Les 91
Leer en Verbonden 88:1–40
Inleiding
President Joseph Fielding Smith heeft gezegd dat Leer en Verbonden 88 ‘een van de grootste openbaringen [is] die ooit aan de mensheid zijn gegeven.’ (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 3, 181.) De profeet Joseph Smith ontvangt deze openbaring in een periode van drie dagen – 27–28 december 1832 en 3 januari 1833 – nadat hogepriesters tijdens een conferentie over de wil van de Heer betreffende de vestiging van Zion hadden gebeden. Dit is de eerste van vier lessen over Leer en Verbonden 88. Het deel van de openbaring die in deze les wordt behandeld, omvat (1) de verklaring van de Heer dat Hij het licht is dat alles beheerst en bestuurt en (2) zijn uitleg van de wetten die zijn koninkrijken en de inwoners daarvan regeren.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 88:1–13
De Heer verklaart dat Hij het licht is dat in alle dingen is
Vraag de cursisten of ze ooit in volledige duisternis zijn geweest. Laat enkele cursisten daar iets over vertellen. Laat een zaklantaarn of een kaars zien, of teken die op het bord.
-
Hoe zou je in volledige duisternis meer waardering voor het licht hebben?
-
Wat vertegenwoordigt het licht in het evangelie van Jezus Christus?
Leg uit dat Leer en Verbonden 88 de leringen van de Heer over het belang van licht bevat. De profeet Joseph Smith heeft deze openbaring in een periode van drie dagen ontvangen, nadat hogepriesters tijdens een conferentie over de wil van de Heer betreffende de vestiging van Zion hadden gebeden.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 88:1–2 doorlezen en opzoeken hoe de Heer en zijn engelen zich voelen als zijn dienstknechten in gebed gaan om zijn wil te weten te komen.
-
Waarom zouden de Heer en de engelen zich verheugen als wij in gebed gaan om zijn wil te weten te komen?
-
In welk opzicht is onze kennis van God met een licht te vergelijken?
Vat Leer en Verbonden 88:3–5 samen door uit te leggen dat de Heer tegen deze broeders zei dat ze een belofte van eeuwig leven konden ontvangen door de Heilige Geest, die ook wel de Trooster of de Heilige Geest van de belofte wordt genoemd.
Laat een cursist Leer en Verbonden 88:6–13 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heer over de bron van al het licht zegt. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Welke term wordt er in vers 7 voor het licht van de waarheid gebruikt?
-
Waar komt volgens de verzen 12–13 al het licht vandaan?
-
Hoe beïnvloedt God zijn scheppingen door het licht van Christus? (Help de cursisten om de volgende leerstelling te vinden: door het licht van Christus geeft God licht en leven aan al zijn scheppingen. Zet deze leerstelling eventueel op het bord. De cursisten kunnen ook aangeven dat het licht van Christus de wet is die het heelal en de bewoners daarvan bestuurt en ons verstand ‘verlevendigt’.Verlevendigen betekent activeren of opwekken. Omdat dit woord later in de openbaring wordt gebruikt, kunt u de cursisten deze definitie in de kantlijn van hun Schriften naast vers 11 laten zetten.)
Voeg zo nodig iets toe aan de uitleg die de cursisten van het licht van Christus hebben gegeven door uit te leggen dat het ‘goddelijke energie, kracht of invloed [is] die via Christus van God uitgaat en alles leven en licht schenkt.’ (Gids bij de Schriften, ‘Licht van Christus’, scriptures.lds.org.)
Om de cursisten duidelijk te maken hoe gezegend ze door het licht van Christus zijn, zet u de volgende categorieën op het bord:
Laat de cursisten voorbeelden op het bord zetten van hoe deze uitingen van het licht van Christus hen dagelijks beïnvloeden. (Sommige voorbeelden: het vermogen om te zien, het vermogen om te leren en waarheid te herkennen, de groei van planten en dieren die ons van voedsel en kleding voorzien, en het vermogen om goed van kwaad te onderscheiden.)
-
Hoe kunnen we door wat we over het licht van Christus hebben besproken meer waardering voor de invloed van de Heer in ons leven krijgen?
Leer en Verbonden 88:14–40
De Heer legt uit dat er bepaalde wetten aan de koninkrijken van heerlijkheid zijn verbonden
Laat een handschoen zien en leg uit dat die een lichaam voorstelt. Laat een cursist de handschoen aandoen en zijn of haar vingers bewegen. Leg uit dat de hand de handschoen leven geeft.
-
Als de handschoen een lichaam voorstelt, wat stelt de hand dan voor? (Een geestelijk lichaam.)
Vraag een cursist om Leer en Verbonden 88:15 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de Heer de combinatie van lichaam en geest noemt.
-
Wat noemt de Heer de combinatie van lichaam en geest? (De geest en het lichaam zijn de ziel van de mens. Laat de cursisten die leer desgewenst markeren.)
-
Hoe kunnen dingen die ons lichaam beïnvloeden, ook onze geest beïnvloeden? (Als de cursisten antwoord geven, moedig ze dan aan om enkele voorbeelden te geven.)
Om de cursisten meer begrip bij te brengen voor het verband tussen ons lichaam en onze geest, laat u een cursist de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson voorlezen. Laat de klas opletten hoe lichaam en geest elkaar kunnen beïnvloeden.
‘Er bestaat geen twijfel over het feit dat de gezondheid van het lichaam invloed op de geest heeft, anders had de Heer nooit het woord van wijsheid geopenbaard. God heeft nog nooit tijdelijke geboden gegeven – en wat van invloed op ons lichaam is, is ook van invloed op onze [geest]. […]
‘[…] Zonden verzwakken ons. Ze beïnvloeden niet alleen de [geest], maar ook het lichaam. De Schriften staan vol voorbeelden van de lichamelijke kracht die de rechtvaardigen kunnen ontvangen. Aan de andere kant kunnen de zonden waarvan wij ons niet bekeren, onze energie verstrooien en tot geestelijke en lichamelijke ziekte leiden.’ (‘In His Steps’, Ensign, september 1988, 5.)
-
Hoe kan begrip van het verband tussen lichaam en geest ons helpen om rechtschapen beslissingen te nemen?
Om de cursisten op een bespreking over de opstanding voor te bereiden, laat u de cursist die voor de klas staat de handschoen uittrekken en die op een tafel of stoel leggen.
-
Wat kan deze handeling voorstellen? (De lichamelijke dood.)
-
Wat gebeurt er met de ziel na de dood? (De geest en het lichaam worden gescheiden.)
Laat de cursist de handschoen weer aantrekken.
-
Wat kan deze handeling voorstellen? (De opstanding.)
-
Wat gebeurt er met de ziel bij de opstanding? (De geest en het lichaam worden herenigd.)
Laat een cursist Leer en Verbonden 88:14, 16–17 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de Heer de opstanding beschrijft. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Wie heeft het mogelijk gemaakt dat onze ziel verlost kan worden? (Terwijl de cursisten antwoorden, zet u de volgende leerstelling op het bord: Jezus Christus heeft het mogelijk gemaakt dat onze ziel kan worden verlost.)
-
Als onze ziel is verlost, wat zullen de ‘armen en de zachtmoedigen’ dan beërven? (De aarde.)
Laat een cursist Leer en Verbonden 88:18–20 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat er met de aarde zal gebeuren voordat de verloste zielen die kunnen beërven.
-
Wat zal er met de aarde gebeuren voordat de verloste zielen die kunnen beërven?
-
Wie zal er volgens vers 19 op de geheiligde aarde aanwezig zijn?
Zet de volgende vraag op het bord: Wie komt er in aanmerking om in de aanwezigheid van onze hemelse Vader in het celestiale koninkrijk te leven? Laat de cursisten zich afvragen hoe ze die vraag zouden beantwoorden.
Leg uit dat net als de aarde na de heiliging heerlijkheid zal ontvangen, ons lichaam bij de opstanding ook veranderd zal worden en heerlijkheid zal ontvangen. Maar niet alle mensen zullen dezelfde graad van heerlijkheid ontvangen.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 88:21–24 doorlezen en opzoeken waardoor wordt bepaald welke graad van heerlijkheid iemand bij de opstanding ontvangt.
-
Waardoor wordt bepaald welke graad van heerlijkheid iemand bij de opstanding ontvangt? (Zet de volgende leerstelling op het bord. U kunt de cursisten in overweging geven om die leerstelling in de kantlijn van hun Schriften te noteren.Bij de opstanding ontvangen we de heerlijkheid die bij onze gehoorzaamheid van de wet hoort.)
Om er zeker van te zijn dat de cursisten dit beginsel begrijpen, laat u ze in groepjes van twee Leer en Verbonden 88:25–33 doorlezen. Laat ze opzoeken in welk opzicht de wetten van Christus de aarde en alle mensen zal beïnvloeden. Laat ze hun bevindingen desgewenst markeren.
-
Wat bekrachtigt volgens deze verzen het beginsel dat we bij de opstanding de heerlijkheid zullen ontvangen die bij onze gehoorzaamheid aan de wet hoort?
-
Let op dat de Heer in vers 28 verwijst naar de mensen die ‘celestiaal van geest zijn’. Wat betekent het volgens jullie om ‘celestiaal van geest’ te zijn?
Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat zij die celestiaal van geest zijn, mensen zijn die volgens de wetten van het celestiale koninkrijk leven. Herinner de klas eraan dat we van Leer en Verbonden 76 hebben geleerd wat de wet van het celestiale koninkrijk omvat: een getuigenis van Jezus Christus, gehoorzaamheid aan de geboden, het sluiten en naleven van verbonden, door geloof zegevieren en de Heilige Geest van de belofte ontvangen (zie LV 76:50–53, 69–70).
-
Hoe beschrijft de Heer in Leer en Verbonden 88:28–29 de herrezen lichamen van hen die de celestiale heerlijkheid ontvangen?
-
Als iemand op aarde alleen de terrestriale of telestiale wetten naleeft, wat voor lichaam zal hij of zij dan volgens Leer en Verbonden 88:30–31 ontvangen? (Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat ons herrezen lichaam wat heerlijkheid betreft op de soort geest zal lijken die we zijn geworden.)
Om de cursisten meer begrip bij te brengen van de leer dat we heerlijkheid ontvangen volgens de wet die we hebben gehoorzaamd, laat u ze in groepjes van drie of vier de volgende opdracht uitvoeren. U kunt uitreikbladen met de instructies maken, of ze op het bord zetten.
Als de cursisten deze eigenschappen in hun groepje hebben besproken, geeft u uw getuigenis van het licht dat ons leven vervult als wij ons best doen om de wetten van God na te leven. Laat enkele cursisten vertellen hoe zij dat beginsel in hun leven hebben ervaren. Moedig de cursisten aan om het geleerde in praktijk te brengen door ze een doel te laten opschrijven om de wet van het celestiale koninkrijk na te leven en met die eigenschappen gezegend te worden. Vraag enkele cursisten om iets over hun doelen te vertellen.