‘Uw geestelijke grond voorbewerken’, Liahona, januari 2023.
Kom dan en volg Mij
Uw geestelijke grond voorbewerken
De gelijkenis van de zaaier kan ons prima voorbereiden op onze studie van het Nieuwe Testament met Kom dan en volg Mij.
De gelijkenis van de zaaier is een van mijn favoriete gelijkenissen uit het Nieuwe Testament. Zij is te vinden in Mattheüs 13:3–23 (zie ook Markus 4:3–20; Lukas 8:5–15). In deze gelijkenis worden de manieren waarop mensen het woord (het zaad) ontvangen, vergeleken met verschillende soorten grond. We leren dat iedere soort grond een belangrijk kenmerk heeft, namelijk goed of slecht.
Vaak als we deze gelijkenis lezen, denken we dat er wordt gesproken over de bereidheid van mensen om het evangelie te aanvaarden en na te leven. Hoewel dit waar is, kan de gelijkenis volgens mij ook op onze persoonlijke vooruitgang slaan, die we maken naarmate ons geloof en evangeliekennis groeien. Met andere woorden, we zitten niet voor altijd vast in een bepaalde geloofsovertuiging of op een bepaald geloofsniveau. Met geloof en inspanning zijn we in staat onze geestelijke grond te verrijken zodat we mooiere vruchten voortbrengen.
Ik wil het graag met u over deze gedachte hebben, omdat ik deze gelijkenis daardoor zelf beter ben gaan begrijpen. Ik geloof dat onze voorbereiding op de studie van het Nieuwe Testament met Kom dan en volg Mij komend jaar erbij gebaat is als we de gelijkenis van de zaaier doornemen. Dat zal de grond in ons hart voorbewerken zodat we de evangeliewaarheden kunnen ontvangen.
Evangeliezaden ontvangen
In de gelijkenis staat dat tijdens het zaaien:
-
een deel van de zaden langs de weg viel en door vogels werd opgegeten;
-
een deel op steenachtige plaatsen viel, opkwam en door de zon werd verschroeid;
-
een deel tussen de dorens viel en door de dorens werd verstikt;
-
een deel in goede aarde viel en vrucht gaf.
De Heer legt uit:
‘Als iemand het Woord van het Koninkrijk hoort en het niet begrijpt, dan komt de boze en rukt weg wat in zijn hart gezaaid was; dat is hij bij wie langs de weg gezaaid is.
‘Maar bij wie op de steenachtige grond gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en dat meteen met vreugde ontvangt.
‘Hij heeft echter geen wortel in zichzelf, maar hij is iemand van het ogenblik; en als er verdrukking of vervolging komt omwille van het Woord, struikelt hij meteen.
‘En bij wie in de dorens gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar.
‘Bij wie in de goede aarde gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en begrijpt, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de één honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoudig’ (Mattheüs 13:19–23; cursivering toegevoegd).
Laten we elke soort grond eens bekijken en zien wat we kunnen doen om die te verrijken.
Grond langs de weg
President Dallin H. Oaks, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Het zaad dat “langs de weg” viel (Markus 4:4), heeft dus geen grond bereikt waarin het tot groei had kunnen komen. Dat zaad staat voor leringen die niet tot iemands verharde of onvoorbereide hart doordringen.’1
Daarnaast begrijpen we soms niet wat we in de Schriften horen of lezen omdat ons hart niet is voorbereid. Wat kunnen we doen wanneer dat het geval is?
We kunnen mensen die het wel begrijpen om uitleg vragen. We kunnen de zendelingen, onze zondagsschoolleerkracht, onze priesterschapsleiders of leiders van andere organisaties, onze seminarie- of instituutsleerkracht, onze dienende broeders of zusters of onze getrouwe ouders en familieleden om hulp vragen. We kunnen conferentietoespraken bestuderen. In de app Evangeliebibliotheek staan talloze hulpmiddelen voor onze zoektocht.
We moeten ook bidden en God om meer licht vragen. Als we een oprecht hart, een eerlijke bedoeling en geloof in Christus hebben, ontvangen we kennis van de waarheden van het evangelie (zie Moroni 10:4–5). De Heer heeft gezegd:
‘Vraag, en het zal u gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en voor u zal worden opengedaan.
‘Want eenieder die vraagt, ontvangt; en hij die zoekt, vindt; en voor hem die klopt, zal worden opengedaan’ (3 Nephi 14:7–8).
Grond op steenachtige plaatsen
Sommige mensen horen het herstelde evangelie van de zendelingen, voelen de liefde van Christus, wonen kerkbijeenkomsten bij en genieten ervan. Maar na verloop van tijd merken ze dat hun moeilijkheden er nog steeds zijn. Hun leven is niet veranderd in een eindeloze vloedgolf van zegeningen. Hun geloof neemt af en ze dwalen af.
Er is ook sprake van ‘steenachtige plaatsen’ wanneer mensen een bijeenkomst of conferentie bijwonen en zich geïnspireerd voelen om vanaf dat moment alles goed te doen. Maar op maandag keren ze weer terug naar hun dagelijkse taken. De problemen op het werk blijven lastig. Verleidingen lijken aantrekkelijker dan ooit. En zo dooft langzaam hun verlangen naar spirituele verbetering.
Ze leren door schade en schande dat zonder diepe geestelijke wortels om ons in de wind overeind te houden, onze honger te stillen of ons in de hete zon te verkwikken, we geestelijk verloren gaan.
Hoe kunnen we steenachtige grond verbeteren? Verwijder de stenen en laat geestelijke wortels diep groeien.
Stenen verwijderen kan moeilijk zijn. Het kan nodig zijn om een omgeving te scheppen waarin geloof wordt aangemoedigd of om nieuwe vriendschappen te sluiten. Het kan nodig zijn ons van elke vorm van kwaad te onthouden (zie 1 Thessalonicenzen 5:22).
De Heiland geeft ons de nodige kracht om de stenen te verwijderen wanneer we de verbonden aangaan die Hij aanbiedt. De eerste stap is om ons te laten dopen. Het houdt in dat we worden bevestigd en de gave van de Heilige Geest ontvangen. Het betekent dat we andere verbonden aangaan die we nog niet hebben gesloten, zoals het priesterschap ontvangen of naar de tempel gaan. Het betekent naar de kerk gaan en verbonden hernieuwen door wekelijks aan het avondmaal deel te nemen.
Wanneer we met beproevingen en verleidingen te maken krijgen, zijn de verbonden die we met de Heer hebben gesloten ons houvast. Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘We zijn onverbrekelijk met de Heiland verbonden als we de verplichtingen die we op ons genomen hebben trouw indachtig zijn en ons best doen ernaar te leven. Die verbinding met Hem is de bron van geestelijke kracht in alle fasen van ons leven.’2
Grond tussen de dorens
Deze grond zorgt voor de groei van planten, inclusief dorens. De dorens zijn de ‘zorgen en rijkdom en genietingen van het leven’ waardoor we ‘geen vrucht dragen’ (Lukas 8:14).
Wat gebeurt er wanneer we verbonden zijn aangegaan, maar het verbondspad niet langer bewandelen? Of we nemen aan het avondmaal deel, maar vragen niet om vergeving, omdat we niet eens meer aan onze fouten denken. Of we vragen om vergeving terwijl we anderen weigeren te vergeven. We gaan tempelverbonden aan, maar dienen de behoeftigen niet. We gaan gelegenheden uit de weg om het evangelie uit te dragen, omdat we bang zijn dat het ongepast of ongemakkelijk is of omdat we niet meer weten wat we moeten zeggen.
De oplossing is ons doopverbond na te leven en te ‘treuren met hen die treuren’; ‘hen te vertroosten die vertroosting nodig hebben, en om te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen waar [we ons] ook mogen bevinden, als [getuige] van God op te treden, zelfs tot de dood’ (Mosiah 18:9).
We verwijderen onkruid door middel van dagelijkse bekering, kleine of grote veranderingen en door terug te keren naar het rechte en smalle verbondspad.
We weigeren ons door werelds onkruid te laten verstikken. Dat doen we door van ons huis een heiligdom van geloof te maken. We doen alles wat de invloed van de Geest uitnodigt en laten alles na wat die invloed verdrijft. We dienen in het koninkrijk van God door te dienen in onze roepingen, de tempel, het zendingswerk en ons gezin.
De goede aarde
Velen horen het woord, begrijpen het en laten het in hun hart groeien. De Heer spreekt tot hen: ‘Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht zou blijven’ (Johannes 15:16). Voor deze mensen is het antwoord om in geloof voorwaarts te gaan en in goede werken te volharden.
President Oaks stelde de vraag: ‘Wat doen we met de leringen van de Heiland in ons dagelijks leven?’3 Mogen we dit jaar tijdens onze voorbereiding op onze studie van het Nieuwe Testament meer tot de Heiland naderen en onze geestelijke grond verrijken, zodat we het woord kunnen ontvangen. Dan kunnen we de vruchten voortbrengen die Hij van ons verlangt, door de verbonden die ons aan Hem binden te aan te gaan en te hernieuwen, God te dienen, onze naasten lief te hebben en door voorwaarts te gaan op het verbondspad dat ons op een dag terug naar ons hemels thuis zal leiden.