Verhalen uit de Schriften
Het eerste visioen van Joseph Smith


‘Het eerste visioen van Joseph Smith’, Verhalen uit de Leer en Verbonden (2024)

‘Het eerste visioen van Joseph Smith’, Verhalen uit de Leer en Verbonden

1817–1820

Het eerste visioen van Joseph Smith

Antwoord op een nederig gebed

Joseph Smith luistert naar mensen die hun geloof prediken.

Waar de familie Smith woonde, waren er veel kerken die over Jezus Christus predikten. Ze vertelden allemaal iets anders over Hem. Joseph wist niet zeker wie gelijk had. Hij wist dat hij de Heiland nodig had, maar hij wist niet bij welke kerk hij zich moest aansluiten.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:5–6; Saints, deel 1, 9

Joseph Smith werkt op de boerderij.

Joseph dacht daar lang over na. Hij wilde vergeving van zijn zonden. Hij bezocht veel kerken, maar hij was nog steeds in de war.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:8–10; Saints, deel 1, 9–12

Joseph Smith leest de Bijbel bij kaarslicht.

Op een dag las hij in de Bijbel Jakobus 1:5. Daar stond dat we, als we wijsheid nodig hebben, God daarom kunnen vragen. Joseph wist in zijn hart dat hij dat moest doen.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:11–13

Joseph Smith gaat naar het bos bij zijn huis om te bidden.

Op een prachtige ochtend in de lente van 1820 ging Joseph naar het bos dicht bij zijn huis. Hij wilde alleen zijn en tot zijn hemelse Vader bidden.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:14–15

Joseph Smith bidt in het bos.

Joseph knielde neer en begon te bidden. Terwijl hij dat deed, voelde hij een kwade macht over zich komen. Hij voelde zich omringd door duisternis. Het leek alsof iemand probeerde te voorkomen dat hij met God sprak. Joseph had al zijn kracht nodig om God om redding te vragen.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–16

Onze hemelse Vader en Jezus Christus verschijnen aan Joseph Smith. Hij knielt voor Hen neer.

Plots zag Joseph een prachtig helder licht uit de hemel neerdalen. De duisternis verdween en hij voelde zich rustig. In dat licht zag hij onze hemelse Vader en Jezus Christus in de lucht staan. Onze hemelse Vader zei Josephs naam. Hij wees toen naar Jezus en zei: ‘Dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!’

Geschiedenis van Joseph Smith 1:16–17

Jezus vertelt Joseph Smith dat zijn zonden hem vergeven zijn.

Jezus vertelde Joseph dat zijn zonden hem waren vergeven. Joseph vroeg aan Jezus bij welke kerk hij zich moest aansluiten. Jezus zei dat hij zich bij geen van de kerken moest aansluiten.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:18–19; Saints, deel 1, 16

Joseph Smith, geknield in het bos, luistert naar de Heiland.

Jezus zei dat belangrijke waarheden over zijn evangelie verloren waren gegaan. Hij zei dat Hij engelen zou sturen om deze waarheden aan Joseph te onderwijzen, zodat hij die aan de wereld kon verkondigen.

Saints, deel 1, 16–17

Joseph Smith wandelt het bos uit op weg naar huis.

Na het visioen was Joseph met liefde en vreugde vervuld. Hij was niet meer in de war. Hij wist dat God van hem hield. Hoewel sommige mensen hem haatten omdat hij zei dat hij onze hemelse Vader en Jezus Christus had gezien, wist Joseph dat het waar was.

Geschiedenis van Joseph Smith 1:20–26; Saints, deel 1, 16