Seminarie
Les 156 – Officiële Verklaring 2: Openbaring over het priesterschap


‘Les 156 – Officiële Verklaring 2: Openbaring over het priesterschap’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)

‘Officiële Verklaring 2’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht

Les 156: De geloofsartikelen en Officiële Verklaring 1 en 2

Officiële Verklaring 2

Openbaring over het priesterschap

Afbeelding
echtpaar glimlacht

Toen het evangelie in de twintigste eeuw over de wereld werd verspreid, baden de kerkleiders om leiding over het bestaande kerkbeleid dat kerkleden van Afrikaanse afkomst het priesterschap niet konden ontvangen. Veel heiligen kozen ervoor om geloof in Jezus Christus te oefenen toen ze met vragen over dit beleid werden geconfronteerd. Op 8 juni 1978 kondigde het Eerste Presidium een openbaring aan waarmee deze beperkingen werden opgeheven. Deze les kan de cursisten helpen om in geloof te handelen wanneer ze met onzekerheid of geestelijke vragen geconfronteerd worden.

Mogelijke leeractiviteiten

Voorbeelden van geloof

U kunt de les beginnen door de cursisten te vragen wie zij kennen die in een moeilijke situatie groot geloof in Jezus Christus oefende. Leg vervolgens uit dat ouderling Helvécio Martins (1930–2005) van de Zeventig en zijn vrouw, Rudá, eens met een situatie te maken kregen die veel geloof vergde. Lees de volgende alinea voor of laat een cursist die voorlezen.

Afbeelding
Ouderling Helvécio

In april 1972 bezochten zendelingen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen Helvécio en Rudá Martins in Rio de Janeiro (Brazilië). Zij kregen al snel een getuigenis van de boodschap van de zendelingen. Ze kregen ook te horen dat wegens het kerkbeleid zwarte mannen van Afrikaanse afkomst niet tot het priesterschap konden worden geordend. Helvécio en Rudá waren van Afrikaanse afkomst en hadden vragen voor de zendelingen. (Zie ‘Elder Helvécio Martins of the Seventy’, Ensign, mei 1990, 106; Mark Grover, The Autobiography of Elder Helvécio Martins [1994], 43.)

  • Welke vragen zou jij in deze situatie aan de zendelingen hebben gesteld?

  • Hoe zou iemand in een dergelijke situatie kunnen reageren?

Laat de cursisten nadenken over onzekerheden waarmee ze worden of werden geconfronteerd. Dit kan ook gaan over geestelijke vragen waarop ze geen antwoord hebben gekregen. Ze kunnen hun situatie of vragen in hun studiedagboek opschrijven. Moedig de cursisten aan om te letten op leringen of ingevingen van de Geest waar ze in hun omstandigheden iets aan hebben.

In geloof handelen

Om de cursisten duidelijk te maken hoe de familie Martins op deze situatie reageerde, kunt u een cursist de volgende alinea’s laten voorlezen:

Toen de familie Martins over de priesterschapsrestrictie hoorde, besloten ze in geloof te handelen. Ze lieten zich al snel dopen en dienden jaren trouw in de kerk. ‘We hadden de waarheid gevonden en niets kon ons ervan weerhouden ernaar te leven’, herinnerde ouderling Martins zich later.

In 1975 werd de bouw van een tempel in São Paulo (Brazilië) aangekondigd. ‘Hoewel we niet verwachtten naar binnen te kunnen gaan, werkten we net als de andere leden mee aan de bouw van de tempel’, weet ouderling Martins zich te herinneren. ‘Het was tenslotte het huis des Heren.’ Zuster Martins verkocht haar sieraden om geld in te zamelen en broeder Martins was lid van het publiciteitscomité. (In ‘Elder Helvécio Martins of the Seventy’, Ensign, mei 1990, 106.)

  • Wat valt je op aan de reactie van de familie Martins?

  • Waarom zouden ze ervoor hebben gekozen om in geloof te handelen?

Wijs er zo nodig op dat de familie Martins zich niet richtte op wat ze niet wisten, maar op de waarheid die God door de Heilige Geest aan hen had geopenbaard.

Laat de cursisten een lijstje maken van waarheden over onze hemelse Vader, Jezus Christus en het evangelie waarmee ze in geloof voorwaarts kunnen gaan wanneer ze met vragen of onzekerheden geconfronteerd worden. Laat ze vertellen wat ze hebben opgeschreven en uitleggen hoe die waarheden hen helpen om in geloof voorwaarts te gaan.

Officiële Verklaring 2

Laat de cursisten de inleiding van Officiële Verklaring 2 in hun Schriften opzoeken om ze de omstandigheden omtrent de priesterschapsrestrictie en de openbaring waarmee die werd opgeheven duidelijk te maken. Verstrek zo nodig een kopie van de inleiding aan cursisten die een oudere uitgave van de Schriften hebben.

Lees de inleiding van Officiële Verklaring 2 en let op achtergrondinformatie met betrekking tot deze verklaring.

  • Wat is in deze alinea volgens jou belangrijk om te begrijpen?

Leg uit dat de zin ‘De kerkelijke verslagen bieden geen helder inzicht in de oorsprong van dit gebruik’ het officiële standpunt van de kerk is met betrekking tot de priesterschapsrestrictie. Het is belangrijk dat we niet speculeren over de reden waarom de restrictie van kracht was.

U kunt ook wijzen op de verwijzing naar 2 Nephi 26:33 in de eerste zin van de inleiding. Vraag de cursisten dit vers te lezen en uit te leggen welke waarheden we in gedachten moeten houden als we het over dit beleid hebben.

In Officiële Verklaring 2 staat de officiële bekendmaking van de openbaring die het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen op 1 juni 1978 ontvingen.

In plaats van Officiële Verklaring 2 klassikaal te bestuderen, kunt u de cursisten deze ook in groepjes laten bestuderen. Ze kunnen de informatie in ‘The Long-Promised Day’ (Liahona, juni 2018, 34–37) gebruiken om enkele uitspraken in Officiële Verklaring 2 beter te begrijpen.

Lees de vier alinea’s onder de zinsnede ‘Geachte broeders’ in Officiële Verklaring 2. Markeer eventueel woorden of zinsneden die je belangrijk vindt.

  • Wat valt je op aan wat je hebt gelezen?

  • Wat betekent deze ervaring voor je begrip van of gevoelens voor onze hemelse Vader en Jezus Christus?

Impact van de openbaring

Afbeelding
Afrikaanse heiligen laten zich dopen

Deze openbaring had grote impact op mannen en vrouwen over de hele wereld. Kort nadat die was ontvangen, werden er zendelingen naar Afrika gestuurd. Sindsdien zijn er tempels in dat werelddeel gebouwd en hebben over de hele wereld honderdduizenden mensen van Afrikaanse afkomst de verordeningen van het evangelie voor zichzelf en hun overleden voorouders ontvangen.

Leg uit dat de openbaring onder andere impact had op Helvécio en Rudá Martins. U kunt een cursist vragen de volgende alinea’s voor te lezen:

Helvécio vertelde hoe hij over de openbaring hoorde dat het priesterschap aan alle waardige mannen zou worden verleend:

‘Ik kon mijn emoties niet meer bedwingen. Rudá en ik gingen naar onze slaapkamer en knielden neer om te bidden. We huilden en dankten onze Vader in de hemel voor een gebeurtenis waar we alleen maar van gedroomd hadden. De dag was werkelijk aangebroken, en wel in onze aardse proeftijd.’ (The Autobiography of Elder Helvécio Martins [1994], 69–70.)

Kort na de openbaring in 1978 werd de familie Martins in de tempel aan elkaar verzegeld. Helvécio werd als priesterschapsleider in zijn wijk geroepen en uiteindelijk als lid van de Zeventig. (Zie ‘Elder Helvécio Martins of the Seventy’, 106.)

  • Wat zou er voor de familie Martins anders zijn gelopen als ze er niet voor hadden gekozen om geloof in Jezus Christus te oefenen?

  • Wat heb je van het voorbeeld van de familie Martins geleerd waar je wat aan hebt als je met onzekerheid of vragen zit?

    U kunt tijdens de bespreking de volgende waarheid op het bord zetten: Als we in onzekere situaties in geloof handelen, bereiden we ons voor om de zegeningen van de Heer te ontvangen.

  • Hoe kun je in geloof handelen wanneer je met onzekerheid of geestelijke vragen geconfronteerd wordt?

    De cursisten kunnen zo nodig alinea 5–7 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2023) erbij pakken voor ideeën.

  • Hoe heeft de Heer jou of iemand die je kent gezegend voor het handelen in geloof?

Vertel eventueel over een eigen ervaring. U kunt ook de video ‘Struggling with the History of Race and the Priesthood’ (4:04) op ChurchofJesusChrist.org vertonen.

Daarnaast kunt u de cursisten voorbeelden in de Schriften laten opzoeken die aantonen dat de Heer mensen zegent die in geloof handelen. Enkele voorbeelden: de weduwe van Zarfath (1 Koningen 17:8–24); Lehi’s gezin (1 Nephi 2:2–5; 17:1–3) en de profeet Joseph Smith (Geschiedenis van Joseph Smith 1:8–17).

Een plan opstellen

Herinner de cursisten aan de situatie of vraag waar ze aan het begin van de les aan moesten denken. Laat de cursisten daarna de volgende vragen in hun studiedagboek beantwoorden:

  • Wat heb je vandaag geleerd of gevoeld waar je bij onzekerheid of geestelijke vragen wat aan hebt?

  • Wat ga je doen om in die situaties geloof in Jezus Christus te oefenen?

Afdrukken