Seminarie en instituut
Thuisseminarieles: Leer en Verbonden 65–71 (unit 15)


Thuisseminarieles

Leer en Verbonden 65–71 (unit 15)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de gebeurtenissen, leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Leer en Verbonden 65–71 (unit 15) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de ingevingen van de Heilige Geest terwijl u over de behoeften van uw cursisten nadenkt.

Dag 1 (Leer en Verbonden 65–66)

De cursisten leerden in deze les dat het evangelie van Jezus Christus naar de einden van de aarde zal voortgaan. Ze ontdekten dat het onze plicht is om onszelf en anderen op de wederkomst van Jezus Christus voor te bereiden.

Dag 2 (Leer en Verbonden 67)

In deze les stelden de cursisten de volgende beginselen vast: de Heer hoort onze gebeden en kent ons hart; als wij angst toelaten in ons hart, kunnen we zegeningen mislopen. Ze leerden ook het volgende: als we jaloezie en angst achterwege laten, onszelf verootmoedigen en geduldig voortgaan, kunnen wij de tegenwoordigheid Gods verdragen.

Dag 3 (Leer en Verbonden 68)

In deze les leerden de cursisten onder meer: als de dienstknechten van de Heer door de Heilige Geest worden gedreven, zullen hun woorden mensen naar het heil brengen. De cursisten leerden ook dat bisschoppen door het Eerste Presidium goedgekeurd en door het juiste gezag geordend moeten worden. De cursisten kwamen bovendien te weten dat de Heer de ouders heeft opgedragen om hun kinderen de leer van bekering en geloof in Christus, van de doop en de gave van de Heilige Geest te leren begrijpen.

Dag 4 (Leer en Verbonden 69–71)

De cursisten leerden uit de raad van de Heer aan John Whitmer dat de Heer verwacht dat wij een geschiedenis bijhouden voor het welzijn van de kerk en voor het opkomende geslacht. De cursisten leerden ook dat de Heer ons verantwoordelijk houdt voor de taken die Hij ons heeft toevertrouwd. De cursisten leerden tot slot het volgende: als mensen de kerk bekritiseren, kunnen we reageren door waarheden uit de Schriften uit te leggen en de Geest te volgen.

Inleiding

Deze les gaat over de woorden van de Heer aan William E. McLellin in Leer en Verbonden 66. De cursisten leren in deze afdeling hoe belangrijk bekering van al hun zonden is. Ook dat ze alles moeten weren wat hun geestelijke vooruitgang in de weg staat en tot het einde toe trouw moeten blijven.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 66

De Heer gebiedt William E. McLellin om het evangelie te verkondigen, alle ongerechtigheid te verzaken en getrouw tot het einde te volharden

Zet vóór de les het volgende diagram op het bord.

lijndiagram

Vraag de cursisten aan het begin van de les om goed naar het diagram op het bord te kijken. Laat ze bedenken waar zij zich in het diagram bevinden. Laat ze ook nadenken over de richting die ze uitgaan: dichter naar God of verder van Hem weg. Laat een cursist het volgende citaat van president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium voorlezen. Laat de klas opletten hoe we dichter tot God kunnen naderen.

President Henry B. Eyring

‘Als u een goede band wilt met iemand die u na stond, maar met wie u geen contact meer hebt, dan weet u wat u moet doen. U vindt wel een manier om die persoon te spreken te krijgen en naar hem of haar te luisteren. Ook ontdekt u manieren om iets voor elkaar te doen. Hoe vaker dat gebeurt, hoe langer het duurt, hoe sterker de liefdesband. Als er veel tijd voorbijgaat zonder elkaar te spreken, naar elkaar te luisteren en iets voor elkaar te doen, verzwakt die band.

‘God is volmaakt en almachtig. U en ik zijn sterfelijk. Maar Hij is onze Vader en Hij heeft ons lief. Hij biedt ons dezelfde mogelijkheid om een band met Hem te krijgen als met een liefhebbende vriend. En u doet dat op soortgelijke wijze: spreken, luisteren en doen.’ (‘To Draw Closer to God’, Ensign, mei 1991, 66.)

  • Hoe kunnen we volgens president Eyring dichter tot God naderen?

  • Wat betekent spreken, luisteren en doen volgens jou als we dichter tot God willen naderen?

Leg uit dat ene William E. McLellin in de begintijd van de kerk dichter tot God naderde toen hij over het herstelde evangelie hoorde. Hij liet zich op 20 augustus 1831 dopen. Kort daarna werd hij tot ouderling geordend en ging hij enkele weken met Hyrum Smith mee op zending. In oktober 1831 reisde hij naar Ohio voor een conferentie van de kerk. Daar ontmoette hij de profeet Joseph Smith. Op 29 oktober ging broeder McLellin in gebed en vroeg hij de Heer om de profeet het antwoord op vijf specifieke vragen te openbaren. Broeder McLellin vroeg Joseph Smith om een openbaring zonder hem te vertellen welke vragen hij had gesteld. Toen de profeet de openbaring in Leer en Verbonden 66 dicteerde, merkte broeder McLellin dat al zijn vragen waren beantwoord. De Heer gaf hem instructies en waarschuwingen zodat hij trouw zou blijven en uiteindelijk het eeuwige leven zou ontvangen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 66:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten waarom de Heer broeder McLellin ten tijde van deze openbaring zegende.

  • Waarom had broeder McLellin zegeningen van de Heer ontvangen? (Omdat hij zich van zijn zonden had afgewend, de waarheden van de Heer had ontvangen en de volheid van het evangelie had aanvaard.)

Laat de cursisten Leer en Verbonden 66:3 doorlezen en opletten wat broeder McLellin van de Heer nog diende te doen om Hem welgevallig te zijn. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat denk je dat het betekent als je ‘rein bent, maar niet geheel’? (Leg eventueel uit dat broeder McLellin veel vooruitgang had gemaakt en voor zijn inspanningen werd gezegend, maar dat hij zich nog steeds van enkele zonden moest bekeren.)

  • Wat kunnen we uit de raad van de Heer in vers 3 afleiden? (De cursisten dienen het volgende gebod te noemen: wij moeten ons van al onze zonden bekeren.)

  • Waarom is het belangrijk om ons van al onze zonden te bekeren, en niet slechts van enkele?

  • Wat kunnen we uit dit vers leren over hoe de Heer ons bij onze bekering zal helpen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: de Heer zal ons tonen waarvan we ons moeten bekeren.)

Laat een cursist het volgende citaat van president Henry B. Eyring voorlezen. Laat de cursisten opletten hoe we de Heer om hulp kunnen vragen bij onze bekering.

President Henry B. Eyring

‘Een van de vragen die we onze hemelse Vader in onze persoonlijke gebeden moeten stellen, is: “Wat heb ik vandaag gedaan, of niet gedaan, waardoor U ontevreden bent? Als ik dat maar weet, dan zal ik mij direct met heel mijn hart bekeren.” Dat nederige gebed zal beantwoord worden.’ (Zie ‘Stel niet uit’, Liahona, januari 2000, 40.)

Laat de cursisten bedenken welke zegeningen zij hebben ontvangen toen ze zich van hun zonden afkeerden en het evangelie aanvaardden. Moedig ze aan zich af te vragen waarvan ze zich moeten bekeren om nog grotere zegeningen te ontvangen.

Deel de cursisten op in koppels. Laat de koppels Leer en Verbonden 66:5–9 lezen en opletten wat de Heer van broeder McLellin verlangde. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Welke zegeningen zou broeder McLellin volgens de verzen 8–9 ontvangen als hij getrouw de wil van de Heer deed?

  • Wat kunnen wij uit deze verzen leren over de zegeningen die we kunnen ontvangen als we doen wat de Heer van ons verlangt? (De cursisten dienen het volgende beginsel te noemen: als wij trouw doen wat de Heer van ons verlangt, zal Hij bij ons zijn en ons zegenen zodat wij kunnen volbrengen wat Hij van ons verlangt.)

Leg uit dat de Heer niet alleen instructies aan William McLellin gaf maar hem ook waarschuwde. Laat een cursist de eerste twee zinnen van Leer en Verbonden 66:10 voorlezen. Wijs eerst op het woord overbelast in de eerste zin. Leg uit dat wij overbelast raken als wij te veel willen doen, waardoor het moeilijk wordt een taak te volbrengen.

  • De Heer gebood broeder McLellin om ‘alle ongerechtigheid’ te verzaken. In welk opzicht zou ongerechtigheid, of zonde, hem in zijn zending ‘overbelasten’?

  • In welk opzicht is ongerechtigheid voor ons een geestelijke overbelasting?

Lees de derde zin van Leer en Verbonden 66:10 voor. Laat de klas opletten waar de Heer William McLellin voor waarschuwde.

  • Met welke verleiding worstelde broeder McLellin volgens vers 10?

  • Wat leren we uit vers 10 over wat de Heer over ieder van ons weet? (Maak de cursisten duidelijk dat de Heer onze beproevingen en verleidingen kent, net zoals Hij die van broeder McLellin kende.)

  • Waarom zou het belangrijk zijn om te begrijpen dat de Heer onze beproevingen en verleidingen kent?

Laat een cursist Leer en Verbonden 66:11–13 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten welke raad de Heer William McLellin nog meer gaf.

  • Wat moeten we volgens vers 12 doen om het eeuwige leven te ontvangen? (Maak de cursisten duidelijk dat wij het eeuwige leven zullen ontvangen als wij trouw tot het einde volharden.)

  • Wat houdt het in om trouw tot het einde te volharden?

Leg uit dat William McLellin ten tijde van deze openbaring een getuigenis van het herstelde evangelie had ontvangen. Nadat deze openbaring was gegeven, getuigde hij van de profetische roeping van Joseph Smith. Broeder McLellin was ettelijke jaren trouw werkzaam en werd als een van de eerste leden van het Quorum der Twaalf Apostelen in deze bedeling geroepen. Hij volhardde echter niet trouw tot het einde. Hij keerde zich zelfs tegen de profeet Joseph Smith en werd in 1838 geëxcommuniceerd.

Wijs de cursisten op het diagram op het bord. Laat ze nog een keer bedenken waar ze zich op dat diagram bevinden. Laat ze over de volgende vraag nadenken:

  • Wat ga je doen om dichter tot God te naderen en trouw tot het einde te volharden?

Getuig van de leerstellingen en beginselen die aan bod zijn gekomen en moedig de cursisten aan om ernaar te handelen.

Volgende unit (Leer en Verbonden 72–76)

Laat de cursisten een beeld van de hel (buitenste duisternis) en ander lijden van de goddelozen vormen. Laat ze zich dan voorstellen dat ze een visioen van het celestiale, terrestriale en telestiale koninkrijk van heerlijkheid ontvangen. Leg uit dat de profeet Joseph Smith en Sidney Rigdon aan de geïnspireerde vertaling van de Bijbel werkten. Daardoor werden hun ogen geopend en zagen ze een visioen van de drie graden van heerlijkheid. Dat visioen is in Leer en Verbonden 76 opgetekend.