Stress begrijpen

Stress maakt deel uit van het leven

Aan het begin van elke nieuwe ervaring (zoals lid worden van de kerk of naar een nieuwe school gaan) voel je je opgewonden en zenuwachtig, omdat je niet weet wat je kunt verwachten. Na verloop van tijd leer je omgaan met deze uitdagingen en groei je erdoor.

Een zending is niet veel anders. Een zending kan soms een geweldig geestelijk avontuur zijn of op zijn minst een uitdaging die je aankunt. Je gaat voorwaarts in geloof en realiseert je dat veel van je zenuwen en zorgen van voorbijgaande aard zijn. Je weet dat je na verloop van tijd zult aanpassen, geestelijk zult groeien en veel nieuwe vaardigheden zult ontwikkelen. En daar put je moed uit. Je leert beter omgaan met je angsten. Je zult zelfs de aspecten van het zendingsleven, waar je aanvankelijk moeite mee had, gaan koesteren. Je vertrouwt op de Geest, groeit in zelfvertrouwen en vindt vreugde in het werk.

Maar op andere momenten kun je onverwachte problemen of situaties tegenkomen die moeilijker zijn dan je had ingeschat. Je vraagt je misschien af hoe je het kunt klaarspelen. De hulp waarop je ooit steunde, is misschien niet beschikbaar. In plaats van je erdoor te laten motiveren en aan de slag te gaan, kun je angstig, geïrriteerd, uitgeput of gefrustreerd zijn. Je kunt zelfs lichamelijke problemen krijgen zoals pijn, maagstoornissen, slapeloosheid of ziekte. Je kunt moeite hebben met leren of met vreemde mensen aanspreken. Je voelt je misschien ontmoedigd of je wilt ermee stoppen.

Die lichamelijke problemen kun je vergelijken met de meters op het dashboard van een auto die aangeven wanneer je vaart moet minderen, moet tanken of de motor dient na te kijken. Het zijn signalen die je laten weten dat je het kalmer aan moet doen, je geestelijke ‘tank’ moet volgooien en naar nieuwe oplossingen moet zoeken. Dit boekje bevat suggesties en hulpmiddelen die kunnen helpen.

Vier stressniveaus

Stress hoeft niet negatief te zijn. Stress is in feite een normale lichamelijke en emotionele reactie op de veranderingen en uitdagingen in ons leven en is noodzakelijk voor groei. Maar een teveel aan stress over een langere periode kan problemen veroorzaken.

Door stress in vier niveaus onder te verdelen, leer je er beter mee omgaan.

	Signalen die bij dit niveau horen	Wat te doen
GROEN	Vol zelfvertrouwen, gelukkig Klaar om moeilijkheden het hoofd te bieden Je herstelt snel van tegenslagen Een goede verstandhouding met je collega Je voelt de Geest	Dit is de ideale toestand. Hier ga je goed om met de stress van het zendingsleven, leren en vooruitgang maken. Blijf hard werken en heb vertrouwen in de Heer.
GEEL	Gespannen, bezorgd, onzeker, angstig, onvoorbereid Moeilijke verstandhouding met anderen Je vindt het moeilijk om de Geest te voelen	Het is niet meer dan normaal dat je tijd doorbrengt op het gele niveau. Door jezelf de tijd te gunnen bij het overwinnen van moeilijkheden en het leren van nieuwe vaardigheden, word je sterker en dien je beter. Blijf bidden en dien in geloof. Lees de Schriften, de conferentietoespraken en dit boekje en vraag je districts- en zoneleiders om raad.
ORANJE	Uitgeput (lichamelijk en emotioneel) Ziek (bijv. maagstoornis) Snel kwaad Zwaar ontmoedigd Je voelt de Geest niet	Niemand zit graag in het oranje stressniveau, maar dit is slechts in enkele gevallen blijvend. Bid om leiding bij het lezen van de Schriften en pas de tips in dit boekje toe. Vraag je zendingspresident om hulp als je langer dan drie dagen op het oranje niveau blijft.
ROOD	Aanhoudende neerslachtigheid, paniek of angst Hopeloosheid Eetproblemen of slapeloosheid (kan leiden tot ziekte) Overweldigd; niet in staat zijn door te zetten Je voelt je verlaten door God	Vraag je zendingspresident om hulp als je je op dit niveau bevindt. Vraag je collega of districtsleider om een zegen. Neem de tijd om in je dagboek te schrijven, denk na over de suggesties in dit boekje, bid en neem misschien een tijdje afstand van de meest uitdagende aspecten van zendingswerk totdat je met je zendingspresident kunt spreken.

Eisen van zendingswerk

Door Hem ‘met geheel uw hart, macht, verstand en sterkte’ (LV 4:2) te dienen, word je rijkelijk gezegend. Zendingswerk is niet makkelijk. De eisen van het zendingswerk worden in verschillende categorieën ingedeeld:

Drawing of scales with categories titled "Demands" and "Resources." Dutch language.

Algemeen (zie pp. 17–22). Je ondergaat veel veranderingen en gaat door nieuwe fases heen tijdens je zending. Vertrouwde manieren om hiermee om te gaan zijn niet altijd beschikbaar, dus moet je nieuwe uitproberen. De ontspannende avonden en weekenden zijn nu je drukste periodes. Je voelt je misschien ongemakkelijk. Je hebt het misschien moeilijk. Je vraagt je misschien af hoe je andere zendelingen, die het moeilijk hebben, kunt helpen.

Lichamelijk (zie pp. 23–28). Je moet misschien elke dag 11–12 uur lopen, fietsen, trappen oplopen en staan. Je krijgt misschien minder slaap dan je gewend bent. Het eten is misschien onbekend. Je zult door slecht weer moeten en aan nieuwe bacteriën worden blootgesteld. Zo’n nieuwe situatie kan vermoeiend zijn.

Emotioneel (zie pp. 29–34). Je maakt je misschien zorgen over je vele taken en hebt moeite om je te ontspannen. Je kunt heimwee krijgen, ontmoedigd raken, verveeld zijn of je eenzaam voelen. Je komt misschien afwijzing, teleurstelling of zelfs gevaar tegen. Je maakt je misschien zorgen over familie en vrienden, nu je er niet bent om ze te helpen.

Sociaal (zie pp. 35–39). Je zult in een kleine ruimte wonen met een collega waarmee je misschien weinig gemeen hebt. Het wordt van je verwacht dat je met vreemden praat, met kerkleiders omgaat, leden snel leert kennen en onderzoekers leert liefhebben.

Verstandelijk (zie pp. 41–43). Je bent misschien een nieuwe taal aan het leren. Je moet lessen en Schriftteksten uit het hoofd leren, leren onderwijzen en problemen oplossen. Je dient te plannen, doelen te verwezenlijken, jezelf aan te passen en allerlei praktische problemen op te lossen.

Geestelijk (zie pp. 45–49). Je zult je inspannen om je getuigenis te versterken, verleiding te weerstaan en de Geest te leren voelen en herkennen. Je zult terechtwijzing moeten accepteren, jezelf moeten bekeren, je tekortkomingen en spijt onder ogen moeten zien en meer dan ooit tevoren op de Heer moeten vertrouwen.

Jouw ervaringen kunnen anderen helpen

Lees het volgende fragment uit een toespraak van president Gordon B. Hinckley. Denk na over hoe jouw ervaringen met stress als zendeling (nieuwe mensen, nieuwe taal, nieuwe cultuur) je kunnen helpen om de stress te begrijpen die nieuwe leden ervaren (nieuwe vrienden, kerktaal, nieuwe cultuur). Hoe kun je andere leden betrekken bij de integratie van recente bekeerlingen? Noteer je gedachten in je studieverslag.

‘Laatst ontving ik een erg interessante brief. Hij was geschreven door een vrouw die een jaar geleden lid van de kerk is geworden. Zij schrijft:

“Mijn weg naar lidmaatschap in de kerk was uniek en erg moeilijk. Dit afgelopen jaar was het moeilijkste van mijn hele leven. Het is ook het meest lonende geweest. Voor mij, als nieuw lid, is elke dag nog steeds moeilijk.”

Ze zegt verder dat ze als bekeerling geen steun heeft gevoeld van de leiders in haar wijk. Het leek of haar bisschop geen interesse voor haar had. Ze voelde zich afgewezen en wendde zich weer tot haar zendingspresident, die haar heeft geholpen.

Ze schrijft: “De kerkleden hebben er geen idee van hoe het is om een nieuw lid te zijn. Daarom is het bijna onmogelijk voor hen om te weten hoe ze ons moeten steunen.”

Ik daag u uit, broeders en zusters, om, als u niet weet hoe het is, te trachten u voor te stellen hoe het is. Het kan verschrikkelijk eenzaam zijn. Het kan teleurstellend zijn. Het kan beangstigend zijn. Wij, leden van de kerk, verschillen in veel sterkere mate van de wereld dan we geneigd zijn te denken. Ze zei: “Wanneer wij, onderzoekers, lid worden van de kerk, ontdekken we tot onze verbazing dat we een volledig vreemde wereld binnengegaan zijn, een wereld met zijn eigen tradities, cultuur en taal. We ontdekken dat er niemand is aan wie we om leiding kunnen vragen op onze tocht in die nieuwe wereld. Eerst is het spannend, zijn onze vergissingen zelfs grappig, dan wordt het frustrerend, en op den duur verandert de frustratie in boosheid. En in die fase van frustratie en boosheid vertrekken we. We gaan terug naar de wereld waar we vandaan kwamen, waar we wisten wie we waren, waar we onze rol kenden, waar we iets zinvols deden en waar we de taal kenden.”’ (‘Find the Lambs, Feed the Sheep,’ Ensign, mei 1999, p. 108; zie ook Predik mijn evangelie [2004], p. 232 [Oefening: individuele studie of met uw collega].)

Tips die je in evenwicht houden

Met behulp van deze tips kun je groeien, een bijdrage leveren aan het werk en op het groene niveau blijven. Je kunt dit evenwicht soms bereiken door jezelf geen onnodig hoge eisen op te leggen, zoals onrealistische verwachtingen of zorgen over wat anderen van je denken. Maar veel van de eisen die een zending stelt, kunnen niet worden weggenomen. Je moet nieuw materiaal leren, met anderen opschieten, de regels naleven, onderwijzen, getuigen en je comfortzone verlaten.

Je kunt in evenwicht blijven door je hulpmiddelen aan te spreken. Enkele van de belangrijkste hulpmiddelen in zendingswerk zijn gebed, Schriftstudie, de leiding van de Heilige Geest en dienstbaarheid. Bijkomende hulpmiddelen zijn onder meer Predik mijn evangelie, hulp van zendingsleiders en vele andere die je in dit boekje terugvindt.

Met behulp van deze hulpmiddelen kun je vertrouwen op de Heiland Jezus Christus en zijn verzoening. Hij is de ultieme bron van hulp voor het omgaan met de eisen en stress van het zendingsleven.

Vertrouw op Mij

Jesus Christ portrayed as the Good Shepherd. Christ is portrayed standing and holding a shepherd's staff. There are sheep grazing in a field behind Him.

Denk eraan dat je hemelse Vader van je houdt. Vertrouw op Hem en op de kracht van de verzoening van Jezus Christus om je te genezen en te redden. God heeft een volmaakt plan voor zijn onvolmaakte kinderen; dat is de blijde boodschap die je uitdraagt. Denk aan deze beloften: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, zoals Ik tot mijn discipelen heb gezegd: Waar twee of drie aangaande een bepaalde zaak vergaderd zijn in mijn naam, zie, daar zal Ik in hun midden zijn — aldus ben Ik in uw midden.

‘Vreest niet om het goede te doen […], want wat gij ook zaait, dat zult gij eveneens oogsten; indien gij dus het goede zaait, zult gij eveneens als uw loon het goede oogsten.

‘Vrees dus niet, kleine kudde; doe het goede; laten aarde en hel tegen u samenspannen, want indien gij zijt gebouwd op mijn rots, vermogen zij niets.

‘Zie, Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig niet meer; verricht in alle ernst het werk dat Ik u heb geboden.

‘Vertrouw op Mij bij iedere gedachte; twijfel niet, vrees niet.

‘Zie de wonden waar mijn zij werd doorstoken, en ook de tekenen van de nagels in mijn handen en voeten; wees getrouw, onderhoud mijn geboden en gij zult het koninkrijk van de hemel beërven’ (LV 6:32–37).