‘Als Hij water in wijn kan veranderen…’, Liahona, januari 2023.
De wonderen van Jezus
Als Hij water in wijn kan veranderen…
Drie dingen die ik van dit wonder heb geleerd die vaak over het hoofd worden gezien.
Johannes is de enige die beschrijft dat de Heiland water in wijn veranderde (zie Johannes 2:1–11). Hij schreef dat dit het ‘begin van de tekenen’ (Johannes 2:11) was.
In cultureel opzicht zou een tekort aan wijn de sociale status van de betrokkenen kunnen schaden.1 En hoewel ik niet geloof dat een wonder groots hoeft te zijn om een grote invloed te hebben, heb ik me afgevraagd waarom Johannes van alle grootse, ingrijpende wonderen dit wonder zo belangrijk vond.
Waarom wonderen?
Waarom waren wonderen zo belangrijk voor de bediening van de Heiland? Deels kwam dat doordat Hij met ontferming bewogen was over de behoeftigen (zie Markus 1:41). Bovendien waren wonderen een belangrijk bewijs van zijn goddelijke macht en gezag (zie Markus 2:5, 10–11). Wonderbaarlijke gebeurtenissen werkten ook geloofsversterkend en brachten zijn boodschap onder de aandacht (zie Johannes 2:11; 6:2).
Toen wees iemand me erop dat de wonderen van de Heiland niet alleen mensen ertoe brachten om de boodschap te horen, ze onderwezen ook de boodschap.2 Ik vroeg me af wat ik door dit wonder over Jezus Christus en zijn goddelijke zending te weten kon komen en kreeg daardoor nieuwe inzichten.
Dit zijn drie lessen die ik van het wonder in Kana heb geleerd over de Heiland en zijn reddende macht.
1. ‘Mijn uur is nog niet gekomen’
Toen Maria Jezus om hulp vroeg, antwoordde Hij: ‘Mijn uur is nog niet gekomen’ (Johannes 2:4). Zonder meer details is uit Johannes’ relaas niet op te maken wat Maria precies verwachtte of wat Jezus bedoelde met zijn antwoord dat zijn uur nog niet was gekomen.
Deze zinsnede leek mij belangrijk. Mogelijk had Jezus het over een gebeurtenis in de nabije toekomst, zoals het begin van zijn bediening onder de mensen. Tegelijkertijd vinden we deze zinsnede vaker in het verslag van Johannes terug en verwijst deze vaak naar het grootste wonder, namelijk zijn zoenoffer (zie Johannes 4:21–23; 5:25–29; 7:30; 8:20). Tot slot komt de zinsnede aan het eind van zijn bediening terug: ‘Jezus wist dat Zijn uur gekomen was en dat Hij uit deze wereld zou overgaan naar de Vader’ (Johannes 13:1, cursivering toegevoegd, zie ook Johannes 12:23, 27; 16:32). En voordat Hij naar Gethsémané ging, bad Hij: ‘Vader, het uur is gekomen; verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt’ (Johannes 17:1, cursivering toegevoegd).
Doordat deze zinsnede telkens in het relaas van Johannes terugkomt, kon ik het einde vanaf het begin zien. Eerst veranderde Jezus water in wijn om lichamelijke dorst te lessen. Ten slotte gebruikte Hij avondmaalswijn als zinnebeeld van zijn zoenbloed, dat het eeuwige leven mogelijk maakte en de dorst van allen die in Hem geloven voor eeuwig leste (zie Johannes 4:13–16; 6:35–58; 3 Nephi 20:8).
2. ‘Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het’
Nadat Maria Jezus om hulp had gevraagd, zei ze tegen de dienstknechten: ‘Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het’ (Johannes 2:5). Er schuilt een les in deze uitspraak en de fascinerende overeenkomsten tussen dit verhaal en het verhaal van Jozef in Egypte.
‘Toen ook heel het land Egypte honger kreeg, schreeuwde het volk bij de farao om brood, en de farao zei tegen alle Egyptenaren: Ga naar Jozef en doe wat hij u zegt’ (Genesis 41:55, cursivering toegevoegd).
Wellicht legden zowel Maria als Johannes dit verband niet bewust. Maar er kwamen twee ideeën in me op toen ik de overeenkomst opmerkte.
Ten eerste zag ik nog een voorbeeld van hoe Jozef en andere personen uit het Oude Testament Jezus Christus en zijn zending voorafschaduwden. Maar nog belangrijker, herinnerden de verhalen over Egypte en Kana mij eraan dat Jezus Christus ons door zijn verzoening niet alleen van zonde en de dood verlost (wat Hij later met brood en wijn symboliseerde). Ook werd het voor mij duidelijk dat Hij ons tevens van lichamelijke, sociale en andere moeilijkheden kan verlossen. Toen het volk geen brood meer had, zei de farao dat ze de aanwijzingen van Jozef moesten volgen. Ze gaven hieraan gehoor, ontvingen brood en werden voor lichamelijk lijden behoed. Toen de dienaars geen wijn meer hadden, zei Maria dat ze naar Jezus moesten luisteren. Ze luisterden, ontvingen wijn en de betrokkenen waren van hun mogelijke gezichtsverlies verlost.
Als we bereid zijn om te doen wat Jezus zegt, kan Hij hetzelfde voor ons doen en wonderen in ons leven verrichten (zie Hebreeën 10:35–36). Onze verlossing is zijn grootste wonder en vereist gehoorzaamheid van onze kant (zie Leer en Verbonden 14:7; Geloofsartikelen 1:3).
3. ‘En zij vulden ze tot aan de rand’
De Heiland droeg de dienaars op om zes stenen vaten met water te vullen. ‘En zij vulden ze tot aan de rand’ (Johannes 2:6–7).
Hoewel deskundigen over de inhoudsmaat van mening verschillen, kunnen we aannemen dat er in ieder vat heel wat liters gingen. Ik weet niet of het moeilijker is om één liter of honderd liter water in wijn te veranderen. De gedachte dat Jezus de macht heeft om iets in heel iets anders te veranderen, heeft mijn leven veranderd. Hij zorgde niet enkel voor water met een wijnsmaak. Hij nam water, wat een eenvoudige moleculaire structuur heeft, en veranderde het in wijn, wat een ingewikkeld mengsel van honderden chemische samenstellingen is.
Als Hij dat kan, dan kan Hij ook mijn beproevingen in zegeningen veranderen – Hij laat niet slechts een lichtpuntje aan de horizon verschijnen, maar verandert de kern van de beproeving in iets waar ik bij gebaat ben (zie Romeinen 8:28; 2 Nephi 2:2).
En als Hij dat met één beproeving kan, kan Hij dat met alle beproevingen. Dus als het leven vol beproevingen lijkt te zijn, bedenk dan dat Hij water in wijn kan veranderen. Hij kan as inruilen voor sieraad (zie Jesaja 61:3). Hij kan het kwade in het goede veranderen (zie Genesis 50:20). Hij kan mijn fouten in groei veranderen, en mijn zonden nemen en ze van veroordeling in vooruitgang veranderen.3
Dat besef is voor mij het belangrijkste. Door dit wonder dat ik lang over het hoofd heb gezien, heb ik geleerd dat Hij de persoon die we waren door zijn macht kan veranderen in de persoon die we kunnen worden, namelijk zoals Hij, als we het geloof hebben om te doen wat Hij vraagt.