Seminarie en instituut
Les 74: Leer en Verbonden 68


Les 74

Leer en Verbonden 68

Inleiding

Op 1 november 1831 spreekt de profeet Joseph Smith met een groep ouderlingen tijdens een bijzondere conferentie in Hiram (Ohio, VS). Ze bespreken de publicatie van het Boek der geboden, een verzameling openbaringen die de profeet had ontvangen. Vier van de aanwezige ouderlingen op deze conferentie vragen Joseph Smith om over hen bij de Heer navraag te doen. Als antwoord ontvangt de profeet een openbaring die nu in Leer en Verbonden 68 staat. De openbaring bevat instructies aan hen die worden geroepen om het evangelie te prediken, instructies over de roeping van bisschop en een gebod aan ouders om hun kinderen in de beginselen en verordeningen van het evangelie te onderwijzen.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 68:1–12

De Heer geeft raad aan hen die zijn geroepen om het evangelie te prediken

Als u (of iemand die u goed kent) voor de kerk op zending bent geweest, kunt u vertellen welke gevoelens mensen ervaren als ze zich voorbereiden om hun familie achter te laten en een voltijdzending te vervullen. Stel daarna de volgende vragen:

  • Waarom zouden mensen zich zorgen maken over een voltijdzending?

  • Waarom zijn mensen soms zenuwachtig als ze met familieleden en vrienden over het evangelie praten?

Leg uit dat vier toekomstige zendelingen op 1 november 1831 tijdens een conferentie Joseph Smith benaderden. Ze wilden weten wat de Heer van hen verlangde. Als antwoord openbaarde de Heer een patroon voor de prediking van het evangelie. Laat vijf cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 68:1–5 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan uit welke elementen dat patroon bestaat. Wijs eerst op het woord voorbeeld in de verzen 2 en 3. Met ‘voorbeeld’ wordt een patroon of een model bedoeld.

  • Hoe dienen we volgens deze verzen het evangelie te verkondigen?

  • Welke belofte geeft de Heer zijn dienstknechten in de verzen 3–5?

  • Welke invloed hebben de geïnspireerde woorden van zendelingen op hen die ze ontvangen? (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Als de dienstknechten van de Heer door de Heilige Geest worden gedreven, zullen hun woorden mensen naar het heil brengen. Zet dit beginsel op het bord.)

  • Hoe kunnen wij naar de invloed van de Heilige Geest streven als wij het evangelie verkondigen?

Leg uit dat allen die zijn geordend om het evangelie te prediken, mensen kunnen helpen om een getuigenis van de waarheid te verkrijgen, maar alleen de president van de kerk heeft het recht om de wil van God voor de hele kerk te ontvangen en te verkondigen. Onder zijn leiding hebben ook de andere leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen het gezag om de wil van God voor ons te verkondigen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 68:6 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke aanmoediging de Heer nog meer aan zijn dienstknechten gaf.

  • Welke waarheden in dit vers kunnen een zendeling tot troost zijn?

  • Waarom is het belangrijk om te weten dat de Heer zijn trouwe dienstknechten bijstaat?

Wijs erop dat vers 6 de belangrijkste taak van de dienstknechten van de Heer beschrijft: getuigen van Jezus Christus en van zijn zending in het verleden, het heden en de toekomst. Vat vervolgens Leer en Verbonden 68:7–12 samen: de Heer roept getrouwe ouderlingen van de kerk om het evangelie te prediken en de gelovigen te dopen.

Vertel eventueel over een ervaring waarbij u door de Geest werd geleid naar manieren om iemand over het evangelie te vertellen.

Leer en Verbonden 68:13–24

De Heer openbaart dat het Eerste Presidium toezicht dient te houden op de roeping van bisschoppen

Laat de cursisten zich voorstellen dat een vriend of vriendin van een ander geloof vraagt: ‘Hoe is jouw bisschop gekozen?’

  • Wat zou je daarop antwoorden?

Leg uit dat Edward Partridge de eerste bisschop in de herstelde kerk van Jezus Christus was. Hij werd geroepen op 4 februari 1831 (zie LV 41:9). Voordat Joseph Smith de openbaring in Leer en Verbonden 68 ontving (in november 1831) was bisschop Partridge de enige bisschop in de kerk. Kort na het ontvangen van deze openbaring werden andere bisschoppen geroepen.

Laat een cursist Leer en Verbonden 68:14–15 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan hoe bisschoppen worden gekozen.

Noot: In de verzen 15–20 staan instructies over de roeping van letterlijke afstammelingen van Aäron tot presiderend bisschop. Een ‘letterlijke afstammeling van Aäron’ is een afstammeling van Aäron, de broer van Mozes uit het Oude Testament. Dergelijke afstammelingen hebben wettelijk recht op het bisschopsambt als ze worden geroepen en door het Eerste Presidium goedgekeurd.De verzen 16–20 gelden alleen voor de presiderende bisschop, niet voor de bisschop van een wijk. (Zie Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen 1954–1956, deel 3, 92–93.) In oude kerklectuur werd bisschop Partridge vaak de presiderende bisschop genoemd. De daaropvolgende jaren zijn de taken van de presiderende bisschop uitgebreid en gewijzigd. Onder leiding van president Brigham Young werden de taken van de presiderende bisschop duidelijker uiteengezet. Dat gebeurde in 1847 in Winter Quarters, toen bisschop Newel K. Whitney werd geroepen.

Leg uit dat de leden van het Eerste Presidium in de begintijd van de kerk alle bisschoppen ordenden en aanstelden. Dat geldt nu nog steeds voor de presiderende bisschop. Bisschoppen worden nu echter op aanwijzing van het Eerste Presidium door de ringpresident geroepen, geordend en aangesteld. De ringpresident streeft met de steun van zijn raadgevers in het ringpresidium naar openbaring om te weten wanneer hij een nieuwe bisschop moet roepen en wie dat moet worden. Hij dient bij het Eerste Presidium een voorstel ter goedkeuring in. Als het Eerste Presidium de roeping goedkeurt, is de ringpresident gemachtigd om de nieuwe bisschop te ordenen en aan te stellen. (Zie Handboek 2: de kerk besturen [2010], 19.6 voor meer informatie.)

  • Waarom is het belangrijk om te weten dat het Eerste Presidium de roeping van jouw bisschop heeft goedgekeurd?

Leer en Verbonden 68:25–35

De Heer gebiedt ouders om hun kinderen in het evangelie te onderwijzen

Laat de cursisten even stilstaan bij het feit dat ze misschien over enkele jaren vader of moeder zijn. Wijs erop dat de Heer grote verantwoordelijkheid aan moeders en vaders toevertrouwt. Zij dienen het evangelie in woord en daad aan hun kinderen te onderwijzen (zie LV 29:46–50 en ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, in het aanhangsel achterin dit boek). Laat ze in hun aantekenschrift of Schriftendagboek drie beginselen noteren die ze hun kinderen willen leren.

Verdeel de klas in groepjes van twee. Laat ze hun lijstjes aan elkaar voorlezen. Laat ze vervolgens Leer en Verbonden 68:25–27 lezen en kijken of ze nog iets aan hun lijstje kunnen toevoegen.

  • Wat dienen ouders hun kinderen volgens de Heer te leren? (De cursisten dienen de volgende leerstelling te vinden: De Heer gebiedt ouders hun kinderen te onderwijzen zodat ze de leer van bekering, geloof in Christus, doop en de gave van de Heilige Geest begrijpen. Laat de cursisten de woorden in vers 25 markeren waaruit deze leerstelling blijkt.)

  • Waarom zou het belangrijk zijn dat kleine kinderen begrijpen wat bekering is? Geloof in Christus? Doop? De gave van de Heilige Geest?

Laat de cursisten opschrijven wanneer ze ouders hebben gezien die de beginselen en verordeningen in Leer en Verbonden 68:25 onderwezen. Laat enkele cursisten na enige tijd vertellen wat ze hebben opgeschreven.

Laat de cursisten voor de volgende activiteit ook per twee werken. Leg uit dat de Heer in Leer en Verbonden 68:28–31 nog meer raad aan ouders gaf. Geef elk groepje een kopie van de volgende opdrachten. Laat ze elke Schrifttekst lezen en de vragen bespreken. Leg uit dat ze daarna hun bevindingen aan de klas zullen vertellen.

  1. Lees Leer en Verbonden 68:28 en zoek op wat ouders hun kinderen volgens de Heer dienen te leren.

    • Waarom zou het belangrijk zijn dat je je kinderen leert bidden?

    • Hoe heb jij leren bidden? Hoe is het gebed jou en je gezin tot zegen geweest?

    • Wat betekent het om ‘oprecht voor het aangezicht van de Heer te wandelen’?

  2. Lees Leer en Verbonden 68:29 en zoek op welk gebod de Heer ons geeft.

    • Wat heb je over sabbatsheiliging geleerd?

    • Hoe kun je de sabbat heiligen?

  3. Lees Leer en Verbonden 68:30 en zoek op welke waarschuwing de Heer geeft. 

    • Heb je weleens gezien dat mensen voor hun harde werk werden gezegend?

    Lees de volgende woorden uit het boekje Voor de kracht van de jeugd:

    ‘De Heer heeft ons geboden niet lui te zijn. Luiheid kan tot ongepast gedrag, ontwrichte relaties en zonde leiden. Eén van de vormen van luiheid is veel tijd te besteden aan bezigheden die je van je werk afhouden, zoals op het internet surfen, games spelen en televisie kijken.’ (Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], 40.)

    • Hoe kan luiheid tot goddeloosheid leiden?

    • Hoe kan iemand de verleiding om lui te zijn overwinnen?

  4. Lees Leer en Verbonden 68:31–32 en zoek op welke raad de Heer aan de heiligen in Zion gaf.

    • Hoe zou hebzucht van invloed kunnen zijn op een gezin?

    • Hoe kunnen we zelfzucht en hebzucht overwinnen?

Laat de cursisten na deze activiteit verslag uitbrengen. (Laat een cursist hun antwoorden desgewenst op het bord schrijven.) Eén belangrijk beginsel in de verzen 31 en 32 is dat wij luiheid en hebzucht uit ons leven dienen te bannen. (Tijdens deze bespreking kunt u erop wijzen dat wij niet alles hoeven te hebben wat onze vrienden bezitten om gelukkig te zijn.)

  • Waarom zou het belangrijk zijn dat ouders de normen van het evangelie onderwijzen en naleven?

  • Hoe kunnen jongemannen en jongevrouwen hun familie helpen ‘oprecht voor het aangezicht van de Heer te wandelen’?

Als u kinderen hebt, kunt u vertellen hoe dankbaar u bent dat zij u helpen om de geboden van de Heer in Leer en Verbonden 68 te onderhouden. Laat de cursisten een doel opschrijven dat hen erop voorbereidt om goede ouders te worden. U kunt ze ook vragen zich ten doel te stellen om hun ouders meer van dienst te zijn. Als u voldoende tijd hebt, laat u een aantal cursisten aan de klas vertellen welk doel ze hebben opgeschreven.

Toelichting en achtergrondinformatie

Leer en Verbonden 68:3–4. ‘Wat zij ook spreken wanneer gedreven door de Heilige Geest’

President J. Reuben Clark heeft uitgelegd dat alleen de leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen het recht, de macht en het gezag bezitten om de zin en de wil van God aan zijn volk bekend te maken:

Afbeelding
President J. Reuben Clark

‘[We] moeten in gedachte [houden] dat sommige algemene autoriteiten een bijzondere roeping gekregen hebben; zij bezitten een bijzondere gave; hun is steun verleend als profeet, ziener en openbaarder, waardoor zij een geestelijke begiftiging hebben wat betreft hun prediking tot het volk. Zij hebben het recht, de macht en de bevoegdheid om de zin en de wil van God aan zijn volk bekend te maken, afhankelijk van de algehele macht en bevoegdheid van de president van de kerk. Andere algemene autoriteiten hebben die bijzondere gave en bevoegdheid bij hun onderwijs niet ontvangen; zij zijn daarom beperkt, en die beperking in macht en bevoegdheid bij hun onderwijs geldt voor iedere andere functionaris en lid van de kerk, want geen van hen is geestelijk begiftigd als profeet, ziener en openbaarder. Verder heeft de president van de kerk, zoals zojuist is gezegd, in dit opzicht een bijzondere geestelijke gave, want hij is de profeet, ziener en openbaarder voor de hele kerk.’ (‘When Are Church Leaders’ Words Entitled to Claim of Scripture?’, Church News, 31 juli 1954, 9–10.)

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat een profeet alleen als profeet spreekt als hij daartoe door de Heilige Geest wordt gedreven:

Afbeelding
Ouderling D. Todd Christofferson

‘[We] moeten […] bedenken dat niet iedere uitspraak door een kerkleider, vroeger of nu, noodzakelijkerwijs leerstellig is. We gaan er in de kerk vanuit dat een enkele uitspraak van één leider vaak een persoonlijke, weliswaar goed doordachte, mening vertegenwoordigt, die niet als officieel [of] bindend voor de hele kerk bedoeld is. De profeet Joseph Smith leerde dat “een profeet alleen een profeet [is] wanneer hij als zodanig optreedt” (History of the Church, deel 5, 265). President [J. Reuben Clark] heeft gezegd:

De kerk zal door het getuigenis van de Heilige Geest aan de meerderheid van de leden weten of de algemene autoriteiten bij het verwoorden van hun ideeën door de Heilige Geest zijn geleid, en op den duur zal die kennis gemanifesteerd worden’ [J. Reuben Clark jr., ‘When Are Church Leaders’ Words Entitled to Claim of Scripture?’, Church News, 31 juli 1954, 10.] (‘De zegen van Schriftuur’, Liahona, mei 2012, 88, 89).

Leer en Verbonden 68:15–21. ‘Letterlijke afstammelingen van Aäron’

President Joseph Fielding Smith heeft uitgelegd dat de instructie van de Heer in Leer en Verbonden 68:15–21 alleen geldt voor het ambt van presiderend bisschop van de kerk:

Afbeelding
President Joseph Fielding Smith

‘Degene die volgens de openbaringen op grond van zijn afstamming recht heeft op het bisschopsambt is de eerstgeborene. Krachtens zijn geboorte heeft hij recht op “de sleutels of het gezag daarvan”. Dit verwijst alleen naar degene die de Aäronische priesterschap presideert. Het heeft niets met bisschoppen of wijken te maken. Bovendien moet zo iemand door het Eerste Presidium worden aangewezen en zijn […] ordening uit hun handen ontvangen. De openbaring die beslist of iemand aanspraak maakt om in dit ambt te presideren, komt van het Presidium, niet van de patriarch. Indien een dergelijke afstammeling niet bekend is, kan eender welke hogepriester door het Presidium worden gekozen en samen met zijn raadgevers in het ambt van presiderende bisschop fungeren.’ (Doctrines of Salvation, verzameld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 3, 92–93, cursivering in origineel.)

Afdrukken