Les 73
Leer en Verbonden 67
Inleiding
In november 1831 komt een groep ouderlingen samen voor een bijzondere conferentie in Hiram (Ohio). In de conferentie wordt onder andere gesproken over de publicatie van de openbaringen die de profeet Joseph Smith had ontvangen. Tijdens deze bijeenkomst geeft de Heer aan Joseph Smith een openbaring die Hij aanmerkt als het voorwoord van het boek met openbaringen dat zou worden gepubliceerd. Deze openbaring is nu de eerste afdeling van de Leer en Verbonden. Later in de conferentie geeft de Heer een openbaring die nu in Leer en Verbonden 67 staat. In deze openbaring spreekt de Heer tot de broeders die kritiek hadden geuit op het taalgebruik in de openbaringen die de profeet van de Heer had ontvangen.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 67:1–3
De Heer hoort onze gebeden en kent ons hart
Zet vóór de les de volgende vraag op het bord: Heb je weleens gevoeld dat je gebeden werden gehoord en verhoord? Laat de cursisten aan het begin van de les deze vraag beantwoorden.
Leg uit dat een groep ouderlingen, onder wie Joseph Smith, in november 1831 bijeenkwam om de publicatie van de openbaringen die de profeet had ontvangen, te bespreken. Joseph Smith vroeg of de ouderlingen wilden getuigen dat de openbaringen van de Heer kwamen, maar sommigen aarzelden. Deze aarzeling was de aanleiding voor de openbaring die in Leer en Verbonden 67 staat.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 67:1–2 in stilte doornemen en nagaan wat de Heer over het gebed zei.
-
Wat zegt de Heer in deze verzen over de aandacht die Hij voor onze gebeden heeft? (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: De Heer hoort onze gebeden en kent ons hart. Zet dit beginsel op het bord.)
-
Hoe kan dit beginsel jou helpen om beter te bidden?
Laat enkele cursisten vertellen hoe ze weten dat hun hemelse Vader hun gebeden hoort en de verlangens van hun hart kent, om de cursisten te laten voelen hoe belangrijk het beginsel op het bord is. Laat enkele cursisten aan het woord en moedig de cursisten vervolgens aan in gebed te vragen of God hun gebeden hoort en hun hart kent.
Laat een cursist Leer en Verbonden 67:3 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan waarom sommige ouderlingen de beloofde zegeningen van de Heer niet hadden ontvangen.
Zet de volgende vraag op het bord: Hoe kan iemand uit angst zegeningen mislopen? Laat de cursisten antwoorden. Zet tijdens de bespreking van deze vraag het volgende beginsel op het bord: Als wij angst toelaten in ons hart, kunnen we zegeningen mislopen.
-
Door welke angsten kunnen mensen zoal zegeningen mislopen? (Mogelijke voorbeelden: de angst om er niet bij te horen, angst om fouten te maken, angst voor verandering, angst voor mislukking, angst voor bekering enz.)
Laat de cursisten bij zichzelf nagaan of angst hen weleens heeft belet om in geloof te handelen. Moedig de cursisten aan om de hulp van de Heer in te roepen zodat ze hun angsten door geloof kunnen vervangen.
Leer en Verbonden 67:4–9
De Heer maakt het de ouderlingen mogelijk een getuigenis te ontvangen van de openbaringen die Joseph Smith ontvangt
Zet de volgende vraag op het bord: Waarom dienen we onze kerkleiders te steunen, ook al weten we dat ze niet volmaakt zijn?
Laat een cursist de inleiding van Leer en Verbonden 67 voorlezen. Laat een andere cursist Leer en Verbonden 67:5 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de ouderlingen vonden van de openbaringen die in het Boek der geboden zouden worden gepubliceerd. (Herinner de cursisten eraan dat de eerste verzameling openbaringen van Joseph Smith als titel ‘Het Boek der geboden’ meekreeg. In 1835 werd het boek gepubliceerd met als titel ‘Leer en Verbonden’.)
-
Wat vonden de ouderlingen van de openbaringen? (Veel ouderlingen ‘getuigden plechtig’ van de waarachtigheid van de openbaringen. Er werden echter ook ‘enige negatieve opmerkingen […] geplaatst over het taalgebruik in de openbaringen’. Volgens vers 5 dachten sommige ouderlingen dat ze ‘[Joseph Smiths] taalgebruik zou[den] kunnen voorbijstreven’.)
Leg uit dat sommige ouderlingen zich zorgen maakten over het taalgebruik in de openbaringen. Wellicht vonden ze dat de openbaringen uitgebreid gecorrigeerd dienden te worden voordat ze konden worden gepubliceerd, en vreesden ze wat de vijanden van de kerk met de gepubliceerde openbaringen zouden doen. Laat een cursist Leer en Verbonden 67:4–5 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan hoe de Heer reageerde op de opmerkingen over het taalgebruik in de openbaringen.
-
Wat gaf de Heer over Joseph Smith toe?
Wijs erop dat Joseph Smith geen volmaakte taalvaardigheid bezat. Hij was niet altijd een vlotte spreker. Desondanks openbaarde de Heer hem waarheid en liet Hij hem die zo goed mogelijk uitdrukken.
-
Waarom kan het nuttig zijn om te weten dat de Heer zijn wil aan Joseph Smith openbaarde, ook al wist Hij dat Joseph niet volmaakt was?
Laat vier cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 67:6–9 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke uitdaging de Heer gaf aan hen die het taalgebruik in de openbaringen bekritiseerden.
-
Welke uitdaging gaf de Heer aan hen die dachten dat ze het taalgebruik van de openbaringen konden verbeteren?
Vraag de cursisten wat ze zich nog uit de vorige les over William E. McLellin herinneren. Leg uit dat William besloot de uitdaging van de Heer aan te gaan en een openbaring te schrijven die leek op de openbaringen die Joseph Smith had ontvangen. Laat een cursist de volgende woorden uit de geschiedenis van Joseph Smith voorlezen:
‘William E. McLellin beschouwde zichzelf als een zeer wijs man, maar hij bezat meer kennis dan wijsheid. Hij ondernam een poging om een gebod te schrijven en trachtte een eenvoudig gebod van de Heer te evenaren, maar faalde. In de naam van de Heer schrijven, is een enorme verantwoordelijkheid. De ouderlingen en alle aanwezigen waren getuigen van deze mislukte poging om het taalgebruik van Jezus Christus te imiteren. Dat versterkte hun geloof in de volheid van het evangelie, en in de waarheid van de geboden en openbaringen die de Heer door mij aan de kerk had gegeven. Daarop gaven de ouderlingen te kennen dat ze bereid waren om voor de hele wereld te getuigen dat de openbaringen waar waren (History of the Church, deel 1, 226).
Leg uit dat verschillende ouderlingen na deze gebeurtenis een document ondertekenden waarin ze hun formeel getuigenis van de waarheid van de openbaringen in het Boek der geboden gaven.
-
Waarom denk je dat Joseph Smith, die amper naar school was gegaan, deze openbaringen kon voortbrengen, maar William E. McLellin, die hoogopgeleid was, niet?
-
Wat kunnen we uit dit verhaal opmaken over het veroordelen van onze leiders omwille van hun onvolmaaktheden?
Vestig de aandacht op de vraag op het bord over het steunen van onvolmaakte leiders. Laat enkele cursisten hun antwoord onder deze vraag noteren.
Leer en Verbonden 67:10–14
De Heer geeft zijn volgelingen raad over de manier waarop ze zich dienen voor te bereiden om in de tegenwoordigheid van God te wonen
Zet de volgende vraag op het bord: Welke zegeningen kunnen we zoal ontvangen als we geduldig met onszelf en anderen omgaan? Laat de cursisten antwoorden.
Laat een cursist het volgende verhaal van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voorlezen:
‘In de jaren zestig begon een professor aan de Stanford University met een bescheiden experiment om de wilskracht van vierjarige kinderen te testen. Hij legde een grote marshmallow voor ze neer en zei dat ze die meteen konden opeten, maar dat ze twee marshmallows zouden krijgen als het hen lukte om een kwartier te wachten.
‘Vervolgens liet hij de kinderen alleen en keek hij van achter een doorkijkspiegel toe. Sommige kinderen aten de marshmallow meteen op; andere wachtten enkele minuten voordat ze toegaven aan de verleiding. Slechts dertig procent was in staat om te wachten.’ (‘Ga voort in geduld’, Liahona, mei 2010, 56.)
-
Wat zouden de bevindingen uit het experiment van deze professor met ons te maken hebben?
-
Welke zegeningen heb je ontvangen omdat je geduldig was?
Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een tabel met twee kolommen tekenen. Laat ze bovenaan de eerste kolom Beloning zetten en bovenaan de tweede kolom Hoe kan ik die beloning verkrijgen? Verdeel de klas in groepjes van twee. Laat elk groepje Leer en Verbonden 67:10–14 doornemen en nagaan welke beloningen de Heiland heeft beloofd en wat wij moeten doen om die beloningen te verkrijgen. Laat ze hun antwoorden in de desbetreffende kolom van de tabel noteren.
Geef de cursisten voldoende tijd om de passage te bestuderen en bespreken, en gebruik vervolgens onderstaande vragen om hun bevindingen aan de klas te vertellen.
-
Welke beloningen beloofde de Heer deze ouderlingen?
-
Wat moesten de ouderlingen doen om deze beloningen te verkrijgen?
Leg uit dat deze passage op ons allemaal van toepassing is. Zet het volgende beginsel op het bord: Als we jaloezie en angst achterwege laten, onszelf verootmoedigen en geduldig voortgaan, kunnen wij de tegenwoordigheid Gods verdragen.
-
Waarom zouden we geduldig moeten zijn om in de tegenwoordigheid van God te kunnen komen?
Laat een cursist de volgende woorden van president Uchtdorf over het experiment met de marshmallows voorlezen. Laat de klas nagaan wat dit verhaal ons leert over de manier waarop wij zuiver voor God kunnen staan.
‘[De professor] hield de verdere levensloop van de kinderen bij, en begon na verloop van tijd interessante overeenkomsten te ontdekken: de kinderen die niet konden wachten, hadden het later in hun leven moeilijk en hadden meer gedragsproblemen, terwijl de kinderen die wachtten positiever en beter gemotiveerd waren, hogere cijfers en inkomens hadden, en betere relaties [hadden].
[…] Het vermogen om te wachten – om geduld te hebben – [is] een essentiële karaktereigenschap […] die later succes in het leven kan voorspellen.
‘We [kunnen] God zonder geduld niet behagen; wij kunnen dan niet volmaakt worden. Geduld is echt een zuiveringsproces dat het begrip verfijnt, het geluk vergroot, de aandacht aanscherpt en hoop biedt op gemoedsrust.’ (‘Ga voort in geduld’, 56.)
-
Wat kunnen we uit dit verhaal opmaken over de zegeningen die voortvloeien uit geduld?
Moedig de cursisten aan om na te denken en te bidden over aspecten van hun leven waarin ze meer geduld voor zichzelf en anderen dienen te ontwikkelen. Moedig ze aan zich ten doel te stellen om in de tegenwoordigheid van God te kunnen wonen.