Les 149
Leer en Verbonden 136:19–42
Inleiding
In januari 1847 ontvangt Brigham Young in Winter Quarters (Nebraska) de openbaring in Leer en Verbonden 136. Deze les gaat over Leer en Verbonden 136:19–42, met daarin de aanwijzing van de Heer aan de heiligen hoe ze onderweg naar het westen moesten samenwerken om door Hem beschermd te worden.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 136:19–29
De Heer geeft aan hoe de heiligen zich onderweg moeten gedragen.
Begin de les met de volgende vragen:
-
Waar hebben jullie de kans om in groepsverband met andere mensen om te gaan? (Mogelijke antwoorden: thuis, priesterschapsquorum, jongevrouwenklas, sportteams, op school en op het werk.)
-
Wat zijn enkele positieve aspecten als we in een groep met anderen samenwerken?
Leg uit dat toen de heiligen in 1846 gedwongen waren om Nauvoo te verlaten en ze naar het westen trokken, veel mensen niet goed op de reis waren voorbereid. De heiligen waren aanvankelijk over een groot gebied verspreid, waardoor het moeilijk was om elkaar te helpen. In een openbaring die Brigham Young een jaar later in Winter Quarters ontving, gaf de Heer de heiligen de opdracht om zich te organiseren zodat ze elkaar onderweg konden helpen.
Laat de cursisten Leer en Verbonden 136:2, 8–10 doorlezen en vertellen hoe de Heer tegen de heiligen zei dat ze elkaar moesten helpen.
Wijs erop dat we elkaar in groepsverband kunnen helpen, maar dat er ook nadelen aan zijn verbonden.
-
Wat zijn enkele nadelen als we in groepsverband samenwerken?
Deel de cursisten op in groepjes van twee. Laat elk groepje Leer en Verbonden 136:19–27 doorlezen. Laat ze de instructies van de Heer opzoeken waar de heiligen zich onderweg aan moesten houden. Stel de cursisten na verloop van tijd de volgende vragen:
-
Met behulp van welke instructies konden de heiligen samen reizen en samenwerken? Waarom zouden die instructies nodig zijn geweest?
-
Hoe kunnen jullie die instructies toepassen als je met andere mensen omgaat en samenwerkt?
-
Wat zijn de gevolgen als mensen die instructies niet opvolgen?
Laat een cursist Leer en Verbonden 136:23–24 voorlezen. Laat de klas meelezen. U moet wellicht uitleggen waarom de Heer ‘houdt op met dronkenschap’ tegen de heiligen zei, zelfs nadat ze het woord van wijsheid hadden ontvangen. Herinner ze eraan dat de heiligen geleidelijk aan het woord van wijsheid gingen naleven. Toen de openbaring in Leer en Verbonden 136 werd gegeven, hadden de heiligen nog geen verbod gekregen om alcohol te gebruiken.
-
Wat moeten onze woorden volgens vers 24 voor anderen betekenen? (De cursisten moeten dit beginsel weergeven: onze woorden moeten anderen opbouwen. U moet wellicht uitleggen dat opbouwen inhoudt dat we anderen geestelijk en emotioneel versterken.)
-
Waarom is het volgens jullie belangrijk dat de heiligen onderweg opbouwende woorden gebruikten?
-
Heb je weleens gemerkt dat iemand opbouwende woorden gebruikte?
Laat de cursisten zich afvragen wat ze kunnen zeggen om anderen op te bouwen.
Laat twee cursisten ieder een van de ervaringen van de reizende heiligen voorlezen. Laat de klas over het karakter van deze getrouwe heiligen nadenken.
Mary Ann Weston Maughan schreef:
‘Wij werden gevraagd om twee mensen uit onze groep te begraven die ’s morgens aan cholera waren overleden, een man die Brown heette en een kind. Er zijn meer zieken in het kamp. We konden de hele dag de rivier de Platte zien. We hebben zo’n 25 kilometer afgelegd en hebben bij Salt Creek ons kamp opgeslagen. Al snel kwam iemand uit onze groep met nog een dood kind aanzetten. Ze hebben het aan de oever van de kreek begraven. Er zijn meer zieken. Het bedroeft ons dat we onderweg zoveel vrienden moeten begraven. Het is heel heet.’ (Mary Ann Weston Maughan journal, 3 delen, 21 juni 1850, deel 2, 1, Family History Library, Salt Lake City.)
Clarissa Young Spencer (een dochter van Brigham Young) schreef:
‘Een van de beste eigenschappen van mijn vader als leider was de manier waarop hij voor het stoffelijke en maatschappelijke welzijn van zijn mensen zorgde, en de manier waarop hij in hun geestelijke behoeften voorzag. Tijdens de lange reis over de vlakten, toen iedereen behalve de zwaksten de tocht te voet aflegden, verzamelden de heiligen zich ’s avonds bij goed weer rond het kampvuur om zich te vermaken. Er werd gezongen, violisten speelden muziek, en tijdens het dansen vergaten de mannen en vrouwen even dat ze die dag zo’n 25 kilometer te voet hadden afgelegd. Dat was zijn manier om de “moraal” hoog te houden, voordat dit woord ooit was bedacht.’ (Met Mabel Harmer, One Who Was Valiant [1940], 162.)
-
Hoe zouden jullie deze getrouwe pioniers aan de hand van deze verslagen beschrijven?
Laat een cursist Leer en Verbonden 136:28–29 voorlezen.
Vraag de cursisten welke raad er in deze verzen staat. Als de cursisten antwoord hebben gegeven, zet u deze beginselen op het bord: Als we blij zijn, moeten we onze hemelse Vader prijzen en bedanken. Als we verdrietig zijn, moeten we bidden dat onze ziel zich zal verheugen.
-
Wat zouden de heiligen op hun tocht aan die beginselen hebben gehad?
-
Wat kunnen wij aan die beginselen hebben?
Laat de cursisten zich afvragen wanneer onze hemelse Vader hun gebeden heeft beantwoord door ze te helpen om gelukkig te zijn. Laat enkele cursisten daar iets over vertellen.
Moedig de cursisten aan om de Heer te prijzen en te bedanken als ze gelukkig zijn en Hem in gebed om hulp te vragen als ze bedroefd zijn.
Leer en Verbonden 136:30–42
De Heer stelt de heiligen gerust en moedigt ze aan om ijverig al zijn geboden te onderhouden.
Herinner de cursisten eraan dat de heiligen al veel beproevingen hadden doorstaan en dat ze wisten dat hun reis ook heel moeilijk zou zijn.
-
Waardoor konden de heiligen ondanks al die moeilijkheden toch trouw blijven?
Deel de klas op in twee groepen. Laat de eerste groep Leer en Verbonden 136:30–33 doorlezen. Laat de tweede groep Leer en Verbonden 136:34–40 doorlezen. Laat beide groepen beginselen opzoeken waardoor de heiligen bemoedigd konden worden.
Na voldoende tijd laat u enkele cursisten uit elke groep verslag uitbrengen. Zet hun antwoorden op het bord. Hun antwoorden kunnen de volgende beginselen en leerstellingen omvatten:
We hoeven niet bang te zijn voor onze vijanden want zij bevinden zich in de handen van de Heer.
Onze beproevingen bereiden ons voor op de heerlijkheid die God voor ons in petto heeft.
Als we nederig zijn en God aanroepen, zal de Geest ons verlichten.
Als we ons trouw houden aan alle woorden die de Heer ons heeft gegeven, zullen we ooit zijn heerlijkheid ontvangen.
De Heer geeft ons zijn woord bij monde van zijn profeten.
De Heer kan ons van onze vijanden verlossen.
-
Hoe zouden de heiligen door deze beginselen trouw zijn gebleven?
-
Hoe kunnen wij met behulp van deze beginselen in moeilijke tijden trouw blijven?
Laat de cursisten de beginselen op het bord snel doornemen. Laat ze zich afvragen welke algemene boodschap de heiligen geleerd hebben. Vraag de cursisten naar hun antwoorden. De cursisten kunnen verschillende boodschappen noemen, maar zorg ervoor dat ze begrijpen dat de Heer de heiligen geruststelde dat alles goed zou komen.
Laat een cursist Leer en Verbonden 136:41–42 voorlezen. Laat de klas meelezen en andere geruststellingen en adviezen van de Heer opzoeken.
-
Hoe zou de boodschap van de Heer in vers 41 de heiligen hebben gerustgesteld?
-
Wat kunnen we van het gebod van de Heer in vers 42 leren? (Als de cursisten antwoord hebben gegeven, zet u dit beginsel op het bord: Als wij ijverig de geboden van de Heer naleven, zullen wij niet door de oordelen van de Heer worden getroffen, zal ons geloof sterk zijn en zullen onze vijanden niet zegevieren.)
-
Wat zouden de heiligen op hun reis aan dat beginsel hebben gehad? En wat hebben wij eraan?
Leg uit dat de heiligen de geboden van de Heer onderhielden. De eerste groep pioniers verliet op 5 april 1847 Winter Quarters. Ze reisden ruim 1600 kilometer en kwamen eind juli 1847 in de Salt Lake Valley aan. Op 24 juli 1847 kwam president Brigham Young in de vallei aan en ontving hij een bevestiging dat de heiligen hun nieuwe woonplaats gevonden hadden. Hij lag achterin de huifkar van Wilford Woodruff omdat hij ziek was en koorts had.
Laat een cursist voorlezen wat president Wilford Woodruff heeft gezegd over het moment waarop Brigham Young de Salt Lake Valley zag:
‘Toen we […] de vallei vol in zicht kregen, keerde ik mijn kar om, met zicht op het westen, waarna president Young zich van zijn bed oprichtte en het land aandachtig in zich opnam. Terwijl hij met starende blik het uitzicht bekeek, werd hij enkele minuten in beslag genomen door een visioen. Hij had de vallei al in een visioen gezien, maar nu zag hij de toekomstige heerlijkheid van Zion en van Israël. […] Toen hij het visioen gezien had, zei hij: “Genoeg. Dit is de juiste plaats. Rij maar verder.”’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Wilford Woodruff [2004], 152–153.)
-
Waarom zou het belangrijk zijn geweest dat Brigham Young en de heiligen een bevestiging kregen dat de Salt Lake Valley de juiste plek was om zich te vestigen?
Moedig de cursisten tot slot aan om alle geboden te onderhouden en naar de geruststellingen van de Heer te luisteren.