Seminarie en instituut
Les 54: Leer en Verbonden 46


Les 54

Leer en Verbonden 46

Inleiding

In maart 1831, bijna een jaar na het stichten van de kerk, geeft de Heer de heiligen te kennen dat kerkelijke bijeenkomsten door de Heilige Geest geleid moeten worden. In diezelfde openbaring beklemtoont Hij dat mensen die niet tot de kerk behoren niet uit openbare bijeenkomsten geweerd mogen worden. De Heer zet het gebruik om ongelovigen van bijeenkomsten uit te sluiten recht. Daarnaast geeft Hij onderricht in de gaven van de Geest.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 46:1–6

De Heer geeft de heiligen instructies inzake hun kerkelijke bijeenkomsten

Laat de cursisten zich voorstellen dat zij de taak hebben om een avondmaalsdienst te plannen.

  • Hoe weet je wat je in de bijeenkomst op moet nemen? Hoe zou je de muziek kiezen en bepalen wie de toespraken houdt?

Laat een cursist Leer en Verbonden 46:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op de instructies die de Heer aangaande het leiden van kerkelijke bijeenkomsten gaf. U kunt erop wijzen dat de taak om bijeenkomsten te leiden ook de taak omvat om ze voor te bereiden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. De strekking van hun antwoorden dient het volgende beginsel te omvatten: kerkleiders moeten zich in bijeenkomsten door de Heilige Geest laten leiden.

  • Wanneer heb je gevoeld dat leiders in een bijeenkomst door de Heilige Geest geleid werden?

  • Hoe kunnen alle kerkleden de invloed van de Heilige Geest in kerkelijke bijeenkomsten uitnodigen?

Vraag de cursisten in hun Schriftendagboek of aantekenschrift één manier te noteren hoe ze hun deelname aan kerkelijke bijeenkomsten gaan verbeteren.

Zet het volgende op het bord: Bezoekers welkom. Vraag de cursisten waar ze deze woorden weleens gezien hebben. Vraag of ze die weleens buiten aan een kerkgebouw gezien hebben. Laat een cursist de inleiding van Leer en Verbonden 46 voorlezen. Laat de klas in hun Schriften meelezen en opletten wie de vroege heiligen in hun bijeenkomsten toelieten. Vraag ze naar hun bevindingen. Laat ze vervolgens Leer en Verbonden 46:3–6 doorlezen en letten op woorden die dat vroegere gebruik rechtzetten.

  • Wat leren we uit deze verzen over hoe we anderen volgens de Heer dienen te behandelen? (De cursisten dienen het volgende beginsel te verwoorden: de Heer heeft ons geboden om alle mensen in onze openbare bijeenkomsten te verwelkomen.)

  • Hoe kunnen we anderen laten weten dat ze in onze kerkelijke bijeenkomsten welkom zijn?

Haal het volgende voorbeeld aan om de cursisten dit beter te laten begrijpen:

Een jong lid van de kerk bezoekt voor het eerst met haar ouderlijk gezin een nieuwe wijk. Na de avondmaalsdienst wordt het gezin door een lid begroet. Het lid legt uit waar de zondagsschool plaatsvindt. Hij neemt de jongevrouw mee naar de klas en stelt haar aan de leerkracht voor. De jongemannen en jongevrouwen in de klas begroeten haar even, praten daarna onderling met elkaar door en laten zich verder niet met haar in.

  • In welke opzichten zou deze situatie anders zijn als de leerlingen in de zondagsschoolklas de beginselen in Leer en Verbonden 46:3–6 toepasten?

Moedig de cursisten aan om ieder te verwelkomen die een kerkdienst, een les en een activiteit bijwoont.

Leer en Verbonden 46:7–33

De Heer legt de doeleinden van de gaven van de Geest uit

Herinner de cursisten eraan dat Joseph Smith zich in februari 1831 bij de heiligen in Kirtland voegde (zie les 50 in dit lesboek). Bij aankomst merkte hij dat deze kerkleden er enkele valse gebruiken op na hielden. Een van die valse gebruiken was de uitsluiting van mensen uit kerkelijke bijeenkomsten, zoals eerder in deze les is uitgelegd. Een ander vals gebruik was dat sommige leden zich in kerkelijke bijeenkomsten aan vreemd gedrag overgaven. Zij beweerden dat de Heilige Geest ze daartoe inspireerde. Sommige leden geloofden hen, anderen waren van mening dat die gedragingen niet van God kwamen. In de openbaring die in Leer en Verbonden 46 opgetekend is, zette de Heer beginselen uiteen die de heiligen voor misleiding zouden behoeden en de ware gaven van de Geest aan hen zouden verduidelijken.

  • Wat betekent het om misleid te worden? (Ertoe overgehaald worden iets te geloven wat niet waar is.) Kun jij je een keer herinneren dat je misleid bent?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 46:7–8 doorlezen en opletten wat de Heer zijn volk adviseerde om niet misleid te worden. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren.

  • Wat staat er in deze verzen over hoe we kunnen voorkomen dat we misleid worden? (Maak de cursisten het volgende beginsel duidelijk: we kunnen misleiding onder meer voorkomen als we de aanwijzingen van de Heilige Geest in alle heiligheid opvolgen.)

  • Waar dienen we volgens vers 8 ernstig naar te streven? (De beste gaven.)

Zet het volgende op het bord: Als we ernstig naar de beste gaven streven, …

Vraag de cursisten bij de volgende activiteit te denken aan de zegeningen die ze krijgen als ze naar de gaven van de Geest streven. Leg eventueel uit dat gaven van de Geest ‘zegeningen of vaardigheden [zijn] die door macht van de Heilige Geest worden gegeven. God geeft minstens een van deze gaven aan ieder getrouw lid van de kerk.’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], 52.)

Zet vóór de les de getallen 13 t/m 25 en 27 op willekeurige plekken op een vel papier. Knip het vel papier vervolgens in veertien puzzelstukken, met één getal op elk puzzelstuk.

Verdeel de puzzelstukken onder de cursisten. Afhankelijk van de grootte van de klas moet u één puzzelstuk wellicht aan een groepje cursisten of meerdere puzzelstukken aan één cursist geven. Laat de klas de puzzel samen in elkaar zetten.

  • Waarom is elk stuk in een puzzel belangrijk?

Laat een cursist Leer en Verbonden 46:8–12, 26 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op de doeleinden van de gaven die God ons geeft.

  • Waar dienen de gaven van de Geest toe? (‘Voor het welzijn van de kinderen van God.’)

  • Aan wie worden de gaven van de Geest volgens vers 9 gegeven? (Aan hen die God liefhebben en al zijn geboden onderhouden, en aan hem ‘die ernaar streeft dat te doen’.)

  • Wie van ons hebben volgens vers 11 een gave van de Geest gekregen?

  • Hoe zou je met je kennis van deze verzen de zin op het bord aanvullen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Als we ernstig naar de beste gaven streven, zal God ons die ten bate van anderen schenken. U kunt de cursisten in overweging geven de zinsneden in hun Schriften te markeren waarin dit beginsel tot uiting komt.)

Vestig de aandacht van de cursisten op de puzzel die ze gemaakt hebben. Wijs ze nogmaals op het belang van elk stukje in de puzzel.

  • Waarom is ieder lid belangrijk in de kerk van de Heer? (Iedereen heeft een gave die anderen ten goede kan komen.)

Haal de puzzel uit elkaar en geef de puzzelstukken aan de cursisten terug. Leg uit dat de getallen op de puzzelstukken naar verzen in Leer en Verbonden 46 verwijzen en dat elk vers een gave van de Geest noemt. Laat de cursisten het vers voorlezen dat overeenkomt met het getal dat hij of zij gekregen heeft.

Vraag de cursisten na elk gelezen vers een situatie te noemen waarin die gave Gods kinderen ten goede kan komen. De cursisten hebben wellicht moeite om sommige gaven te begrijpen. De volgende toelichting van enkele gaven kan bij hun bespreking van pas komen:

De gave om de verscheidenheid van bediening te kennen, komt vaak bij leidinggevenden voor die inzien hoe de gaven van anderen in diverse dienende taken van nut kunnen zijn.

De gave om de verscheidenheid van de werkingen te kennen, komt tot uiting als iemand het onderscheid tussen authentieke gaven of werkingen van de Heilige Geest en valse geesten, leerstellingen of geboden kan zien.

De gave van het woord van wijsheid verwijst niet naar het gebod dat we als het woord van wijsheid kennen. Deze gave heeft te maken met de zegen van wijsheid die komt tot wie ‘vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft’ (Jakobus 1:5).

De gave van het onderscheiden van geesten stelt iemand in staat om de ware intenties en verborgen motivaties van anderen te herkennen of te begrijpen. Met die gave kan iemand verborgen kwaad ontmaskeren en het goede in anderen zien.

De gave van tongen en de gave van het uitleggen van tongen komen vaak voor bij zendelingen die in staat zijn om talen snel te leren en te verstaan. Deze gaven zijn ook weggelegd voor mensen die taalbarrières moeten overwinnen om het evangelie te leren en erin te onderwijzen.

  • Waarom dienen we naar gaven van de Geest te streven? Wat kunnen we zoal doen om ernaar te streven? (Wijs er bijvoorbeeld op dat de Heer door onze patriarchale zegen of andere priesterschapszegens gaven van de Geest kan openbaren.)

  • Wanneer heb je iemand een gave van de Geest ten bate van anderen zien ontvangen?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 46:30–33 doorzoeken en vier dingen noemen die we moeten doen als we onze gaven van de Geest gebruiken. (Mogelijke antwoorden: we dienen volgens de wil van God te vragen, in de naam van Jezus Christus te handelen, te danken voor de zegeningen die we ontvangen, en deugd en heiligheid te betrachten.)

Uit uw dankbaarheid voor de gaven van de Geest en voor de invloed ervan in uw leven. Geef de cursisten die gelegenheid ook. Getuig dat de Heer graag wil dat alle mensen weten dat ze in zijn kerk welkom en nodig zijn.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 46:4. Iedereen in kerkelijke bijeenkomsten verwelkomen

Ouderling L. Tom Perry van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Ouderling L. Tom Perry

‘Onze gemeenschap van heiligen sluit anderen niet uit, maar laat toe wie dat wil. Ze is gebouwd op een fundament van apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus zelf de hoeksteen is. De kerk staat open voor iedereen die de kinderen van onze hemelse Vader liefheeft, waardeert en met hen begaan is.’ (Zie ‘Bouwen aan een gemeenschap van heiligen’, Liahona, juli 2001, 44.)

Leer en Verbonden 46:11–12. ‘Ieder mens wordt een gave geschonken’

Ouderling Orson Pratt van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Ouderling Orson Pratt

‘Wanneer de Heilige Geest zijn intrek bij een mens neemt, reinigt, heiligt en zuivert Hij hem niet alleen, naar de mate waarin hij zich aan diens invloed overgeeft, maar schenkt Hij hem ook een zekere gave, tot nut van hemzelf en anderen bestemd. Niemand die uit de Geest geboren is, en die voldoende getrouw blijft, blijft van een gave van de Geest verstoken. […]

‘Ieder lid ontvangt niet al die gaven; maar ze worden volgens de wil en wijsheid van de Geest over het hele lichaam [van de kerk] verdeeld. […] Sommigen worden met al die gaven begiftigd, om ze alle te kunnen begrijpen, en om voorbereid te zijn eventuele valse gaven te ontmaskeren en het hele lichaam van de kerk te presideren, opdat allen er baat bij hebben. Deze gaven van de Geest zijn onder de leden van de kerk verspreid, overeenkomstig hun getrouwheid, omstandigheden, aangeboren vaardigheden, taken en roepingen. Zo kan het geheel op de juiste wijze onderricht, bevestigd, vervolmaakt en verlost worden.’ (Masterful Discourses and Writings of Orson Pratt, samengesteld door N. B. Lundwall [1946], 539–541.) (Zie ook Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 100.)

Leer en Verbonden 46:11. Vele gaven van de Geest

Er worden gaven van de Geest in Leer en Verbonden 46, 1 Korinthe 12:1–13 en Moroni 10:8–18 opgesomd. Maar er zijn meer gaven van de Geest die we kunnen ontvangen. Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Ouderling Bruce R. McConkie

‘Er zijn talrijke, gevarieerde gaven van de Geest. De gaven die in het geopenbaarde woord staan, zijn slechts een illustratie van de eindeloze uitstorting van goddelijke genade die een liefdevolle God verleent aan de mensen die Hem liefhebben en dienen.’ (A New Witness for the Articles of Faith [1985], 371.)

Leer en Verbonden 46:12. ‘Aan sommigen wordt de ene gegeven en aan sommigen een andere’

Ouderling Marvin J. Ashton van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Ouderling Marvin J. Ashton

‘Sta mij toe voor de vuist weg een aantal gaven te noemen die niet altijd evident of opmerkenswaardig zijn, maar die toch zeer belangrijk zijn. […]

‘De gave om te vragen; de gave om te luisteren; de gave om de stille, zachte stem te horen en te benutten; de gave om te kunnen huilen; de gave om twist te vermijden; de gave om prettig in de omgang te zijn; de gave om ijdele herhalingen te vermijden; de gave om te zoeken naar wat rechtvaardig is; de gave om niet te oordelen; de gave om tot God op te zien om leiding; de gave om een discipel te zijn; de gave om te geven om anderen; de gave om te kunnen overdenken; de gave om te bidden; de gave om een krachtig getuigenis te geven; de gave om de Heilige Geest te ontvangen.’ (‘There Are Many Gifts’, Ensign, november 1987, 20.)