‘Ik geloof in wonderen’, Liahona, december 2023.
Ik geloof in wonderen
Ik geloof dat God in ons leven kan en zal ingrijpen voor ons welzijn, net zoals Hij dat tijdens zijn bediening deed. Ik geloof dat Hij dat elke dag doet.
Soms zijn wonderen spectaculair. Maar meestal niet.
Toen ik voor mijn werk voor de kerktijdschriften in Taiwan was, reisde ik samen met een tolk en een chauffeur. Hoewel ik nog uren moest werken, moest mijn tolk vertrekken en me alleen achterlaten met de chauffeur, die geen Engels sprak. Ik kon mijn werk niet afmaken zonder met de chauffeur te communiceren. Toen ze bespraken wat we zouden kunnen doen, begon mijn tolk te lachen. Hij legde uit dat de chauffeur Spaans sprak, en hij wist dat ik op zending Spaans had geleerd. De chauffeur en ik hadden een geweldige tijd samen en ik kon mijn werk zonder problemen afmaken.
Dit was geen dramatische genezing of verplaatsing van een berg. Maar het was wel goddelijke interventie dat mijn chauffeur een van de weinige mensen in Taiwan was die Spaans spreken.
Wij hebben wonderen nodig
Ik geloof dat we dagelijks wonderen nodig hebben om vooruitgang te maken op onze terugreis naar God. Wanneer Nephi’s familieleden ‘het geloof hadden om erop te vertrouwen dat God [de Liahona] de weg kon laten aangeven die zij moesten gaan, zie, dan geschiedde het; daarom bezaten zij dat wonder, en nog vele andere wonderen die van dag tot dag door de kracht van God werden verricht’ (Alma 37:40).
Ons geloof gaat vooraf aan het wonder, maar het wonder kan ons geloof bevestigen, het helpen groeien en ons op het pad vooruit helpen.1
We zijn omringd door wonderen – als we ernaar op zoek gaan
Ik geloof dat er wonderen in alle soorten en maten plaatsvinden, van dramatische gebeurtenissen tot dingen die we gemakkelijk als toeval zouden kunnen afdoen. Ik geloof dat de Heer ons vaker met wonderen zal zegenen als we die verwachten, ze herkennen en ze dankbaar erkennen.2
Ik geloof dat wonderen verwachten iets anders is dan om tekens vragen. Wonderen verwachten, impliceert dat we geloof hebben, of in ieder geval hoop; om tekens vragen, impliceert scepticisme. Een gelovige en een scepticus kunnen hetzelfde wonder zien, maar slechts één van hen zal het herkennen (zie Leer en Verbonden 63:7). Scepticisme kan geen wonderen tot stand brengen, terwijl de Heiland heeft gezegd dat wonderen en ‘tekenen hen die geloven, [zullen] volgen’ (Mormon 9:24; Markus 16:17; Ether 4:18; Leer en Verbonden 84:65; zie ook Leer en Verbonden 58:64; 63:9; 68:10; 124:98).
Wonderen herkennen
Wonderen kunnen vele vormen aannemen. De Heiland heeft gezegd:
‘Hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken;
‘slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden’ (Markus 16:17–18).
En dan noemt Hij een wonder dat we vaak over het hoofd zien: ‘Wie in mijn naam gelooft, in geen enkel opzicht twijfelende, aan hem zal Ik al mijn woorden bevestigen’ (Mormon 9:25). Ik geloof dat een waarheidsgetuigenis van het evangelie van Jezus Christus een wonder is – een wonder dat ieder van ons kan ontvangen als we ervoor kiezen om in zijn woorden te geloven en ze na te leven (zie Johannes 7:17; Leer en Verbonden 84:44).
Waar blijft mijn wonder?
Veel mensen die met beproevingen en tragiek te maken hebben gehad, hebben om goddelijke interventie gevraagd en die niet ontvangen. Ze vragen zich misschien af: waar blijft mijn wonder?
Sommige wonderen zien we nooit gebeuren. Andere gaan zonder dat we het weten aan ons voorbij omdat we iets anders hadden verwacht.3
Maar uiteindelijk kan ieder van ons, of we het wonder waar we om vroegen nu wel of niet hebben ontvangen, aanspraak maken op het grootste wonder van allen – de verzoening van Jezus Christus, waardoor ons wordt beloofd dat we verloren dierbaren weer kunnen zien; dat lasten kunnen worden verlicht en we troost kunnen vinden; en dat onze Heiland niet alleen onze pijn, ons verdriet en ons lijden persoonlijk kent, maar ook weet hoe Hij ons daardoorheen kan helpen.4
Kies ervoor om te geloven
‘Is de dag van wonderen dan opgehouden? […] ‘Neen; want het is door geloof dat wonderen worden verricht; en het is door geloof dat engelen verschijnen en de mensen dienen; daarom, indien die dingen zijn opgehouden, wee de mensenkinderen, want het is wegens ongeloof’ (Moroni 7:35, 37).
Laten we ervoor kiezen om te geloven. En laten we dan in dankbaarheid leven voor de wonderen die volgen.