Het ouderlijk gezin van Joseph Smith

Een gelovig gezin

Joseph Smith helpt thuis mee op de boerderij.

Joseph Smith werd op 23 december 1805 in het noordoosten van de Verenigde Staten geboren. Zijn vader heette ook Joseph. Zijn moeder heette Lucy. Hij had veel broers en zussen. Ze woonden op een boerderij. Ze geloofden in God en hielden van elkaar.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:3–4

Joseph Smith als kind. Zijn linkerbeen zit in het verband. Zijn moeder maakt zich zorgen om hem.

Toen Joseph nog klein was, had hij een ziekte die zijn been aantastte. Hij had veel pijn. Josephs familieleden probeerden hem te helpen om zich beter te voelen, maar zijn been deed nog steeds heel veel pijn. De dokters probeerden zijn been beter te maken, maar dat lukte niet.

Saints, deel 1, 7

Joseph Smith in bed. Zijn broer knielt naast het bed. Zijn moeder praat op de achtergrond met zijn dokter.

De dokters zeiden dat ze Josephs been moesten amputeren om zijn leven te redden. Maar zijn moeder wilde dat niet. Ze vroeg of er een andere manier was om Joseph te helpen. De dokters besloten toen een deel van het bot in zijn been weg te snijden. Joseph wist dat het pijn zou doen, maar hij geloofde dat God hem zou helpen.

Saints, deel 1, 7

Joseph Smiths dokter biedt hem alcohol aan voor zijn beenoperatie. Joseph weigert. Zijn vader houdt hem vast.

De dokters wilden Joseph alcohol te drinken geven om de pijn te verdoven. Maar Joseph zei nee. Hij wilde alleen dat zijn vader hem vasthield.

Saints, deel 1, 7

Joseph Smiths moeder verlaat de slaapkamer terwijl de dokter zich klaarmaakt om te opereren.

Joseph vroeg zijn moeder om naar buiten te gaan. Hij wilde niet dat ze hem zoveel pijn zou zien lijden terwijl de dokters in zijn been sneden.

Een dokter opereert Joseph Smiths been. Zijn vader houdt hem vast om hem steun te bieden.

Josephs vader hield hem vast terwijl de dokters de slechte delen van het bot in zijn been wegsneden. Dat deed erg veel pijn, maar God hielp Joseph om moedig te zijn. Na een paar jaar werd Josephs been beter, maar lopen deed nog steeds pijn.

Saints, deel 1, 6–7

Joseph Smith en het gezin in New York. Ze zijn esdoornsap aan het aftappen.

Toen Joseph ouder was, verhuisde het gezin naar de staat New York. Ze waren arm. Ze werkten hard, zodat ze allemaal genoeg te eten hadden. Joseph was een brave jongen. Hij was blij, lachte veel en maakte graag plezier.

Saints, deel 1, 5–9

De familie Smith zit vredig samen aan de eettafel.

Het gezin hield van Jezus Christus. Ze baden en lazen samen de Bijbel. Maar Josephs ouders wisten niet zeker bij welke kerk ze zich moesten aansluiten. Op een avond bad Josephs moeder, Lucy, tot God. Ze zei dat ze de ware kerk van Jezus Christus wilde vinden. God beantwoordde haar gebed en beloofde dat zij die zou vinden.

Saints, deel 1, 10–11