Seminarie en instituut
Les 76: Leer en Verbonden 72–74


Les 76

Leer en Verbonden 72–74

Inleiding

In Missouri breidt de kerk zich uit. Bisschop Edward Partridge verhuist naar Missouri, waardoor in Ohio de behoefte aan een nieuwe bisschop ontstaat. Op 4 december 1831 ontvangt Joseph Smith drie openbaringen die in Leer en Verbonden 72 zijn verzameld. Deze openbaringen omvatten de roeping van Newel K. Whitney als de nieuwe bisschop in Ohio, enkele taken van bisschop Whitney en instructies aangaande de vergadering in Zion. De openbaring in Leer 73 is gegeven in januari 1832 en bevat het gebod aan Joseph Smith en Sidney Rigdon om het vertaalwerk van de Bijbel te hervatten. De openbaring in Leer en Verbonden 74 is gegeven in 1830, vóór de herstelling van de kerk. Ze bevat de verklaring van 1 Korinthe 7:14, een Schrifttekst die door sommige mensen wordt gebruikt om kinderdoop te rechtvaardigen.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 72:1–8

De Heer roept Newel K. Whitney als bisschop in Ohio

Vraag de cursisten welke kerkroepingen volgens hen erg zwaar zijn.

  • Heb je weleens een kerkroeping of een moeilijke opdracht gekregen en je daarbij overstelpt of ongeschikt gevoeld? Zo ja, waarom?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 72:1–2 in stilte lezen en nagaan welke roeping in de kerk ingevuld moest worden. (Leg uit dat ‘dit deel van de wijngaard’ verwijst naar Ohio.)

  • Welke roeping diende in Ohio ingevuld te worden?

Om de cursisten duidelijk te maken waarom er in Ohio een nieuwe bisschop moest komen, vraagt u de cursisten of ze zich nog herinneren wie als eerste bisschop in de kerk werd geroepen (Edward Partridge; zie LV 41:9). Leg uit dat de Heer het nodig achtte een nieuwe bisschop te roepen in Ohio, omdat de kerk zich in Missouri uitbreidde en bisschop Edward Partridge verhuisde naar Independence (Missouri), zo’n 1.600 km van Kirtland (Ohio). Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 72:3–6 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan waarom de heiligen in Ohio een bisschop nodig hadden.

  • Waarom hadden de heiligen in Ohio volgens de verzen 3 en 5 een bisschop nodig? (Om rekenschap van hun rentmeesterschap te kunnen afleggen.)

  • In welk opzicht lijkt dit op onze plicht om verantwoording af te leggen aan onze bisschop of gemeentepresident?

Laat een cursist Leer en Verbonden 72:7–8 voorlezen. Laat de klas meelezen, nagaan wie als de nieuwe bisschop in Ohio werd geroepen en wie hem heeft gekozen.

  • Wie werd geroepen als de nieuwe bisschop in Ohio?

  • Door wie werd Newel K. Whitney gekozen om de nieuwe bisschop te zijn?

  • Welk beginsel kunnen we uit vers 8 afleiden over roepingen om in de kerk van de Heer te dienen? (De cursisten moeten het volgende beginsel vinden: Roepingen om te dienen in de kerk van Jezus Christus komen van de Heiland.)

Laat de cursisten zich afvragen hoe zij zich zouden voelen als ze een moeilijke kerkroeping kregen. Laat een cursist het volgende verhaal voorlezen. Het is opgetekend door ouderling Orson F. Whitney van het Quorum der Twaalf Apostelen, de kleinzoon van Newel K. Whitney. Laat de klas nagaan hoe broeder Whitney zich voelde toen hij als bisschop werd geroepen en toen hij besefte wie hem had geroepen.

Ouderling Orson F. Whitney

‘De gedachte aan deze belangrijke verantwoordelijkheid (het ambt van bisschop) was haast meer dan [Newel K. Whitney] kon verdragen. […] Hij […] twijfelde aan zijn capaciteiten maar [voelde zich] niet in staat om de hoge en heilige opdracht af te slaan. Verbijsterd wendde hij zich tot de profeet:

‘“Ik zie mijzelf niet als bisschop, broeder Joseph, maar als u zegt dat het de wil van de Heer is, zal ik het proberen.”

‘De profeet antwoordde vriendelijk: “U hoeft mij niet op mijn woord te geloven. Stel zelf de vraag aan Vader.”

‘Newel […] besloot te doen wat [de profeet] had geadviseerd. […] Zijn nederig, oprecht gebed werd verhoord. In de stille, eenzame nacht hoorde hij een stem zeggen: “Uw kracht is in Mij.” Het antwoord was kort en bondig, maar het maakte een wereld van verschil. Zijn twijfels verdwenen als sneeuw voor de zon. Hij ging meteen naar de profeet, vertelde hem dat hij was gerustgesteld en bereid om zijn roeping te aanvaarden.’ (‘The Aaronic Priesthood’, Contributor, januari 1885, 126.)

  • Wat hielp Newel K. Whitney om zijn roeping als bisschop te aanvaarden?

  • Wat kunnen we van deze ervaring leren dat ons kan helpen als we ons ongeschikt voelen om een kerkroeping of -taak te aanvaarden?

  • Hoe komt het dat je je roepingen makkelijker kunt aanvaarden en vervullen als je begrijpt dat roepingen in de kerk van de Heiland komen?

Vertel eventueel over een ervaring waarbij uw getuigenis dat kerkroepingen van de Heer komen, werd versterkt.

Leer en Verbonden 72:9–26

De Heer legt de taken van een bisschop uit

Zet de volgende zin op het bord: Bisschoppen en gemeentepresidenten zijn verantwoordelijk voor de materiële en geestelijke aangelegenheden van de kerk in hun wijk of gemeente. (Leg uit dat materiële zaken te maken hebben met ons aardse leven. Zo zijn bisschoppen en gemeentepresidenten verantwoordelijk voor eigendommen van de kerk, geldzaken en het gebruik van de voorraadhuizen van de bisschop.)

Vat Openbaring 72:9–26 samen: deze verzen omschrijven enkele taken van bisschop Whitney. Leg uit dat de taken van een bisschop zoals door de Heer in deze openbaring beschreven, voornamelijk betrekking hebben op de rol van de bisschop in de wet van toewijding. In die tijd was de kerk niet onderverdeeld in wijken met een bisschop aan het hoofd, zoals dat nu wel het geval is. Er waren toen slechts twee bisschoppen: bisschop Whitney was de bisschop van de heiligen in Ohio, en bisschop Partridge was de bisschop voor de leden in Missouri.

Leer en Verbonden 73

De Heer gebiedt Joseph Smith en Sidney Rigdon om de vertaling van de Bijbel voort te zetten

Vat Leer en Verbonden 73:1–2 samen: de Heer gebood de ouderlingen verder te prediken tot aan de volgende conferentie, twee weken later. De profeet Joseph Smith en Sidney Rigdon hadden gepredikt om de vooroordelen tegen de kerk als gevolg van de brieven van Ezra Booth te bestrijden. Laat een cursist Leer en Verbonden 73:3–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan waarop Joseph Smith en Sidney Rigdon zich na de conferentie moesten concentreren.

  • Waarop moesten Joseph Smith en Sidney Rigdon zich van de Heer concentreren? Over welk ‘vertaalwerk’ had de Heer het? (De herziening van de Bijbel.)

Leer en Verbonden 74

De Heer legt 1 Korinthe 7:14 uit

Laat de cursisten zich voorstellen dat zij een voltijdzending voor de kerk vervullen. Tijdens een gesprek met een onderzoekersechtpaar komen ze te weten dat een van hun zonen is gestorven toen hij enkele maanden oud was. Het echtpaar had van hun kerkleider te horen gekregen dat hun kindje niet naar de hemel kon gaan omdat hij niet was gedoopt. Het verlies van hun zoontje en het idee dat hij geen aanspraak kan maken op verlossing, stemt hen intens verdrietig.

Laat de cursisten bedenken hoe ze in deze situatie zouden reageren, en zeg dat hun antwoorden later in de les aan bod komen.

Leg uit dat de Heer in Leer en Verbonden 74 de betekenis van 1 Korinthe 7:14 verklaart. Laat een cursist Leer en Verbonden 74:1 voorlezen, wat overeenkomt met de woorden van de apostel Paulus in 1 Korinthe 7:14. Leg uit dat dit vers in 1 Korinthe wordt gebruikt om de kinderdoop te rechtvaardigen. (Leg eveneens uit dat ongelovige in vers 1 verwijst naar Joden die het evangelie van Jezus Christus niet hadden aanvaard. Paulus beweerde niet dat iemand gered kon worden dankzij de rechtschapenheid van zijn vrouw of haar man, maar dat de bekering van één partner een heiligende invloed op een gezin kon hebben.)

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 74:2–6 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke problemen er in de tijd van de apostel Paulus waren ontstaan in huwelijken waar één partner tot het evangelie van Jezus Christus was bekeerd en de andere de wet van Mozes bleef naleven.

  • Welke moeilijkheden deden zich in dergelijke huwelijken voor? (Er ontstond ruzie omdat de ene partner de kinderen in het evangelie van Jezus Christus wilde opvoeden en de andere de wet van Mozes wilde volgen [zie vers 3]; kinderen die werden opgevoed met de wet van Mozes geloofden niet in het evangelie van Jezus Christus [zie vers 4].)

  • Welke uitwerking kunnen verschillende religieuze overtuigingen in een huwelijk op dat gezin hebben?

Leg uit dat de verzoening van Jezus Christus de wet van Mozes vervulde en dat besnijdenis daarom niet meer vereist was. Joden die de wet van Mozes volgden, meenden echter dat een mannelijk kind onrein was als het niet was besneden. Deze overtuiging zorgde voor problemen in gezinnen waar één ouder in het evangelie van Jezus Christus geloofde en de andere in de wet van Mozes. Gelijkaardige conflicten in geloofsovertuigingen en praktijken kunnen vandaag voorkomen in gezinnen waar één partner lid is van de kerk en de andere niet.

Laat een cursist Leer en Verbonden 74:7 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de Heer over kleine kinderen zei.

  • Wat heeft de Heer ons over kleine kinderen geleerd? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: kleine kinderen zijn heilig, ze zijn door de verzoening van Jezus Christus geheiligd. Laat de cursisten deze leerstelling in hun Schriften markeren.)

Herinner de cursisten aan het zendelingenscenario eerder in de les. Laat de cursisten Moroni 8:8–12 en Leer en Verbonden 29:46–50 als verwijzing naast Leer en Verbonden 74:7 noteren. Laat de cursisten Moroni 8:8–12 en Leer en Verbonden 29:46–50 in hun groepje lezen en daarna deze vraag bespreken:

  • Nu je in Leer en Verbonden 74:7 en Moroni 8:8–12 over het heil van kleine kinderen hebt gelezen, wat zou je het echtpaar leren dat meende dat hun overleden zoontje niet in de hemel kon komen?

Laat een of twee groepjes vertellen wat ze zouden onderwijzen. Getuig tot slot dat kleine kinderen door de macht van de verzoening van de Heiland worden verlost.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 72:13. Bisschop Whitney werkte onder leiding van bisschop Partridge

Bisschop Edward Partridge werd geroepen als de eerste bisschop van de kerk. Bisschop Whitney werkte onder leiding van bisschop Partridge. President Joseph Fielding Smith heeft uitgelegd:

President Joseph Fielding Smith

‘De bisschop in Kirtland [Newel K. Whitney] moest de verslagen van het rentmeesterschap “overhandigen” aan de bisschop in Zion [Edward Partridge] omdat de administratie daar werd bewaard. Newel K. Whitney werd als bisschop geroepen om deze taak op zich te nemen. Hij moest het voorraadhuis van de Heer en de financiële zaken in Kirtland beheren. Hem werd ook geboden een rekening van de ouderlingen bij te houden om in hun behoeften te voorzien, en hen te laten betalen voor wat zij ontvingen, voor zoverre zij betaalmiddelen hadden. Het geld dat hij ontving, moest worden toegewijd aan het welzijn van de kerk, “voor de armen en behoeftigen”. En voor wie niet kon betalen, werd er een rekening uitgeschreven en “overhandigd aan de bisschop van Zion, die de schuld zal betalen uit wat de Heer in zijn handen zal leggen”.’ (Church History and Modern Revelation, 2 delen [1953], deel 1, 270.) (Zie ook Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [Lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 152–153.)

Leer en Verbonden 72:9–26. De wet van toewijding in Ohio en de taken van bisschop Whitney

In Ohio werd de wet van toewijding nooit volledig in de hele gemeenschap toegepast. In Thompson (Ohio) deden de heiligen uit Colesville wel een poging, maar die mislukte om verschillende redenen. Zo herriep Leman Copley zijn aanbod om de heiligen uit Colesville op zijn boerderij te laten wonen (zie LV 54). Sommige beginselen en toepassingen van de wet van toewijding werden wel nageleefd. Sommige leden werden als rentmeester aangesteld en er was een voorraadhuis waarmee de armen en hulpbehoevenden werden geholpen en waarmee in de stoffelijke behoeften van de kerk werd voorzien. Het was de taak van bisschop Newel K. Whitney om deze toepassingen van de wet van toewijding en andere materiële aangelegenheden van de kerk in Ohio te beheren. Zo was het ook zijn verantwoordelijkheid om de eigendommen van de kerk in dat gebied te beheren.

Een van de voornaamste taken van bisschop Whitney was om voor de armen en behoeftigen te zorgen. Hij deed dat onder andere door voedsel uit te delen dat was ingezameld tijdens ‘vastendiensten’ waar leden voedsel voor de behoeftigen meebrachten. In zijn roeping maakte bisschop Whitney handig gebruik van zijn zakelijk talent en offerde hij het merendeel van zijn geld en middelen op om voor de kerk en voor anderen te zorgen. Hij diende trouw in het ambt van bisschop tot aan zijn dood, bijna negentien jaar later. In die tijd volgde hij ook Edward Partridge op als presiderende bisschop van de kerk.

Leer en Verbonden 72:20–22. De literaire kring

Na de conferentie van november 1831 in Hiram (Ohio) werden zes mannen geroepen om hun tijd en inspanningen te wijden aan de publicatie, de druk en de verspreiding van kerkelijke publicaties, waaronder de Schriften (zie LV 70:3–4). Deze groep mannen bestond uit Joseph Smith, Martin Harris, Oliver Cowdery, John Whitmer, Sidney Rigdon en William W. Phelps en werd de literaire kring genoemd. Deze mannen konden aanspraak maken op steun van de bisschop (zie LV 72:20), met dien verstande dat de uitgeverij van de kerk uiteindelijk zichzelf zou bedruipen. De leden van de literaire kring zouden worden betaald met de opbrengsten van de uitgeverij, en eventuele overblijvende winst zou aan het voorraadhuis van de Heer worden geschonken (zie LV 70:5–8). Hoewel de literaire kring maar enkele jaren heeft bestaan, heeft hij toch een wezenlijke bijdrage geleverd aan de wereld met de publicatie van het Boek der geboden, de Leer en Verbonden en kranten van de kerk, zoals de Evening and Morning Star. (Zie Documents, Volume 2: July 1831–January 1833, deel 2 van de serie Documents van The Joseph Smith Papers [2013], XXV–XXVI.)

Leer en Verbonden 74:4–6. Valse overleveringen

Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd hoe we kunnen omgaan met tradities of gewoonten die tegen het evangelie van Jezus Christus indruisen:

Ouderling Richard G. Scott

‘Hoewel waardering voor een etnisch, cultureel of nationaal erfgoed opbouwend en gezond kan zijn, kan het ook een levenswijze in stand houden die door een toegewijde heilige der laatste dagen opzij gezet zou moeten worden. […]

‘[President Howard W. Hunter heeft gezegd:] “Ik stel voor om de hoogste prioriteit toe te kennen aan uw lidmaatschap in de kerk van Jezus Christus. Meet alles wat iemand anders u vraagt te doen, of dat verzoek nu uit uw familie komt, uit uw culturele erfgoed, of de tradities die u hebt geërfd – meet alles af aan de leringen van de Heiland. Wat van die leringen afwijkt, zet u opzij en daar houdt u zich niet meer mee bezig. Het zal u namelijk geen geluk geven.” (‘[Counsel to Students and Faculty]’, Church College, Nieuw-Zeeland, 12 november 1990.)’ (‘Hindernissen voor geluk verwijderen’, De Ster, juli 1998, 95–96.)