Les 67
Leer en Verbonden 63:1–21
Inleiding
In de zomer van 1831 houdt Joseph Smith toezicht op de wijding van het land in Independence (Missouri) waar de heiligen Zion moeten bouwen. In afwezigheid van de profeet keren sommige kerkleden in Ohio zich af van de geboden van de Heer en begaan ze ernstige zonden. De profeet Joseph Smith arriveert in Kirtland op 27 augustus en op 30 augustus ontvangt hij de openbaring die nu in Leer en Verbonden 63 staat. Deze les gaat over een deel van deze openbaring, waarin de Heer de heiligen waarschuwt voor de gevolgen van goddeloosheid en opstandigheid.
Lessuggesties
Leer en Verbonden 63:1–6
De Heer waarschuwt de heiligen voor de gevolgen van goddeloosheid en opstandigheid
Laat de cursisten zich voorstellen dat een vriend(in) de volgende vraag stelt. Vraag de cursisten hoe ze zouden reageren.
-
Waarom volg je de leringen van jouw kerk in plaats van plezier te maken?
Laat de cursisten antwoorden en vraag:
-
Waarom denk je dat het voor ons als leden van de kerk van Jezus Christus belangrijk is om naar onze overtuiging te leven?
Leg uit dat Joseph Smith en andere kerkleiders in de zomer van 1831 in Missouri waren om het land en de bouwplaats van de tempel in Zion te wijden. Intussen begingen sommige kerkleden in Ohio in het geheim ernstige zonden. Eenmaal terug in Ohio ontving de profeet de openbaring die nu in Leer en Verbonden 63 staat. Laat een cursist Leer en Verbonden 63:1 voorlezen en laat de klas nagaan hoe de Heer in dit vers de leden van de kerk noemt. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Wat is het verschil tussen zich het volk van de Heer noemen en het volk van de Heer zijn?
Laat de cursisten vers 1 nog een keer doornemen en nagaan welk gebod de Heer geeft aan hen die zich zijn volk noemen.
-
Wat verwacht de Heer van zijn volk? (Vat de antwoorden van de cursisten samen door het volgende beginsel op het bord te schrijven: Als wij het volk van de Heer willen zijn, moeten wij ons hart openstellen en naar zijn woord en zijn wil voor ons luisteren.)
-
Wat betekent je hart openstellen volgens jou?
-
In welk opzicht zijn wij beter voorbereid om de stem van de Heer te horen als wij ons hart openstellen?
-
Wat kun je zoal doen om je hart open te stellen?
Moedig de cursisten aan om tijdens deze les hun hart open te stellen voor de invloed van de Heilige Geest. Suggereer dat ze opschrijven welke ingevingen ze van de Geest krijgen.
Laat een cursist Leer en Verbonden 63:2, 6 voorlezen. Leg vooraf uit dat de zinsnede ‘de dag van verbolgenheid’ in vers 6 verwijst naar de wederkomst van Jezus Christus, wanneer degenen die zich niet van hun zonden hebben bekeerd de gevolgen van hun keuzes ondergaan. Laat de klas meelezen en nagaan wat de Heer tegen de goddelozen en de opstandigen zei. Vraag de cursisten wat ze hebben ontdekt.
Leer en Verbonden 63:7–21
De Heer waarschuwt dat wij niet naar tekens mogen zoeken of goddeloos zijn
Vestig de aandacht op het gebod ‘laten de ongelovigen hun lippen op elkaar klemmen’ in Leer en Verbonden 63:6. Leg uit dat sommige kerkleden in die tijd niet meer geloofden dat de kerk waar was en zich openlijk tegen Joseph Smith en andere kerkleiders uitspraken (zie History of the Church, deel 1, 216–217). Ezra Booth was zo iemand die vaak kritiek op de kerk uitte. Laat een cursist het volgende verhaal voorlezen over de gebeurtenissen die ertoe leidden dat Ezra Booth lid van de kerk werd.
Ezra Booth was een methodistische predikant in Ohio. In het voorjaar van 1831 kreeg hij belangstelling voor de herstelling nadat hij het Boek van Mormon had gelezen. Hij reisde met John en Alice Johnson naar Kirtland om de profeet te ontmoeten. Mevrouw Johnson leed aan reuma waardoor ze een pijnlijke, gezwollen, stramme arm had. Toen ze met Joseph Smith kennismaakte, had ze al twee jaar haar hand niet hoger dan haar hoofd kunnen tillen.
‘Tijdens het gesprek kwamen bovennatuurlijke gaven ter sprake, zoals die in de dagen van de apostelen werden verleend. Iemand zei: “Mevrouw Johnson hier heeft een verlamde arm. Heeft God aan iemand op aarde de macht gegeven om haar te genezen?” Een tijdje later ging het gesprek over op een ander onderwerp, waarop [Joseph] Smith opstond en naar de andere kant van de kamer liep. Hij nam mevrouw Johnson bij de hand en zei op uitermate ernstige en indrukwekkende manier: “Vrouw, in de naam van de Heer Jezus Christus gebied ik u te genezen”, waarop hij de kamer verliet. […] Mevrouw Johnson tilde [haar arm] onmiddellijk met gemak op, en de volgende dag kon ze thuis zonder enige belemmering of pijn de was doen.’ (In History of the Church, deel 1, 215–216.)
-
Hoe zou jij je voelen als je zo’n wonder zag?
Leg uit dat Ezra Booth zich kort na dit wonder liet dopen.
Zet de volgende zinsnede op het bord: Tekens en geloof.
Laat een cursist Leer en Verbonden 63:7–9 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de Heer over tekens en geloof zei.
-
Wat leren we uit deze verzen over tekens en geloof? (De cursisten kunnen verschillende beginselen noemen, maar bespreek in elk geval de volgende waarheid: Geloof komt niet door tekens. Zet deze waarheid op het bord onder Tekens en geloof.)
-
Noem enkele voorbeelden uit de Schriften van personen die grote tekens of wonderen hebben gezien maar die geen duurzaam geloof en rechtschapenheid hadden. (Mogelijke voorbeelden: de kinderen van Israël [zie Numeri 14:22–23] en Laman en Lemuël [zie 1 Nephi 17:43–45].)
Leg uit dat Ezra Booth iemand was die meer op tekens dan op geloof vertrouwde. Na zijn doop ontving hij het priesterschap en werd hij als zendeling naar Missouri gestuurd. Booth had bij het begin van zijn zending kennelijk hoge verwachtingen. Hij ging ervan uit dat hij veel mensen kon bekeren door tekens en wonderen te verrichten. Omdat hij na korte tijd niet het verwachte resultaat zag, ‘keerde Booth zich af’ en werd hij afvallig (zie History of the Church, deel 1, 216). De profeet Joseph Smith heeft over Ezra Booth gezegd:
‘Toen hij begon in te zien dat geloof, nederigheid, geduld en moeilijkheden aan zegeningen voorafgaan, en dat God vernedert voordat Hij verhoogt; dat de “Heiland hem niet de macht gaf om mensen te slaan en tot geloof te dwingen” […] was hij teleurgesteld.’ (In History of the Church deel 1, 216.)
Laat een cursist Leer en Verbonden 63:10–12 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op nog meer waarheden over tekens en geloof.
-
Hoe komen tekenen volgens vers 10 tot stand? (Help de cursisten om de volgende waarheid te vinden: Tekens komen door geloof, volgens de wil van God. Zet deze waarheid op het bord onder Tekens en geloof.)
-
Waarom denk je dat we pas tekens krijgen als we geloof hebben geoefend?
-
Wat is volgens vers 12 een gepaste reden om tekens te zoeken? (‘Ter wille van het welzijn van de mensen tot [Gods] eer’, namelijk om andere mensen te helpen en het werk van de Heer te bevorderen.)
Wijs erop dat tekens en wonderen niet altijd zichtbaar en spectaculair zijn. Vaak ontvangen we een teken of een getuigenis van de waarheid van het evangelie op een stille, persoonlijke manier als wij geloof oefenen.
-
Hoe kunnen wij geloof oefenen om een getuigenis van het evangelie te ontvangen? (Zet de antwoorden van de cursisten op het bord. Mogelijke antwoorden: door gebed, Schriftstudie, vasten, dienstbetoon, de beginselen van het evangelie naleven.)
Laat de cursisten vertellen over ervaringen waarbij ze een getuigenis van de waarheid van het evangelie hebben ontvangen door op één van deze manieren geloof te oefenen.
Herinner de cursisten eraan dat sommige kerkleden in Ohio niet alleen naar tekens verlangden, ze hadden zich ‘van [de] geboden afgewend’ (LV 63:13) en begingen ernstige zonden. Laat de cursisten Leer en Verbonden 63:14–19 in stilte doornemen en nagaan welke zonden de kerkleden zoal hadden begaan. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. (Leg eventueel uit dat een hoereerder seksuele zonden begaat. Met ‘tovenaar’ wordt iemand bedoeld die de invloed van boze geesten oproept.)
-
Let op Gods waarschuwing voor begeerte in vers 16. Wat betekent het als we anderen aanzien om hen te begeren? (Begeren betekent ‘een ongepast sterk verlangen naar iets’ of iemand hebben [Gids bij de Schriften, ‘Begeerte’, of op scriptures.lds.org].) Anderen aanzien om hen te begeren, betekent dat je naar iemands lichaam kijkt op een ongepaste manier of op een manier die seksuele gevoelens opwekt. Naar pornografie kijken, hoort daar ook bij.)
-
Welk beginsel zie je in de waarschuwing van de Heer in vers 16? (De cursisten moeten het volgende beginsel vinden: als we anderen aanzien om hen te begeren, hebben we de Geest niet bij ons en verloochenen wij ons geloof. U kunt de cursisten in overweging geven om dit beginsel in hun Schriften te markeren.)
-
Hou zou het komen dat je de Geest verliest als je anderen aanziet om hen te begeren?
-
Hoe kunnen we de verleiding om anderen te begeren, overwinnen?
Bij deze bespreking kunt u een cursist het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen laten voorlezen:
‘Neem allereerst afstand van mensen, materialen en omstandigheden die je kunnen schaden. […]
‘Als een tv-programma onfatsoenlijk is, zet het uit. Als een film grof is, loop weg. Als een relatie zich op ongepaste wijze ontwikkelt, maak het uit. Veel van deze invloeden zijn, in het begin althans, strikt genomen misschien niet slecht. Maar ze kunnen ons oordeelsvermogen aantasten, onze geestelijke instelling afstompen en leiden tot iets dat wél slecht kan zijn. […]
‘Vervang wellustige gedachten door hoopgevende beelden en vreugdevolle herinneringen; denk aan het gezicht van mensen die je liefhebben en die er kapot van zouden zijn als je hen teleurstelde. […] Wat voor gedachten je ook hebt, zorg ervoor dat die alleen ‘op uitnodiging’ welkom zijn in je hart. […]
‘Ontwikkel een band met de Geest van de Heer en ga daarheen waar die is. Zorg ervoor dat je eigen woning daar ook onder valt, wat invloed zou moeten hebben op de kunst, de muziek en de lectuur die je daar hebt.’ (Zie ‘Geen plaats voor de vijand van mijn ziel’, Liahona, mei 2010, 45, 46.)
Wijs op het eerste beginsel dat u aan het begin van de les op het bord zette: Als wij het volk van de Heer willen zijn, moeten wij ons hart openstellen en naar zijn woord en zijn wil voor ons luisteren. Laat de cursisten zich afvragen of hun hart bij het bestuderen van de Schriften openstond voor influisteringen of ingevingen. Moedig ze aan te handelen naar de influisteringen en ingevingen die ze van de Heer ontvangen, en getuig dat ze dan bij het volk van God horen.