Seminarie en instituut
Les 111: Leer en Verbonden 106:1–107:20


Les 111

Leer en Verbonden 106:1–107:20

Inleiding

De profeet Joseph Smith ontvangt de openbaring in Leer en Verbonden 106 op 25 november 1834. De Heer roept in deze openbaring Warren A. Cowdery, een oudere broer van Oliver Cowdery, om de kerk in Freedom (New York) en omstreken te presideren. Joseph Smith ontvangt de openbaring in Leer en Verbonden 107 omstreeks april 1835. Alle leden van het Quorum der Twaalf Apostelen zijn zich dan op een zending in het oosten van de Verenigde Staten aan het voorbereiden. De Twaalf laten in een schriftelijke verklaring weten: ‘De tijd dat we uiteengaan, is nabij. Alleen God weet wanneer we elkaar zullen weerzien. Wij hebben er dan ook behoefte aan dat onze profeet en ziener bij God navraag voor ons doet en een openbaring krijgt […]. Daar kunnen wij in elkaars afwezigheid bemoediging en troost in vinden.’ (In History of the Church, deel 2, 209–210.) De openbaring is in 1835 opgetekend. Maar er ‘blijkt uit geschiedkundige verslagen’ dat de verzen 60 tot en met 100 grotendeels een openbaring bij monde van Joseph Smith op 11 november 1831 behelzen. (Zie inleiding van LV 107.) Dit is de eerste van drie lessen over Leer en Verbonden 107.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 106

De Heer roept Warren Cowdery als presiderende hogepriester in Freedom (New York)

Vraag de cursisten of ze weleens een nieuwe bisschop of gemeentepresident steun verleend hebben.

  • Hoe zou die persoon zich bij de ondersteuning gevoeld hebben?

Leg uit dat de kerk zich in 1834 in Freedom (New York) behoorlijk uitbreidde. Die plaats ligt zo’n 320 kilometer vanaf Kirtland (Ohio). De Heer riep een priesterschapsleider om de leden daar te presideren. Laat de cursisten Leer en Verbonden 106:1–3 doorlezen.

  • Wat moest Warren Cowdery van de Heer doen?

Leg uit dat broeder Cowdery’s gevoelens misschien op die van een nieuwe bisschop of gemeentepresident van tegenwoordig leken. De Heer sprak troostende woorden terwijl broeder Cowdery zijn nieuwe roeping aanvaardde. Laat een cursist Leer en Verbonden 106:6 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten waarom de Heer blij met broeder Cowdery was.

  • Wat betekent volgens jullie de zinsnede ‘zich voor mijn scepter boog’? (Leg desgewenst uit dat een scepter een staf van een koning of koningin is. Het is een symbool van gezag.)

  • Wat betekent volgens jullie de zinsnede ‘zich afscheidde van de bedriegerijen van de mensen’?

Zet op het bord: Als , dan . Laat een cursist Leer en Verbonden 106:7–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en op de raad en beloften aan broeder Cowdery letten. Laat de cursisten in de vorm van ‘als–dan’ opschrijven welk beginsel ze in hun Schriften ontdekken. Vraag enkele cursisten na verloop van tijd welke beginselen ze ontdekt hebben. (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we ons voor de Heer verootmoedigen, dan zal Hij barmhartig jegens ons zijn, ons verheffen, en ons genade en zekerheid schenken.)

  • In welke opzichten verheft de Heer wie zich voor Hem verootmoedigen?

Getuig dat we de aan Warren Cowdery beloofde zegeningen kunnen ontvangen als we ons voor de Heer verootmoedigen.

Leer en Verbonden 107:1–20

De Heer spreekt over het Melchizedeks en Aäronisch priesterschap

Leg uit dat de openbaring in Leer en Verbonden 107 de organisatie en taken van het Eerste Presidium, het Quorum der Twaalf Apostelen en het Quorum der Zeventig verduidelijken.

Lees de volgende beschrijving van een profeet uit het Oude Testament voor. Laat de cursisten raden om wie het gaat.

Deze profeet ‘was een gelovig man die gerechtigheid tot stand bracht; en als kind vreesde hij God en stopte de muil van leeuwen en doofde de kracht van het vuur’. (Bijbelvertaling van Joseph Smith, Genesis 14:26 [in de Gids bij de Schriften].) Als koning van Salem ‘stichtte [hij] in zijn dagen vrede in het land; daarom werd hij de vredevorst genoemd’ (Alma 13:18). De profeet Abraham betaalde tiende aan hem (zie Alma 13:15).

Schrijf na een paar keer raden de naam van deze profeet, Melchizedek, op het bord. Laat de cursisten in Leer en Verbonden 107:1–4 opletten wat deze verzen over Melchizedek zeggen.

  • Hoe werd het Melchizedeks priesterschap vóór de tijd van Melchizedek genoemd? Waarom wordt het tegenwoordig het Melchizedeks priesterschap genoemd?

Zet het volgende op het bord: Het Melchizedeks priesterschap is naar de orde van de Zoon van God. U kunt de cursisten in overweging geven om die zinsnede in vers 3 te markeren.

  • Hoe moeten priesterschapsdragers hun taken volgens dit beginsel uitvoeren?

Laat een cursist als onderdeel van deze bespreking het volgende citaat van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

President Boyd K. Packer

‘Als het priesterschapsgezag correct wordt uitgeoefend, doen priesterschapsdragers wat Hij [Jezus Christus] zou doen als Hij hier was.’ (‘De macht van het priesterschap’, Liahona,mei 2010, 7.)

Zet de volgende organisaties van de kerk op het bord: Zustershulpvereniging, Zondagsschool, Jongemannen, Jongevrouwen en Jeugdwerk. Laat de cursisten Leer en Verbonden 107:5, 8–9 doorlezen. Laat ze daarbij opletten hoe deze organisaties zich tot het Melchizedeks priesterschap verhouden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat is een toevoeging? (Een [extra] onderdeel van iets.)

  • Wat voor recht en macht omvat het Melchizedeks priesterschap volgens vers 8? (Zet desgewenst het volgende op het bord terwijl de cursisten antwoorden: Het Melchizedeks priesterschap omvat het recht van presideren en bezit de macht en het gezag over alle ambten in de kerk en om geestelijke zaken te besturen. Leg uit dat ‘geestelijke zaken besturen’ onder meer uit zegens, verordeningen en verbonden bestaat.)

Leg uit dat het genoemde presidium in vers 9 het Eerste Presidium is. Laat een cursist Leer en Verbonden 107:10 voorlezen. Laat de klas opletten wie er onder leiding van het Eerste Presidium nog meer het recht hebben om te officiëren. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Maak ze duidelijk dat ringpresidiums en bisschappen voorbeelden zijn van hogepriesters die in hun eigen positie onder leiding van het Eerste Presidium officiëren.

Verwijs naar de organisaties op het bord. Maak de cursisten duidelijk hoe deze organisaties en priesterschapsleiders op ring- en wijkniveau zich tot elkaar verhouden. Laat een cursist daartoe het volgende citaat van president Joseph F. Smith voorlezen:

President Joseph F. Smith

‘Er is geen bestuur in de kerk van Jezus Christus dat buiten of boven het heilig priesterschap staat. […] [Hulporganisaties] staan niet buiten of boven het priesterschap. Ze bevinden zich niet buiten de invloed ervan. Ze erkennen het beginsel van het priesterschap. Waar ze zich ook mogen bevinden, ze hebben altijd tot doel iets goeds tot stand te brengen; om een ziel geestelijk of stoffelijk te redden.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith [1998], 341–342.)

Laat de cursisten in Leer en Verbonden 107:18–19 opzoeken welk gezag het Melchizedeks priesterschap nog meer omvat.

  • Wat voor gezag omvat het Melchizedeks priesterschap volgens vers 18? (Zet het volgende op het bord als de cursisten antwoorden: Het Melchizedeks priesterschap omvat de sleutels van alle geestelijke zegeningen van de kerk.)

Laat een cursist het volgende citaat van de profeet Joseph Smith voorlezen om dit te verduidelijken. Laat de klas letten op geestelijke zegeningen die uit het Melchizedeks priesterschap voortvloeien.

Profeet Joseph Smith

‘[Het Melchizedeks priesterschap] is het kanaal waardoor alle kennis, alle leer, het heilsplan en elke belangrijke kwestie uit de hemel wordt geopenbaard.’ (In History of the Church, deel 4, 207.)

  • Welke geestelijke zegeningen in vers 19 spreken je aan? Waarom?

Maak de cursisten duidelijk dat dragers van het Melchizedeks priesterschap het ten gunste van anderen moeten gebruiken. Zij verlenen bijvoorbeeld de gave van de Heilige Geest en de zegeningen van de tempel.

  • Welke zegeningen heb jullie zoal dankzij het Melchizedeks priesterschap ontvangen?

Leg uit dat de Heer ook iets over het gezag van het Aäronisch priesterschap geopenbaard heeft. Laat drie cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 107:13–14, 20 voorlezen. Laat de klas meelezen en op het gezag van het Aäronisch priesterschap letten.

  • Wat voor gezag omvat het Aäronisch priesterschap? (De cursisten dienen het volgende te noemen: Het Aäronisch priesterschap omvat de sleutels van de bediening van engelen en het bedienen van uiterlijke verordeningen.)

  • Welke verordening wordt in vers 20 genoemd? Welke verordening wordt nog meer met het gezag van het Aäronisch priesterschap verricht? (Het avondmaal.)

  • Welke zegeningen heb je zoal dankzij het Aäronisch priesterschap ontvangen?

Zet de volgende kopjes op het bord:

Ambten in het Melchizedeks priesterschap Ambten in het Aäronisch priesterschap

Zet vóór de les de volgende priesterschapsambten op aparte papiertjes: diaken, leraar, priester, bisschop, ouderling, hogepriester, patriarch, zeventiger, apostel. Doe de papiertjes door elkaar in een bakje.

Verdeel de papiertjes nu in de les onder enkele cursisten. Laat de cursisten naar voren komen en elk ambt onder het juiste kopje plaatsen.

Sommigen zeggen misschien dat bisschop een ambt in het Melchizedeks priesterschap is. Laat een van hen in dat geval Leer en Verbonden 107:13, 15 voorlezen. Laat de cursisten nagaan waar ze het ambt van bisschop volgens deze verzen op het bord moeten plaatsen. Leg uit dat bisschop een ambt in het Aäronisch priesterschap is. Een bisschop is president van de Aäronische priesterschap en presiderende hogepriester in zijn wijk. (In de verzen 16–17 wordt de roeping van letterlijke afstammelingen van Aäron genoemd. Dat onderwerp komt in Leer en Verbonden 68:15–21 en les 74 nader aan de orde.)

Ga na of de ambten correct op het bord geplaatst zijn. (De ambten in het Melchizedeks priesterschap zijn ouderling, hogepriester, patriarch, zeventiger en apostel. De ambten in het Aäronisch priesterschap zijn diaken, leraar, priester en bisschop.) Leg uit dat deze lijsten de volgende twee lessen van pas komen. Die lessen gaan namelijk dieper op priesterschapsambten in.

Laat de cursisten tot slot getuigen van wat ze vandaag in de les geleerd en gevoeld hebben.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 107:1. Wat is de relatie tussen het Aäronisch priesterschap en het Melchizedeks priesterschap?

De profeet Joseph Smith heeft gezegd:

Profeet Joseph Smith

‘Hoewel er twee priesterschappen zijn, omvat het Melchizedeks priesterschap het Aäronisch of Levitisch priesterschap. Het is het grootste en omvat het hoogste gezag van het priesterschap. Het omvat ook de sleutels van Gods koninkrijk in alle tijdperken van de wereld, tot aan de laatste nakomelingen op aarde. Het is het kanaal waardoor alle kennis, leer, het heilsplan en elke belangrijke zaak uit de hemel wordt geopenbaard.’ Zie (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 116.)

‘Alle priesterschap is Melchizedeks, maar er zijn verschillende onderdelen of gradaties. […] Alle profeten droegen het Melchizedeks priesterschap.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith, 118.)

Leer en Verbonden 107:8–9, 18. Priesterschapssleutels

‘Priesterschapssleutels zijn het gezag dat God aan priesterschapsleiders geeft om het gebruik van zijn priesterschap op aarde te regelen en te besturen. De uitoefening van het priesterschapsgezag wordt geregeld door hen die in het bezit zijn van de priesterschapssleutels (zie LV 65:2; 81:2; 124:123). Wie priesterschapssleutels bezit, heeft het recht om de kerk in een bepaalde jurisdictie te presideren en te leiden.

‘Jezus Christus bezit alle sleutels van het priesterschap met betrekking tot zijn kerk. Hij heeft ieder van zijn apostelen alle sleutels verleend met betrekking tot het koninkrijk van God op aarde. De in leven zijnde senior apostel, de president van de kerk, is als enige persoon op aarde gemachtigd om alle sleutels van het priesterschap uit te oefenen (zie LV 43:1–4; 81:2; 107:64–67, 91–92; 132:7).

‘Zeventigers handelen in opdracht van en met gedelegeerd gezag van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen. Gebiedspresidenten zijn op aanwijzing van het Eerste Presidium en de Twaalf gemachtigd om een bepaald gebied te besturen. Het Presidium der Zeventig is aangesteld en heeft de sleutels ontvangen om de Quorums der Zeventig te presideren.

‘De president van de kerk delegeert priesterschapssleutels aan andere priesterschapsleiders, zodat zij in de hun toegewezen taak kunnen presideren. Zo worden er priesterschapssleutels verleend aan een president van een tempel, een zendingsgebied, een ring en een district, en aan bisschoppen, gemeentepresidenten en quorumpresidenten. Dit presiderende gezag geldt alleen voor de opgedragen taken en binnen de geografische jurisdictie van de roeping van de desbetreffende leider. Nadat een priesterschapsleider van zijn roeping is ontheven, bezit hij niet langer de bijbehorende sleutels.

‘Raadgevers van een priesterschapsleider ontvangen geen sleutels. Zij worden aangesteld en werken in hun roeping op aanwijzing en met gedelegeerd gezag.

‘Alle hulporganisaties op wijk- en ringniveau functioneren op aanwijzing van de bisschop of ringpresident, die de sleutels bezit om te presideren. Presidenten van hulporganisaties en hun raadgevers ontvangen geen sleutels. Zij ontvangen gedelegeerd gezag om hun roeping uit te voeren.’ (Handboek 2: de boek besturen [2010], 2.1.1.)

Leer en Verbonden 107:8–12. Het Eerste Presidium, het presidium van de Melchizedekse priesterschap

‘De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat de Heer zijn wil door het presidium van de Melchizedekse priesterschap, oftewel het Eerste Presidium, openbaart: “Het Melchizedeks hoge priesterschap was niets meer of minder dan het priesterschap van de Zoon van God.; […] bepaalde verordeningen behoren tot het priesterschap, waar bepaalde resultaten uit voortvloeien. En de presidenten in het presidium zijn over de kerk gesteld. Openbaringen van de wil en de zin van God voor de kerk komen bij monde van het presidium. Dat is de hemelse orde en de macht en het voorrecht van dit priesterschap.” (In History of the Church, deel 2, 477.)’ (Zie Doctrine and Covenants Student Manual, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 263.)

Leer en Verbonden 107:18. Het Melchizedeks priesterschap omvat ‘de sleutels van alle geestelijke zegeningen van de kerk’

President Spencer W. Kimball heeft gezegd:

President Spencer W. Kimball

‘[Het Melchizedeks priesterschap] is het middel dat de Heer gebruikt om op aarde zielen redden. Zonder die priesterschapsmacht is de mens verloren. Alleen door die macht draagt de mens “de sleutels van alle geestelijke zegeningen van de kerk”. Daarmee kan hij “de verborgenheden van het koninkrijk van de hemel” ontvangen en “de hemelen voor zich geopend” hebben (zie LV 107:18–19). Daarmee kan hij het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond aangaan en zijn vrouw en kinderen met een eeuwige band aan hem verzegeld hebben. Daarmee kan hij voor altijd patriarch van zijn nakomelingen worden. En daarmee kan hij de zegeningen van de Heer in hun volheid ontvangen.’ (‘The Example of Abraham’, Ensign, juni 1975, 3; zie ook De Leer en Verbonden - lesboek voor de cursist, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001], 263.)

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft van de geestelijke zegeningen met betrekking tot het Melchizedeks priesterschap getuigd:

Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Ik ben getuige geweest van de macht Gods bij mij thuis en in mijn bediening. Ik heb gezien hoe het kwaad bestraft werd en de weerselementen getemperd. Ik weet wat het betekent dat bergen aan moeilijkheden verzet worden en dreigende Rode Zeeën zich vaneenscheiden. Ik weet wat het betekent dat de verwoestende engel ‘hen zal voorbijgaan’ [LV 89:21]. Het gezag mogen bezitten en de macht van “het heilig priesterschap naar de orde van de Zoon van God” [zie LV 107:1–3] mogen uitoefenen, zijn de grootste zegeningen die mijn gezin en ik in deze wereld ontvangen hebben. En dat is uiteindelijk de betekenis van het priesterschap in het dagelijks leven – het ongeëvenaarde, oneindige, constante vermogen om te zegenen.’ (‘Ons allerbelangrijkste kenmerk’, Liahona, mei 2005, 45.)