Seminarie en instituut
Les 104: Leer en Verbonden 101:1–16


Les 104

Leer en Verbonden 101:1–16

Inleiding

Op 16 en 17 december 1833 ontvangt de profeet Joseph Smith een openbaring aangaande de moeilijkheden die de heiligen in Missouri ondervinden. Deze openbaring, die in Leer en Verbonden 101 opgetekend is, wordt in drie lessen behandeld. In de eerste les wordt uitgelegd waarom de Heer toestaat dat de heiligen met moeilijkheden kampen. Zijn woorden van raad en troost aan de lijdende heiligen komen eveneens aan bod.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 101:1–8

De Heer legt uit waarom Hij toestaat dat zijn volk beproevingen meemaakt

Teken vóór de les de bijgaande kaart op het bord. U kunt de hele les door naar de kaart verwijzen zodat de cursisten de historische context beter begrijpen.

kaart, Missouri

Begin de les met de volgende vraag:

  • Met welke vervolging kregen de heiligen in Jackson County (Missouri) zoal te maken? (Wijs de cursisten zo nodig op de vernieling van de drukkerij, huizen en gewassen van de heiligen. Noem ook het met perk en veren besmeuren van Edward Partridge en Charles Allen.)

Vat de volgende alinea samen of laat het door een cursist voorlezen.

De kerkleiders in Missouri waren door het geweld van de benden in Jackson County (Missouri) in juli 1833 genoodzaakt om met hun vertrek uit de county in te stemmen. Er kwam in augustus 1833 echter een raad van algemene kerkleiders in Kirtland bijeen om de moeilijkheden in Missouri te bespreken. Ze lieten de heiligen in Missouri weten dat ze hun landerijen niet moesten verkopen. Ze moesten ook niet uit de county vertrekken, tenzij ze daartoe al een overeenkomst getekend hadden. Kerkleiders waren eropuit om hun landerijen in Missouri te behouden en de mensen die voor het geweld verantwoordelijk waren voor het gerecht te brengen. Daartoe klopten ze bij de overheid aan en bewandelden ze diverse juridische wegen. Kolonisten die geen lid van de kerk waren, kregen hier lucht van. Ze gingen ervan uit dat de heiligen niet volgens plan zouden vertrekken en vielen hen opnieuw aan. In de nacht van 31 oktober 1833 bestormde een bende van zo’n vijftig mannen te paard de nederzetting van Whitmer, ten westen van Independence. Ze vernielden het dak van dertien huizen. Ze mishandelden ook diverse mannen met zweepslagen, die daarbij bijna het leven lieten. De aanvallen op de heiligen hielden de volgende twee nachten in Independence en in andere plaatsen aan. Mannen werden geslagen, vrouwen en kinderen schrik aangejaagd.

  • Welke vragen zouden de heiligen in Missouri in die periode gehad hebben? (Leg zo nodig uit dat de heiligen zich misschien afvroegen waarom de Heer toeliet dat ze vervolgd werden.)

Vraag of de cursisten zich ooit hebben afgevraagd waarom de Heer toelaat dat zij of bekenden van hen moeilijkheden ondervinden.

Leg uit dat de Heer in de periode waarin de heiligen in Missouri onder die beproevingen leden, openbaarde waarom Hij toelaat dat zijn volk moeilijkheden ondervindt. Laat de cursisten in de inleiding van Leer en Verbonden 101 op de datum letten wanneer Joseph Smith deze openbaring ontving. Laat ze in de rest van de inleiding op nog meer moeilijkheden letten die de heiligen tussen de aanval van de bende op 31 oktober en de datum van deze openbaring ondervonden. Vraag ze naar hun bevindingen. (Leg desgewenst uit dat meer dan duizend heiligen uit hun huizen in Jackson County verdreven werden.)

Laat een cursist Leer en Verbonden 101:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en vaststellen waarom de Heer toeliet dat de heiligen in Jackson County vervolging en moeilijkheden ondervonden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat zegt vers 2 over de gevolgen als we Gods geboden overtreden? (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we de geboden overtreden, laat God toe dat we lijden.)

  • Waarom is het belangrijk dat je dit beginsel begrijpt?

Wijs erop dat veel heiligen in Missouri wel trouw en gehoorzaam waren, maar toch onder vervolging leden. Laat een cursist Leer en Verbonden 101:3–5 voorlezen. Laat de klas meelezen en op een reden letten waarom de Heer toelaat dat zelfs de rechtschapen heiligen beproefd worden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Leg uit dat kastijden disciplineren of terechtwijzen, beproeven toetsen, en heiligen iets of iemand zuiver of heilig maken betekent.

  • Waarom kastijdt en beproeft de Heer zijn volk volgens deze verzen? (De cursisten dienen het volgende beginsel te verwoorden: als we geen kastijding verdragen, kunnen we niet geheiligd worden. Zet dit beginsel op het bord.)

  • Hoe kan kastijding tot onze heiliging bijdragen?

  • Hoe kan de boodschap in deze verzen de heiligen in Missouri beïnvloed hebben?

Maak de cursisten duidelijk hoe we door kastijding en beproeving geheiligd kunnen worden. Laat een cursist daartoe het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Ouderling D. Todd Christofferson

‘Kastijding zet ons niet alleen tot bekering aan. Kastijding doorstaan kan ons ook zuiveren en op grotere geestelijke voorrechten voorbereiden.’ (Zie ‘Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik’, Liahona, mei 2011, 98.)

Wijs erop dat de Heer Abraham als voorbeeld noemde van iemand die gekastijd en beproefd werd. Laat een cursist eventueel het verhaal samenvatten waarin de Heer Abraham gebiedt zijn zoon Isaak te offeren (zie Genesis 22:1–14). Leg uit dat Abrahams getrouwheid bij die toets en andere beproevingen hem op grote geestelijke zegeningen voorbereidde (zie Genesis 22:15–18). Wijs de cursisten op het beginsel dat u op het bord hebt gezet.

  • Hoe kan dat beginsel ons in moeilijke tijden van nut zijn?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 101:6–8 doorlezen. Laat ze daarbij letten op de zonden van sommige heiligen in Missouri waardoor iedereen in moeilijkheden kwam. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat leer je uit de verzen 7-8?

  • Waartoe zijn sommige mensen volgens vers 8 geneigd als hun leven vredig verloopt?

  • Wat beginnen sommigen volgens vers 8 in hun moeilijkheden te doen? Wat houdt ‘tastend’ zoeken naar de Heer in?

Vraag de cursisten aan beproevingen te denken waarbij ze hun hart tot de Heer zijn gaan wenden.

Leer en Verbonden 101:9–16

De Heer geeft de heiligen raad en troost

Laat een cursist Leer en Verbonden 101:9 voorlezen. Laat de klas letten op een boodschap van hoop van de Heer aan de heiligen die het in Missouri moeilijk hadden.

  • Welke opbeurende boodschap geeft de Heer in vers 9 als we de gevolgen van onze zonden ondervinden? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: ook al hebben we gezondigd, de Heer zal barmhartig jegens ons zijn. Zet dat beginsel op het bord. Geef de cursisten ook in overweging om het in hun Schriften te noteren.)

  • Hoe kan dit beginsel ons hoop bieden?

Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren hoe zij hun hart tot de Heer kunnen wenden en zijn barmhartigheid kunnen ondervinden.

Vat Leer en Verbonden 101:10–11 samen. Leg uit dat de Heer toeliet dat de heiligen vervolgd werden. Hij zou de mensen die aan de vervolging deelnamen echter ook straffen. Laat een cursist de volgende alinea’s voorlezen. Laat de klas letten op nog meer beproevingen die de heiligen in Missouri ondervonden. Vraag de cursisten hoe het geweest moet zijn om die beproevingen te zien of mee te maken.

De bende in Jackson County bleef de heiligen vervolgen tot alle leden van de kerk uit de county verdreven waren. Lyman Wight vertelde: ‘Ik zag 199 vrouwen en kinderen, met slechts 3 kreupele mannen in hun gezelschap, in de maand november zo’n 45 kilometer over de prairie verdreven worden, terwijl de grond met een dunne laag ijzel bedekt was. Ik kon hun spoor met gemak volgen door het bloed dat uit hun opengereten voeten op de stoppels van de verschroeide prairie sijpelde!’ (In History of the Church, deel 3, 439.)

De meeste heiligen vluchtten naar het noorden, waar ze de Missouri over moesten steken. Er bevonden zich rijen vluchtelingen op de oevers van de rivier nabij de veerboot. Sommigen konden gelukkig nog iets van hun huisraad meenemen, maar velen raakten alles kwijt. Parley P. Pratt schreef: ‘Waar je ook keek, zag je honderden mensen. Sommigen in tenten en anderen in de open lucht rondom hun kampvuur, terwijl de regen met bakken uit de hemel viel. Mannen informeerden naar hun vrouwen, vrouwen naar hun mannen; ouders naar kinderen en kinderen naar ouders. […] Het tafereel viel niet te beschrijven. Ik ben ervan overtuigd dat dit het hart van ieder mens op aarde zou hebben doen smelten, behalve dat van onze blinde onderdrukkers en van een blinde en onwetende gemeenschap.’ (Autobiography of Parley P. Pratt, red. Parley P. Pratt jr. [1938], 102.)

  • Welke aspecten van deze beproevingen zouden jullie het moeilijkst vinden om te zien of mee te maken?

  • Hoe zouden jullie reageren als je dergelijke moeilijkheden zou ondervinden? (Laat de cursisten eventueel over deze vraag nadenken zonder hardop te antwoorden.)

Laat een cursist Leer en Verbonden 101:12–16 voorlezen. Laat de klas meelezen en op de belofte van de Heer aan de rechtschapen heiligen letten. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Leg uit dat met ‘geheel mijn Israël’ in vers 12 allen bedoeld worden die het evangelieverbond trouw zijn.

  • Welk beginsel leer je uit de verzen 12–16? (Vat de antwoorden van de cursisten in één uitspraak op het bord samen. (Hun antwoorden dienen het volgende beginsel weer te geven: als we rechtschapen leven, kunnen we troost vinden in de kennis dat alle mensen in handen van de Heer zijn.)

  • Wat betekent het gebod in vers 16: ‘Wees stil en weet dat Ik God ben’?

  • Hoe kunnen we door ‘stil’ te zijn troost van de Heer ontvangen?

Laat de cursisten denken aan momenten waarop ze gemoedsrust ondervonden hebben en wisten dat ze in Gods handen waren. Laat een paar cursisten erover vertellen. U kunt eventueel uit eigen ervaring vertellen hoe u in een moeilijke periode met gemoedsrust gezegend bent.

Spoor de cursisten aan om zich voortdurend tot de Heer te wenden en erop te vertrouwen dat Hij zal doen wat het beste voor hen is.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 101:2. ‘Ten gevolge van hun overtredingen’

De heiligen hadden verscheidene waarschuwingen gehad voordat ze uit Jackson County (Missouri) verdreven werden: ze zouden met beproevingen te maken krijgen als ze zich niet bekeerden. Zo berispte Joseph Smith bijvoorbeeld William W. Phelps en Sidney Gilbert wegens ‘de geest die uitging’ van brieven die ze geschreven hadden. Hij verklaarde dat een dergelijke geest ‘de kracht van Zion ondermijnde’ en ‘Zion rijp voor de dreigende oordelen van God maakte’. Orson Hyde en Hyrum Smith schreven bisschop Edward Partridge, zijn raadgevers en een conferentie van hogepriesters een waarschuwende brief gericht aan kerkleiders in Missouri. Zij verwezen naar een brief van Sidney Gilbert die ‘lage, duistere en blinde insinuaties’ bevatte. Zij veroordeelden een andere brief waarin beweerd werd dat de profeet ‘naar koninklijke macht en heerschappij streefde’. Orson Hyde en Hyrum Smith waarschuwden de heiligen in Missouri dat hun wegens deze en andere overtredingen ‘een plaag en een veroordeling’ te wachten stonden. (Zie Documents, Volume 2: July 1831–January 1833, deel 2 van de reeks Documents van The Joseph Smith Papers [2013], 367, 373–374.)

Leer en Verbonden 101:5. Het doel van ‘goddelijke kastijding’

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd:

Ouderling D. Todd Christofferson

‘Goddelijke kastijding heeft ten minste drie doelen: (1) ons ertoe te brengen ons te bekeren; (2) ons te zuiveren en heiligen; en (3) soms ook om onze levenskoers aan te passen naar wat in Gods ogen een beter pad is.’ (Zie ‘Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik’, Liahona, mei 2011, 98.)

Leer en Verbonden 101:6. ‘Er waren gekijf en twist’

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat we bij ons streven naar de vestiging van Zion van de fouten van de vroege heiligen in Missouri kunnen leren:

Ouderling D. Todd Christofferson

‘Op aanwijzing van de profeet Joseph Smith probeerden de leden van de kerk in de beginjaren het centrum van Zion in Missouri te vestigen, maar ze waren niet in staat om de heilige stad te bouwen. De Heer legde een van de redenen van hun mislukking uit:

“‘Zij hebben niet geleerd gehoorzaam te zijn aan hetgeen Ik van hun hand vereiste, maar zijn vervuld met allerlei kwaad en geven niet, zoals het heiligen betaamt, van hun bezit aan de armen en bezochten onder hen;

‘“en zijn niet één volgens de eenheid die de wet van het celestiale koninkrijk vereist’ (LV 105:3–4).

“Er waren gekijf en twist en afgunst en strijd en wellustige en hebzuchtige verlangens onder hen; daarom, met die dingen hebben zij hun erfdeel bezoedeld” (LV 101:6).

‘Laten we echter niet te hard oordelen over deze heiligen van toen, maar liever naar onszelf kijken of we het er beter van af brengen.

‘Zion is Zion vanwege het karakter, de eigenschappen en getrouwheid van haar inwoners. Bedenk: “de Heer noemde zijn volk Zion, omdat zij één van hart en één van zin waren en in rechtvaardigheid leefden; en er waren geen armen onder hen” (Mozes 7:18). Als we Zion bij ons thuis en in onze gemeenten, wijken en ringen willen vestigen, moeten we aan deze standaard voldoen. Daarvoor is nodig dat we (1) één van hart en één van zin worden, (2) persoonlijk en als groep een heilig volk worden, en (3) zo goed voor de armen en behoeftigen zorgen dat er geen armoede meer onder ons is. We kunnen niet op Zion wachten om deze dingen te laten gebeuren – Zion komt juist als ze aan het gebeuren zijn.’ (Zie ‘Kom tot Zion’, Liahona, november 2008, 37–38.)

Leer en Verbonden 101:16. ‘Alle vlees is in mijn handen; wees stil en weet dat Ik God ben’

President Gordon B. Hinckley heeft gezegd dat hij eens vertroosting in de beginselen in Leer en Verbonden 101:16 vond:

President Gordon B. Hinckley

‘Ik zat onlangs over een kwestie te dubben die in mijn ogen grote consequenties had. Ik knielde in gebed neer. Ik kreeg de woorden van de Heer als geruststellende gedachte en vredig gevoel ingegeven: “Wees stil en weet dat Ik God ben.” Ik sloeg de Schriften op en las deze bemoedigende verklaring aan de profeet Joseph Smith 150 jaar geleden: “Laat uw hart vertroost zijn aangaande Zion; want alle vlees is in mijn handen; wees stil en weet dat Ik God ben.” (LV 101:16.)

‘God weeft zijn wandkleed volgens zijn eigen grootse ontwerp. Alle vlees is in zijn handen. Het is niet aan ons om Hem raad te geven. Het is onze taak en onze kans om vrede in ons gemoed en in ons hart te hebben. We mogen weten dat Hij God is, dat dit zijn werk is en dat Hij het niet zal laten falen.

‘We hoeven niet bang te zijn. We hoeven ons geen zorgen te maken. We hoeven niet te speculeren. We moeten niet meer of minder dan onze plicht doen in de roeping die ons opgedragen is. En aangezien de Heiligen der Laatste Dagen, door de bank genomen, in geloof wandelen en met overtuiging te werk gaan, neemt de kerk gestaag in kracht toe.’ (‘He Slumbers Not, nor Sleeps’, Ensign, mei 1983, 6.)

Ouderling W. Craig Zwick van de Zeventig heeft uitgelegd wat het betekent om in de handen van God te zijn:

Ouderling W. Craig Zwick

‘In Gods hand zijn, betekent niet alleen dat Hij waakzaam voor ons zorgt, maar ook dat we beschut en beschermd worden door zijn wonderbaarlijke macht.

‘Overal in de Schriften vinden we verwijzingen naar de hand van de Heer. Steeds weer vinden we bewijzen van zijn goddelijke hulp. Zijn machtige handen hebben werelden geschapen en toch waren ze teder genoeg om kleine kinderen te zegenen.’ (‘De Heer, uw God, houdt uw hand gevat’, Liahona, november 2003, 34.)