Eerdere uitgaven
10: Geef blijk van integriteit


10

Geef blijk van integriteit

Nadenken:Waarom zou de Heer mensen met ‘onkreukbaarheid van hart’ liefhebben? (Zie Leer en Verbonden 124:15.)

2:3

‘What Shall a Man Give in Exchange for His Soul?’ [‘Wat zal een mens geven in ruil voor zijn ziel?’] (Geen video? Lees de volgende pagina.)

Bespreken:Wat betekent het om integriteit of onkreukbaarheid te hebben? In welke kleine dingen geven mensen hun ziel weg om in dit leven bezittingen te vergaren?

Lezen:Geloofsartikelen 1:13; Mosiah 4:28; Job 27:5 (rechts)

Oefenen:Geef uzelf een cijfer op de volgende gebieden.

Toezeggen:Zeg toe om gedurende de week de volgende dingen te doen. Vink de vakjes aan van taken die u hebt uitgevoerd:

  • Oefen dagelijks integer gedrag.

  • Breng uw gezinsleden dit beginsel bij.

  • Blijf de hiervoor besproken fundamentele beginselen in praktijk brengen.

Tip voor de begeleider

Zorg ervoor dat iedereen zich op daden concentreert en niet alleen op woorden.

WAT ZAL EEN MENS GEVEN IN RUIL VOOR ZIJN ZIEL?

Als u de video niet kunt bekijken, lees dan hier het script.

Ouderling Robert C. Gay

OUDERLING ROBERT C. GAY: De Heiland stelde zijn discipelen eens de volgende vraag: ‘Wat zal een mens geven in ruil voor zijn [ziel]?’

Over die vraag heeft mijn vader me jaren geleden eens goed aan het denken gezet. Vroeger lieten mijn ouders mij klusjes doen rondom het huis, waarvoor ik dan zakgeld kreeg. Met dat geld, iets meer dan 50 cent per week, ging ik vaak naar de film. Een bioscoopkaartje kostte destijds 25 cent voor een elfjarige. Ik had dus 25 cent over om chocoladerepen te kopen, die 5 cent per stuk kostten. Een film plus vijf chocoladerepen! Beter dan dat kon het bijna niet worden.

Alles liep gesmeerd tot ik twaalf werd. Toen ik op een middag in de rij stond, besefte ik dat een kaartje voor een twaalfjarige 35 cent was, wat dus minder repen betekende. Ik kon dat offer niet echt opbrengen en hield mezelf voor: Je ziet er nog net zo uit als vorige week. Daarop stapte ik naar voren en vroeg om het kaartje van 25 cent. Bij de kassa keek men er niet van op, dus ik kocht net als altijd mijn vijf chocoladerepen in plaats van drie.

Ik was behoorlijk in mijn nopjes en ging na afloop snel naar huis om mijn vader over mijn slimme zet te vertellen. Terwijl ik alle details uit de doeken deed, zei hij niets. Toen ik klaar was, keek hij me alleen aan en zei: ‘Jongen, zou je je ziel voor een dubbeltje verkopen?’ Zijn woorden troffen me diep in mijn twaalfjarige hart. Die les is me altijd bijgebleven.

(Robert C. Gay, ‘Wat zal een mens geven in ruil voor zijn ziel?’, Liahona, november 2012, 34.)