer te doen? (Maak de cursisten bij het geven van hun antwoorden de volgende waarheden duidelijk: (1) Wij kunnen zegeningen van God ontvangen volgens onze rechtvaardige verlangens. (2) Als wij ernaar verlangen Gods werk te doen, zijn wij het middel om veel goeds te doen.)
Zet de volgende vraag op het bord: Hoe kan ik ‘het middel om veel goeds te doen’ in mijn generatie zijn?
Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 11:10–14 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke raad de Heer Hyrum gaf zodat hij veel goeds zou kunnen doen. Als de cursisten klaar zijn met lezen, laat u enkele cursisten hun bevindingen onder de vraag op het bord zetten. U kunt de cursisten eveneens vragen deze lijst in hun aantekenschrift of Schriftendagboek over te nemen. (In de loop van de les wordt deze lijst nog aangevuld.)
-
Wat zou het betekenen om je vertrouwen in de Geest te stellen?
-
Hoe kun je volgens Leer en Verbonden 11:12–13 de invloed van de Geest herkennen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheden te omvatten: (1) De Geest van de Heer zet ons ertoe aan het goede te doen, nederig te zijn en rechtvaardig te oordelen. ) (2) De Geest verlicht ons verstand en vervult onze ziel met vreugde.
Laat de cursisten bij de bespreking van deze waarheden de kerntekst Leer en Verbonden 8:2–3 lezen. Laat de cursisten desgewenst de verwijzing naar deze kerntekst naast Leer en Verbonden 11:12–14 in hun Schriften noteren.
-
Hoe kan de Geest volgens Leer en Verbonden 11:12–13 ons verstand en ons hart beïnvloeden?
-
Heb je weleens de invloed van de Geest op zo’n manier gevoeld? Hoe zette deze ervaring je ertoe aan om ‘het goede te doen’?
Leer en Verbonden 11:15–30
De Heer gebiedt Hyrum Smith om zich voor te bereiden op zijn roeping om te prediken
Laat een cursist Leer en Verbonden 11:15–16 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan waarop de Heer wilde dat Hyrum Smith zich voorbereidde. Maak de cursisten duidelijk dat Hyrum Smith werd geboden met prediken te wachten tot hij daartoe werd geroepen.
-
Waarom diende Hyrum Smith volgens deze verzen ‘nog wat langer [te wachten]’ voordat hij werd geroepen om het evangelie te prediken? (Leg uit dat de zinsnede ‘totdat u mijn woord, mijn rots, mijn kerk en mijn evangelie hebt’ verwijst naar het feit dat de kerk nog niet was georganiseerd en dat het Boek van Mormon nog niet was gepubliceerd.)
Laat een cursist Leer en Verbonden 11:17–20 voorlezen terwijl de klas meeleest en nagaat wat Hyrum volgens de Heer diende te doen om het evangelie effectief te prediken. Vul de lijst op het bord aan met de antwoorden van de cursisten. U kunt de cursisten ook vragen om hun antwoorden te noteren.
-
Wat houdt het volgens jullie in om de Heer met uw gehele hart aan te kleven? (Leg uit dat het woord aankleven in deze context ‘iets stevig of standvastig vasthouden’ betekent.)
-
Welke zinsnede wordt in Leer en Verbonden 11:18 en 20 herhaald? (U kunt erop wijzen dat de zinsnede ‘’onderhoud mijn geboden’ ook in verzen 6 en 9 voorkomt.)
Zet het volgende beginsel op het bord: Als wij de geboden onderhouden, zijn wij in geestelijk opzicht voorbereid om het werk van de Heer te doen.
-
Hoe bereid je je nu al voor op zendingswerk, een huwelijk en toekomstige kerkroepingen door de geboden te onderhouden?
Laat een cursist Leer en Verbonden 11:21–22 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat Hyrum nog meer diende te doen om het evangelie effectief te prediken.
-
Wat moest Hyrum van de Heer nog meer doen om zijn woord aan de mensen te verkondigen? (Voeg Schriftstudie toe aan de lijst op het bord.)
-
Wat is het verschil tussen de Schriften bestuderen om het woord van God te kennen en ze slechts lezen?
-
Welke belofte heeft de Heer gegeven aan Hyrum en aan anderen die het patroon in Leer en Verbonden 11:21–22 volgen? (De cursisten dienen het volgende beginsel te vinden: zij die het woord van de Heer bestuderen, ontvangen zijn Geest en de macht om anderen van de waarheid van het evangelie te overtuigen.)
Leer en Verbonden 12
De Heer geeft Joseph Knight raad over de vestiging van Zion
Leg de cursisten de naam van enkele beroemde personen voor. Vraag of ze ooit van deze personen hebben gehoord en laat ze kort vertellen waarom ze zo bekend zijn. Vraag dan of ze ooit van Joseph Knight sr. hebben gehoord.
-
Bedenk welke mensen in uw wijk of gemeente getrouw en onopvallend dienen. Hoe helpen zij bij de opbouw van het koninkrijk van God?
Om de cursisten meer te leren over Joseph Knight sr. en zijn bijdrage aan de herstelling van het evangelie, laat u een cursist de inleiding tot Leer en Verbonden 12 voorlezen. Leg uit dat Joseph Knight sr. nu niet bekend is, maar dat hij de profeet Joseph Smith met voedsel en andere benodigdheden steunde bij zijn moeilijke taak om het Boek van Mormon te vertalen.Leer en Verbonden 12 bevat een openbaring van de Heer bij monde van Joseph Smith, gegeven aan Joseph Knight sr. in mei 1829. Laat een cursist Leer en Verbonden 12:6–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en opnoemen welke rechtvaardige eigenschappen iemand die de Heer bij zijn werk wil helpen, dient te bezitten.
-
Welke eigenschappen vraagt de Heer volgens Leer en Verbonden 12:8 van hen die bij zijn werk willen helpen?
-
Hoe ontwikkel jij deze eigenschappen?
Vertel de cursisten dat Joseph Knight sr. er voortdurend naar streefde deze rechtschapen eigenschappen te ontwikkelen en toe te passen. Hij bood Joseph Smith materiële en geestelijke bijstand gedurende de hele bediening van de profeet. Jaren nadat hij de openbaring in Leer en Verbonden 12 had ontvangen, schreef Joseph Smith het volgende over de getrouwheid van Joseph Knight:
‘Joseph Knight sr. […] is trouw en gelovig gebleven, en evenwichtig en voorbeeldig, en deugdzaam en minzaam, zonder naar links of naar rechts af te wijken. […] Hij is een rechtschapen man.’ (History of the Church, deel 5, 124.)
Om de cursisten aan te moedigen na te denken over wat ze vandaag hebben geleerd en dat toe te passen, laat u enkele cursisten de volgende zinsnede aanvullen: ‘Om de Heer bij zijn werk te helpen, zal ik …’
U kunt tot besluit van de les vertellen hoe u deze zinsnede zou aanvullen.
Toelichting en achtergrondinformatie
Leer en Verbonden 11:2. Het woord van God is ‘scherper dan een tweesnijdend zwaard’
Ouderling Orson Pratt van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de macht van het woord van God beschreven:
‘Een boodschap van eenvoudige waarheid, van God gezonden – met goddelijk gezag uitgegeven, door mannen met goddelijke inspiratie, doordringt het verstand als een scherp, tweesnijdend zwaard, en doorklieft de diepgewortelde vooroordelen, de ijzeren pezen van oude dwaling en traditie, vereerd om hun ouderdom en verspreid door menselijke kennis. Ze trekt een haarscherpe grens tussen waarheid en dwaling – tussen de leer van Christus en de leerstellingen van mensen; ze maakt met gemak elk argument waarover menselijke geleerdheid beschikt met de grond gelijk. Meningen, overtuigingen aan ongeïnspireerde mensen ontsproten, en leerstellingen van theologische faculteiten, ze verdwijnen als sneeuw voor de zon – ze verzinken in het niet naast een rechtstreekse boodschap uit de hemel.’ (‘Divine Authority – or was Joseph Smith Sent of God?’Orson Pratt’s Works on the Doctrines of the Gospel [1945], deel 1, 1.)
Leer en Verbonden 11:9. Wat betekent het om ‘enkel over bekering tot dit geslacht’ te spreken?
President Joseph Fielding Smith heeft gezegd:
‘Als de Heer zijn dienstknechten vraagt om enkel over bekering te spreken, bedoelt Hij niet dat ze niet over de doop mogen spreken en de mensen mogen aansporen de geboden van de Heer te gehoorzamen, maar Hij wenst dat al wat zij zeggen en doen, gebeurt met de intentie om mensen tot bekering te brengen. Elke zendeling die dat niet doet tijdens zijn bediening, verwaarloost zijn plicht.’ (Church History and Modern Revelation, 2 delen [1953], deel 1, 57.)
In het boekje Trouw aan het geloof staat het volgende over bekering:
‘Bekering van zonden is een van de eerste beginselen van het evangelie (zie Geloofsartikelen 1:4). Zij is van wezenlijk belang voor uw geluk in dit leven en in de eeuwigheid. Bekering is veel meer dan toegeven dat u wat verkeerd hebt gedaan. Het is een verandering in denken en van hart, die u een nieuwe kijk op God, op uzelf en op de wereld geeft. Zij omvat afkering van zonde en toenadering tot God voor vergiffenis. De motivatie voor bekering is liefde voor God en het oprechte verlangen om zijn geboden te bewaren.’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], 17.)
Leer en Verbonden 11:25. ‘Ontken de geest van openbaring niet’
President Joseph Fielding Smith heeft uitgelegd dat dit advies aan Hyrum Smith ‘een goede raad voor ons allemaal’ is. ‘Sommige leden van de kerk klagen omdat er geen openbaringen aan de Leer en Verbonden worden toegevoegd, zoals in de begintijd, en zij vragen waarom er in de kerk geen openbaringen meer worden ontvangen. Meestal zijn deze critici niet getrouw in het onderhouden van de geboden die de Heer al heeft gegeven en zijn ze blind voor het feit dat de Heer voortdurend openbaring en leiding aan de kerk geeft. Wie enig onderscheidingsvermogen bezit, ziet dat de hand van de Heer zijn volk vanaf het begin heeft geleid en dat deze leiding vandaag net als in andere tijden duidelijk is voor al wie nederig is en een berouwvolle geest heeft. (Zie Jakob 4:8.)’ (Church History and Modern Revelation, 2 delen [1953], deel 1, 57; zie ook Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 26.)