Seminarie
Les 175 – Doelen stellen: Meer zoals onze hemelse Vader en Jezus Christus worden


‘Les 175 – Doelen stellen: Meer zoals onze hemelse Vader en Jezus Christus worden’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)

‘Doelen stellen’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht

Les 175: Voor de kracht van de jeugd: keuzes maken

Doelen stellen

Meer zoals onze hemelse Vader en Jezus Christus worden

reiziger op een pad

Onze hemelse Vader wil graag dat al zijn kinderen het eeuwige leven verkrijgen (zie Mozes 1:39). We kunnen vooruitgang maken met onze inspanningen om zoals God te worden en bij Hem terug te keren door persoonlijke doelen te stellen. Deze les kan de cursisten helpen om doelen te stellen en plannen te maken om met Gods hulp meer zoals Hij te worden.

Mogelijke leeractiviteiten

Waar ben je naar op weg? Hoe kom je daar?

Laat een wereldkaart of kaart van Europa zien. Vraag de cursisten op welke plekken ze zijn geweest en waar ze nog graag naartoe willen gaan. Geef de cursisten twee minuten de tijd om een plan op te stellen waardoor iemand daarnaartoe kan reizen. Ze kunnen in dat plan bijvoorbeeld mogelijke vervoersmiddelen, een gedetailleerde routebeschrijving en een kostenoverzicht aangeven. Laat de cursisten hun plan met een klasgenoot bespreken.

  • Wat heeft een reisplan met ons leven op aarde te maken?

President M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd:

President M. Russell Ballard

Weten waar u naartoe gaat en hoe u verwacht daar te geraken, kan uw leven zin, richting en voldoening geven.

Sommige mensen vinden het moeilijk onderscheid te maken tussen een doel en een plan, totdat zij begrijpen dat een doel een bestemming is of een eindpunt en dat een plan de weg is die men neemt om daar te geraken. (M. Russell Ballard, ‘Terugkeren en ontvangen’, Liahona, mei 2017, 62.)

  • Waarom stellen we doelen en maken we plannen?

    Laat de cursisten over hun persoonlijke doelen en plannen nadenken door bij de volgende vragen stil te staan:

  • Hoe vaak stel je doelen en maak je plannen om die te bereiken?

  • Hoe ben je daarin succesvol geweest en wat vind je moeilijk?

  • Waar hoop je dat je doelen en plannen toe zullen leiden?

Moedig de cursisten gedurende de les aan om de leiding van de Heilige Geest te zoeken terwijl ze doelen stellen, plannen maken en die uitvoeren.

God heeft ons een voorbeeld gegeven

Als u het volgende citaat toont, laat u de zinsnede ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ en het woord ‘heilsplan’ eventueel weg. Laat de cursisten de lege plekken invullen met Gods doel en de naam van zijn plan. Laat de cursisten vervolgens Mozes 1:39 of Alma 42:5 lezen en de woorden opzoeken die president Ballard gebruikte. U kunt uitleggen dat het woord ‘mens’ in Mozes 1:39 en andere Schriftteksten (bijvoorbeeld Genesis 1:27; Mormon 9:17) naar de sterfelijke mens, mannen en vrouwen, verwijst.

President Ballard heeft verder gezegd:

President M. Russell Ballard

God, onze hemelse Vader, heeft ons het volmaakte voorbeeld van doelen stellen en plannen maken gegeven. Zijn doel is ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ [Mozes 1:39] en de manier waarop Hij dit wil bereiken, wordt het heilsplan genoemd. […]

Ik geloof dat we, om gelukkig te worden, moeten leren hoe we doelen stellen en plannen maken binnen het kader van het eeuwige plan van onze hemelse Vader. (M. Russell Ballard, ‘Terugkeren en ontvangen’, Liahona, mei 2017, 62–63.)

  • Wat leer je uit dit citaat over je eigen doelen en plannen?

    De cursisten noemen wellicht onder meer de volgende waarheid: We kunnen geluk ervaren door aan onze persoonlijke doelen te werken die ons helpen Gods plan te volgen. Maak de cursisten duidelijk dat God het door de Heiland mogelijk heeft gemaakt dat wij voor altijd leven, ofwel onsterfelijk worden. Hij wil ook graag dat we zoals Hij en Jezus Christus worden en bij Hen terugkeren, ofwel het eeuwige leven beërven. Gods heilsplan maakt die zegeningen mogelijk.

  • Waarom kunnen we gelukkig zijn als onze doelen ons helpen om Gods plan te volgen? (Zie 2 Nephi 2:25; Mosiah 2:41.)

    Lees Lukas 2:52 en ga na hoe de Heiland Zich in zijn jeugd ontwikkelde door het plan van zijn Vader te volgen.

  • Waarom zal het voorbeeld van de Heiland volgen en ons op die gebieden ontwikkelen tot meer geluk leiden?

Een patroon voor groei

Toon de cursisten het boekje Persoonlijke ontwikkeling: boekje voor jongeren. Vraag een cursist hoe ze daarmee doelen kunnen stellen en plannen maken. Leg zo nodig uit dat we het voorbeeld van Jezus Christus kunnen volgen door op elk van de volgende gebieden doelen te stellen: geestelijk, sociaal, verstandelijk en lichamelijk.

hand-out (pictogram)Bereid de cursisten voor om met hun eigen doelen aan de slag te gaan. Neem daarvoor ‘Een patroon voor groei’ in het Boekje voor jongeren ([2019], 7–15) met hen door of deel de hand-out ‘Een patroon voor groei’ uit. Deel de cursisten in groepjes van vier in, waarbij elke cursist een ander aspect van het patroon bestudeert. Daarna kunnen ze aan hun groepje vertellen wat ze hebben geleerd.

U kunt ook ‘Video: Goal Setting Process’ (3:42) bekijken op ChurchofJesusChrist.org.

3:42

Een patroon voor groei

Ontdek je behoeften, gaven en talenten. Probeer jezelf vragen als de volgende te stellen:

Wat moet ik leren of veranderen?

Welke talenten of vaardigheden wil ik ontwikkelen?

Welke geestelijke gewoontes moet ik aanleren of verbeteren?

Hoe kan ik de verbonden onderhouden die ik bij mijn doop gesloten heb?

Wie kan ik dienen?

Vors het in je gedachten uit en vraag God daarna of het juist is (zie Leer en Verbonden 9:8).

Maak een plan om beter te worden. Probeer jezelf vragen als de volgende te stellen:

  • Waarom vind ik dit belangrijk?

  • Hoe word ik hierdoor meer zoals Jezus Christus?

  • Welke stappen kan ik zetten om dit te bereiken?

  • Kan ik deze stappen in kleinere stapjes opdelen?

  • Welke plannen kan ik nu maken om eventuele problemen te overwinnen?

‘De woorden van Christus zullen u alle dingen zeggen die u behoort te doen’ (2 Nephi 32:3).

Overdenk wat je hebt geleerd. Probeer jezelf vragen als de volgende te stellen:

  • Waarin heb ik vooruitgang gemaakt?

  • Hoe kan ik wat ik heb geleerd gebruiken om anderen te dienen?

  • Hoe ben ik dichter bij de Heiland gekomen door wat ik heb gedaan?

  • Hoe kan ik op dit gebied verder groeien?

‘Overpeins het pad van je voet’ (naar KJV, Spreuken 4:26).

Doe iets om te groeien in geloof. Als je vast komt te zitten, probeer dan vragen te stellen zoals de volgende:

  • Wat heeft gewerkt? Waarom?

  • Wat heeft niet gewerkt? Waarom niet?

  • Wat kan ik nog meer proberen?

  • Waar kan ik meer ideeën vinden?

  • Kan ik mijn doel opsplitsen in kleinere stapjes of handelingen?

  • Wat kan ik leren als het tegenzit?

‘Voorwaar, Ik zeg: [je dient] gedreven voor een goede zaak werkzaam te zijn en vele dingen uit eigen vrije wil te doen en veel gerechtigheid tot stand te brengen’ (Leer en Verbonden 58:27).

  • Welke vragen kunnen nuttig zijn als je aan je doelen en plannen werkt? Waarom?

  • Hoe kan dit patroon je helpen om meer zoals je hemelse Vader en Jezus Christus te worden?

  • Hoe kunnen je hemelse Vader en Jezus Christus je daarbij helpen?

Ontdekken, plannen, doen en overdenken

Geef de cursisten de tijd om aan hun persoonlijke doelen te werken. Toon de volgende instructies:

Kies het kopje dat het beste bij jou past en voer een of meer van de bijbehorende instructies uit. Vraag de Heilige Geest om hulp en gebruik ‘Een patroon voor groei’ (in het Boekje voor jongeren of in de hand-out).

  • Ik heb geen concrete doelen gesteld of plannen gemaakt.

  • a. Ontdek waar je op een of meer van de volgende gebieden aan moet werken: geestelijk, sociaal, verstandelijk, lichamelijk.

    b. Maak plannen om die doelen te bereiken.

    c. Noteer je doelen en plannen in je Boekje voor jongeren of studiedagboek.

  • Ik heb doelen en plannen waar ik aan werk.

  • a. Doe zo mogelijk tijdens de les iets met je plannen en doelen.

    b. Overdenk wat je geleerd hebt en welke vooruitgang je gemaakt hebt door iets met je doelen en plannen te doen.

    c. Noteer je gedachten en pas je doelen of plannen in je Boekje voor jongeren of studiedagboek zo nodig aan.

Vraag enkele cursisten na verloop van tijd naar hun doelen en naar de successen en moeilijkheden die ze bij het werken aan hun doelen ondervinden.

Vraag de cursisten om iets met hun persoonlijke doelen te doen. Leg uit dat aan doelen werken een geloofsdaad is. Getuig dat Jezus Christus onze sterke en zwakke kanten kent. Hij zal ons succesvol helpen zijn als we ons tot Hem wenden.