Tips voor het omgaan met geestelijke eisen

Vaak trekken gestreste zendelingen hun getuigenis of de waarachtigheid van het evangelie in twijfel. Meestal is de oorzaak een gebrek aan hulpmiddelen om met stress om te gaan en niet een gebrek aan een getuigenis. Als je hiermee kampt, kun je de suggesties waar je je goed bij voelt, uitproberen. Aanvullende suggesties vind je in de afdeling ‘Algemene beginselen voor het omgaan met stress’ op pp. 17–22.

Mijn getuigenis versterken

Begrijp dat het goed is om vragen te stellen. Joseph Smith ontving veel openbaringen als antwoord op oprechte vragen. De Schriften, leerkrachten en je verstand kunnen je helpen met sommige vragen, maar enkel de Geest kan bevestigen dat God bestaat, dat Jezus de Christus is en dat de kerk waar is.
Begrijp wat geloof betekent. Geloof is vertrouwen op Gods volmaakte goedheid, liefde, wijsheid en eerlijkheid, hoewel we het niet helemaal begrijpen. Alma leerde: ‘Geloof is niet volmaakte kennis van dingen hebben; indien gij dus geloof hebt, hoopt gij op dingen die niet worden gezien, maar die waar zijn’ (Alma 32:21). Je hoeft geen ‘volmaakte kennis’ te hebben om te geloven. Bestudeer Alma 32 om je geloof te versterken. (Zie Predik mijn evangelie, pp. 126–127.)
Wees geduldig. Na verloop van tijd zullen verwarrende zaken duidelijker worden. Denk aan deze woorden van Nephi: ‘Ik weet dat [God] zijn kinderen liefheeft, toch ken ik niet de betekenis van alle dingen’ (1 Nephi 11:17). Bouw op de waarheden over God die de Geest je heeft bekendgemaakt. (Zie Predik mijn evangelie, p. 130.)
Onderhoud de geboden. Door ervaring leren we de waarde van zijn leringen en neemt ons vertrouwen in de Heer toe. “Indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij van God komt, dan of Ik uit Mijzelf spreek” (Johannes 7:17).

Zich leren bekeren

Wees eerlijk tegenover je zendingspresident. Praat open en eerlijk met je zendingspresident als je jezelf dient te bekeren van ernstige niet-afgehandelde zonden. Hij zal je helpen bij je bekering.
Vergeef jezelf na je bekering. Als je je bekeerd hebt en je voelt nog steeds wroeging en schaamte, weet dan dat we allen spijt hebben van begane zonden en fouten. Vertrouw erop dat de verzoening van Christus voldoende is, ook voor jou. Weet dat bekering geen reserveplan is. Bekering is het plan van geluk voor iedereen. Maak je geen zorgen over zaken die met je eigen trots te maken hebben (zoals hoe anderen over je denken), maar wel over de belangrijke kwesties (zoals de vooruitgang van je onderzoekers).
Begrijp de bedoeling van schuldbelijdenis. Als je minder ernstige zonden wil belijden of ze steeds opnieuw wil belijden, zelfs nadat een priesterschapsleider je heeft verzekerd dat je belijdenis voldoende was, ga je waarschijnlijk te ver. Gevoelens van spijt en verdriet over begane zonden zijn normaal. Je moet ze daarom niet opnieuw belijden. Zoek afleiding in andere activiteiten en beslis om in de vergeving van de Heer te geloven. Weersta de verleiding om onrustig te worden of je te generen.
Praat met je zendingspresident als je ermee blijft worstelen.

Leren zinvol bidden

Probeer hardop of al fluisterend te bidden Bereid je voor op het gebed door je vragen en zorgen te noteren. Beeld je in dat de Heer dichtbij is. Vraag God wat je vandaag voor Hem kan doen; voer de ideeën die je daarna krijgt uit. Bid af en toe enkel om God te danken voor de vele zegeningen die je van Hem hebt ontvangen.
Bestudeer ‘In geloof bidden’ in Predik mijn evangelie. Deze afdeling op pagina’s 100–102 biedt suggesties voor gebed.

Leren houden van de Schriften

Bid in het bijzonder om de Schriften te begrijpen en ervan te genieten. Noteer tijdens je studie welke gevoelens en gedachten je krijgt, wat je leert of welke geestelijke influisteringen je ontvangt.
Bestudeer ‘Ideeën en suggesties voor de studie’ in Predik mijn evangelie. Deze afdeling op pp. 22–25 biedt suggesties voor een fijnere Schriftstudie .

Leren vertrouwen op de Geest

Oefen met geduld. Het leren herkennen van de Geest is zoals het aanleren van een nieuwe taal. Het vergt oefening, geduld, nederigheid en de bereidheid om te leren van je fouten zonder op te geven.
Leer uit de algemene conferenties. Je vindt ideeën over het ontwikkelen van persoonlijke openbaring in conferentietoespraken over dit onderwerp.
Bestudeer Predik mijn evangelie. Pagina’s 102–106 bevatten aanvullende suggesties en inzichten over het herkennen van en vertrouwen op de Geest.

Schriftteksten

Bestudeer de volgende teksten om je geloof in Gods hulp en vertroosting te versterken. Als we de Heiland gedenken, ontvangen we de belofte dat we ‘zijn Geest altijd bij [ons] mogen hebben’ (LV 20:79).

Jesaja 41:10	‘Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met mijn heilrijke rechterhand.’
Johannes 14:27	‘Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd.’
2 Timoteüs 1:7	‘Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid.’
1 Nephi 1:20	‘De tedere barmhartigheden des Heren [strekken zich uit] over allen die Hij wegens hun geloof heeft uitverkoren om hen machtig te maken, zelfs tot de macht ter bevrijding toe.’
Jakob 3:1	‘Hij zal u in uw ellende vertroosten, en Hij zal uw zaak bepleiten.’
Jakob 4:7	‘De Here God toont ons evenwel onze zwakheid om ons te laten weten dat wij door zijn genade en door zijn grote goedgunstigheid jegens de mensenkinderen bij machte zijn die dingen te doen.’
Mosiah 4:27	‘En ziet toe dat al deze dingen in wijsheid en ordelijkheid worden gedaan, want het is niet nodig dat iemand harder loopt dan hij kracht heeft.’
Mosiah 24:13–14	‘Heft uw hoofd op en weest welgemoed, want Ik ben mij bewust van het verbond dat gij met Mij hebt gesloten; en Ik zal Mij jegens mijn volk verbinden en hen bevrijden uit hun knechtschap. En tevens zal Ik de lasten verlichten die op uw schouders zijn gelegd, zodat gij ze zelfs niet op uw rug kunt voelen, ja, zolang gij in knechtschap leeft; en dat zal Ik doen opdat gij voortaan als getuige voor Mij zult staan, en opdat gij zeker zult weten dat Ik, de Here God, omzie naar mijn volk in hun ellende.’
Alma 7:12	‘Hij zal hun zwakheden op Zich nemen, opdat zijn binnenste met barmhartigheid zal worden vervuld, naar het vlees, opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden.’
Alma 26:27	‘Toen ons hart bedrukt was en wij wilden terugkeren, vertroostte de Heer ons en zeide: […] draagt uw ellende met geduld, en Ik zal u doen slagen.’
Alma 38:5	‘Naarmate gij uw vertrouwen in God stelt, in diezelfde mate zult [gij] worden bevrijd uit uw bezoekingen en uw zorgen en uw benauwingen, en ten laatsten dage zult [gij] worden verhoogd.’
Ether 12:27	‘En indien de mensen tot Mij komen, zal Ik hun hun zwakheid tonen. Ik geef de mensen zwakheid, opdat zij ootmoedig zullen zijn; en mijn genade is genoeg voor alle mensen die zich voor mijn aangezicht verootmoedigen; want indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik zwakke dingen sterk voor hen laten worden.’
Leer en Verbonden 6:32–36	‘Aldus ben Ik in uw midden. […] Vrees dus niet, kleine kudde; doe het goede; laten aarde en hel tegen u samenspannen, want indien gij zijt gebouwd op mijn rots, vermogen zij niets. Zie, Ik veroordeel u niet. […] Vertrouw op Mij bij iedere gedachte; twijfel niet, vrees niet.’
Leer en Verbonden 58:2–4	‘Wie getrouw is in beproeving, diens beloning is groter in het koninkrijk van de hemel. Op dit moment kunt gij het plan van uw God met betrekking tot de dingen die hierna zullen komen, en de heerlijkheid die zal volgen op veel beproeving, niet met uw natuurlijke ogen zien. Want na veel beproeving komen de zegeningen.’
Leer en Verbonden 122:7–9	‘Al deze dingen [zullen] u ondervinding geven en [zullen] voor uw bestwil zijn. De Zoon des Mensen is onder dat alles afgedaald. […] Welnu, houd vol.’
Bible Dictionary, ‘Fear’	‘Het eerste gevolg van Adams overtreding was dat hij bevreesd was (Genesis 3:10). Sinds de val heeft God de mens steeds geleerd om niet te vrezen, maar om boetvaardig vergeving te vragen, met het volste vertrouwen dat hij die zal ontvangen.’
Andere schriftteksten: