Denk voor uzelf eens rustig na over uw talenten, contacten of andere hulpbronnen. Hoe kunt u daarmee andere groepsleden helpen om zelfredzamer te worden? Schrijf uw ideeƫn op:
Vertel de groep welke talenten, contacten en andere hulpbronnen u hebt opgeschreven. Noteer de contacten of hulpbronnen van anderen waar u wat aan zou kunnen hebben.
Noteer hieronder de hulpbronnen die u ter beschikking staan in een zelfredzaamheidscentrum van de kerk, inclusief de mentoren, de computers enzovoorts. Waarom hebt u die nodig?
Welke hulpbronnen hebt u waarmee u en anderen zelfredzaam kunnen worden?
Hoe gaat u anderen helpen op hun pad naar zelfredzaamheid?
Hoe kunt u zich op uw pad naar zelfredzaamheid door anderen laten helpen?
Lezen:Om eensgezindheid te oefenen, kunt u het volgende doen:
Help uw gezinsleden om samen te werken en eensgezinder te worden.
Praat met wijkleden die zelfredzaam zijn. Vraag ze aan welke mensen of hulpbronnen ze iets gehad hebben. Vraag of ze uw mentor willen worden!
Ga naar drie instellingen die hulpbronnen aanbieden waarmee u zelfredzamer kunt worden. Schrijf op welke diensten zij aanbieden. Begin er gebruik van te maken!
Toezeggen:Zeg toe om gedurende de week de volgende dingen te doen. Vink de vakjes aan van taken die u hebt uitgevoerd:
Oefen het samenwerken met anderen (samenwerken met uw gezinsleden, wijkleden en gebruiken van hulpbronnen die instellingen aanbieden, zoals hiervoor beschreven).
Breng uw gezinsleden dit beginsel bij.
Blijf de hiervoor besproken fundamentele beginselen in praktijk brengen.