Eerdere uitgaven
4: Beheer uw geld


4

Beheer uw geld

Nadenken:Waarom is geldbeheer zo moeilijk — en zo belangrijk?

2:3

‘First Things First!’ [‘Het belangrijkste eerst’] (Geen video? Lees de volgende pagina.)

Bespreken:Wat hebt u van deze kinderen geleerd? Waarom moeten we bijhouden wat er met ons geld gebeurt? Waarom moeten we geld sparen?

Lezen:Verklaring uit All Is Safely Gathered In; Leer en Verbonden 104:78 (rechts)

Oefenen:Hieronder staan vier stappen die u kunt doen om uw geld te beheren, zodat u anderen beter kunt dienen. Lees deze stappen. Bespreek met de groep hoe u hiervan een gewoonte kunt maken.

Werk hard en verstandig

Laat uw werkgever zien dat u elke dag hard werkt. Bewijs dat u een waardevolle werknemer bent. Wees eerlijk.

Betaal tiende en andere bijdragen

Als u iets verdient, betaal dan eerst uw tiende. Dan kan God u zegenen.

Geef minder uit dan u verdient

Stel een begroting op. Noteer wat u verdient en wat u uitgeeft. Ga geen schulden aan. Verdien meer. Geef minder uit dan u verdient.

Spaar dagelijks

Spaar dagelijks geld zodat u gemoedsrust en vrijheid kunt verkrijgen.

Toezeggen:Zeg toe om gedurende de week de volgende dingen te doen. Vink de vakjes aan van taken die u hebt uitgevoerd:

  • Oefen dagelijks het beheren van uw geld.

  • Breng uw gezinsleden dit beginsel bij.

  • Blijf de hiervoor besproken fundamentele beginselen in praktijk brengen.

Tip voor de begeleider

Vraag iemand hoe deze beginselen zijn of haar gezin tot zegen zijn.

HET BELANGRIJKSTE EERST!

Als u de video niet kunt bekijken, wijs dan rollen toe en lees dit script voor.

jong meisje en jongen

TAFEREEL: Een jonge jongen en meisje dragen volwassen kleding en gedragen zich als hun ouders.

JONGEN: Ik ben thuis, schat.

MEISJE: Welkom thuis. Tjonge, je ziet er moe uit.

JONGEN: Jij ook. Je werkt erg hard, nietwaar?

MEISJE: Ja, maar we moeten ook hard werken, toch?

JONGEN: Ik heb vandaag tien euro verdiend.

MEISJE: O, wat een zegen. Maar het belangrijkste eerst. Laten we onze tiende betalen. Vind je niet?

JONGEN: Maar als we nou niet genoeg hebben?

MEISJE: Dat is een kwestie van geloof!

JONGEN: Oké. Dus wat doen we daarna?

MEISJE: Nou, we hebben eten nodig, een buskaart, en we moeten de huur betalen. En het zou fijn zijn als we daarna een stoel konden kopen. […]

JONGEN: Maar dat kan niet. Zie je wel? We hebben niet genoeg geld.

MEISJE: Kunnen we wat lenen?

JONGEN: Ze zeggen dat schulden gevaarlijk zijn. We willen niet in moeilijkheden komen.

MEISJE: Oké. Je hebt gelijk. Dus wat doen we hier dan mee?

JONGEN: Laten we het sparen! Je weet nooit wat er gaat gebeuren.

MEISJE: Dat voelt goed. Maar dan is er geen geld over om wat leuks te doen.

JONGEN: We hebben elkaar! En ik zal proberen meer te verdienen.

MEISJE: Ik zal proberen minder uit te geven!

JONGEN: Op die manier kunnen we gelukkig zijn — en zelfredzaam!

MEISJE: Precies! Dat was niet zo moeilijk. Waarom maken volwassenen het zo moeilijk?

JONGEN: Ach. Je weet hoe volwassenen zijn!