Les 64
Leer en Verbonden 58:34–65
Inleiding
Als antwoord op de vragen van de ouderlingen over de bouw van de stad Zion, geeft de Heer op 1 augustus 1831 de openbaring die nu in Leer en Verbonden 58 staat. In verzen 34–65 wordt uitgelegd hoe de wet van toewijding moet worden toegepast door degenen die naar Zion zijn gekomen. In deze verzen onderwijst de Heer eveneens beginselen van bekering, gebiedt Hij de ouderlingen om het evangelie te prediken en adviseert Hij hen hoe Zion gebouwd dient te worden.
Lessuggesties
In de vorige les kregen de cursisten de opdracht om hun keuzevrijheid te gebruiken om iets goeds te doen. Vraag hoe dat is gegaan en laat de cursisten vertellen over hun ervaringen met hun keuze om ‘gedreven voor een goede zaak werkzaam’ te zijn (LV 58:27).
Leer en Verbonden 58:34–43
De Heer geeft instructies inzake Zion en onderwijst beginselen van bekering
Zet de volgende vraag op het bord vóór de les begint: Wat houdt bekering in?
Laat enkele cursisten deze vraag beantwoorden. Schrijf daarna de volgende vragen op het bord: Hoe weet ik of ik mij oprecht heb bekeerd? Hoe weet ik dat de Heer me vergeven heeft?
Laat de cursisten deze vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek overnemen. Geef hen enkele minuten de tijd om antwoorden te noteren. Geef hen voldoende tijd en vertel dat deze antwoorden later in de les aan bod komen.
Vat Leer en Verbonden 58:34–37 samen: veel ouderlingen die zich in Missouri hadden gevestigd, wilden weten hoe ze de stad Zion moesten plannen, organiseren en bouwen. De Heer gebood de mensen die naar Missouri kwamen om hun geld en bezittingen aan de opbouw van Zion te wijden. Martin Harris werd geboden een voorbeeld te zijn en geld aan de bisschop te geven. Hij gaf een grote som geld zodat bisschop Edward Partridge grond voor de kerk kon kopen.
Schrijf de volgende namen op het bord: Martin Harris, William W. Phelps en Ziba Peterson. Laat een cursist Leer en Verbonden 58:38–41, 60 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welk advies de Heer aan Martin Harris, William W. Phelps en Ziba Peterson gaf toen ze de bouw van Zion voorbereidden.
Zet de antwoorden van de cursisten onder de desbetreffende naam op het bord.
-
Welke zonde had Martin Harris volgens de Heer begaan? Wat moest hij van de Heer doen?
-
Welke zonden had William W. Phelps volgens de Heer begaan? Wat moest hij van de Heer doen? (Misschien moet u uitleggen dat ‘tracht uit te munten’ [vers 41] niet betekent dat hij zijn best deed of probeerde zich te verbeteren. Deze woorden verwijzen eerder naar een onrechtschapen, hoogmoedig verlangen om beter of belangrijker te lijken dan anderen.)
-
Wat probeerde Ziba Peterson met zijn zonden te doen?
Wijs erop dat de zonden van deze mannen hen ervan weerhielden om Zion te helpen opbouwen.
-
Hoe kunnen onze zonden ons zoal beletten de Heer te dienen?
Laat een cursist Leer en Verbonden 58:42 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat de Heer over bekering zei.
-
Wat belooft de Heer volgens dit vers als we ons van onze zonden bekeren? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we ons van onze zonden bekeren, zal de Heer ons vergeven en onze zonden niet meer gedenken. Zet dit beginsel op het bord. U kunt de cursisten in overweging geven om dit beginsel in vers 42 te markeren.)
-
Op welke zonden is deze belofte van toepassing? (Allemaal.)
Vraag een cursist de volgende uitspraak van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen. Laat de klas letten op woorden of zinsneden die het beginsel op het bord verduidelijken.
‘Ongeacht de overtredingen die we hebben begaan, ongeacht hoezeer we anderen met onze daden hebben gekwetst, die schuld kan volledig worden uitgewist. Ik vind dit een van de mooiste zinnen in de Schriften. De Heer zegt: “Wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan” (LV 58:42).’
‘Dat is de belofte van het evangelie van Jezus Christus en de verzoening.’ (‘De verzoening’, Liahona, november 2012, 77.)
Vestig de aandacht van de cursisten op de vragen op het bord.
-
In welk opzicht is de belofte van de Heer in vers 42 een antwoord op de derde vraag: Hoe weet ik dat de Heer me vergeven heeft? (Dankzij de belofte van de Heer weten wij dat Hij altijd vergiffenis schenkt als wij ons oprecht hebben bekeerd.)
-
We weten dat de Heer heeft beloofd ons onze zonden te vergeven als wij ons oprecht bekeren. Hoe kunnen we nog te weten komen of onze zonden zijn vergeven?
Laat een cursist het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voorlezen. Laat de cursisten opletten hoe ze te weten kunnen komen of de Heer hun zonden heeft vergeven.
‘Als we ons eenmaal oprecht hebben bekeerd, zal Christus de schuldenlast van onze zonden wegnemen. Dan kunnen we te weten komen dat we vergeven en gezuiverd zijn. De Heilige Geest zal dat aan ons openbaren, want Hij is de Heiligmaker. Er is geen groter getuigenis van vergeving te vinden.’ (‘Het punt van veilige terugkeer’, Liahona, mei 2007, 101.)
-
Hoe is weten dat je zonden je vergeven kunnen worden jou tot zegen geweest?
Leg uit dat sommige mensen ten onrechte denken dat ze zich niet volledig hebben bekeerd als ze zich hun zonden nog kunnen herinneren. Laat een cursist het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf voorlezen. Laat de klas nagaan waarom we ons onze zonden nog kunnen herinneren nadat we ons hebben bekeerd.
‘Satan probeert ons ervan te overtuigen dat onze zonden niet vergeven zijn, omdat wij ze ons nog kunnen herinneren. Satan is een leugenaar; hij probeert ons zand in de ogen te strooien en ons weg te leiden van het pad van bekering en vergeving. God heeft niet beloofd dat wij ons onze zonden niet meer zullen herinneren. Als we ze ons herinneren, zullen we dezelfde fouten niet zo gauw meer maken. Maar als we trouw blijven, zal de herinnering aan onze zonden in de loop der tijd wel minder worden. Dat maakt deel uit van het noodzakelijke genezings- en heiligingsproces.’ (‘Het punt van veilige terugkeer’, 101.)
Wijs erop dat aan de belofte op het bord een voorwaarde is verbonden. Wij kunnen alleen vergeving van de Heer ontvangen als wij er alles aan doen om ons oprecht van onze zonden te bekeren.
-
Wat houdt bekering in? (Vestig de aandacht van de cursisten op hun antwoorden op de vragen op het bord.)
Laat de cursisten antwoorden en laat dan een cursist het volgende citaat uit Voor de kracht van de jeugd voorlezen. Laat de klas nagaan wat ze nog meer over bekering kunnen leren.
‘Bekering is meer dan toegeven dat je wat verkeerd hebt gedaan. Het is een verandering van geest en hart. Het omvat afkering van zonde en toenadering tot God voor vergiffenis. Het wordt ingegeven door liefde voor God en het oprechte verlangen om zijn geboden te bewaren.’ (Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], 28.)
Leg uit dat ware bekering enkele voorwaarden inhoudt. Twee van deze voorwaarden staan in Leer en Verbonden 58:43. Laat een cursist dat vers voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke twee dingen we moeten doen om ons oprecht van onze zonden te bekeren.
-
Welke twee dingen moeten we volgens vers 43 doen om ons oprecht van onze zonden te bekeren? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: om ons te bekeren, moeten we onze zonden belijden en ze verzaken. Zet dit beginsel op het bord.)
-
In welk opzicht is deze waarheid een antwoord op de vraag: Hoe weet ik of ik mij oprecht heb bekeerd? (Zorg dat de cursisten begrijpen dat onze zonden belijden en ze verzaken van essentieel belang zijn voor oprechte bekering.)
-
Wat houdt het in om je zonden te belijden?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om te verduidelijken wat het betekent om onze zonden te belijden:
‘Belijden en verzaken zijn krachtige denkbeelden. Ze gaan zo veel verder dan een nonchalant “Ik geef het toe; het spijt me.” Belijden is een diepgaande, soms kwellende erkenning van dwaling en overtreding tegenover God en de mens.’ (Zie ‘De goddelijke gave van bekering’, Liahona, november 2011, 40.)
-
Hoe kunnen wij ons beter van zonde afkeren en toenadering tot God voor vergiffenis zoeken als wij onze zonden belijden?
Bij deze bespreking vragen de cursisten zich wellicht af welke zonden ze dienen te belijden en aan wie. Leg uit dat wij al onze zonden aan onze hemelse Vader dienen te belijden. Ernstige overtredingen, zoals seksuele overtredingen of pornografiegebruik, dienen wij aan onze bisschop of gemeentepresident te belijden.
Vestig de aandacht van de cursisten op de laatste waarheid die u op het bord hebt gezet.
-
Wat houdt het in om je zonden te verzaken? (Ons volkomen afkeren van onze zonden en ze nooit meer herhalen.)
Getuig van de verzoening van de Heiland en van de beginselen van bekering en vergeving die aan bod zijn gekomen. Laat de cursisten overwegen of er zonden zijn waarvan ze zich moeten bekeren, en moedig ze aan om het geleerde in praktijk te brengen.
Leer en Verbonden 58:44–65
De Heer gebiedt de ouderlingen om het evangelie te prediken en adviseert hen hoe Zion gebouwd dient te worden
Vat Leer en Verbonden 58:49–62 samen: de Heer gebood de ouderlingen die zich in Missouri vestigden om grond te kopen en de vergadering van de heiligen in Missouri voor te bereiden.
Laat een cursist Leer en Verbonden 58:46–47, 63–65 voorlezen. Laat de klas nagaan welk advies de Heer gaf aan de ouderlingen die naar Ohio terugkeerden.
-
Wat dienden de ouderlingen volgens verzen 46–47 op de terugweg naar Ohio te doen?
-
Tot wie dient het evangelie volgens vers 64 te worden gepredikt? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: het evangelie moet tot ieder mens worden gepredikt. U kunt de cursisten in overweging geven om die waarheid in vers 64 te markeren.)
Moedig de cursisten aan om de waarheden van het evangelie met de mensen om hen heen te delen als de Geest hen dat ingeeft.