‘Les 11 Voorbereidend studiemateriaal: De zegeningen van Jezus’ kerk genieten’, Jezus Christus en zijn eeuwige evangelie – leerkrachtenmateriaal (2023)
‘Les 11 Voorbereidend studiemateriaal’, Jezus Christus en zijn eeuwige evangelie – leerkrachtenmateriaal
Les 11 Voorbereidend studiemateriaal
De zegeningen van Jezus’ kerk genieten
In een tijd waarin het kerkbezoek in verschillende kerkgenootschappen op veel plaatsen over de hele wereld afneemt, kan het bijzonder belangrijk zijn om ernaar te streven beter te begrijpen waarom Jezus Christus tijdens zijn aardse bediening een kerk heeft gesticht en die in de laatste dagen heeft hersteld. Bedenk tijdens je studie hoe de herstelde kerk van de Heer je leven meer zin, kracht en vreugde heeft gegeven of zou kunnen geven.
Sectie 1
Welke unieke zegeningen kunnen we alleen ontvangen door lid van Jezus’ kerk te worden?
De apostel Paulus heeft gezegd dat Jezus’ kerk wordt ‘gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is’ (Efeze 2:20). Tijdens zijn aardse bediening koos Jezus Christus twaalf mannen en ordende Hij ze tot zijn apostelen. Hij gaf ze het gezag en de sleutels van het priesterschap, zodat ze zijn kerk konden leiden, zijn evangelie konden verkondigen, konden getuigen dat Hij werkelijk bestaat en in zijn naam konden handelen (zie Mattheüs 10:1, 7–8; 16:19; Handelingen 1:21–22; Leer en Verbonden 107:23). Je kunt ‘Jesus Calls Twelve Apostles to Preach and Bless Others’ (1:30) bekijken om hierover meer te weten te komen.
Na zijn opstanding bleef Jezus Christus zijn kerk leiden door middel van zijn apostelen, die met hun priesterschapssleutels leiding gaven aan het heilswerk. Veel mensen verzetten zich echter tegen de dienstknechten die Hij had geroepen, en leden van de kerk begonnen af te dwalen. Na de dood van de apostelen ‘verbasterden anderen de beginselen van het evangelie en brachten ongeoorloofde wijzigingen aan in de kerkorganisatie en de priesterschapsverordeningen. Deze wijdverbreide verdorvenheid noopte de Heer ertoe het gezag van het priesterschap van de aarde weg te halen.’ (Trouw aan het geloof: Evangeliewijzer, ‘Afval, de’, ChurchofJesusChrist.org.) Deze periode staat bekend als de grote afval.
Deze staat van afval heeft voortgeduurd tot onze hemelse Vader en Jezus Christus in 1820 aan Joseph Smith verschenen (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:16–20). Enkele jaren na deze verschijning stuurde Jezus Christus hemelse boodschappers naar Joseph Smith, die hem priesterschapsgezag en -sleutels verleenden (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:68–72; Leer en Verbonden 110:11–16; 128:19–21). Jezus Christus riep door dit goddelijke gezag nieuwe apostelen en vestigde zijn kerk opnieuw op aarde (zie Leer en Verbonden 1:30).
Tegenwoordig bezitten het Eerste Presidium en Quorum der Twaalf Apostelen alle gezag en priesterschapssleutels die nodig zijn om Jezus’ kerk te leiden. Dat is vooral belangrijk voor ieder van ons die een beter mens wil worden en dichter tot Christus wil komen.
President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft over het belang van kerkbezoek voor alle ‘gelovige mensen’ gezegd: ‘De kerkgang en het kerkleven maken betere mensen van ons, zodat we meer voor anderen kunnen betekenen.’ (‘De noodzaak van een kerk’, Liahona, november 2021, 24.) Daarna zei hij:
Wij bevestigen logischerwijs dat de Schriften, oud en nieuw, duidelijk spreken over de oorsprong en noodzaak van een kerk die door en met het gezag van onze Heer, Jezus Christus, wordt geleid. Ook getuigen wij dat de herstelde Kerk van Jezus Christus is opgericht om in de volheid van zijn leer te onderwijzen. Deze kerk bezit zijn priesterschapsgezag waarmee zij kan officiëren in de verordeningen die nodig zijn om Gods koninkrijk te betreden [zie Johannes 3:5]. De leden die afzien van kerkbezoek en zich alleen op hun eigen spiritualiteit verlaten, wenden zich af van de volgende evangeliebeginselen: de macht en zegeningen van het priesterschap, de volheid van herstelde leer, en de motiveringen en gelegenheden om die leer na te leven. Ze verspelen de kans op de eeuwige voortzetting van hun gezin. (‘De noodzaak van een kerk’, Liahona, november 2021, 25.)
Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Als de macht van het priesterschap niet op aarde was, zou de tegenstander de vrije teugel krijgen. Er zou geen gave van de Heilige Geest zijn om ons te leiden en inzicht te geven; er zouden geen profeten in de naam des Heren spreken; er zouden geen tempels zijn om heilige, eeuwige verbonden in te sluiten; geen gezag om te zegenen of dopen, genezen of troosten. (‘De zegeningen van het priesterschap’, De Ster, januari 1996, 28.)
Sectie 2
Hoe kan actief deelnemen in de kerk mij en anderen tot zegen zijn?
Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende over de zegeningen van deelname in de kerk gezegd:
Het is belangrijk om in te zien dat Gods ultieme oogmerk onze vooruitgang is. […] Dat vereist meer dan simpelweg aardig zijn of je spiritueel voelen. Dat vereist geloof in Jezus Christus, bekering, doop met water en de Geest, en in geloof tot het einde toe volharden. Niemand kan dat op eigen houtje volledig realiseren. Een belangrijke reden waarom de Heer een kerk heeft, is dan ook een gemeenschap van heiligen te vormen die elkaar steunen op het ‘enge en smalle pad dat tot het eeuwige leven voert’ [2 Nephi 31:18]. (‘Waarom de kerk er is’, Liahona, november 2015, 108.)
De apostel Paulus heeft gezegd dat we gesterkt worden en dichter tot Jezus Christus kunnen komen als we deel uitmaken van een gemeenschap van heiligen.
Ouderling Christofferson heeft ook uitgelegd dat de ervaringen met andere leden van de kerk ons de nodige kansen bieden om het evangelie van de Heer toe te passen:
Als het lichaam van Christus dienen de leden van de kerk elkaar in het echte dagelijkse leven. We zijn allemaal onvolmaakt; soms kwetsen we of worden we gekwetst. We stellen elkaar vaak op de proef met onze eigenaardigheden. In het lichaam van Christus moeten we verder gaan dan kennis en verheven woorden alleen. We doen echte praktijkervaring op terwijl we ‘in liefde met elkaar [leren] leven’ [Leer en Verbonden 42:45]. (‘Waarom de kerk er is’, Liahona, november 2015, 108.)
Sectie 3
Hoe kan ik ervoor zorgen dat mijn wijk of gemeente een plek wordt waar iedereen zich welkom voelt?
Bedenk hoe het voelt om hartelijk en oprecht in de kerk behandeld te worden. Wanneer heb je iemand in je wijk of gemeente dat gevoel gegeven?
Denk na over het volgende voorbeeld van christelijke omgang van zuster Carole M. Stephens, voormalig raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium:
[Maria] heeft vele vrienden die minderactief zijn of die de boodschap van het herstelde evangelie van Jezus Christus nog niet hebben gehoord. Elke dag oefent ze haar geloof en bidt ze om te weten wie haar hulp nodig heeft. Vervolgens handelt ze naar de ingevingen die ze krijgt. Ze belt, uit haar liefde en zegt tegen haar vrienden: ‘We hebben je nodig.’ Ze houdt elke week gezinsavond in haar appartement en nodigt daar buren, leden en zendelingen voor uit – en geeft ze te eten. Ze nodigt hen uit voor de kerk, kijkt naar ze uit en gaat bij hen zitten wanneer ze er zijn. (‘Wij hebben goede reden om ons te verheugen’, Liahona, november 2013, 116.)